De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuuren de Minister van Economische
Zaken,
Overwegende dat de algemene financieel-economische situatie noopt tot beheerste kostenontwikkelingen
in de gezondheidszorg;
Overwegende dat de LSV, de NVZ, de VNZ, het KLOZ en de KPZ een Vijfpartijenakkoord
zijn aangegaan voor de jaren 1990, 1991 en 1992 waarin is vastgelegd dat over deze
jaren de totale kosten medisch specialistische hulp per jaar gelijk zullen zijn aan
de kosten over 1989 en dat zowel in 1990 als in 1991 omvangrijke financiële overschrijdingen
zijn vastgesteld;
Overwegende dat voor het vaststellen van de aanvaardbare totale kosten voor medisch
specialistische hulp voor 1993, het aanvaardbare kostenniveau 1992 het uitgangspunt
vormt;
Overwegende dat de aanvaardbaar geachte kostenontwikkelingen, zowel de trendmatige
als de structurele, jaarlijks in het Financieel Overzicht Zorg (FOZ) tot uitdrukking
worden gebracht;
Overwegende dat voor 1993 volgens de bestendige FOZ-systematiek bij het bepalen van
het aanvaardbare kostenniveau rekening is gehouden met voorlopige nominale ontwikkelingen
(loon- en prijsbijstellingen) en autonome ontwikkelingen;
Overwegende dat het bieden van de mogelijkheid aan zelfstandig declarerende psychiaters
om hulppersoneel in dienst te hebben, in tegenstelling tot de afspraak tot forse kostenstijgingen
hebben geleid;
Overwegende dat, op basis van een in het kader van het opstellen van het FOZ bestendig
gebruikte systematiek, is vastgesteld dat bij ongewijzigd beleid en met inachtname
van de laatst bekende cijfers wat de volume-realisatie 1991 betreft, het totaal van
de in rekening te brengen tarieven voor de medisch specialistische hulp in 1993 f
369 mln meer zou bedragen dan aanvaardbaar wordt geacht;
Overwegende dat in de Wet tarieven gezondheidszorg, (Stb. 1980, 646) laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 november 1991, is vastgelegd
dat richtlijnen ook kunnen zijn gericht op de afhankelijkheid tussen de hoogte van
tarieven en het totaal van in enige periode in rekening gebrachte, dan wel te brengen
tarieven;
Overwegende dat de verwachting niet is gewettigd dat de Landelijke Specialistenvereniging,
de Vereniging van Nederlandse Zorgverzekeraars, het Kontaktorgaan Landelijke Organisaties
van Ziektekostenverzekeraars en de Kontaktcommissie Publiekrechtelijke Ziektekostenregelingen
gezamenlijk tot voorstellen zullen komen voor de noodzakelijk geachte neerwaartse
bijstelling van het tarief waarmee in totaal f 369 mln is gemoeid;
Gelet op artikel 14 van de Wet tarieven gezondheidszorg, laatstelijk gewijzigd bij wet van 20 november 1991 (Stb. 1991, 584);
Gehoord het Centraal orgaan tarieven gezondheidszorg (advies van 22 oktober 1992,
kenmerk HV/th/A/92/071), vastgesteld in de vergadering van 19 oktober 1992);
Na schriftelijke mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal
(brief van 27 oktober 1992, kenmerk VMP/O-922852);