Wet van 10 oktober 1997 tot wijziging van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere
Ziektekosten ten einde enige nadere regels te stellen inzake de toepasselijkheid van
Afdeling 7.1 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van geschillen op grond
van die wetten over aanspraken of daarmee overeenkomende uitkeringen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat een beschikking op
bezwaar inzake een aanspraak of een daarmee overeenkomende uitkering ingevolge de
Ziekenfondswet of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten niet wordt genomen dan nadat daaromtrent het advies van de Ziekenfondsraad is ingewonnen
en dat het derhalve wenselijk is nadere regels te stellen inzake de toepasselijkheid
van afdeling 7.1 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van beschikkingen inzake een zodanige aanspraak of uitkering;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: