Vaststelling voorwaarden deelname intredetoets keurmeester lichte voertuigen

[Regeling vervallen per 01-05-2009.]
Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 28-06-2000 t/m 30-04-2009

Vaststelling voorwaarden deelname intredetoets keurmeester lichte voertuigen

De Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer (RDW),

Gelet op artikel 25, tweede lid, van de Erkenningsregeling APK, Stcrt. 2000, nr. 35;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Voorwaarde voor deelname aan de intredetoets keurmeester periodieke keuring lichte voertuigen is het bezit van:

    • a. het diploma tweede monteur automobielen, afgegeven door de Stichting VAM vóór 1971, of

    • b. het diploma monteur motorvoertuigen, afgegeven door de centrale examencommissie van de Stichting Beroepsopleiding VAM, ingevolge artikel 19 van de Wet op het leerlingwezen, of

    • c. het diploma monteur personenautomobielen dan wel het diploma monteur bedrijfsautomobielen, afgegeven door de centrale examencommissie van de Stichting Beroepsopleiding VAM, ingevolge artikel 19 van de Wet op het leerlingwezen, of

    • d. het diploma monteur personenautomobielen tevens genoemd diploma autotechnicus dan wel het diploma monteur bedrijfsautomobielen tevens genoemd diploma bedrijfsautotechnicus, afgegeven door de centrale examencommissie van de Stichting Beroepsopleiding VAM ingevolge artikel 19 van de Wet op het leerlingwezen, of

    • e. het diploma autotechnicus dan wel het diploma bedrijfsautotechnicus, afgegeven door de centrale examencommissie ingevolge artikel 2.19.2 van de Wet Cursorisch Beroepsonderwijs (WCBO), of

    • f. het diploma autotechnicus dan wel het diploma bedrijfsautotechnicus, afgegeven door het ROC, onder goedkeuring van de Exameninstelling ten behoeve van externe legitimering, ingevolge de artikelen 7.4.2, 7.4.3, 7.4.4 en 7.4.6 van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), of

    • g. het diploma BC van het Instituut voor de Autohandel B.V., of

    • h. het diploma KMBO Motorvoertuigentechniek, of

    • i. een door de Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer (RDW) afgegeven verklaring intredetoets.

  • 2 Indien een diploma wordt overgelegd zoals genoemd in het eerste lid, onder a tot en met h, dient tevens een werkgeversverklaring of getuigschrift te worden overgelegd waaruit blijkt dat in de periode van 6 jaar, direct voorafgaand aan het tijdstip van de aanvraag, gedurende ten minste 4 jaar ervaring is opgedaan in het onderhouden, repareren en keuren van de voertuigen waarvoor de intredetoets wordt aangevraagd.

  • 3 Degene die in het bezit is van de in het eerste lid, onder a tot en met i genoemde diploma’s of verklaring intredetoets kan zich voor deelname aan de intredetoets keurmeester periodieke keuring lichte voertuigen rechtstreeks wenden tot de Stichting VAM.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De in artikel 1, eerste lid, onder i genoemde verklaring intredetoets wordt slechts afgegeven indien de aanvrager blijk heeft gegeven van voldoende theoretische en praktische kennis.

  • 2 Degene die een verklaring intredetoets aanvraagt, geeft blijk van de in het eerste lid bedoelde kennis door het overleggen van een diploma dat tenminste gelijkwaardig is aan één van de in artikel 1, eerste lid, onder a tot en met h genoemde diploma’s.

  • 3 Indien een diploma wordt overgelegd zoals genoemd in het tweede lid, dient tevens een werkgeversverklaring of getuigschrift te worden overgelegd waaruit blijkt dat in de periode van 6 jaar, direct voorafgaand aan het tijdstip van de aanvraag, gedurende ten minste 4 jaar ervaring is opgedaan in het onderhouden, repareren en keuren van de voertuigen waarvoor de intredetoets wordt aangevraagd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Onder de in dit besluit genoemde praktijkervaring wordt niet verstaan de tijd dat men:

  • 1. ’s avonds werkt, of

  • 2. tijdens vakantieperiodes werkt, of

  • 3. tijdens een (dag)opleiding werkt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De in artikel 1, eerste lid, onder i, genoemde verklaring intredetoets moet door middel van het daarvoor bestemde aanvraagformulier bij de Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer worden aangevraagd.

  • 2 De in artikel 1,eerste lid, onder i, genoemde verklaring wordt op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door de Dienst Wegverkeer vastgestelde tarief verleend aan de aanvrager die aan de in deze regeling genoemde eisen voldoet.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De bekendmaking van 21 februari 2000, Stcrt. 2000, 45 wordt ingetrokken.

  • 2 Deze bekendmaking wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst en treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatcourant waarin zij wordt bekendgemaakt.

Zoetermeer, 20 juni 2000

De

Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer

,

J.G. Hakkenberg

Naar boven