Regeling normbedragen jeugdzorg

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 03-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2008 en zichtdatum 20-05-2024.
Geldend van 01-01-2008 t/m 13-02-2008

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 december 2004, nr. DJB/JZ-2540275, houdende vaststelling van normbedragen ten behoeve van de vaststelling van de uitkering bureau jeugdzorg (Regeling normbedragen jeugdzorg)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie,

Gelet op artikel 2, tweede lid, van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg;

Besluiten:

Hoofdstuk 1. Algemene bepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Normbedragen taken, bedoeld in artikel 10, onder a tot en met d van de wet

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor het uitoefenen van de voorlopige voogdij op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of op grond van andere wetten, geldt een normbedrag van € 5.108 per minderjarige per jaar.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 30, datum inwerkingtreding 14-02-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

Voor het uitoefenen van de voorlopige voogdij op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of op grond van andere wetten, geldt een normbedrag van € 5.032,– per minderjarige per jaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor het uitoefenen van de voogdij op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek geldt een normbedrag van € 3.701 per minderjarige per jaar.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 30, datum inwerkingtreding 14-02-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

Voor het uitoefenen van de voogdij op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek geldt een normbedrag van € 3.587,– per minderjarige per jaar.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor het uitvoeren van een voorlopige ondertoezichtstelling en van een ondertoezichtstelling gedurende de eerste twaalf maanden nadat de ondertoezichtstelling is uitgesproken geldt een normbedrag van € 6.066 per minderjarige per jaar.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 30, datum inwerkingtreding 14-02-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

Voor het uitvoeren van een voorlopige ondertoezichtstelling en van een ondertoezichtstelling gedurende de eerste twaalf maanden nadat de ondertoezichtstelling is uitgesproken geldt een normbedrag van € 6.954,– per minderjarige per jaar.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor het uitvoeren van een ondertoezichtstelling nadat de termijn, genoemd in artikel 4 is verstreken geldt een normbedrag van € 5.057 per minderjarige per jaar.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 30, datum inwerkingtreding 14-02-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

Voor het uitvoeren van een ondertoezichtstelling nadat de termijn, genoemd in artikel 4 is verstreken geldt een normbedrag van € 5.860,– per minderjarige per jaar.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 Indien de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, inhoudt intensieve begeleiding van een allochtone jeugdige geldt, in afwijking van het eerste lid, een normbedrag van € 1.626 per traject per maand.

  • 3 Indien de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, inhoudt intensieve begeleiding van jeugdigen die behoren tot de harde kern van een criminele groep, geldt, in afwijking van het eerste lid, een normbedrag van € 1.214 per traject per maand.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 30, datum inwerkingtreding 14-02-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

1 Voor het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder c van de wet geldt een normbedrag van € 3.910,– per jeugdige per jaar.

2 Indien de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, inhoudt intensieve begeleiding van een allochtone jeugdige geldt, in afwijking van het eerste lid, een normbedrag van € 1.671,– per traject per maand.

3 Indien de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, inhoudt intensieve begeleiding van jeugdigen die behoren tot de harde kern van een criminele groep, geldt, in afwijking van het eerste lid, een normbedrag van € 1.247,– per traject per maand.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 30, datum inwerkingtreding 14-02-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

1 Voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder d, van de wet, inhoudende het begeleiden van en toezicht houden op jeugdigen die deelnemen aan een scholings-en trainingsprogramma als bedoeld in artikel 3 van de Beginselenwet geldt een normbedrag van € 1.671,– per traject per maand.

2 Voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder d, van de wet, inhoudende het begeleiden van en toezicht houden op jeugdigen aan wie proefverlof is verleend als bedoeld in artikel 31 van de Beginselenwet geldt een normbedrag van € 3.910,– per jeugdige per jaar.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In afwijking van de artikelen 6 en 7 geldt voor de uitvoering van de taken, bedoeld in die artikelen een normbedrag van € 678 indien de taak wordt uitgevoerd ten aanzien van een minderjarige voor wie tevens een taak als bedoeld in artikel 2, 3, 4 of 5 wordt uitgevoerd.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 30, datum inwerkingtreding 14-02-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

In afwijking van de artikelen 6 en 7 geldt voor de uitvoering van de taken, bedoeld in die artikelen een normbedrag van € 697,– indien de taak wordt uitgevoerd ten aanzien van een minderjarige voor wie tevens een taak als bedoeld in artikel 2, 3, 4 of 5 wordt uitgevoerd.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De normbedragen bedoeld in de artikelen 2 tot en met 7 worden ten behoeve van de centrale overhead verhoogd met een bedrag van € 260 per jeugdige per jaar voor de eerste 1.800 jeugdigen en 40% van dat bedrag per jeugdige per jaar voor de overige jeugdigen, waarbij een minderjarige ten aanzien van wie naast de taken, bedoeld in de artikelen 6 en 7, tevens een taak als bedoeld in artikel 2, 3, 4 of 5 wordt uitgevoerd niet meetellen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 30, datum inwerkingtreding 14-02-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

De normbedragen bedoeld in de artikelen 2 tot en met 7 worden ten behoeve van de centrale overhead verhoogd met een bedrag van € 267,– per jeugdige per jaar voor de eerste 1.800 jeugdigen en 40% van dat bedrag per jeugdige per jaar voor de overige jeugdigen, waarbij een minderjarige ten aanzien van wie naast de taken, bedoeld in de artikelen 6 en 7, tevens een taak als bedoeld in artikel 2, 3, 4 of 5 wordt uitgevoerd niet meetellen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 december 2004, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van die Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling normbedragen jeugdzorg.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C.I.J.M. Ross-van Dorp

De

Minister

van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven