Bijlage
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Het Migratie en Ontwikkelingsprogramma 2014 geeft de mogelijkheid projectvoorstellen
in te dienen voor:
Projecten die in ieder geval en in hoofdzaak gericht zijn op het bieden van ondersteuning
in natura aan ex-asielzoekers die vrijwillig terugkeren vanuit Nederland naar hun
land van herkomst, met het oog op hun duurzame herintegratie in dat land. Een vorm
van monitoring na terugkeer moet deel zijn van ieder project.
Beoordelingscriteria:
-
1.
Projectvoorstellen voorzien in ondersteuning bij de terugkeer en herintegratie van
ex-asielzoekers die terugkeren naar OESO/DAC-landen en:
-
a. die zich aanmelden voor ondersteuning na ontvangst van een negatieve beschikking op
de eerste asielaanvraag of;
-
b. die zich aanmelden voor ondersteuning na het intrekken van de lopende procedures in
de Verlengde Asielprocedure (VA) of;
-
c. met een tijdelijke verblijfsvergunning (verblijf onder categoriaal beschermingsbeleid
of verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling) die bereid zijn deze te laten
intrekken.
-
2. Projectvoorstellen voorzien niet in ondersteuning van ex-asielzoekers:
-
a. die de Algemene Asielprocedure (AA) doorlopen op het moment van aanvraag en nog geen
negatieve beschikking op de eerste asielaanvraag hebben ontvangen;
-
b. die een zwaar inreisverbod van meer dan 5 jaar opgelegd hebben gekregen, dan wel veroordeeld
zijn voor zedenmisdrijven of mensenhandel (art. 273f Wetboek van Strafrecht)/mensensmokkel (art. 197a Wetboek van Strafrecht);
-
c. die de nationaliteit bezitten van een land zonder visumplicht of van een land dat wordt uitgesloten van projecten in het kader van vrijwillige
terugkeer wegens sterke aanwijzingen van misbruik. De landenlijst zonder visumplicht
is te vinden in Annex A bij Bijlage II van het subsidiebesluit van 18 oktober 2013. De landenlijst van uitsluitingen wegens sterke aanwijzingen van misbruik staat op:
www.dtenv.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/.
-
d. die al zijn teruggekeerd naar het land van herkomst op het moment van aanvraag.
-
3. Voor zover een projectvoorstel ex-asielzoekers betreft die vrijwillig terugkeren vanuit
vreemdelingendetentie, wordt de ondersteuning in natura aangeboden in het land van
herkomst.
-
4. De ondersteuning in natura dient zich te richten op thema’s die de herintegratie bevorderen,
bijvoorbeeld opleiding, training, arbeidsbemiddeling, bemiddeling bij huisvesting
en gezondheidszorg.
-
5. De ondersteuning in natura dient rechtstreeks ten goede te komen aan de ex-asielzoekers.
-
6. Ex-asielzoekers nemen deel aan niet meer dan één project voor ondersteuning in natura.
-
7. Per volwassen ex-asielzoeker wordt maximaal EUR 1.500 besteed aan ondersteuning in
natura.
-
8. Voor gezinnen met minderjarige kinderen wordt maximaal EUR 2.500 per minderjarig kind
besteed aan ondersteuning in natura.
-
9. Voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen geldt dat de ondersteuning in natura
(opvang, medische zorg, kleding, onderwijs, scholing) wordt gegarandeerd tot het bereiken
van de leeftijd van 18 jaar. Hiervoor geldt geen maximaal bedrag. Dit geldt alleen
indien opvang bij ouders of overige adequate opvang niet mogelijk is.
-
10. Voor ondersteuning in natura van alleenstaande minderjarige vreemdelingen dient gebruik
te worden gemaakt van bestaande opvangstructuren voor zover al aanwezig in landen
van herkomst.
Uitvoeringscriteria:
-
1. Ondersteuning in natura die gedeeltelijk in Nederland wordt geboden, wordt voltooid
binnen 16 weken na akkoord op deelname door de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V).
-
2. Ondersteuning in natura in het land van herkomst wordt geboden voor maximaal een jaar,
en voor alleenstaande minderjarigen tot het bereiken van de leeftijd van 18 jaar.
-
3. Voor alleenstaande minderjarigen geldt dat de periode van ondersteuning de projectperiode
kan overstijgen. In dat geval dient er binnen de projectperiode een prognose van de
te besteden middelen te worden aangeleverd en zullen deze middelen buiten de projectperiode
kunnen worden overgemaakt. Voor de overige deelnemers geldt dat de middelen besteed
en verantwoord moeten worden binnen de projectperiode om subsidiabel te zijn.
-
4. Elke deelnemer, ongeacht of deze tot de doelgroep van de beleidsregels behoort, dient
ter verificatie aan de DT&V te worden voorgelegd.
Prioriteiten:
-
1. Prioriteit wordt verleend aan projecten gericht op alleenstaande minderjarige vreemdelingen
en gezinnen met minderjarige kinderen.
-
2. Daarnaast wordt prioriteit verleend aan projecten gericht op terugkeer naar de volgende
landen: Afghanistan, China, Egypte, Guinee, Irak, Iran, Sierra Leone, Somalië/Somaliland.
Budget en voorwaarden:
-
1. Voor subsidieverlening in het kader van vrijwillige terugkeer is tijdens deze oproep
een subsidiebedrag van in totaal EUR 800.000 beschikbaar.
-
2. Indien het subsidieplafond wegens tekortschietende kwaliteit van de aanvragen niet
volledig wordt uitgeput, kan het restant alsnog aan een organisatie met rechtspersoonlijkheid
naar internationaal recht ter beschikking worden gesteld. Andersom bestaat de mogelijkheid
dat het subsidieplafond wordt verhoogd met een niet besteed deel van het financieringsbudget
voor organisaties met rechtspersoonlijkheid naar internationaal recht.
-
3. Maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten komt voor subsidie in aanmerking. Dit
betekent dat de aanvrager in staat dient te zijn ten minste 50% van de subsidiabele
kosten te financieren door een eigen bijdrage of een bijdrage van derden. Tegelijkertijd
met deze oproep staat de oproep van het Europees Terugkeerfonds (ETF) jaartranche
2013 open, waar eventueel cofinanciering aangevraagd kan worden. Een dergelijke aanvraag
wordt gezien als een gecombineerde aanvraag en dient tegelijk bij beide instanties
ingediend te worden.
-
4. Indien cofinanciering van het ETF afkomstig is, zijn de verantwoordingsregels en rapportagesystematiek
van het ETF van toepassing voor de gehele projectduur. Dit neemt niet weg dat de SVT
aanvragen beoordeelt aan de hand van alle in dit besluit opgenomen criteria.
-
5. Afhankelijk van de omvang van de gevraagde subsidie, zal minimaal een evenredig percentage
van de doelgroep uit ex-asielzoekers moeten bestaan. Indien bijvoorbeeld subsidie
wordt gevraagd voor 50% van de totale subsidiabele kosten, zal minimaal 50% van de
doelgroep van het project uit ex-asielzoekers moeten bestaan.
-
6. De totale subsidiabele kosten van een geheel project bedragen ten minste EUR 100.000.
In geval van een gecombineerde aanvraag met ETF is op dit punt de regelgeving van
ETF leidend (minimaal EUR 200.000 per project).
-
7. Projecten kunnen een looptijd hebben van maximaal 18 maanden, met ingang van 1 januari
2014 tot 30 juni 2015.
-
8. Subsidies worden verleend onder het voorbehoud dat de begrotingswetgever voldoende
middelen beschikbaar stelt.
Meer informatie over de selectiecriteria, overige eisen aan de aanvraag en de adressering
van een projectvoorstel is te vinden in het besluit van de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking van << datum ondertekening >>, tot vaststelling
van beleidsregels alsmede een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling
Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (beleidsregels en subsidieplafond Migratie
en Ontwikkelingsprogramma 2014). Dit subsidiebesluit staat op http://www.dtenv.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/.
Het aanvraagformulier en het begrotingsformat zijn te vinden op http://www.dtenv.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/Subsidie_VT_aanvragen/.
De oproep opent op de datum van inwerkingtreding van dit besluit en sluit op vrijdag
29 november 2013 om 16:00 uur.
Projectvoorstellen en eventuele aanvullingen die voor of na deze termijn worden ontvangen
zullen niet in behandeling worden genomen. Verzoeken om aanvulling (herstelverzuim)
zullen uiterlijk donderdag 14 november 2013 worden verzonden. Subsidieaanvragen die
binnen het genoemde tijdvak worden ingediend, zullen met elkaar concurreren. De selectie
zal uiterlijk 31 januari 2014 bekend worden gemaakt.
Voor meer informatie: http://www.dtenv.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/