Regeling specifieke uitkering nationaal programma Groningen tweede tranche

Geraadpleegd op 01-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 16-05-2024.
Geldend van 07-12-2019 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 4 december 2019, nr. WJZ/ 19261150, houdende een specifieke uitkering voor de gemeente Appingedam, Het Hogeland, Midden-Groningen en de provincie Groningen in verband met de uitvoering van het nationaal programma Groningen (Regeling specifieke uitkering nationaal programma Groningen tweede tranche)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 2 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies en artikel 17, tweede en vijfde lid, van de Financiële verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • gemeenten: gemeenten Appingedam, Het Hogeland en Midden-Groningen;

  • nationaal programma Groningen: nationaal programma Groningen als bedoeld in de Bestuursovereenkomst Nationaal Programma Groningen, Kamerstukken II, 33 529, nr. 587, bijlage 1.

Artikel 2. Specifieke uitkering

  • 1 De minister verstrekt een eenmalige specifieke uitkering aan de gemeenten en de provincie Groningen voor:

    • a. de uitvoering van projecten en werkzaamheden die zijn goedgekeurd door de bestuursvergaderingen van het nationaal programma Groningen op 19 september 2019 en 4 november 2019;

    • b. de uitvoering van het project Opwierde Zuid.

  • 2 De specifieke uitkering bedraagt voor de gemeente:

    • a. Appingedam: 17.600.000 euro, voor de uitvoering van het project Opwierde Zuid;

    • b. Het Hogeland: 400.000 euro, voor de uitvoering van het project Ontwikkelen en managen proces opstellen en voorbereiden lokaal programmaplan Het Hogeland;

    • c. Midden-Groningen: 3.081.500 euro, voor de uitvoering van het project Plus op sport Gorecht en Woldwijck.

  • 3 De specifieke uitkering bedraagt voor de provincie Groningen 8.108.221 euro, waarvan:

    • a. 425.000 euro voor de uitvoering van het project EPI-kenniscentrum 2.0;

    • b. 210.000 euro voor de uitvoering van het project Feest! In Oost en West! (Herbestemming Kerk Garmerwolde);

    • c. 1.330.000 euro voor de uitvoering van het project Loket Leefbaarheid;

    • d. 932.721 euro voor de uitvoering van het project Lokale openbare gecombineerde product- en restwarmteleiding Chemiepark;

    • e. 210.500 euro voor de uitvoering van het project Openbare multicore infravoorziening en start circulair industriewater (tracé C);

    • f. 1.000.000 euro voor de uitvoering van het project Toekomstbeeld 2040;

    • g. 4.000.000 euro voor de uitvoering van werkzaamheden voor het programmabureau nationaal programma Groningen in 2019 en 2020.

Artikel 3. Voorwaarden

De gemeenten en de provincie Groningen:

  • a. besteden de specifieke uitkering uitsluitend aan de projecten of werkzaamheden waarvoor dat deel van de specifieke uitkering is toegekend;

  • b. nemen bij de uitvoering van deze projecten of werkzaamheden alle toepasselijke wet- en regelgeving in acht, waaronder in ieder geval wordt verstaan de toepasselijke Europese regels inzake staatssteun.

Artikel 4. Verantwoording

  • 2 Indien uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële verhoudingswet, blijkt dat de uitkering, bedoeld in artikel 2, niet volledig of onrechtmatig is besteed, kan de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de minister worden teruggevorderd. De minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan het college.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 december 2019

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

E.D. Wiebes

Naar boven