Specifiek interventiebeleid NVWA natuurwetgeving (IB02-SPEC 08, versie 03)

[Regeling vervallen per 13-01-2024.]
Geraadpleegd op 15-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-12-2023 t/m 12-01-2024

Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 16 april 2020 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid natuurwetgeving (IB02-SPEC 08, versie 03)

1. Onderwerp

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Het specifiek interventiebeleid natuurwetgeving beschrijft, binnen de kaders van het algemeen interventiebeleid (NVWA-IB02), de klassenindeling van en interventies voor de beoordeling van specifieke overtredingen van de wetgeving in het domein natuur.

De NVWA voert in het domein natuur allereerst inspecties uit om illegale handel in beschermde dier- en plantensoorten en producten daarvan tegen te gaan en legale handel te reguleren (onder andere CITES). De NVWA houdt ook toezicht op de handel en het bezit van invasieve exoten genoemd op de Unielijst. Voor dit onderdeel van het domein natuur heeft de NVWA uitsluitend een inspectietaak en geen interveniërende. Bestuurlijke interventies vinden plaats door RVO.nl.

Daarnaast zijn er controles op de import van hout en houtproducten uit landen waarmee de EU een Voluntary Partnership Agreement heeft afgesloten in het kader van Forest Law Enforcement, Governance and Trade (FLEGT), en op het op de markt brengen van hout, papier en pulp en houten meubels in het kader van de EU-houtverordening.

Gebruikers van genetische bronnen uit het buitenland worden tenslotte door de NVWA gecontroleerd op het zorgvuldig gebruik van deze bronnen in het kader van het Nagoya Protocol.

Het natuurbeleid is in 2017 deels gedecentraliseerd van rijksoverheid naar de provincies. De provincies, in bepaalde gevallen de gemeentes, geven vergunningen, verklaringen van geen bezwaar en ontheffingen af ten aanzien van ruimtelijke ingrepen en handel in bepaalde dier- en plantsoorten. In bepaalde specifieke gevallen is de rijksoverheid het bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving. In deze gevallen kan de NVWA optreden.

Overtredingen die door de inspecteur/toezichthouder worden waargenomen en die niet in dit IB02-spec08 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Divisie Regie & Expertise van de Directie Handhaven teneinde een interventie te bepalen.

2. Definities en wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

In aanvulling op de definities en begrippen uit het algemeen interventiebeleid NVWA IB02 gelden de onderstaande definities en afkortingen.

2.1. Definities en afkortingen

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Definities

  • Inspectie: Elke vorm van controle door een inspecteur van de NVWA om na te gaan of de wetgeving in het domein natuur wordt nageleefd. De inspecteur kan, als dit de efficiency van de uit te voeren inspectie ten goede komt, er voor kiezen om deze van te voren aan te kondigen. Dit laat onverlet dat de inspecteur ook zonder aankondiging een inspectie kan uitvoeren.

  • Herinspectie: Een inspectie (eventueel op afstand) ingesteld door een inspecteur van de NVWA die volgt op een eerder ingestelde inspectie, waarbij een overtreding van de wetgeving in het domein natuur is geconstateerd en naar aanleiding waarvan het noodzakelijk wordt geacht om na de tijdens de eerdere inspectie aangegeven termijn na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen om de overtreding op te heffen en nieuwe overtredingen te voorkomen.

Afkortingen

  • BB: Bestuurlijke boete

  • BSBM: Bestuurlijke strafbeschikking Milieu

  • PV: Proces-verbaal

  • SW: Schriftelijke waarschuwing

  • CITES: Convention on the International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and flora

  • FLEGT: Forest Law Enforcement, Governance and Trade

  • RVO.nl: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

  • OM: Openbaar Ministerie

  • RvB: Rapport van bevindingen1

2.2. Wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

In het domein natuur gelden zowel internationale, EU- als nationale regels. De belangrijkste wettelijke bepalingen die van belang zijn voor dit specifiek interventiebeleid zijn neergelegd in:

  • Wet natuurbescherming, het onderliggende Besluit natuurbescherming en de Regeling natuurbescherming;

  • Wet implementatie Nagoya Protocol, het onderliggende Besluit aanwijzing toezichthouders Wet implementatie Nagoya Protocol en de Regeling uitvoering Wet implementatie Nagoya Protocol;

  • CITES-verdrag;

  • Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer en onderliggende verordeningen zoals:

    • Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van 4 mei 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer;

    • Verordening (EU) nr. 791/2012 van de Commissie van 23 augustus 2012 tot wijziging, ten aanzien van sommige bepalingen betreffende de handel in in het wild levende dier- en plantensoorten, van Verordening (EG) nr. 865/2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad;

    • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 792/2012 van de Commissie van 23 augustus 2012 tot vaststelling van voorschriften voor het ontwerp van de vergunningen, certificaten en andere documenten waarin Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer voorziet, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie;

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1587 van de Commissie van 24 september 2019 tot instelling van een verbod op het binnenbrengen in de Unie van specimens van bepaalde in het wild levende dier- en plantensoorten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer;

  • Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen en onderliggende verordeningen zoals:

    • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 607/2012 van de Commissie van 6 juli 2012 houdende gedetailleerde voorschriften betreffende het stelsel van zorgvuldigheidseisen en de frequentie en de aard van de controles op de toezichthoudende organisaties overeenkomstig Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen;

    • Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 363/2012 van de Commissie van 23 februari 2012 inzake de procedures voor de erkenning en de intrekking van de erkenning van de toezichthoudende organisaties als bedoeld in Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen;

  • Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap en onderliggende verordeningen zoals:

  • Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten en onderliggende verordeningen zoals:

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 van de Commissie van 13 juli 2016 tot vaststelling van een lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten krachtens Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad;

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1263 van de Commissie van 12 juli 2017 tot actualisering van de bij Uitvoerings-verordening (EU) 2016/1141 krachtens Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees parlement en de Raad vastgestelde lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten;

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1262 van de Commissie van 25 juli 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141 om de lijst van voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten te actualiseren;

  • Verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad van 4 november 1991 houdende een verbod op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap van pelzen en produkten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet stroken met de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen;

  • Verordening (EU) nr. 511/2014 van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende voor gebruikers bestemde nalevingsmaatregelen uit het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik in de Unie en onderliggende verordeningen zoals:

    • Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1866 van de Commissie van 13 oktober 2015 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 511/2014 van het Europees parlement en de Raad wat het register van collecties, het toezicht op de naleving door gebruikers en beste praktijken betreft.

3. Werkwijze

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het algemeen interventiebeleid, NVWA-IB02.

De ernst van de overtreding en de toe te passen interventie worden onder andere bepaald door de omvang van het risico op ernstige tot geringe gevolgen voor de kwaliteit of diversiteit van de natuur, de herstelbaarheid daarvan en of er sprake is van calculerend en/of bewust risiconemend gedrag. Hoe groter het risico, des te hoger wordt de overtreding in de bijlage geclassificeerd.

Voor bepaalde overtredingen die zijn ingedeeld in klasse B kan het effectiever zijn om niet (meteen) een sanctionerende interventie toe te passen maar eerst te waarschuwen. Voor overtredingen van CITES en het Nagoya Protocol betekent dit het volgende:

Cites en overige beschermde dieren en planten en invasieve exoten

Indien het overtredingen betreft die snel en eenvoudig kunnen worden hersteld en een gering risico opleveren voor aantasting van natuurwaarden, wordt een schriftelijke waarschuwing (SW) gegeven in plaats van een sanctionerende interventie. De geconstateerde feiten en het eventueel uitgevoerde herstel worden in zulke gevallen vastgelegd. Veel van dergelijke overtredingen worden gepleegd door particulieren, waarbij na het opheffen van de overtreding, er geen noodzaak is om een herinspectie uit te voeren.

Nagoya Protocol

Indien de overtreding betrekking heeft op ontbrekende informatie die alsnog verkregen kan worden, zoals toestemming van een land voor gebruik van een bepaalde genetische bron, en er kunnen nog onderling overeengekomen voorwaarden worden vastgesteld, kan eerst een schriftelijke waarschuwing (SW) worden opgelegd. Daarna vindt een herinspectie plaats om te verifiëren dat de documentatie inmiddels volledig is, of dat het gebruik beëindigd is. De termijn waarbinnen de herinspectie plaatsvindt is drie maanden, maar er kunnen redenen zijn om de termijn te verlengen.

In de bijlage van dit document zijn de bepalingen van de geldende wetgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).

Afwijken van de in dit document voorgeschreven interventies is alleen mogelijk in overleg met, en na akkoord van, het afdelingshoofd. De onderbouwing om af te wijken wordt vastgelegd.

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

De Wet natuurbescherming en de Wet implementatie Nagoya Protocol kunnen zowel bestuurs- als strafrechtelijk worden gehandhaafd. Hieronder wordt het palet van mogelijke sanctionerende en corrigerende maatregelen weergegeven.

Sanctionerende interventie

Overtredingen van de Wet natuurbescherming en de Wet implementatie Nagoya Protocol leveren een economisch delict als bedoeld in de Wet economische delicten (Wed) op. Indien sprake is van een B-overtreding in het domein natuur wordt contact met het OM opgenomen, waarna het OM beslist of de NVWA een proces-verbaal zal insturen aan het OM.

Bestuurlijke strafbeschikking milieu (BSBM)

In de bijlage bij de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingsbevoegdheid milieu- en keurfeiten (art. 257ba, tweede lid, Wetboek van Strafvordering) van het OM is bepaald voor welke overtredingen van de Wet natuurbescherming de Inspecteur-generaal van de NVWA een bestuurlijke strafbeschikking milieu kan opleggen. Hij doet dit op basis van een door een buitengewoon opsporingsambtenaar opgemaakt verkort proces-verbaal (zogeheten combibon).

Bestuursrechtelijke sancties

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is bevoegd om bij enkele overtredingen van de Wet natuurbescherming een bestuurlijke boete op te leggen (art. 7.6 Wet natuurbescherming). In die specifieke gevallen is RVO.nl gemandateerd en maakt de NVWA een rapport van bevindingen op voor RVO.nl.

Corrigerende interventie

Op basis van de Wet natuurbescherming en de Wet implementatie Nagoya Protocol is de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bevoegd om bestuursrechtelijke maatregelen te nemen die gericht zijn op het herstel van de gevolgen van de overtreding of het voorkomen van verdere overtreding(en).

De bestuursrechtelijke handhaving namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geschiedt door zowel RVO.nl als de NVWA. De taakverdeling tussen RVO.nl en de NVWA daarbij is als volgt:

Corrigerende interventies kunnen te allen tijde naast of in plaats van sanctionerende interventies worden ingezet. Dat kan nuttig zijn zodra blijkt dat sanctionerende interventies (alleen) onvoldoende leiden tot naleving van de regelgeving. Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden hiervan zijn een last onder dwangsom, een verbod tot het vervoeren, be- of verwerken of in het verkeer brengen, of de verplichting tot terugzending naar het land van uitvoer of herkomst.

Corrigerende interventies hebben als doel te bevorderen dat de overtreder zijn bedrijfsprocessen blijvend beheerst zodat bestaande overtredingen worden beëindigd en nieuwe worden voorkomen. Een corrigerende interventie moet proportioneel zijn, toegesneden op de specifieke situatie van de overtreder. Een corrigerende interventie mag niet ingrijpender voor de overtreder zijn dan strikt noodzakelijk om de overtreding te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Overgaan tot ingrijpender corrigerende interventies kan indien gemotiveerd kan worden waarom een minder ingrijpende corrigerende interventie onvoldoende effect heeft gehad of zal hebben.

Specifieke corrigerende interventie

Als een of meer overtredingen worden geconstateerd die in ernst, aantal en tijdsbestek een corrigerende interventie rechtvaardigen wordt met een specifieke corrigerende interventie in het bedrijfsproces ingegrepen. Dit ingrijpen kan betrekking hebben op:

  • a. beëindiging van een overtreding of

  • b. voorkoming van nieuwe overtredingen.

Aan een specifieke corrigerende interventie kan een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang worden verbonden.

Als opnieuw overtredingen worden geconstateerd wordt opnieuw een corrigerende interventie ingezet als ernst, aantal en tijdsbestek van de overtreding(en) dit rechtvaardigt. Zo nodig met ingrijpender maatregelen of een hogere dwangsom.

Generieke corrigerende interventie

Mocht de overtreder ondanks een of meer specifieke corrigerende interventies nieuwe overtredingen blijven begaan die in ernst, aantal en tijdsbestek ingrijpen rechtvaardigen kan worden overgegaan tot een generieke corrigerende interventie. Hiertoe kan ook meteen worden overgegaan als er weliswaar nog geen (herhaalde) specifieke corrigerende interventie is opgelegd, maar er op voorhand aanwijzingen zijn dat deze onvoldoende tot naleving zullen leiden.

Bij het bepalen van nut en noodzaak van een generieke interventie wordt integraal bekeken in hoeverre de overtreder, afgezien van de natuurwetgeving, ook andere wettelijke eisen naleeft waarop de NVWA toezicht houdt.

3.3. Herhaalde overtreding en verscherpt toezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding van de regelgeving binnen het domein natuur wordt vastgesteld, waarvoor tegen de overtreder in de daaraan voorafgaande periode van drie jaar reeds een interventie werd toegepast.

Herinspectie

Na het constateren van een overtreding klasse B of C kan een extra inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen.

Stapeling

Tijdens een (her)inspectie kunnen meerdere overtredingen van verschillende wettelijke voorschriften en van verschillende overtredingsklassen geconstateerd worden. Voor het handelen in dergelijke situaties zie 2.3 van het algemeen interventiebeleid, NVWA-IB02. Ten aanzien van het stapelen van overtredingen geldt, bij het opleggen van de bestuurlijke boete, dat er wordt uitgegaan van maximaal 5 overtredingen per overtreder, per controlemoment.

Verscherpt toezicht

Als bij meerdere opeenvolgende (her)inspecties blijkt dat overtredingen zich blijven voordoen, kan de NVWA besluiten verscherpt toezicht in te stellen. Dit wordt ook aan de overtreder medegedeeld. Verscherpt toezicht houdt in dat de NVWA vaker inspecteert en, indien zij overtredingen constateert, naast een sanctionerende interventie ook corrigerende interventies kan opleggen die passend zijn om de geconstateerde overtreding(en) te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Per overtreder wordt een maatwerkaanpak opgesteld. Na afloop van een van tevoren vastgestelde periode wordt geëvalueerd of voortzetting van het verscherpt toezicht wenselijk is. Ook dit wordt gecommuniceerd met de overtreder.

3.4. Internettoezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Op internet worden op handelssites (digitale platforms) geregeld advertenties geplaatst met verboden content. De NVWA kan in die gevallen gegevens bij zowel de aanbieder als de beheerder van de handelssite vorderen op basis van de Algemene wet bestuursrecht. Beheerders van handelssites kunnen de NVWA alternatieven bieden om te interveniëren, zoals het verwijderen van advertenties. In dergelijke gevallen kan de NVWA volstaan met nalevingshulp aan de aanbieder bijvoorbeeld vlak nadat de advertentie is verwijderd. Is er sprake van herhaling dan kunnen alsnog gegevens worden gevorderd en kan worden opgeschaald in de handhaving.

5. Divers

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 16 juli 2015 vastgestelde Specifiek interventiebeleid natuurwetgeving (IB02-SPEC 08, versie 02). Deze beleidsregel is herzien naar aanleiding van de aanpassing van het Algemeen Interventiebeleid NVWA met ingang van 1 juli 2016. Ten opzichte van versie 02 is de omzetting van de Flora- en faunawet naar de Wet natuurbescherming verwerkt en de Wet implementatie Nagoya Protocol toegevoegd.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA natuurwetgeving (IB02-SPEC 08, versie 03)’.

De bijlage van dit spec is te vinden op de internetpagina van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 juni 2020.

Bijlage

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Bijlage bij IB02-SPEC 08, versie 03: Specifiek interventiebeleid NVWA natuurwetgeving (IB02-SPEC 08, versie 03).

Deze beleidsregel zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

namens deze:

R.J.T. van Lint

De inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

Bijlage

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

[Red: Gepubliceerd op www.nvwa.nl/interventiebeleid.]

  1. Hoewel een rapport van bevindingen op zichzelf geen interventie vormt wordt deze afkorting in de bijlage genoemd in die gevallen waarin RVO.nl bevoegd is om te handhaven. Het rapport van bevindingen van de NVWA vormt de grondslag voor interventies van RVO.nl op grond van haar eigen beleid. ^ [1]
Naar boven