Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Amsterdam voor hogerberoepszaken strafrecht van het gerechtshof Den Haag

[Regeling vervallen per 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 04-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2023 en zichtdatum 16-05-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023

Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 8 juni 2021, nummer 3324101, houdende de tijdelijke aanwijzing van de (overige) zittingsplaatsen van een gerechtshof als (overige) zittingsplaatsen van een ander gerechtshof als bedoeld in artikel 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie, ten behoeve van hogerberoepszaken strafrecht (Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Amsterdam voor hogerberoepszaken strafrecht van het gerechtshof Den Haag)

De Minister voor Rechtsbescherming

Gelet op artikel 62a van de Wet op de rechterlijke organisatie;

Gehoord de Raad voor de rechtspraak;

Gehoord het College van procureurs-generaal;

BESLUIT

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Voor de behandeling in hoger beroep van strafzaken, die aanhangig zijn gemaakt bij het gerechtshof Den Haag, wordt het gerechtshof Amsterdam aangewezen als gerechtshof waarvan de zittingsplaatsen onderscheidenlijk overige zittingsplaatsen tijdelijk mede worden aangemerkt als zittingsplaatsen onderscheidenlijk overige zittingsplaatsen van het gerechtshof Den Haag, als bedoeld in artikel 62a, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juni 2021. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke aanwijzing gerechtshof Amsterdam voor hogerberoepszaken strafrecht van het gerechtshof Den Haag.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

’s-Gravenhage, 8 juni 2021

De Minister voor Rechtsbescherming,

S. Dekker

Naar boven