In het ideale geval heeft de gedetineerde gedurende detentie alleen gewenst gedrag
vertoond (is gepromoveerd en gepromoveerd gebleven). Voor een aanzienlijk deel van
de gedetineerden zal echter gelden dat gedurende de detentie ook een of meerdere keren
degradatie is voorgekomen en/of het enige tijd duurt voordat de gedetineerde promoveert.
Een afweging van het gedrag gedurende de gehele detentie is dan nodig.
Er is voor gekozen om per verlofsoort twee normen te hanteren, namelijk een onder-
en een bovengrens. Dit resulteert in een model met 3 mogelijke uitkomsten:
-
1. De gedetineerde scoort boven de bovengrens → voldoet aan norm, positief.
-
2. De gedetineerde scoort niet boven de bovengrens, maar wel boven de ondergrens → er
dient een afweging plaats te vinden waarin bezien moet worden of het re-integratieverlof
kan worden verleend wat betreft het onderdeel gedrag.
-
3. De gedetineerde scoort onder de ondergrens → voldoet niet aan norm, negatief.
Uitkomst 2 biedt de ruimte om binnen zekere grenzen maatwerk te leveren. Om te komen
tot een beargumenteerde afweging kan gekeken worden naar:
-
• De ontwikkeling in het gedrag (bijvoorbeeld of het ongewenste gedrag vooral te zien
was aan het begin van de detentie);
-
• De aard en ernst van de disciplinaire straffen voor ontoelaatbaar en/of ongewenst
gedrag en het moment waarop.
Normen per soort re-integratieverlof en PP
Er zijn drie vormen van re-integratieverlof, die qua duur en mate van vrijheid verschillen.
De drie vormen van re-integratieverlof zijn op een verschillend moment tijdens de
detentie aan de orde. Eerst kan de gedetineerde in aanmerking komen voor kortdurend
re-integratieverlof, daarna langdurend re-integratieverlof en als laatste re-integratieverlof
voor extramurale arbeid (of PP). Voor alle vormen geldt dat naar het gedrag gedurende
gehele detentie moet worden gekeken. Omdat de aard van het verlof verschilt, en de
mate van vrijheid die de gedetineerde daarmee krijgt, gelden per verlofsoort en PP
verschillende normen.
Kortdurend re-integratieverlof
Kortdurend re-integratieverlof begint en eindigt op dezelfde dag. Er is geen maximumaantal
keer dat iemand met verlof kan, het aantal verloven moet passend zijn voor het re-integratiedoel.
Bij kortdurend re-integratieverlof zal het primair om regelzaken gaan, bijvoorbeeld
voor einde detentie of ter voorbereiding van het langdurend re-integratieverlof of
verlof voor extramurale arbeid.
Beoordeling gedrag gedetineerde
|
Normen voor kortdurend re-integratieverlof
|
1. Voldoet aan norm
|
Op het moment van beoordeling gepromoveerd1
>60% van detentietijd gepromoveerd2
|
2. Afweging nodig
|
Op het moment van beoordeling gepromoveerd
40% – 60% van detentietijd gepromoveerd
Betrek hierbij:
• De ontwikkeling in het gedrag (bijvoorbeeld of het ongewenste gedrag vooral te zien
was aan het begin van de detentie);
• De aard en ernst van disciplinaire straffen voor ontoelaatbaar en/of ongewenst gedrag
en het moment waarop.
|
3. Voldoet niet aan norm
|
<40% van detentietijd gepromoveerd
Of de gedetineerde gepromoveerd is op het moment van beoordeling is niet relevant
|
1 In de laatste 3 maanden van detentie is het mogelijk om, bij zwaarwegende redenen
en als het echt niet anders kan, kortdurend re-integratieverlof toe te kennen zonder
dat de gedetineerde aan de criteria voldoet. Bijvoorbeeld voor het tekenen van een
huurcontract als dat betekent dat de gedetineerde na zijn detentie anders geen woonruimte
heeft.
2 Hier wordt gekozen voor de term ‘gepromoveerd’ i.p.v. deelgenomen aan het plusprogramma,
omdat ook de beoordelingen van het HvB meetellen in de beoordeling terwijl daar geen
plusprogramma wordt gevoerd.
Langdurend re-integratieverlof
Langdurend re-integratieverlof is verlof met ten minste één overnachting. Gedetineerden
komen in aanmerking voor maximaal drie nachten per kalendermaand langdurend re-integratieverlof.
Niet opgenomen verlofdagen mogen mee naar een volgende maand, maar niet naar een volgend
kalenderjaar. Een gedetineerde mag maximaal acht aaneengesloten nachten per maand
met langdurend re-integratieverlof.
Beoordeling gedrag gedetineerde
|
Normen voor langdurend re-integratieverlof
|
1. Voldoet aan norm
|
Op het moment van beoordeling gepromoveerd
>70% van de detentietijd gepromoveerd
|
2. Afweging nodig
|
Op het moment van beoordeling gepromoveerd
50% – 70% van de detentietijd gepromoveerd
Betrek hierbij:
• De ontwikkeling in het gedrag (bijvoorbeeld of het ongewenste gedrag vooral te zien
was aan het begin van de detentie);
• De aard en ernst van disciplinaire straffen voor ontoelaatbaar en/of ongewenst gedrag
en het moment waarop.
|
3. Voldoet niet aan norm
|
<50% van de detentietijd gepromoveerd
Of de gedetineerde gepromoveerd is op het moment van beoordeling is niet relevant
|
Verlof voor extramurale arbeid (BBA)
Extramurale arbeid in de Beperkt Beveiligde Afdeling (BBA) duurt ten hoogste 1/6 deel
van de straf, met een minimum van 4 weken en een maximum van 12 maanden.
Beoordeling gedrag gedetineerde
|
Normen voor extramurale arbeid
|
1. Voldoet aan norm
|
Op het moment van beoordeling gepromoveerd
>80% van de detentietijd gepromoveerd
|
2. Afweging nodig
|
Op het moment van beoordeling gepromoveerd
60% – 80% van de detentietijd gepromoveerd
Betrek hierbij:
• De ontwikkeling in het gedrag (bijvoorbeeld of het ongewenste gedrag vooral te zien
was aan het begin van de detentie);
• De aard en ernst van disciplinaire straffen voor ontoelaatbaar en/of ongewenst gedrag
en het moment waarop.
|
3. Voldoet niet aan norm
|
<60% van de detentietijd gepromoveerd
Of de gedetineerde gepromoveerd is op het moment van beoordeling is niet relevant
|
Penitentiair Programma (PP)
Gedetineerden kunnen in aanmerking komen voor het Penitentiair Programma (PP). Het
PP duurt 1/6 deel van de straf, minimaal 4 weken en maximaal 12 maanden.
Beoordeling gedrag gedetineerde
|
Normen voor extramurale arbeid
|
1. Voldoet aan norm
|
Op het moment van beoordeling gepromoveerd
>80% van de detentietijd gepromoveerd
|
2. Afweging nodig
|
Op het moment van beoordeling gepromoveerd
60% – 80% van de detentietijd gepromoveerd
Betrek hierbij:
• De ontwikkeling in het gedrag (bijvoorbeeld of het ongewenste gedrag vooral te zien
was aan het begin van de detentie);
• De aard en ernst van disciplinaire straffen voor ontoelaatbaar en/of ongewenst gedrag
en het moment waarop.
|
3. Voldoet niet aan norm
|
<60% van de detentietijd gepromoveerd
Of de gedetineerde gepromoveerd is op het moment van beoordeling is niet relevant
|