Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH)

Toekomstige wijziging(en) op 01-07-2024. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 17-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 03-05-2024.
Geldend van 01-04-2023 t/m heden

Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, van 18 januari 2022 nr. 2022-0000019027, houdende regels met betrekking tot een subsidieregeling voor verduurzaming en onderhoud voor verhuurders (Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen)

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Toekomstige wijziging(en) op 01-07-2024. Zie het overzicht van wijzigingen]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • adres: adres als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • branchegerelateerd bedrijf: bedrijf dat in een handelsregister van een lidstaat van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is ingeschreven in de sectie bouwnijverheid, bouwinstallatiebedrijf of een vergelijkbare sectie;

  • energieadvies: een advies als bedoeld in artikel 7, eerste lid;

  • energiebesparende maatregelen: maatregelen als bedoeld in artikel 5, eerste lid;

  • EPA-adviseur: een persoon die voldoet aan de eisen aan de vakbekwaamheid van ‘EPA-adviseur’ conform bijlage 2 van BRL 9500, deel 2;

  • gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • HR++ glas: glas met een maximale U-waarde van 1,2 [W/m2K];

  • huurwoning: in Nederland gelegen voor verhuur bestemde bestaande woonruimte als bedoeld in artikel 233 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek die als zodanig verhuurd is geweest alvorens een eventuele renovatie plaatsvindt en in de basisregistratie als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen met een woonfunctie, standplaats of ligplaats is geregistreerd, met uitzondering van een woning die wordt verhuurd in het kader van het hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die in die woning voor een korte periode verblijf houden;

  • Kaderbesluit: Kaderbesluit BZK-subsidies;

  • maatregel: energiebesparende maatregel of onderhoudsmaatregel;

  • meldcode: code beschikbaar gesteld door de Minister per soort isolatiemateriaal voor energiebesparende isolatiemaatregelen;

  • Minister: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

  • monumentale huurwoning: huurwoning die zelfstandig of als onderdeel van een gebouw deel uitmaakt van cultureel erfgoed dat is ingeschreven als:

  • onderhoudsmaatregelen: maatregelen als bedoeld in artikel 6;

  • thermische schil: thermische schil als beschreven in ISSO 82.1;

  • triple-glas: glas met een maximale U-waarde van 0,7 [W/m2K].

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel energiebesparing en onderhoud te stimuleren in bestaande huurwoningen en monumentale huurwoningen.

Artikel 3. Staatssteun

  • 1 Bij de verstrekking van een subsidie op grond van deze regeling voor de kosten van energiebesparende maatregelen, onderhoudsmaatregelen en energieadvies als bedoeld in artikel 8 van in totaal € 125.000 of meer wordt wat betreft subsidie voor de kosten van de energiebesparende maatregelen toepassing gegeven aan artikel 38 van de algemene groepsvrijstellingverordening en wat betreft subsidie voor de kosten van onderhoudsmaatregelen en energieadvies toepassing gegeven aan de de-minimisverordening.

  • 2 Bij de verstrekking van subsidie op grond van deze regeling van minder dan € 125.000 voor de kosten van energiebesparende maatregelen, onderhoudsmaatregelen en energieadvies als bedoeld in artikel 8 wordt toepassing gegeven aan de de-minimisverordening.

Artikel 4. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1 Het subsidieplafond bedraagt € 152.000.000.

  • 2 De Minister verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 5. Energiebesparende maatregelen

Energiebesparende maatregelen zijn het door een branchegerelateerd bedrijf laten:

  • a. isoleren van spouwmuren in de bestaande thermische schil met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 1,1 [m2K/W] voor minimaal 10 m2 per huurwoning of monumentale huurwoning, waarbij, in het geval lokaal gespoten PIR of PUR wordt aangebracht, dat gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen;

  • b. isoleren van de binnen- of buitengevel in de bestaande thermische schil met isolatiemateriaal met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W] voor minimaal 10 m2 per huurwoning of met een minimale Rd-waarde van 2,5 [m2K/W] voor minimaal 10 m2 per monumentale huurwoning;

  • c. isoleren van het dak in de bestaande thermische schil of het laten isoleren van de zolder- of vlieringvloer in de bestaande thermische schil indien de zolder of vliering onverwarmd is, waarbij het niet toegestaan is om een combinatie van deze twee isolatievormen gezamenlijk in een subsidieaanvraag in te dienen en waarbij, in het geval lokaal gespoten PIR of PUR wordt aangebracht, dat gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen, en waarbij isolatiemateriaal wordt gebruikt met een minimale Rd-waarde van 3,5 [m2K/W] voor minimaal 20 m2 per huurwoning of, als het een monumentale huurwoning betreft, met een minimale Rd-waarde van 2,5 [m2K/W] voor minimaal 20 m2 per monumentale huurwoning;

  • d. isoleren van de vloer dan wel bodem in de bestaande thermische schil, waarbij, in het geval lokaal gespoten PIR of PUR wordt aangebracht, dat gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen, en waarbij een Rd-waarde van ten minste 3,5 [m2K/W] wordt behaald voor minimaal 20 m2 per huurwoning of monumentale huurwoning;

  • e. vervangen van glas of deuren in de bestaande thermische schil voor tenminste 8 m2 per huurwoning, gemeten op basis van binnenwerkse maten, door:

    • 1°. HR++ glas of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 [W/m2K]; of

    • 2°. triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 [W/m2K], eventueel in combinatie met nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 [W/m2K];

  • f. vervangen van glas, achterzetbeglazing of deuren in de bestaande thermische schil voor tenminste 3 m2 per monumentale huurwoning, gemeten op basis van binnenwerkse maten, door:

    • 1°. hoogrendementsglas met een Ug-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K; of

    • 2°. hoogrendementsglas met een Ug-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;

  • g. voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor CO2-gestuurde ventilatie of het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor balansventilatie met warmteterugwinning met een rendement van ten minste 90% per huurwoning of monumentale huurwoning.

Artikel 6. Onderhoudsmaatregelen

Onderhoudsmaatregelen zijn het door een branchegerelateerd bedrijf laten:

  • a. plaatsen van een nieuw buitenkozijn van een deur of raam in de bestaande thermische schil waarbij het glas in het buitenkozijn een oppervlakte heeft van ten minste 8 m2 per huurwoning of 3 m2 per monumentale huurwoning, gemeten op basis van binnenwerkse maten, met uitzondering bij de toepassing van triple glas;

  • b. herstellen van een buitenkozijn van een deur of raam in een monumentale huurwoning in de bestaande thermische schil, waarbij het buitenkozijn een oppervlakte betreft van ten minste 3 m2 per monumentale huurwoning, gemeten op basis van binnenwerkse maten; en

  • c. vervangen of installeren van een ventilatiebox.

Artikel 7. Energieadvies

[Toekomstige wijziging(en) op 01-07-2024. Zie het overzicht van wijzigingen]

Een energieadvies is een op of na 1 juli 2021 door een EPA-adviseur opgesteld rapport dat het volgende bevat:

  • a. een beschrijving van de energieprestatie van de huurwoning of monumentale huurwoning op basis van een ter plekke door een EPA-adviseur uitgevoerde technische en bouwkundige beoordeling van de schil en de installaties van de huurwoning of monumentale huurwoning;

  • b. een beschrijving van de mogelijk te verrichten maatregelen, met de keuzemogelijkheden en de voor- en nadelen per maatregel;

  • c. een inschatting van de investering en de te realiseren energiebesparing per mogelijk te verrichten maatregel, welke leidt tot een onderbouwde geadviseerde prioritering;

  • d. de terugverdientijd per mogelijk te verrichten maatregel.

Artikel 8. Activiteiten en voorwaarden

  • 1 De Minister kan aan een verhuurder ten behoeve van een huurwoning of monumentale huurwoning waarvan hij ten tijde van de subsidieaanvraag eigenaar is, subsidie verstrekken voor:

    • a. één of meer maatregelen, waaronder in ieder geval één energiebesparende maatregel als bedoeld in artikel 5;

    • b. een energieadvies.

  • 2 Subsidie op grond van het eerste lid, onderdeel b, wordt uitsluitend verstrekt in combinatie met subsidie op grond van het eerste lid, onderdeel a.

  • 3 Subsidie op grond van het eerste lid, onderdeel a, wordt slechts verstrekt voor maatregelen die uitgevoerd zijn na de datum van inwerkingtreding van deze regeling.

  • 4 Subsidie op grond van het eerste lid wordt slechts verstrekt indien de huurwoning of monumentale huurwoning aantoonbaar op de dag voorafgaande aan de indiening van de subsidieaanvraag was verhuurd.

  • 5 Per adres wordt voor dezelfde maatregel slechts eenmaal subsidie op grond van dit artikel verstrekt.

  • 6 Er wordt op grond van het eerste lid geen subsidie verstrekt ten behoeve van een huurwoning of monumentale huurwoning die in eigendom is van een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet.

Artikel 9. Hoogte van de subsidie

  • 1 Het subsidiebedrag bedraagt ten hoogste € 6.000 per huurwoning of monumentale huurwoning en bedraagt:

    • a. voor een maatregel als bedoeld in artikel 5, onderdeel a: € 8 per m2;

    • b. voor een maatregel als bedoeld in artikel 5, onderdeel b: € 38 per m2;

    • c. voor een maatregel als bedoeld in artikel 5, onderdeel c:

      • 1°. voor het isoleren van het bestaande dak: € 30 per m2;

      • 2°. voor het isoleren van de bestaande zolder- of vlieringvloer: € 8 per m2;

    • d. voor een maatregel als bedoeld in artikel 5, onderdeel d:

      • 1°. voor het isoleren van de bestaande vloer: € 11 per m2;

      • 2°. voor het isoleren van de bestaande bodem: € 6 per m2;

    • e. voor een energiebesparende maatregel als bedoeld in artikel 5, onderdeel e:

      • 1°. voor het vervangen van glas of deuren door HR ++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende deuren: € 46 per m2;

      • 2°. voor het vervangen van glas of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende deuren: € 131 per m2;

    • f. voor een energiebesparende maatregel als bedoeld in artikel 5, onderdeel f:

      • 1°. voor het vervangen van glas, achterzetbeglazing of deuren met hoogrendementsglas met een Ug waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K: € 46 per m2;

      • 2°. voor het vervangen van glas, achterzetbeglazing of deuren met hoogrendementsglas met een Ug waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K: € 85 per m2;

    • g. voor een maatregel als bedoeld in artikel 5, onderdeel g: 30% van de totale kosten van de activiteit, van ten hoogste € 1.200 per huurwoning of monumentale huurwoning;

    • h. voor een onderhoudsmaatregel:

    • i. voor een energieadvies dat betrekking heeft op:

      • 1°. één tot vier huurwoningen of monumentale huurwoningen: 75% van de kosten met een maximum van € 400;

      • 2°. vijf tot acht huurwoningen of monumentale huurwoningen: 75% van de kosten met een maximum van € 800;

      • 3°. meer dan acht huurwoningen of monumentale huurwoningen: 75% van de kosten met een maximum van € 800, plus € 80 per huurwoning of monumentale huurwoning vanaf de negende woning, met een totaalbedrag van ten hoogste € 2.560.

  • 2 Per verhuurder kan op grond van deze regeling ten hoogste € 400.000 aan subsidie worden verleend.

  • 3 In het geval een aanvraag voor subsidie voor één maatregel wordt ingediend, bedraagt het subsidiebedrag de helft van het subsidiebedrag, bedoeld in het eerste lid.

  • 4 In het geval binnen 24 maanden vanaf het moment van de aanvraag voor subsidie voor één maatregel een subsidieaanvraag voor een tweede maatregel in dezelfde huurwoning of monumentale huurwoning wordt ingediend, bedraagt het subsidiebedrag voor zowel de eerste als de tweede maatregel het volledige subsidiebedrag, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10. Aanvraag

[Toekomstige wijziging(en) op 01-07-2024. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend van 1 april 2022 tot 1 januari 2026.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat door de Minister ter beschikking is gesteld op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 3 Een aanvraag kan betrekking hebben op meerdere huurwoningen of monumentale huurwoningen.

  • 4 In plaats van de gegevens en bescheiden, genoemd in artikel 11, derde lid, van het Kaderbesluit, bevat een aanvraag in ieder geval de volgende gegevens en verklaringen:

    • a. het adres, de postcode en het huisnummer en toevoeging van iedere huurwoning of monumentale huurwoning ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd;

    • b. het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden overgemaakt;

    • c. bij aanvragen van € 125.000 of meer de verwachte aanvangs- en einddatum van de uitvoering van de maatregelen;

    • d. bij aanvragen van € 125.000 of meer een door de Minister beschikbaar gesteld formulier dat is ingevuld en ondertekend door ieder branchegerelateerd bedrijf dat één of meer maatregelen zal uitvoeren, waaruit blijkt welke maatregelen op het adres van de huurwoning of monumentale huurwoning dan wel huurwoningen of monumentale huurwoningen zijn uitgevoerd, onder vermelding, voor zover van belang voor de subsidieverstrekking, van de aantallen of de oppervlakten waarover de onderscheiden maatregelen worden uitgevoerd, alsmede van de energetische kwaliteit van de te uitvoeren maatregelen;

    • e. een verklaring waaruit blijkt dat de aanvrager geen subsidie van een ander of hetzelfde bestuursorgaan heeft ontvangen voor het uitvoeren van dezelfde activiteiten, bedoeld in artikel 8, bij dezelfde huurwoning of monumentale huurwoning dan wel huurwoningen of monumentale huurwoningen;

    • f. indien ook subsidie wordt aangevraagd voor energieadvies, een verklaring dat daarvoor niet reeds subsidie is aangevraagd bij of verstrekt door een ander of hetzelfde bestuursorgaan;

    • g. de naam, het adres en het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel van de certificaathouder die het energieadvies heeft opgesteld, alsmede het nummer van het certificaat;

    • h. de naam en het adres van de EPA-adviseur die de huurwoning of monumentale huurwoning heeft opgenomen ten behoeve van het energieadvies alsmede de naam, het adres, het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel en het nummer van het certificaat van de certificaathouder waarvoor hij werkt, indien dit niet de certificaathouder is, bedoeld in onderdeel i;

    • i. indien van toepassing, een verklaring waaruit blijkt dat de subsidieaanvrager voor de activiteiten waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt aangevraagd niet meer steun ontvangt dan is toegestaan op grond van de de-minimisverordening;

    • j. indien sprake is van een verhuurder waarbij meer dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan tevens de jaaromzet hoger is dan € 50.000.000, dan wel het jaarlijkse balanstotaal hoger is dan € 43.000.000, een verklaring waaruit blijkt dat als gevolg van de subsidie sprake is van een wezenlijke toename van:

      • 1°. het aantal energiebesparende maatregelen, de onderhoudsmaatregelen of het aantal energieadviezen;

      • 2°. de totale uitgaven van de verhuurder voor de energiebesparende maatregelen, de onderhoudsmaatregelen of het energieadvies; of

      • 3°. de snelheid waarmee de energiebesparende maatregelen, de onderhoudsmaatregelen of het energieadvies worden voltooid;

    • k. indien de aanvraag ziet op een monumentale huurwoning, kan de Minister aanvullend bewijs vragen waaruit blijkt dat de monumentale huurwoning geregistreerd staat als monument; en

    • l. de meldcode, indien er een meldcode beschikbaar is gesteld.

  • 5 Bij aanvragen van € 125.000 of minder worden tevens de volgende gegevens en zaken meegestuurd:

    • a. factuur of facturen en betaalbewijs of betaalbewijzen, met daarin ten minste de naam en het adres van de eigenaar en het bouwbedrijf dat werkzaamheden betreffende de investering of investeringen heeft uitgevoerd, de plaats waar het isolatiemateriaal gebruikt is en bijhorende oppervlakte voor elk van de ingediende huurwoningen of monumentale huurwoningen die geïsoleerd zijn, en indien er geen meldcode beschikbaar is gesteld: een omschrijving van het soort energiebesparende isolatiemaatregel en samenhangende werkzaamheden die door het bouwbedrijf uitgevoerd zijn, de naam, het type, het merk, de dikte, van het isolatiemateriaal dat gebruikt is;

    • b. factuur of facturen en betaalbewijs of betaalbewijzen voor de onderhoudsmaatregelen, met een nadere onderbouwing van kozijnomvang in m2 en gebruikt product en merk en type van de nieuwe vervangende ventilatiebox;

    • c. mits van toepassing een factuur en betaalbewijs van het uitgevoerde energieadvies voor de betreffende huurwoning of monumentale huurwoning dan wel huurwoningen of monumentale huurwoningen, waarvoor de verhuurder subsidie aanvraagt via deze regeling.

    • d. ten minste één foto per energiebesparende isolatie- en onderhoudsmaatregel, genomen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden door het bouwbedrijf, met daarop zichtbaar de naam, merk, soort, en dikte van het isolatiemateriaal of merk en type ventilatiebox;

    • e. indien het een investering voor glas of deurisolatie als bedoeld in artikel 5, onderdelen e of f betreft, voor zover van toepassing, een kozijnstaat met daarin merk en type van het kozijn en het daarbij behorende frame, glas en netto afmetingen van het glas.

Artikel 11. Afwijzingsgronden

  • 1 De Minister wijst de aanvraag voor een subsidie af voor zover:

    • a. de aanvrager reeds subsidie heeft ontvangen van een ander of hetzelfde bestuursorgaan voor het uitvoeren van dezelfde maatregelen, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, bij dezelfde huurwoningen of monumentale huurwoningen;

    • b. de aanvraag een subsidie betreft als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en er reeds door een ander of hetzelfde bestuursorgaan subsidie is verstrekt aan de aanvrager voor het uitvoeren van dezelfde maatregel, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, bij dezelfde huurwoningen of monumentale huurwoningen;

    • c. de aanvraag een subsidie betreft als bedoeld in artikel 8, eerste lid, en:

      • 1°. er sprake is van ongeoorloofde cumulatie van steun als bedoeld in artikel 8 van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

      • 2°. er sprake is van een onderneming in moeilijkheden als bedoeld artikel 2, achttiende lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening of een onderneming ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering van steun uitstaat als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening; of

      • 3°. een bedrag aan subsidie verstrekt zou worden dat hoger is dan geoorloofd is op grond van artikel 38, vierde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening; of

    • d. de aanvraag een subsidie betreft als bedoeld in de artikelen 5, 6 of 7 en een bedrag aan subsidie verstrekt zou worden dat hoger is dan geoorloofd is op grond van de de- minimisverordening.

  • 2 De Minister wijst een aanvraag voor subsidie voor maatregelen af indien:

    • a. de aanvraag voor subsidie € 125.000 of meer betreft en de maatregelen reeds zijn uitgevoerd, in welk geval de Minister tevens kan besluiten tot vaststelling van de subsidie ter hoogte van het bedrag € 124.999;

    • b. de aanvraag voor subsidie betrekking heeft op een investering ten behoeve van het realiseren van een vergroting van het woonoppervlakte of de wooninhoud, waarvan in ieder geval sprake is bij:

      • 1°. het realiseren van een nieuwe aanbouw;

      • 2°. het realiseren van een nieuwe dakkapel;

      • 3°. het betrekken van een aan- of inpandige garage bij de woning;

      • 4°. het vergroten van het dak, de gevel, de vloer of de glasoppervlakte;

    • c. meer dan 12 maanden zijn verstreken tussen het installeren of aanbrengen van de maatregel of maatregelen en de aanvraag voor subsidie in het geval de subsidieaanvraag een subsidiebedrag van minder dan € 125.000 betreft; of

    • d. meer dan 12 maanden zijn verstreken tussen de aanvraag voor subsidie en het installeren of aanbrengen van de maatregel of maatregelen in het geval de subsidieaanvraag een subsidiebedrag van ten minste € 125.000 betreft.

Artikel 12. Wijze van subsidieverstrekking

Bij de verstrekking van een subsidie op grond van deze regeling van minder dan € 125.000 wordt toepassing gegeven aan artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van het Kaderbesluit.

Artikel 13. Vaststelling van de subsidie

Bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie wordt meegestuurd:

  • a. factuur of facturen en betaalbewijs of betaalbewijzen, met daarin ten minste de naam en het adres van de eigenaar en het bouwbedrijf dat werkzaamheden betreffende de investering of investeringen heeft uitgevoerd, een omschrijving van het soort energiebesparende isolatiemaatregel en aanverwante werkzaamheden die door het bouwbedrijf uitgevoerd zijn, de naam, het type, het merk en de dikte van het isolatiemateriaal dat gebruikt is en de plaats en bijhorende oppervlakte voor elk van de ingediende huurwoning of monumentale huurwoning dan wel huurwoningen of monumentale huurwoningen die geïsoleerd is of zijn;

  • b. factuur of facturen en betaalbewijs of betaalbewijzen voor de onderhoudsmaatregelen, met een nadere onderbouwing van kozijnomvang in m2 en gebruikt product, merk en type van de nieuwe vervangende ventilatiebox;

  • c. mits van toepassing een factuur en betaalbewijs van het uitgevoerde energieadvies voor de betreffende huurwoning of monumentale huurwoning dan wel huurwoningen of monumentale huurwoningen, waarvoor subsidie voor maatregelen zal worden ontvangen via deze regeling;

  • d. ten minste één foto per energiebesparende isolatie- en onderhoudsmaatregel, genomen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden door het bouwbedrijf, met daarop zichtbaar de naam, merk, soort, en dikte van het isolatiemateriaal of merk en type ventilatiebox;

  • e. indien het een investering voor glas of deurisolatie als bedoeld in artikel 5, onderdelen e of f, betreft, voor zover van toepassing, een kozijnstaat met daarin merk en type van het kozijn en het daarbij behorende frame, glas en netto afmetingen van het glas.

Artikel 14. Subsidieverplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. indien subsidie wordt aangevraagd van € 125.000 of meer voor maatregelen en energieadvies, die maatregelen uiterlijk 24 maanden na subsidieverlening uit te voeren;

    • b. de in het kader van de subsidieverlening gevoerde administratie te bewaren tot tien belastingjaren na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling;

    • c. de huurder te informeren over de hoogte van het subsidiebedrag dat hij ontvangt, uiterlijk binnen een week na het moment dat hij de beschikking tot vaststelling van de subsidie ontvangt.

  • 2 Indien de uitvoering van de maatregelen binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, buiten de schuld van de subsidieontvanger niet mogelijk is, kan de Minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de subsidieontvanger eenmaal met ten hoogste twaalf maanden verlengen.

Artikel 14a. Overgangsrecht

  • 1 Een subsidieaanvraag die mogelijk is geworden vanaf het moment van inwerkingtreding van de Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 1 februari 2023, nr. 2022-0000535845, tot wijziging van de Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) in verband met het verruimen van de doelgroep, het toegankelijker maken van maatregelen voor monumentale huurwoningen, en het vervallen van de twee maatregeleneis komt slechts voor subsidie in aanmerking als de maatregel wordt uitgevoerd na 31 maart 2023.

  • 2 De Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) zoals die gold direct voorafgaand aan het moment van inwerkingtreding van de Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 1 februari 2023, nr. 2022-0000535845, tot wijziging van de Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) in verband met het verruimen van de doelgroep, het toegankelijker maken van maatregelen voor monumentale huurwoningen, en het vervallen van de twee maatregeleneis blijft van toepassing voor verhuurders die voor 1 april 2023:

    • a. een subsidieaanvraag hebben ingediend; of

    • b. aangevangen zijn met de uitvoering van maatregelen.

Artikel 15. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2022 en vervalt met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling vóór laatstgenoemde datum zijn aangevraagd.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

H.M. de Jonge

Naar boven