Besluit Toezichtbeleid Erkenninghouders wijziging constructie (GWC) van snor- naar bromfiets

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Besluit Toezichtbeleid Erkenninghouders wijziging constructie (GWC) van snor- naar bromfiets

De directie van de Dienst Wegverkeer,

Gelet op de Wegenverkeerswet 1994, de Regeling aanpassing voertuigen en 4:83 Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

Het toezichtbeleid Erkenninghouders wijziging constructie (GWC) van snor- naar bromfiets is opgenomen in bijlage 1.

Artikel 2

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2023 en vervalt met ingang van 1 januari 2025.

Deze beleidsregel wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De directie van de Dienst Wegverkeer,

J. Woudstra

Algemeen Directeur

Bijlage 1

Toezichtbeleid erkenninghouders Goedkeuring Wijziging Constructie (GWC) – keuren van snor- naar bromfiets

Inhoud

TOEZICHTBELEID ERKENNINGHOUDERS GOEDKEURING WIJZIGING CONSTRUCTIE (GWC) – KEUREN VAN SNOR- NAAR BROMFIETS

2

Hoofdstuk 1 – Algemeen

2

 

1.1 Toelichting

2

 

1.2 Meerdere werkplaatsen

3

 

1.3 Gegevensverwerking door RDW-erkenninghouders

3

Hoofdstuk 2 – Positie van de RDW

3

 

2.1 Basis van het toezicht

3

 

2.2 Wijze van toezicht houden

3

 

2.3 Frequentie van het toezicht

4

Hoofdstuk 3 – Positie van de erkenninghouder

4

 

3.1 Verplichtingen voor de erkenninghouder

4

 

3.1.1 Meewerken aan het toezicht

4

 

3.1.2 Documentatie

4

 

3.1.3 Voeren van en inleveren erkenningsschild

5

 

3.1.4 Financiële verplichting

5

 

3.1.5 Instrueren van uw personeel

5

 

3.1.6 Bewaarplicht stukken, bewaartermijn en -plaats

5

 

3.1.7. Werkplaatsen

5

 

3.1.8 Datacommunicatie met de RDW

5

 

3.1.9 Apparatuur en Middelen

5

 

3.2 Maatregelen

5

 

3.2.1 Schorsing

5

 

3.2.2 Verscherpt toezicht

6

 

3.2.3 Wachttijd bij intrekking

6

Hoofdstuk 4 – Overtredingen en sancties

6

 

4.1 Vaststellen van een overtreding

6

 

4.2 Zienswijze

6

 

4.3 Ingangsdatum

6

 

4.4 Verjaringstermijn

6

 

4.5 Categorisering overtredingen en stroomschema

6

 

4.6 Soorten sancties

7

 

4.6.1 Waarschuwing

7

 

4.6.2 Intrekking voor bepaalde tijd

7

 

4.6.3 Intrekking voor de duur van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk

7

 

4.6.4 Intrekking

7

Hoofdstuk 5 – Bezwaar en beroep

7

 

5.1 Bezwaar

7

 

5.1.1 Hoorzitting

7

 

5.1.2 Bezwaar tegen waarschuwing

8

 

5.1.3 Opschortende werking

8

 

5.2 Beroep

8

 

5.3 Voorlopige voorziening

8

Hoofdstuk 6 – Voorbeelden overtredingen en Stroomschema sancties

8

 

Voorbeelden van categorie I overtredingen:

8

 

Voorbeelden van categorie II overtredingen:

8

 

Voorbeelden van categorie III overtredingen:

8

 

Voorbeelden van categorie IV overtredingen:

9

STROOMSCHEMA SANCTIES EN OVERTREDING

9

Hoofdstuk 1. – Algemeen

1.1. Toelichting

Door de invoering van de helmplicht voor de snorfiets (bromfiets met een maximumconstructie-snelheid van 25 km/u) m.i.v. 1 januari 2023 zullen mogelijk grote aantallen snorfietsers hun voertuig willen laten wijzigen naar een bromfiets, waarna een keuring en goedkeuring door de RDW verplicht is. In samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is er voor gekozen om hiervoor een variant op de erkenning Goedkeuring Wijziging Constructie (GWC) in te richten. De erkenning geldt voor maximaal de duur van 2 jaar en eindigd per 1 januari 2025.

Deze erkenning maakt het mogelijk om een keuring van een snorfiets naar bromfiets te doen en vervolgens via een digitale melding ‘ombouwverklaring’, na goedkeuring door de RDW, de wijziging aan te laten passen in het kentekenregister naar een bromfiets. Hierbij moet u wel aan bepaalde eisen voldoen, zoals het hebben van een werkplaats die voldoende ingericht is om de wijziging te kunnen keuren. Ook wordt door de RDW gecontroleerd of u zich aan de regels houdt en of de keuring correct wordt uitgevoerd.

Als u in het bezit bent van een erkenning GWC mag u de ombouw van in Nederland geregistreerde snor- naar bromfietsen keuren. Uitzonderingen hierop zijn snorfietsen:

  • met een belemmerende status: bijvoorbeeld sloop, export, verbod rijden op de weg; en

  • die als basis geen typegoedkeuring hebben waarin zowel een snor- als bromfietsvariant voorkomt.

Voor aanvullende informatie over de eisen en voorwaarden van deze erkenning kunt u het Informatiedocument voor de voertuigbranche raadplegen via www.rdw.nl.

1.2. Meerdere werkplaatsen

Geldt uw erkenning voor meerdere werkplaatsen? Dan moet de werkplaats als nevenvestiging zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

Om een nevenvestiging als zelfstandig bedrijfsonderdeel onder de werking van een erkenning te brengen, moet u per vestiging een aanvraag indienen bij de RDW. Hierbij geldt als voorwaarde dat de nevenvestiging als zodanig staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Uiteraard moet de vestiging ook voldoen aan de overige erkenningseisen.

In de regel wordt de kwaliteit per werkplaats beoordeeld. Een eventuele sanctie wordt hierop afgestemd. In beginsel wordt steeds per werkplaats gesanctioneerd. Uitbreiding of wijziging van een erkenning is niet mogelijk als een overtreding is geconstateerd waarvoor een sanctie is opgelegd. Dit geldt eveneens als de sanctie is opgelegd en ten tijde van de effectuering van de sanctie.

Wordt de erkenning van een hoofd- of nevenvestiging ingetrokken, dan mogen daar gedurende de intrekkingsperiode geen activiteiten plaatsvinden die verband houden met de erkenning GWC. U wordt er met klem op gewezen dat het niet is toegestaan dat voertuigen op die vestiging worden gekeurd, maar via een andere vestiging worden gemeld aan de RDW. Overtredingen van dit voorschrift heeft intrekking van de erkenning GWC van de gehele onderneming tot gevolg.

1.3. Gegevensverwerking door RDW-erkenninghouders

Een RDW-erkenninghouder heeft een eigen wettelijke taak en verwerkt persoonsgegevens in opdracht van de burger. Dat brengt met zich mee dat u voor deze persoonsgegevens een eigen verantwoordelijkheid heeft en daarmee als verwerkingsverantwoordelijke bent aan te merken. Het zijn van verwerkingsverantwoordelijke brengt ook met zich mee dat u zelf datalekken moet registreren en indien nodig melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Omdat erkenninghouders geen overheidsorgaan zijn, niet op grote schaal persoonsgegevens verwerken en ook waarschijnlijk geen bijzondere of strafrechtelijke persoonsgegevens verwerken, zal u doorgaans niet verplicht zijn om een Functionaris Gegevensbescherming aan te stellen.

Hoofdstuk 2. – Positie van de RDW

2.1. Basis van het toezicht

De RDW houdt toezicht op de verleende erkenning. De basis van het toezicht is vastgelegd in de Wegenverkeerswet 1994 en de Regeling aanpassing voertuigen. De geldende wet- en regelgeving kunt u vinden op www.overheid.nl.

2.2. Wijze van toezicht houden

De RDW houdt toezicht op de erkenning GWC keuren van snor- naar bromfiets door middel van controlebezoeken, administratieve controles en fysieke controles. Bovendien wordt bij het toezicht gebruik gemaakt van externe signaleringen van instanties zoals de Politie.

Controlebezoeken

De controlebezoeken worden uitgevoerd door Toezichthouders Bedrijven van de RDW en worden in de regel van te voren telefonisch aangekondigd. U wordt op werkdagen tussen 8:00 uur en 17:00 uur gebeld op het bij de RDW bekende telefoonnummer. U bent er zelf verantwoordelijk voor dat de RDW over het juiste telefoonnummer beschikt. De Toezichthouder Bedrijven belt met nummerherkenning. U kunt hieraan echter geen rechten ontlenen. Dit telefoonnummer is niet bedoeld voor het stellen van vragen of het reageren op brieven die u van de RDW ontvangt. Misbruik van het telefoonnummer kan gevolgen hebben voor uw erkenning(en). U bent er zelf voor verantwoordelijk dat de Toezichthouder Bedrijven het bezoek telefonisch kan aankondigen.

Bij geen gehoor worden, verspreid over verschillende werkdagen, maximaal twee nieuwe pogingen ondernomen om het bezoek aan te kondigen. Als na maximaal (in totaal) drie pogingen geen controlebezoek kan plaatsvinden, bezoekt de Toezichthouder Bedrijven uw bedrijf onaangekondigd.

Wordt bij aankomst in uw bedrijf niemand aangetroffen die gemachtigd is om medewerking aan de controle te verlenen, dan laat de Toezichthouder Bedrijven een kaartje achter waaruit blijkt dat hij bij uw bedrijf is geweest. De RDW stuurt u vervolgens een ‘Verklaring controle erkenning en/of handelaarskentekens en -kentekenbewijzen;’ toe. Op deze verklaring kunt u maximaal drie telefoonnummers invullen waarop u bereikbaar bent of waarop een door u gemachtigd persoon bereikbaar is. U dient dit formulier ingevuld en binnen de daarvoor gestelde termijn naar de RDW te sturen. Doet u dit niet of brengt u toevoegingen op het formulier aan, dan kan dit leiden tot een schorsing van uw erkenning voor de duur van zes weken.

Na ontvangst door de RDW van de ingevulde en ondertekende verklaring zal de Toezichthouder Bedrijven vervolgens een onaangekondigd bezoek plannen. Als er wederom niemand wordt aangetroffen die gemachtigd is om medewerking aan de controle te verlenen, dan probeert de Toezichthouder Bedrijven u op de opgegeven telefoonnummers te bereiken. U of een door u gemachtigd persoon moet dan binnen 15 minuten op het bedrijfsadres aanwezig zijn.

Stuurt u de verklaring niet terug dan wordt uw erkenning ingetrokken. Komt het na de uitgevoerde belpogingen niet tot een controlebezoek omdat er niemand is die namens uw bedrijf een controle mogelijk kan maken, dan kan daaraan de conclusie worden verbonden dat geen medewerking wordt verleend aan het toezicht en kan een tijdelijke intrekking van de erkenning van 6 weken worden opgelegd.

Wanneer in verband met langdurige afwezigheid uw bedrijf gesloten is en er geen bedrijfsactiviteiten plaatsvinden zodat controle op de erkenning niet mogelijk is, dan brengt u de RDW hiervan tijdig schriftelijk op de hoogte.

Daarnaast kunnen meldingen van de eerder genoemde organisaties of personen reden zijn een onderzoek in te stellen en aanleiding geven tot een (onaangekondigd) controlebezoek door de RDW.

In het kader van het toezicht kan daarnaast een herkeuring plaatsvinden van de in voertuigen aangebrachte wijzigingen waarvoor de erkenning is verleend.

2.3. Frequentie van het toezicht

We komen tenminste 1 keer gedurende de geldigheidsduur van uw erkenning langs. De RDW kan vaker komen, indien daar aanleiding toe is door bijvoorbeeld externe meldingen en registercontroles.

Hoofdstuk 3. – Positie van de erkenninghouder

3.1. Verplichtingen voor de erkenninghouder

Een erkenning van de RDW brengt een aantal verplichtingen met zich mee. In dit hoofdstuk leest u aan welke verplichtingen u als erkenninghouder (blijvend) moet voldoen.

3.1.1. Meewerken aan het toezicht

U en uw medewerkers moeten alle medewerking verlenen aan de uitoefening van het toezicht door de RDW. Het niet meewerken aan toezicht leidt tot een sanctie. Indien men zijn of haar emoties richt op de persoon van de RDW-medewerker door middel van verbale agressie (uitschelden), discriminatie, intimidatie of seksuele intimidatie in uw bedrijf door daar aanwezige personen of via de telefoon, sociale media of e-mail, dan is dit een categorie IV overtreding en volgt een intrekking van de erkenning en een wachttijd tot 1 januari 2025. Bij fysiek geweld of dreiging daarmee tegen een RDW-medewerker in uw bedrijf door daar aanwezige personen wordt tevens aangifte gedaan door de RDW ten behoeve van strafrechtelijke vervolging. Ook bij agressie, discriminatie, intimidatie of seksuele intimidatie dan wel dreiging daarmee ongeacht in welke vorm deze geuit wordt tegen een RDW-medewerker buiten uw bedrijf geldt dat dit een categorie IV overtreding is. Ook dan geldt dat dit aanleiding kan zijn om aangifte te doen. Onder intimidatie valt ook het filmen en/of geluidsopnamen maken van toezichthouders van de RDW zonder dat daarvoor een gerechtvaardigd belang is.

3.1.2. Documentatie

U moet beschikken over een door de RDW goedgekeurd kwaliteitshandboek. In het kwaliteitshandboek moet staan op welke wijze de interne procedures zijn ingericht. Uit het handboek dient in elk geval te blijken:

  • welke maatregelen u neemt ter waarborging van de privacy van de burger;

  • hoe u controleert of het voertuig overeenkomt met het bijbehorende kentekenbewijs;

  • hoe u fouten door het personeel dat de keuring daadwerkelijk uitvoert, voorkomt en oplost;

  • hoe u waarborgt dat de wijziging van snor- naar bromfiets conform de eisen is uitgevoerd;

  • welke meetmiddelen u heeft en gebruikt;

  • welke meetmethode(s) u hanteert met de meetmiddelen;

  • hoe u waarborgt dat er een correcte administratie plaatsvindt en dat deze tenminste 10 jaar bewaard wordt.

Van elk keuring moet u een gedegen administratie per kenteken bijhouden. Deze administratie moet u op verzoek tonen aan de Toezichthouder Bedrijven van de RDW. De administratie mag u zowel schriftelijk als digitaal bijhouden. In beide gevallen moet het leesbaar, goed geordend en toegankelijk zijn, en moet minimaal de onderstaande elementen te bevatten:

  • Kenteken van de betreffende snorfiets;

  • Datum van de keuring van de ombouw;

  • Gebruikt meetmiddel maximumconstructiesnelheid;

  • Gemeten waarde maximumconstructiesnelheid;

  • Gebruikt meetmiddel geluid;

  • Gemeten waarde geluid in dB;

  • Naam medewerker die de keuring heeft uitgevoerd.

3.1.3. Voeren van en inleveren erkenningsschild

U mag het RDW-erkenningsschild alleen voeren als u over een geldige erkenning beschikt. Wanneer u, om welke reden dan ook, geen gebruik meer kunt of mag maken van uw erkenning, moet u per direct de zaken die u voor het uitvoeren van de erkenning heeft verkregen, inleveren bij de RDW. Het gaat hier in ieder geval om het erkenningsschild dat na 1 januari 2025 moet worden ingeleverd als u geen andere geldige RDW erkenningen heeft op die locatie.

3.1.4. Financiële verplichting

Als erkenninghouder moet u aan uw financiële verplichting voldoen. Dit geldt voor alle kosten die u als erkenninghouder moet voldoen. Voldoet u niet aan uw financiële verplichting, dan wordt de erkenning in eerste instantie voor de duur van zes weken geschorst. De ingangsdatum is dan 1 week na dagtekening van de verzending van het schorsingsbesluit. Heeft u na deze periode nog steeds niet aan de financiële verplichting voldaan, dan wordt uw erkenning ingetrokken.

3.1.5. Instrueren van uw personeel

Voor een goed gebruik van uw erkenning is het van groot belang dat u uw personeel voldoende instrueert. Hoe u dit invult moet blijken uit het kwaliteitshandboek. De gevolgen van het niet (voldoende) instrueren van uw personeel komen voor uw rekening en risico. Naast de gevolgen van het niet (voldoende) instrueren van uw personeel, komen ook fouten gemaakt door uw personeel voor uw rekening en risico.

3.1.6. Bewaarplicht stukken, bewaartermijn en -plaats

Met betrekking tot uw administratie is er sprake van een bewaarplicht. De betreffende stukken en zaken dient u ten minste 10 jaar zodanig te bewaren dat de privacy van de burger gewaarborgd blijft.

3.1.7. Werkplaatsen

Uw werkplaats moet voldoen aan een aantal eisen en voorwaarden.

Als erkenninghouder moet u beschikken over een werkplaats die voldoet aan de arboeisen, goed verwarmd, behoorlijk af te sluiten en goed verlicht is.

3.1.8. Datacommunicatie met de RDW

Om uw erkenning goed te kunnen gebruiken, heeft u toegangscodes en certificaten ontvangen van de RDW. Deze heeft u nodig voor de datacommunicatie met de RDW zodat u de keuring kunt melden. De toegangscodes en certificaten mogen uitsluitend voor de aan u verstrekte erkenning en de daaraan gekoppelde werkplaats worden gebruikt.

3.1.9. Apparatuur en Middelen

In het Informatiedocument (gebaseerd op de Regeling aanpassing voertuigen) staat beschreven over welke apparatuur en middelen u moet beschikken. Alle apparatuur en middelen moeten deugdelijk zijn en in goede staat verkeren.

3.2. Maatregelen

3.2.1. Schorsing

Als een schorsing is opgelegd, betekent dit dat u uw erkenning niet mag gebruiken, omdat u niet meer aan alle eisen of (algemene) voorschriften voldoet. Een schorsing geldt voor 6 of 12 weken en duurt tot het moment waarop u hebt aangetoond weer te voldoen aan de betreffende eisen of voorschriften. U moet zelf aantonen dat de reden voor de schorsing is verholpen. Een schorsing kan leiden tot een controlebezoek. Dit is afhankelijk van de reden waarvoor de schorsing is opgelegd. Het controlebezoek vindt plaats tegen geldend tarief (u vindt dit op www.rdw.nl). De schorsing gaat per direct in. In verband met de vereiste spoed wordt afgezien van het horen. Als u binnen de termijn van de schorsing de tekortkoming niet heeft verholpen, volgt een intrekking van de erkenning.

3.2.2. Verscherpt toezicht

De RDW kan verscherpt toezicht opleggen in combinatie met een sanctie. Dit is een maatregel waardoor de frequentie van het toezicht op uw erkenning hoger wordt. Ook behoudt de RDW zich het recht voor om op andere momenten verscherpt toezicht op te leggen. In hoofdstuk 4 leest u hier meer over.

3.2.3. Wachttijd bij intrekking

Bij een overtreding van de categorie IV, of een vijfde overtreding wordt een wachttijd tot 1 januari 2025 voor het indienen van een aanvraag opgelegd.

Voor de categorie IV overtreding niet nakomen van de financiële verplichtingen en het niet binnen de termijn aan de schorsingsvoorwaarden voldoen, geldt een wachttijd van 12 weken.

Hoofdstuk 4. – Overtredingen en sancties

4.1. Vaststellen van een overtreding

Een overtreding kan onder andere worden vastgesteld naar aanleiding van een controlebezoek, door een administratieve/ registercontrole, door de politie, door een klacht.

4.2. Zienswijze

Als een overtreding is geconstateerd, krijgt u van de RDW in beginsel de gelegenheid uw zienswijze te uiten voordat wordt besloten u een sanctie op te leggen. In verband met de vereiste spoed zal uw zienswijze niet worden gevraagd in geval sprake is van fraude, agressie, intimidatie, seksuele intimidatie of discriminatie dan wel dreiging daarmee ongeacht in welke vorm deze geuit wordt tegen een RDW-medewerker in uw bedrijf door daar aanwezige personen. Dit geldt ook indien agressie, intimidatie, seksuele intimidatie of discriminatie dan wel dreiging daarmee ongeacht in welke vorm deze geuit wordt tegen een RDW- medewerker buiten uw bedrijf plaatsvindt. In uw zienswijze kunt u alle feiten en omstandigheden weergeven, met name ook specifiek voor u geldende en aantoonbare bijzondere feiten of omstandigheden.

Het naleven van de regelgeving of specifieke onderdelen daarvan geldt niet als bijzonder feit of omstandigheid. De RDW neemt uw zienswijze mee bij het al dan niet opleggen van een sanctie en de zwaarte van de sanctie.

4.3. Ingangsdatum

Een sanctie treedt in beginsel direct in werking. Uitzondering hierop vormt een besluit met als sanctie een intrekking voor bepaalde tijd. Deze treedt in beginsel 1 week na dagtekening van het besluit in werking. Deze termijn is gesteld, zodat u uw eerstkomende afspraken met klanten kunt nakomen. De RDW legt bij meer dan één intrekking voor bepaalde tijd de sancties opvolgend ten uitvoer.

4.4. Verjaringstermijn

Als grondslag voor de verjaringstermijn geldt de datum van constatering van de overtreding. Voor het voorwaardelijke gedeelte van een intrekking geldt een verjaringstermijn van 6 maanden. Daarbij geldt dat indien u binnen de verjaringstermijn van 6 maanden opnieuw een overtreding van dezelfde categorie begaat, uw erkenning alsnog voor de duur van de voorwaardelijke intrekking wordt ingetrokken.

4.5. Categorisering overtredingen en stroomschema

De RDW heeft overtredingen ondergebracht in vier categorieën, te weten: I tot en met IV, waarbij categorie I de lichtere overtredingen betreft en categorie IV de zwaarst mogelijke overtredingen betreft. De hoogte van een sanctie wordt in beginsel bepaald door de categorie waarin een overtreding is ingedeeld.

In het stroomschema op de laatste pagina worden de sancties schematisch weergegeven. In dit stroomschema is rekening gehouden met de zwaarte van overtredingen en het vaker begaan van overtredingen. U kunt op basis van dit schema zelf nagaan welke sanctie naar verwachting zal worden opgelegd.

Meervoudige overtreding

In het stroomschema is uitgegaan van een enkelvoudige overtreding. Het kan voorkomen dat er bij u tijdens één bedrijfsbezoek verschillende overtredingen worden geconstateerd. Wanneer tijdens één bedrijfsbezoek verschillende overtredingen worden geconstateerd, is er sprake van een meervoudige overtreding. Hierbij geldt als uitgangspunt dat bij minder dan vier overtredingen een sanctie conform de categorie behorend bij de zwaarste overtreding wordt opgelegd. Als u na een meervoudige overtreding een volgende overtreding begaat, dan wordt de zwaarste overtreding van de meervoudige overtreding als historie aangemerkt. Worden er vier of meer overtredingen geconstateerd waarvan ten minste 1 overtreding valt in categorie III, dan leidt dit tot een intrekking.

4.6. Soorten sancties

Sancties worden schriftelijk aan u bekend gemaakt. De RDW kent de volgende sancties:

4.6.1. Waarschuwing

Een waarschuwing kan in combinatie met verscherpt toezicht worden opgelegd. Uit het stroomschema is te herleiden wanneer een waarschuwing met verscherpt toezicht wordt opgelegd.

4.6.2. Intrekking voor bepaalde tijd

Een intrekking voor bepaalde tijd houdt in dat u gedurende de aan u gemelde periode geen gebruik mag maken van de erkenning. Een intrekking voor bepaalde tijd wordt altijd gevolgd door een herschouwing tegen het geldende tarief (zie www.rdw.nl). In beginsel vindt de herschouwing plaats nadat de periode van de intrekking afgelopen is. Een intrekking voor bepaalde tijd kan voor de periode van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, zes weken, twaalf weken of zes maanden zijn. Dit is afhankelijk van uw historie en/of de categorie waarin de overtreding(en) valt of vallen. Ook gedurende de periode dat uw erkenning tijdelijk is ingetrokken, dient u aan alle voorschriften te voldoen.

4.6.3. Intrekking voor de duur van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk

Dit betekent dat uw erkenning feitelijk wordt ingetrokken voor de duur van twee weken en voorwaardelijk voor de duur van twee weken. Daarbij geldt dat indien u binnen de verjaringstermijn van zes maanden opnieuw een overtreding van dezelfde categorie begaat, uw erkenning alsnog voor de duur van twee weken wordt ingetrokken. U dient er rekening mee te houden dat in dat geval naast het voorwaardelijke deel van de sanctie ook een sanctie behorende bij de nieuwe overtreding(en) zal worden opgelegd. Het voorwaardelijke deel van de intrekking en de sanctie ten gevolge van de nieuwe overtreding(en) worden opeenvolgend ten uitvoer gelegd. De intrekking voor de duur van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk wordt in combinatie met verscherpt toezicht opgelegd. Uit het stroomschema is te herleiden wanneer deze sanctie wordt opgelegd.

4.6.4. Intrekking

Dit betekent dat u na de ingang van de sanctie geen keuringen van snor- naar bromfietsen meer mag uitvoeren.

Hoofdstuk 5. – Bezwaar en beroep

5.1. Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen een sanctiebesluit bezwaar indienen bij de RDW. U dient dit te doen binnen zes weken na de dag van verzending van het sanctiebesluit, door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen. Dit kan digitaal via www.rdw.nl of schriftelijk bij de directie van de RDW, Postbus 777, 2700 AT Zoetermeer. Voor nadere informatie met betrekking tot de vereisten waaraan uw bezwaarschrift moet voldoen, verwijs ik u naar www.rdw.nl.

5.1.1. Hoorzitting

Als u bezwaar aantekent tegen een besluit van de RDW krijgt u in beginsel de gelegenheid uw bezwaarschrift mondeling toe te lichten. Dit is op het kantoor van de RDW. U ontvangt hiervoor een uitnodiging na ontvangst van uw bezwaarschrift. Indien u een telefonische hoorzitting op prijs stelt, dan kunt u dit aangeven. Hoe u dit doet, kunt u lezen in de uitnodigingsbrief. U mag zich altijd laten vertegenwoordigen door een raadsman of advocaat. Als u iemand die geen advocaat is machtigt om namens u het woord te doen en u komt zelf niet naar de hoorzitting, dan moet u een schriftelijke verklaring meegeven. Hierin geeft u aan dat deze persoon gemachtigd is om u te vertegenwoordigen. Als u zelf ook naar de hoorzitting komt, is dit niet nodig.

5.1.2. Bezwaar tegen waarschuwing

Tegen een waarschuwing kan geen bezwaar worden gemaakt. Wanneer deze waarschuwing leidt tot een vervolgsanctie in de vorm van een op rechtsgevolg gericht besluit, dan kunt u uw bezwaren tegen de waarschuwing in de bezwaarprocedure van dat sanctiebesluit kenbaar maken.

5.1.3. Opschortende werking

Een bezwaarschrift dient te voldoen aan alle wettelijke vereisten die aan een bezwaarschrift worden gesteld. Als u bezwaar aantekent tegen een besluit met als sanctie een intrekking voor bepaalde tijd van maximaal 12 weken, die wordt opgelegd naar aanleiding van een geconstateerde overtreding dan wordt de inwerkingtreding van het besluit opgeschort totdat het bezwaarschrift is afgehandeld. De beslissing op bezwaar treedt in beginsel in werking twee weken nadat de beslissing op het bezwaarschrift is verstuurd. De RDW behoudt zich het recht voor om in bovenstaande gevallen geen opschortende werking te verlenen of deze te beëindigen. In dat geval wordt u hierover geïnformeerd.

5.2. Beroep

Als de RDW een beslissing heeft genomen op uw bezwaarschrift, kunt u ongeacht het resultaat daartegen in beroep gaan bij de rechtbank. Onderaan de beslissing op uw bezwaar vindt u de clausule waarin beschreven staat hoe u in beroep kunt gaan. Indien u in beroep gaat, wordt de werking van de beslissing op uw bezwaar niet opgeschort.

5.3. Voorlopige voorziening

Als u een intrekking voor onbepaalde tijd of een intrekking voor 6 maanden wordt opgelegd, verleent de RDW bij een bezwaarprocedure geen opschortende werking aan de sanctie. Hiervoor kunt u een voorlopige voorziening bij de Rechtbank aanvragen. Bij een voorlopige voorziening geldt als vereiste dat de zaak een spoedeisend karakter heeft. Als u een verzoek om een voorlopige voorziening wilt indienen bij de rechtbank, kunt u hiervoor contact opnemen met de griffier. De contactgegevens van de rechtbank kunt u vinden op https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Contact.

Hoofdstuk 6. – Voorbeelden overtredingen en Stroomschema sancties

Hierna worden een aantal voorbeelden van overtredingen vermeld, onderverdeeld naar categorie. Het is mogelijk dat u een overtreding begaat, die niet specifiek als voorbeeld benoemd is. De RDW heeft het recht deze overtreding te categoriseren en te sanctioneren.

In het stroomschema op de laatste pagina worden de sancties schematisch weergegeven. In dit stroomschema is rekening gehouden met de zwaarte van overtredingen en het herhaaldelijk begaan van overtredingen. U kunt op basis van dit schema zelf nagaan welke sanctie naar verwachting wordt opgelegd.

Voorbeelden van categorie I overtredingen:

  • Het voeren van een onoverzichtelijke administratie waardoor effectieve en efficiënte controle niet mogelijk is

Voorbeelden van categorie II overtredingen:

n.v.t.

Voorbeelden van categorie III overtredingen:

  • Apparatuur niet aanwezig

  • Het gebruik van een meetmiddel dat niet is toegestaan

  • Niet gekeurd voertuig melden (verkeerde kenteken)

  • Het niet tonen van uw administratie

  • De keuring niet binnen 5 werkdagen na de keuring melden aan de RDW

  • Het niet of niet volledig uitvoeren van een keuring

  • Het niet volgens het kwaliteitshandboek uitvoeren van de keuring

  • Het niet of onjuist vastleggen van de vereiste gegevens in uw administratie

  • Het onzorgvuldig bewaren van gegevens die te herleiden zijn naar derden

  • Het uitvoeren van een keuring in een niet-erkende (werk-)plaats

Voorbeelden van categorie IV overtredingen:

  • Het niet nakomen van de financiële verplichtingen na schorsing;

  • Het niet binnen de termijn aan de schorsingsvoorwaarden voldoen;

  • Het niet opvolgen van aanwijzingen van de RDW;

  • Fraude;

  • Ondermijning van het toezicht, zoals:

    • het niet verlenen van toegang tot uw bedrijf/werkplaats;

    • weigeren om medewerking te verlenen;

    • verbaal en/of (fysiek) geweld of dreiging daarmee;

    • intimidatie.

Bijlage 269584.png
Naar boven