Organisatiebesluit BZK 2023

Geraadpleegd op 17-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 02-05-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m 24-04-2024

Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 februari 2023, nr. 2022-0000685502, tot vaststelling van het Organisatiebesluit BZK 2023

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

gelet op artikel 3, tweede lid van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

Besluit:

vast te stellen het navolgende Organisatiebesluit:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Ministerie: het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b. Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • c. bewindspersonen: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening of de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, afhankelijk van wie het aangaat;

  • d. capaciteitsplan: schriftelijk stuk waarin de uitwerking van de flexibele organisatiestructuur van een dienstonderdeel wordt vastgelegd evenals de verdeling van de formatie binnen deze structuur;

  • e. BZK Kerndepartement: de directoraten-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat, Volkshuisvesting en Bouwen, Koninkrijksrelaties, Digitalisering en Overheidsorganisatie, Ruimtelijke Ordening en de clusters Mensen en Middelen en Bestuursondersteuning.

Hoofdstuk 2. Hoofd- en overlegstructuur

Artikel 2

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het Ministerie bestaat uit de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal en de volgende dienstonderdelen:

    • a. het directoraat-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat (DGOBDR);

    • b. het directoraat-generaal Volkshuisvesting en Bouwen (DGVB);

    • c. het directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening (DGRO);

    • d. het directoraat-generaal Koninkrijksrelaties (DGKR);

    • e. het directoraat-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie (DGDOO);

    • f. het directoraat-generaal Algemene Bestuursdienst (DGABD);

    • g. het directoraat-generaal Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD);

    • h. de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR);

    • i. de regeringscommissaris Informatiehuishouding (IHH);

    • j. het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR);

    • k. het cluster Mensen en Middelen (M&M);

    • l. het cluster Bestuursondersteuning (BO);

    • m. het agentschap Dienst van de Huurcommissie (DHC);

    • n. het agentschap Logius;

    • o. het agentschap Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG);

    • p. de dienst Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB).

  • 2 De dienstonderdelen bestaan uit organisatieonderdelen waarvan de inrichting nader kan worden beschreven op een wijze als bedoeld in artikel 29, tweede lid.

  • 3 De secretaris-generaal geeft rechtstreeks leiding aan de leidinggevende functionarissen van de dienstonderdelen, genoemd in het eerste lid, met uitzondering van:

    • a. het agentschap Dienst Huurcommissie dat ressorteert onder het bestuur van de Huurcommissie;

    • b. de dienst Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw die ressorteert onder het bestuur van de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw.

  • 4 De regeringscommissarissen, genoemd in het eerste lid onderdeel h en i, voeren de aan hen opgedragen taken uit onder verantwoordelijkheid van de Minister.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

1

  • j. de regeringscommissaris Omgevingswet;

  • k. het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR);

  • l. het cluster Mensen en Middelen (M&M);

  • m. het cluster Bestuursondersteuning (BO);

  • n. het agentschap Dienst van de Huurcommissie (DHC);

  • o. het agentschap Logius;

  • p. het agentschap Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG);

  • q. de dienst Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB).

4 de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme genoemd in het eerste lid, onder h, en de regeringscommissarissen genoemd in het eerste lid, onder i en j, voeren de aan hen opgedragen taken uit onder de verantwoordelijkheid van de Minister.

Artikel 3

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Er is een Bestuursraad Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Smal en een Bestuursraad Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Breed.

  • 2 De Bestuursraad Smal is samengesteld uit de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat, Volkshuisvesting en Bouwen, Koninkrijksrelaties, Digitalisering en Overheidsorganisatie, Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk, Ruimtelijke Ordening en de directeuren Constitutionele Zaken en Wetgeving en Financieel-economische Zaken. De leden kunnen zich incidenteel laten vervangen door hun plaatsvervangers of, in uitzonderlijke gevallen, door een andere rechtstreeks onder hen ressorterende functionaris. De overige directeuren-generaal en de directeur Chief Information Officer en Informatiemanagement hebben een staande uitnodiging voor de Bestuursraad Smal.

  • 3 De Bestuursraad Breed is samengesteld uit de Bestuursraad Smal aangevuld met de directeuren-generaal Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en Algemene Bestuursdienst. De leden kunnen zich incidenteel laten vervangen door hun plaatsvervangers of, in uitzonderlijke gevallen, door een andere rechtstreeks onder hen ressorterende functionaris. De directeur Chief Information Officer en Informatiemanagement heeft een staande uitnodiging voor de Bestuursraad Breed.

  • 4 Het overleg in de Bestuursraad Smal, respectievelijk de Bestuursraad Breed, heeft, onverminderd het bepaalde in de departementale mandaat- en volmachtsbesluiten over de bevoegdheden van de afzonderlijke leden van de Bestuursraad Smal, respectievelijk de Bestuursraad Breed ten aanzien van de onderwerpen die in het overleg aan de orde komen, ten doel het bespreken en het bereiken van overeenstemming over de departementale beleids- en beheerkaders en het toezien op de uitvoering van deze kaders.

  • 5 De Bestuursraad Smal, respectievelijk de Bestuursraad Breed, heeft tevens tot doel het bespreken en het bereiken van overeenstemming over aspecten van het departementale personeelsbeleid en personele aangelegenheden alsmede het toezien op de uitvoering hiervan.

  • 6 Al hetgeen in de vergaderingen aan de orde komt is vertrouwelijk, voor zover niet anders is besloten of indien bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

  • 7 Een adviseur van de directie Bestuursadvisering voert het secretariaat van de Bestuursraad.

  • 8 Een adviseur van de directie P&O voert het secretariaat van de bespreking van het departementale personeelsbeleid.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 23-03-2022.

Abusievelijk is voor het tweede en derde lid een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet geheel juist is.

  • 1. In het tweede lid wordt ‘directeur Chief Information Officer en Informatiemanagement (CIO&I)’ vervangen door ‘Chief Information Officer BZK (CIO BZK)’.

  • 2. In het derde wordt ‘directeur Chief Information Officer en Informatiemanagement (CIO&I)’ vervangen door ‘CIO BZK’.

Artikel 4

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Overeenkomstig artikel 1 van het Besluit regeling functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal (Stb. 1988, 499), is de secretaris-generaal belast met de ambtelijke leiding van al hetgeen het Ministerie betreft. Tot deze taak behoort in ieder geval:

    • a. het informeren en adviseren van de bewindspersonen over aangelegenheden, de bewindspersonen of het Ministerie betreffende;

    • b. het zorgdragen voor de coördinatie en integratie van beleidsvoorbereiding, beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering binnen het Ministerie;

    • c. het uitoefenen van de algemene controlfunctie bij het Ministerie;

    • d. het rechtstreeks leiding geven aan de plaatsvervangend secretaris-generaal, de (programma) directeuren-generaal en de directeur FEZ;

    • e. het voorzitterschap van de Bestuursraad;

    • f. het zorgdragen voor het nemen van besluiten over en het geven van algemene aanwijzingen ten aanzien van de formatie van het Ministerie;

    • g. het voeren van overleg met de Departementale Ondernemingsraad en de Ondernemingsraad BZK Kerndepartement, als bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden, en met de vakbonden zoals bedoeld in paragraaf 26.2 CAO Rijk 2022;

    • h. het geven van uitvoering aan de Regeling audit committees van het Rijk;

    • i. het verlenen of weigeren van goedkeuring van besluiten tot uitzonderingen op de aanbestedingsregelgeving.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 23-03-2022.

Het artikel wordt als volgt gewijzigd:

Overeenkomstig artikel 1 van het Besluit regeling functie en verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal (Stb. 1988, 499), is de secretaris-generaal belast met de ambtelijke leiding van al hetgeen het Ministerie betreft. Tot deze taak behoort in ieder geval:

  • a. het informeren en adviseren van de bewindspersonen over aangelegenheden, de bewindspersonen of het Ministerie betreffende;

  • b. het zorgdragen voor de coördinatie en integratie van beleidsvoorbereiding, beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering binnen het Ministerie;

  • c. het uitoefenen van de algemene controlfunctie bij het Ministerie;

  • d. het rechtstreeks leiding geven aan de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal en de directeur FEZ;

  • e. het voorzitterschap van de Bestuursraad;

  • f. het zorgdragen voor het nemen van besluiten over en het geven van algemene aanwijzingen ten aanzien van de formatie van het Ministerie;

  • g. het voeren van overleg met de Departementale Ondernemingsraad en de Ondernemingsraad BZK Kerndepartement, als bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden, en met de vakbonden zoals bedoeld in paragraaf 26.2 CAO Rijk 2022;

  • h. het geven van uitvoering aan de Regeling audit committees van het Rijk;

  • i. het verlenen of weigeren van goedkeuring van besluiten tot uitzonderingen op de aanbestedingsregelgeving;

  • j. het eigenaarschap van het agentschap Rijksvastgoedbedrijf.

Artikel 5

  • 1 De plaatsvervangend secretaris-generaal staat onder leiding van de secretaris-generaal.

  • 2 De plaatsvervangend secretaris-generaal heeft onder meer de volgende taken:

    • a. de verantwoordelijkheid voor de departement brede samenhangende bedrijfsvoering georganiseerd in het cluster M&M en cluster BO;

    • b. het rechtstreeks leiding geven aan en de eindverantwoordelijkheid voor het functioneren van de directeuren Personeel en Organisatie (P&O), Chief Information Officer & Informatiemanagement (CIO&I), Communicatie, Kennis, Internationaal, Europa en Macro-economie (KIEM) en Bestuursadvisering (BA);

    • c. de portefeuillehouder in de Bestuursraad voor de onderwerpen P&O, CIO&I, Communicatie, KIEM en BA;

    • d. de verantwoordelijkheid voor één of meerdere departement brede portefeuilles;

    • e. het eigenaarschap van alle tot het Ministerie behorende uitvoeringsorganisaties, tenzij deze rol ergens anders is belegd;

    • f. de vertegenwoordiging van het Ministerie in de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk;

    • g. het opdrachtgeverschap met betrekking tot de departementale herindelingen volgens ‘Handboek departementale herschikkingen 2019’ en eventuele vervolgversies;

    • h. het opdrachtgeverschap van de Beveiligingsautoriteit en het fungeren als contactpersoon bij afwezigheid van de secretaris-generaal en de beslissingsbevoegdheid bij calamiteiten.

  • 3 De plaatsvervangend secretaris-generaal is plaatsvervanger van de secretaris-generaal, met uitzondering van de inhoudelijke dossiers op het werkgebied van de directeuren-generaal. In voorkomende gevallen kan de secretaris-generaal ervoor kiezen om de plaatsvervangend secretaris-generaal aan te wijzen als vervanger voor:

    • a. de bestuurstaken in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden richting de Departementale Ondernemingsraad en de Ondernemingsraad Kerndepartement BZK;

    • b. het opdrachtgeverschap op het gebied van organisatieontwikkeling en begeleiden van transitie en organisatieveranderingstrajecten die voortvloeien uit wijzigingen in de organisatie;

    • c. domein overstijgende onderwerpen zoals vervanging in Secretarissen-Generaal Overleg en crisisbeheersing.

Hoofdstuk 3. Dienstonderdelen

Paragraaf 3.1. Directoraat-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat

Artikel 6

  • 1 Het directoraat-generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2 Het directoraat-generaal draagt zorg voor het beschermen en vernieuwen van democratische instituties en het versterken van de rechtsstatelijkheid van overheidshandelen door het uitvoeren van onder andere de volgende taken:

    • a. de inrichting en de bekostiging van het openbaar bestuur, de interbestuurlijke en financiële verhoudingen en het vernieuwen van de financieringssystematiek;

    • b. de borging van de democratische rechtsstaat;

    • c. de borging van de rechtstatelijke instituties, waaronder het parlement, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman;

    • d. de borging van fundamentele grondrechten en vrijheid van burgers in de Grondwet en andere wet- en regelgeving;

    • e. het onderhoud van het stelsel van de Grondwet en het Statuut;

    • f. de rijksbrede coördinatie van het antidiscriminatiebeleid en de beleidsverantwoordelijkheid voor de Algemene wet gelijke behandeling;

    • g. voorbereiding van de noodzakelijke wijzigingen in het constitutionele bestel;

    • h. de samenwerking met andere overheden aan openbaar bestuur en een weerbare, robuuste democratie;

    • i. het versterken van het gebiedsgericht werken en het inzetten op het verbeteren van de onderlinge samenwerking tussen directies, directoraten-generaal en departementen en interbestuurlijk met andere overheidslagen.

  • 3 Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie Democratie en Bestuur;

    • b. de directie Bestuur, Financiën en Regio’s;

    • c. de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving.

Artikel 7

  • 1 De directie Constitutionele Zaken en Wetgeving staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directie is, naast de beleidsmatige taken zoals genoemd in artikel 6 tweede lid onderdeel b tot en met i van dit besluit, belast met de departement brede juridische taken en zelfstandige advisering over onder meer:

    • a. het beheer en onderhoud van de Grondwet en het Statuut;

    • b. de toetsing van (concept)regelgeving, beleid en maatregelen aan de Grondwet, het Statuut en relevante internationale verdragen, inclusief het EU-recht, alsmede het vervullen van de functie van Coördinatiepunt staatssteun decentrale overheden (CSDO);

    • c. het opstellen van regelgeving waar de bewindspersonen eerstverantwoordelijk voor zijn;

    • d. het bijdragen aan de totstandkoming van nationale en internationale wetgeving waarbij de bewindspersonen mede zijn betrokken;

    • e. de noodzaak, wenselijkheid en mogelijkheid om door middel van wetgeving bij te dragen aan het bereiken van de beleidsdoelstellingen van de bewindspersonen;

    • f. het begeleiden en voeren van bestuursrechtelijke en civielrechtelijke (gerechtelijke) procedures namens de bewindspersonen of de Staat der Nederlanden en de advisering over juridische aangelegenheden in het algemeen, alsmede de advisering in bijzondere opdrachten van bewindspersonen en de ambtelijke top;

    • g. de rijksbrede stelselverantwoordelijkheid voor de Omgevingswet.

Paragraaf 3.2. Directoraat-generaal Volkshuisvesting en Bouwen

Artikel 8

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het directoraat-generaal Volkshuisvesting en Bouwen staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2 Het directoraat-generaal richt zich op het domein van wonen en gebouwde omgeving, bouwen en de energietransitie van de gebouwde omgeving in Nederland, geeft uitvoering aan de regisserende en ondersteunende rol van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en heeft onder meer de volgende taken:

    • a. het beleid en de regelgeving voor de huurwoningmarkt, woningcorporaties en koopwoningmarkt, gericht op betaalbaarheid, kwaliteit en leefbaarheid van woningen;

    • b. de realisatie van de kwantitatieve en kwalitatieve bouwopgave – op korte, middellande en lange termijn – en het in balans brengen van vraag en aanbod op de woningmarkt;

    • c. de ontwikkeling van de kaders en de regelingen ter stimulering van de energietransitie in de gebouwde omgeving en de realisatie van aardgasvrije wijken en klimaat neutrale gebouwen;

    • d. de focus op wonen en gebouwde omgeving, financiële aspecten en het realiseren van energietransitie-doelen;

    • e. het ontwikkelen en realiseren van een hernieuwde Nationale Woon- en Bouwagenda en de maatregelen om vraag en aanbod op de woningmarkt in balans te brengen;

    • f. de samenwerking met andere overheden en partners ter realisatie van de gestelde ambitie op het gebied van de woningbouw;

    • g. het opdrachtgeverschap voor het zelfstandige bestuursorgaan de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw.

  • 3 Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie Bouwen en Energie;

    • b. de directie Woningbouw;

    • c. de directie Wonen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 23-03-2022.

In het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h (nieuw) door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • i. het opdrachtgeverschap voor het zelfstandige bestuursorgaan de Huurcommissie.

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-10-2023.

In het tweede lid wordt, onder verlettering van onderdeel g tot h, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • g. het verlenen van ondersteuning in kennis en handelingsperspectief aan gemeenten, het bevorderen van kennisdeling tussen gemeenten ten behoeve van de lokale warmtetransitie en het versnellen daarvan, en het periodiek monitoren van de voortgang;

In het derde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. de programmadirectie Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW).

Paragraaf 3.3. Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening

Artikel 9

  • 1 Het directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2 Het directoraat-generaal richt zich op het algemeen beleid ruimtelijke ordening en de regie op de uitvoering van de inrichting van de leefomgeving in Nederland, en heeft onder meer de volgende taken:

    • a. het algemeen beleid, de programmatische aanpak en de borging van de ruimtelijke ordening in Nederland;

    • b. de regie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving en inrichting van de ruimte en de politieke, interdepartementale en interbestuurlijke besluitvorming bij tegengestelde belangen;

    • c. de interbestuurlijke en interdepartementale programmering en coördinatie van (de inwerkingtreding, implementatie en doorontwikkeling van) de Nationale omgevingsvisie, de Omgevingswet en GEO-informatie als stelselverantwoordelijk Ministerie, en de doorontwikkeling van de stelselverantwoordelijkheid;

    • d. de beleidsvorming op hoe de nationale regie op de ruimtelijke inrichting vorm krijgt, voorbereiding van politieke besluitvoering en voorbereiding van wetgeving vanuit ruimtelijk perspectief;

    • e. de nationale regie op de gebieden en/of regio’s die aandacht behoeven en/of waar sprake is van conflicterende belangen en inzet richting de uitvoering;

    • f. het grondbeleid en de inzet van het grondinstrumentarium ten behoeve van de realisatie;

    • g. het inzicht van juridisch instrumentarium.

  • 3 Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie Ruimtelijk Beleid;

    • b. de directie Ruimtelijke Ontwikkeling;

    • c. de programmadirectie Aan de Slag.

Paragraaf 3.4. Directoraat-generaal Koninkrijksrelaties

Artikel 10

  • 1 Het directoraat-generaal Koninkrijksrelaties staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2 Het directoraat-generaal heeft onder meer de volgende taken:

    • a. het zorg dragen voor een toekomstbeeld, scenario’s en handvatten om het Koninkrijk nader vorm en inhoud te geven, door beleidsvorming, beleidsvaststelling en uitvoering;

    • b. het onderhouden van goede relaties met en het coördineren van de samenwerking met de openbare lichamen van Caribisch Nederland en met Curaçao, Aruba en Sint Maarten;

    • c. het met andere partners binnen en buiten het departement zorg dragen voor het opstellen en verwezenlijken van het beleid van het Ministerie voor de openbare lichamen van Caribisch Nederland;

    • d. het met andere partners binnen en buiten het departement zorg dragen voor de coördinatie van het algemene beleid van de rijksoverheid op dit terrein, met de speerpunten die samen met de openbare lichamen van Caribisch Nederland en de departementen worden bepaald;

    • e. het beheersmatig aansturen van de kabinetten van de gouverneur en de Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

    • f. het ter beschikking stellen van mensen en middelen aan het College Financieel Toezicht Curaçao en Sint Maarten, het College Financieel Toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en het College Aruba Financieel Toezicht;

    • g. het aansturen van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN);

    • h. het ondersteunen van de Vertegenwoordiger bij het uitvoeren van zijn taken en opdracht zoals vastgelegd in het koninklijk besluit van 4 maart 2013 (Stcrt. 2013, nr. 8486).

  • 3 Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de dienst Rijksdienst Caribisch Nederland;

    • b. de dienst SSO-CN.

  • 4 Het directoraat-generaal kent geen directies, maar wel de volgende verantwoordelijken;

    • a. de directeur Landen;

    • b. de directeur Caribisch Nederland.

  • 5 Onder de directeur Landen ressorteert de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint-Maarten. De vertegenwoordiger geeft leiding aan de Vertegenwoordiging.

  • 6 De vertegenwoordiger heeft de taken als bedoeld in het besluit in het tweede lid onder h.

Paragraaf 3.5. Directoraat-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie

Artikel 11

  • 1 Het directoraat-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2 Het directoraat-generaal heeft onder meer de volgende taken:

    • a. de ontwikkeling van het werkgeverschap in de publieke sector (met een accent op de kabinetssectoren), modernisering van het werkgeverschap voor de sector Rijk, en de doorontwikkeling van de personele functie (HRM) van en in de Rijksdienst;

    • b. de interbestuurlijke en interdepartementale ontwikkeling van de i-Overheid voor burgers en bedrijven:

      • 1°. de randvoorwaardelijke beleidsontwikkeling ten behoeve van de i-samenleving waaruit onder andere voortvloeit de ontwikkeling en realisatie van de digitale basisvoorzieningen voor burgers en bedrijven, met inbegrip van de bijbehorende regelgeving, toezicht en de bijbehorende bestuurlijke structuur voor de aansturing en financiering van de voorzieningen;

      • 2°. het opdrachtgeverschap aan RvIG, Logius, DICTU, ICTU, de Kamer van Koophandel en de samenwerkingsovereenkomsten met de Rijksdienst voor ondernemend Nederland voor zover deze voortkomen uit de verantwoordelijkheid voor de voorzieningen en beleidsverantwoordelijkheden;

      • 3°. de digitale identificatie (eID);

    • c. het bevorderen van de optimale vormgeving van de informatisering en ICT in het Rijk en bij zelfstandige bestuursorganen door het stellen van kaders en het toezicht daarop;

    • d. de ontwikkeling van en sturing op het rijksbrede bedrijfsvoeringsbeleid en de beoordeling of de beleidsambities worden gerealiseerd;

    • e. de kaders voor inkoop, aanbesteden, faciliteiten en huisvesting bij het Rijk en het toezicht daarop;

    • f. de doorontwikkeling van een rijksdienst en van een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering van de overheid, inclusief de monitoring en verantwoording van het rijksbrede bedrijfsvoeringsbeleid;

    • g. het zorgdragen voor de stelsels van de basisregistratie personen, de Persoonsinformatievoorziening in de Caribische delen van het Koninkrijk (PIVA), het burgerservicenummer en reisdocumenten met de bijbehorende registraties, alsmede de verwerking van persoonsgegevens met het oog op die stelsels;

    • h. de zorg voor het bewaken van het integrale karakter en de consistentie van de rijksbrede kaders voor beveiliging alsmede het toezicht op de werking van de integrale beveiliging van de Rijksdienst;

    • i. de coördinerende functie op digitalisering van de samenleving, waarin economisch belang, grondrechten en veiligheid samenkomen en geborgd worden in de digitale driehoek van het Ministerie, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

    • j. het versterken van de samenwerking tussen de EU-lidstaten op het gebied van digitalisering en het aanpakken van digibetisme.

  • 3 Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie Ambtenaar en Organisatie (DA&O);

    • b. de directie Inkoop- Facilitair- en Huisvestingsbeleid Rijk (DIFHR);

    • c. de directie Chief Information Officier Rijk;

    • d. de directie Digitale Samenleving;

    • e. de directie Digitale Overheid;

    • f. het secretariaat voor het Adviescollege ICT-toetsing;

    • g. het bureau Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding.

  • 4 De directeur Digitale Samenleving is tevens plaatsvervangend directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie. De plaatsvervangend directeur-generaal Digitalisering en Overheidsorganisatie is verantwoordelijk voor de positionering, profilering en vertegenwoordiging van Nederland in Europa op de digitaliseringopgave.

Paragraaf 3.6. Directoraat-generaal Algemene Bestuursdienst

Artikel 12

  • 1 Het directoraat-generaal Algemene Bestuursdienst staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2 Het directoraat-generaal heeft onder meer de volgende taken:

    • a. het bijdragen aan de versterking van het management door beleid te ontwikkelen en uit te voeren op het gebied van management development;

    • b. het ontwikkelen van instrumenten nodig voor de realisatie van het beleid;

    • c. het ontwikkelen van producten en diensten ter bevordering van de ontwikkeling van managers;

    • d. het adviseren en begeleiden van individuele managers op gebied van opleiding en in hun (loopbaan)ontwikkeling;

    • e. het bijdragen aan de beschikbaarheid van managers en aan talentontwikkeling;

    • f. het waar nodig realiseren van strategisch advies en de bezetting met tijdelijke capaciteit;

    • g. het zorgen voor loopbaanbegeleiding en fungeren als gedelegeerd werkgever voor het topmanagement van de Rijksdienst;

    • h. het uitvoeren van HRM-dienstverlening voor de bewindspersonen.

  • 3 Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie Management Development Rijk (MDR);

    • b. de directie Beleid en Bedrijfsvoering;

    • c. ABD Topconsult.

Paragraaf 3.7. Directoraat-generaal Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Artikel 13

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het directoraat-generaal Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst staat onder leiding van een directeur-generaal en een plaatsvervangend directeur-generaal.

  • 3 De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de Directie Inlichtingen;

    • b. de Directie Operatiën;

    • c. de Directie Veiligheidsonderzoeken & Bedrijfsvoering;

    • d. de Centrale Staf.

  • 4 De Centrale Staf staat onder leiding van de plaatsvervangend directeur-generaal.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

  • c. de Directie Bedrijfsvoering;

  • d. de Directie Data & Informatievoorziening;

  • e. de Centrale Staf.

Paragraaf 3.8. De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme

Artikel 14

  • 1 De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme staat beheersmatig onder leiding van de secretaris-generaal.

  • 2 De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme heeft onder meer de volgende taken:

    • a. het bevorderen en voeren van overleg met en het onderhouden van relaties met maatschappelijke initiatieven, bewegingen en belangengroepen op het terrein van discriminatie, alsmede met betrokken bestuursorganen en bedrijven;

    • b. het doen van een voorstel aan de Minister voor het meerjarig programma alsmede de jaarlijkse actieprogramma’s;

    • c. het bevorderen dat alle betrokken partijen, zowel binnen de overheid als in de samenleving, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, hun rol vervullen om de aanpak van discriminatie te versterken en de doelen van het Nationaal Programma te halen;

    • d. het bewaken van de voortgang van de uitvoering van het Nationaal Programma en daarover rechtstreeks adviseren aan de Minister;

    • e. het op verzoek bijstaan van de Minister bij de behandeling van het Nationaal Programma in het parlement, waarbij de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme desgewenst het woord kan voeren over feiten en omstandigheden betreffende het Nationaal Programma;

    • f. het doen van voorstellen voor de agenda van de vergaderingen van de ‘Stuurgroep voor de aanpak van discriminatie en racisme;

    • g. het nemen van initiatieven in het opbouwen en in stand houden van draagvlak voor het Nationaal Programma;

    • h. het bevorderen van de communicatie over het Nationaal Programma.

  • 3 De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme wordt bij het uitvoeren van zijn taken ondersteund door een bureau. Het hoofd van het Bureau wordt rechtstreeks aangestuurd door de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.

Paragraaf 3.9. De regeringscommissaris Informatiehuishouding

Artikel 15

  • 1 De regeringscommissaris Informatiehuishouding staat beheersmatig onder leiding van de secretaris-generaal.

  • 2 De regeringscommissaris Informatiehuishouding heeft onder meer de volgende taken:

    • a. als boegbeeld het initiatief nemen in het opbouwen en in stand houden van politiek en bestuurlijk draagvlak voor het programma Open op Orde;

    • b. het voeren van, en zitting nemen in, overleggen en het onderhouden van een nauwe samenwerkingsrelatie met de betrokken rijksoverheidsorganisaties;

    • c. het stimuleren dat rijksoverheidsorganisaties, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, de informatiehuishouding verbeteren en de doelen van het programma Open op Orde halen, en met de betrokken rijksoverheidsorganisaties knelpunten in de uitvoering van het programma Open op Orde benoemen en oplossingen aandragen;

    • d. zo nodig rijksoverheidsorganisaties op de voortgang aanspreken en indien het de voortgang van het programma Open op Orde ten goede komt en voor de realisatie van het programma Open op Orde noodzakelijk is, voorstellen doen aan de Minister om bevoegdheden in te zetten;

    • e. het signaleren van ontwikkelingen en bewaken van de voortgang van de uitvoering van het programma Open op Orde en daarover rechtstreeks adviseren aan de Minister;

    • f. het inzichtelijk laten maken van maatschappelijke effecten van de uitvoering van het Programma Open op Orde;

    • g. het op verzoek bijstaan van de Minister, bij de behandeling van het programma Open op Orde in het parlement, waarbij de regeringscommissaris Informatiehuishouding desgewenst het woord kan voeren over feiten en omstandigheden betreffende het programma Open op Orde;

    • h. het adviseren over, en het doen van, voorstellen voor verbeteringen ten aanzien van het functioneren van het sturingssysteem.

  • 3 De regeringscommissaris Informatiehuishouding wordt bij het uitvoeren van zijn taken ondersteund door een bureau.

Paragraaf 3.10. De regeringscommissaris Omgevingswet

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

De regeringscommissaris Omgevingswet

Artikel 16

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De regeringscommissaris Omgevingswet staat beheersmatig onder leiding van de secretaris-generaal.

  • 2 De regeringscommissaris Omgevingswet heeft de volgende taken:

    • a. het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Minister en de Ministers die het mede aangaat over en het doen van voorstellen voor de kwaliteit, eenheid of doorontwikkeling van het wettelijk stelsel van de Omgevingswet;

    • b. het signaleren en agenderen van belangrijke ontwikkelingen rondom het wettelijk stelsel van de Omgevingswet; en

    • c. het bij de uitvoering van de taken onder a en b: zorgen voor verbinding met de uitvoeringspraktijk, bestuur, wetenschap en rechtelijke macht.

  • 3 De regeringscommissaris Omgevingswet wordt voor de werkzaamheden ondersteund door de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving en heeft een budget voor de toebedeelde taken. De middelen hiervoor worden verstrekt door het Ministerie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

1 De regeringscommissaris Omgevingswet staat beheersmatig onder leiding van de secretaris-generaal.

2 De regeringscommissaris Omgevingswet heeft de volgende taken:

  • a. het gevraagd en ongevraagd adviseren van de Minister en de Ministers die het mede aangaat over en het doen van voorstellen voor de kwaliteit, eenheid of doorontwikkeling van het wettelijk stelsel van de Omgevingswet;

  • b. het signaleren en agenderen van belangrijke ontwikkelingen rondom het wettelijk stelsel van de Omgevingswet; en

  • c. het bij de uitvoering van de taken onder a en b: zorgen voor verbinding met de uitvoeringspraktijk, bestuur, wetenschap en rechtelijke macht.

3 De regeringscommissaris Omgevingswet wordt voor de werkzaamheden ondersteund door de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving en heeft een budget voor de toebedeelde taken. De middelen hiervoor worden verstrekt door het Ministerie.

Paragraaf 3.10. Het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

paragraaf 3.10 is vernummerd tot paragraaf 3.11.

Artikel 16

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2 Onder de directeur-generaal ressorteert een plaatsvervangend directeur-generaal. De plaatsvervangend directeur-generaal heeft de personele verantwoordelijkheid van de directeuren van de organisatieonderdelen genoemd in het vierde lid, onder b tot en met h en treedt tevens op als gemandateerd eigenaar. De plaatsvervangend directeur-generaal is plaatsvervangend directeur-generaal op Rijksbrede bedrijfsvoering. De plaatsvervangend directeur-generaal is geen plaatsvervangend directeur-generaal voor het Rijksvastgoedbedrijf.

  • 3 Het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk heeft onder meer de volgende taken:

    • a. de taken, bedoeld in het Besluit taak RVB 2017;

    • b. het op kwalitatief goede en efficiënte wijze uitvoeren van bedrijfsvoeringstaken voor de Rijksoverheid;

    • c. het bevorderen, realiseren en (doen) in stand houden van onderlinge samenhang, integratie en synergie in de dienstverlening vanuit het directoraat-generaal.

  • 4 Het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. het agentschap Rijksvastgoedbedrijf;

    • b. het agentschap Organisatie en Personeel Rijk;

    • c. het agentschap Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie;

    • d. het agentschap Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek;

    • e. het agentschap FMHaaglanden;

    • f. het agentschap SSC-ICT;

    • g. de kasdienst Rijksinkoopsamenwerking;

    • h. de kasdienst Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën

    • i. de kasdienst Doc-Direkt;

  • 5 Het Rijksvastgoedbedrijf bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie Portefeuillestrategie & Portefeuillemanagement;

    • b. de directie Transacties & Projecten;

    • c. de directie Vastgoedbeheer;

    • d. de directie Financiën en Bestuursadvisering;

    • e. de directie Gebieds- en Vastgoedontwikkeling;

    • f. het bureau directeur-generaal;

    • g. het Atelier Rijksbouwmeester.

  • 6 Het Rijksvastgoedbedrijf staat onder leiding van een directeur-generaal die tevens directeur-generaal is van het directoraat-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk.

  • 7 Voor aangelegenheden die behoren tot het werkterrein van het Rijksvastgoedbedrijf treedt de directeur-generaal op en doet stukken af en ondertekent deze als directeur-generaal Rijksvastgoedbedrijf en voor de overige aangelegenheden als directeur-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 01-01-2023.

Abusievelijk is op het tweede lid een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.

Het derde lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. het optreden als gemandateerd eigenaar voor de organisatieonderdelen, genoemd in het vierde lid, onder b tot en met i.

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 16 is vernummerd tot artikel 17.

Paragraaf 3.11. Cluster Mensen en Middelen

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

paragraaf 3.11 is vernummerd tot paragraaf 3.12.

Artikel 17

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het cluster Mensen en Middelen, met uitzondering van FEZ en sRob, staat onder inhoudelijke leiding van de plaatsvervangend secretaris-generaal en onder beheersmatige leiding van de clusterdirecteur Mensen en Middelen. De directeur P&O vervult de rol van clusterdirecteur Mensen en Middelen. Bij afwezigheid van de plaatsvervangend secretaris-generaal is de clusterdirecteur Mensen en Middelen plaatsvervanger ten aanzien van aangelegenheden die het cluster Mensen en Middelen als geheel betreffen. Bij afwezigheid van de clusterdirecteur Mensen en Middelen is de directeur FEZ eerste plaatsvervanger en de directeur Chief Information Officer & Informatiemanagement tweede plaatsvervanger.

  • 2 De directie FEZ staat onder de inhoudelijk leiding van de secretaris-generaal en onder de beheersmatige leiding van de plaatsvervangend secretaris-generaal.

  • 3 Het sRob staat onder de beheersmatige leiding van de clusterdirecteur Mensen en Middelen.

  • 4 Het cluster Mensen en Middelen draagt zorg voor integrale advisering over mensen en middelen op niveau van de bestuursraden, de directoraten-generaal en directies.

  • 5 Het cluster bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie P&O (P&O);

    • b. de directie Financieel-Economische Zaken (FEZ);

    • c. de directie Chief Information Officer & Informatiemanagement (CIO&I);

    • d. het secretariaat van de Raad voor het openbaar bestuur (sRob).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 17 is vernummerd tot artikel 18.

Artikel 18

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De directie P&O staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directie heeft onder meer de volgende taken:

    • a. kaders stellen, adviseren, initiëren en controller zijn in de P-kolom voor BZK;

    • b. bemensen van het tijdelijk werk binnen het kerndepartement;

    • c. vormen van de permanent flexibele schil van het kerndepartement voor project- en programmamanagement;

    • d. vormgeven van de organisatieontwikkeling;

    • e. samen met Rijksleveranciers het aanbieden van huisvesting, een (Arbo conforme) werkwerk en (kantoor-)automatisering.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 18 is vernummerd tot artikel 19.

Artikel 19

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De directie Financieel-economische Zaken staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directie heeft onder meer de volgende taken:

    • a. de dienstverlening en vakinhoudelijke advisering ten behoeve van het beleid van de financieel-economische processen, het (doen) vertalen van centrale kaders en richtlijnen in specifieke voorschriften en procedures;

    • b. het beoordelen van beleidsvoorstellen op samenhang tussen inhoudelijke doelstellingen en middeleninzet, inclusief de advisering aan de bewindspersonen, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal en de bestuursraad;

    • c. het Ministerie breed toetsen van de producten in het kader van de begroting, beleid en beheer en het adviseren van de politieke en ambtelijke top hierover;

    • d. het voeren van overleg namens het departement met het Ministerie van Financiën over alle begrotings- en verantwoordingsaangelegenheden;

    • e. het zorgdragen voor een adequaat financieel-economisch beheer voor het Ministerie;

    • f. het borgen van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en de daaraan verbonden (financieel administratieve) processen binnen het Ministerie;

    • g. het adviseren van de bewindspersonen, de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal ten aanzien van bijzondere vraagstukken op concernniveau.

    • h. het adviseren van de (gemandateerd) eigenaren van agentschappen, ZBO’s en diensten.

  • 3 De directeur Financieel-economische Zaken bekleedt de functie van coördinerend directeur Inkoop (CDI) en heeft vanuit die hoedanigheid onder meer de volgende taken:

    • a. het stellen van kaders voor het inkoopbeleid van het Ministerie;

    • b. de coördinatie van de inkoopfunctie en het contractbeheer van het Ministerie;

    • c. de centrale ondersteuning en advisering bij inkoopvraagstukken;

    • d. het adviseren van de (gemandateerd) eigenaren van rijksbrede inkoopcategorieën binnen het Ministerie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 19 is vernummerd tot artikel 20.

Artikel 20

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De directie CIO&I staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directie draagt conform het taakbesluit CIO Rijksdienst onder meer zorg voor de advisering, kaderstelling, toezicht en handhaving op het terrein van de informatievoorziening en ICT binnen bedrijfsvoering en beleid in algemene zin, het gebruik van ICT-middelen, alsmede voor het bevorderen van informatiebewustzijn, informatiebeveiliging en (toezicht op) privacy. De directie CIO & I draagt hiertoe bij op de volgende wijze:

    • a. het opstellen en coördineren van de departementale strategie en visie op de informatievoorziening en ICT voor bedrijfsvoering en beleid;

    • b. het adviseren op en strategisch sparren over de sturing op het geheel aan programma’s en projecten, de samenhang en de risico’s ten aanzien van de IT-projectenportfolio en de sturing op Lifecyclemanagement, Beheer en Exploitatie, Architectuur en portfoliomanagement;

    • c. het opstellen en coördineren van een samenhangende aanpak op privacy, gegevensbescherming en integrale- en informatiebeveiliging, waartoe de directie ook de Functionaris Gegevensbescherming van BZK huisvest;

    • d. het stimuleren van de digitale vernieuwing binnen het Ministerie door de investeren in een cultuur van kennisdeling en het vertalen van technologische ontwikkelingen naar BZK-beleid en het vertalen van het BZK-beleid (grote per) naar de eigen organisatie;

    • e. het ontwikkelen en coördineren van informatievoorzieningsbeleid en digitaliseringsbeleid en de ontwikkeling, met inachtneming van toepasselijke rijksbrede kaders en ICT-voorzieningen;

    • f. het sturen op het gebruik, de toegankelijkheid en integriteit van data en informatie van en door het Ministerie met als doel een duurzame en toegankelijke informatiehuishouding te realiseren binnen het Ministerie;

    • g. het uitvoeren van oordelen aangaande de beheersing, haalbaarheid, risico’s en implicaties van alle voorgenomen en in uitvoering zijnde activiteiten met een (grote) ICT-component, conform de daarvoor geldende rijksbrede kwaliteitsnormen en het adviseren van lijnmanagement en bewindspersonen hierover;

    • h. de verantwoordelijk voor het CIO stelsel BZK, het uitvoeren van de bijbehorende PDCA cyclus, CIO gesprekken, eigenaar van het I-beraad en het aanmelden van activiteiten bij het Adviescollege ICT-toetsing, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Instellingsbesluit Adviescollege ICT-toetsing.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 23-03-2022.

Het eerste lid, komt te luiden:

De directie CIO&I staat onder leiding van een directeur. De directeur CIO&I vervult tevens de rol van CIO BZK.

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 20 is vernummerd tot artikel 21.

Paragraaf 3.12. Cluster Bestuursondersteuning

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

paragraaf 3.12 is vernummerd tot paragraaf 3.13.

Artikel 21

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het cluster Bestuursondersteuning staat onder inhoudelijke leiding van de plaatsvervangend secretaris-generaal en onder beheersmatige leiding van de clusterdirecteur Bestuursondersteuning. De rol van clusterdirecteur Bestuursondersteuning wordt roulerend vervuld door de directeuren KIEM, BA en Communicatie. Bij afwezigheid van de plaatsvervangend secretaris-generaal is de clusterdirecteur Bestuursondersteuning plaatsvervanger ten aanzien van aangelegenheden die het cluster Bestuursondersteuning als geheel betreffen.

  • 2 Het cluster Bestuursondersteuning helpt beleid en uitvoering publieke waarde te realiseren, rekening houdend met de politieke omgeving waarin die waardecreatie plaatsvindt en moet worden gelegitimeerd. Het cluster draagt zorg voor de overkoepelende blik, de signaalfunctie en het verbindend vermogen.

  • 3 Het cluster bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:

    • a. de directie Communicatie;

    • b. de directie Bestuurlijke Advisering (BA);

    • c. de directie Kennis, Internationaal, Europa en Macro-economie (KIEM).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 21 is vernummerd tot artikel 22.

Artikel 22

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De directie Communicatie staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directie heeft onder meer de volgende taken:

    • a. optreden als strategische, autonome adviseur van bewindspersonen, ambtelijke top en beleid met als doel het helpen ontwikkelen en realiseren van maatschappelijk gedragen beleid;

    • b. werken aan het realiseren van de lange-termijn-ambities van kabinet en departement;

    • c. managen van de dagelijkse actualiteit (kansen, issues, crises).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 22 is vernummerd tot artikel 23.

Artikel 23

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De directie BA staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directie heeft onder meer de volgende taken:

    • a. BZK in de volle breedte ondersteunen bij het aanbrengen van samenhang en integraliteit in het politieke en beleidswerk, specifiek vanuit politiek-bestuurlijk oogpunt;

    • b. adviseren van directies en bewindspersonen op inhoud;

    • c. faciliteren van het proces van stukkenstroom onder meer door gerichte kennisoverdracht, het aanbieden van een aanpak bij belangrijke, nieuwe dossiers, het beschikbaar stellen van informatie en hulpmiddelen en met inzet van haar uitgebreide netwerk binnen en buiten BZK;

    • d. coördinatie en monitoring van de parlementaire informatiestromen tussen het Ministerie en de Eerste en Tweede Kamer en facilitaire, protocollaire en managementondersteuning van de ambtelijke en politieke leiding;

    • e. advisering Openbare Orde, Inlichtingen en Veiligheid, ondersteuning ten aanzien van de sturing en het beheer van de AIVD en de besluitvorming, verantwoording en toezicht op het gebied van operationele uitvoering;

    • f. voorbereiding van het departement op het beheersen van grootschalige incidenten, actualiteiten of crises, en invulling van de piketfunctie en interdepartementaal aanspreekpunt in geval van crisis.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 23 is vernummerd tot artikel 24.

Artikel 24

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De directie KIEM staat onder leiding van een directeur.

  • 2 De directie heeft onder meer de volgende taken:

    • a. de inhoudelijke, BZK-brede strategische agenda versterken;

    • b. het Europees en internationaal beleid van BZK coördineren;

    • c. de economische rationaliteit inbrengen in het BZK-beleid.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 24 is vernummerd tot artikel 25.

Paragraaf 3.13. Dienst van de Huurcommissie

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

paragraaf 3.13 is vernummerd tot paragraaf 3.14.

Artikel 25

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 25 is vernummerd tot artikel 26.

Paragraaf 3.14. Agentschap Logius

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

paragraaf 3.14 is vernummerd tot paragraaf 3.15.

Artikel 26

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Logius staat onder leiding van een algemeen directeur.

  • 2 Logius heeft onder meer de volgende taken:

    • a. het beheren en exploiteren van overheidsbrede samenhangende ICT voorzieningen op het gebied van toegang, gegevensuitwisseling, informatiebeveiliging, standaardisatie, overheidspublicaties en overheidsinformatie ten behoeve van digitale dienstverlening van de overheid en publieke instellingen aan burgers en bedrijven;

    • b. het bevorderen van het gebruik van deze generieke voorzieningen;

    • c. het beheren van stelsels van de generieke digitale infrastructuur;

    • d. het voeren van het secretariaat voor het Forum voor Standaardisatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 26 is vernummerd tot artikel 27.

Paragraaf 3.16. Agentschap Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

paragraaf 3.16 is vernummerd tot paragraaf 3.17.

Artikel 27

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens staat onder leiding van een algemeen directeur.

  • 2 De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens heeft onder meer de volgende taken:

    • a. het beheer van de basisregistratie personen, de persoonsinformatievoorziening in de Caribische delen van het Koninkrijk, het burgerservicenummer en de Nederlandse reisdocumenten;

    • b. de wijze waarop de persoonsgegevens van burgers worden vastgelegd, beheerd en verstrekt voor de publieke dienstverlening;

    • c. het bijdragen aan onderzoek en ontwikkeling, innovatie en regie in het identiteitsdomein.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 27 is vernummerd tot artikel 28.

Paragraaf 3.17. Dienst Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

paragraaf 3.17 is vernummerd tot paragraaf 3.18.

Artikel 28

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De dienst Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw staat onder leiding van het bestuur van de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw.

  • 2 De dienst Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw heeft de taken bedoeld in Artikel 7ak Woningwet.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 28 is vernummerd tot artikel 29.

Hoofdstuk 4. Overige bepalingen

Paragraaf 4.1. Inrichting van de organisatie

Artikel 29

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 De secretaris-generaal is bevoegd tot het nader vaststellen van de inrichting van de onder de directoraten-generaal, de clusters M&M en BO, Logius en RvIG ressorterende organisatieonderdelen, na advisering door de directeur P&O.

  • 3 De secretaris-generaal is bevoegd tot het nader vaststellen van de inrichting van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst op voordracht van de directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en na advisering van de directeur P&O.

  • 4 De secretaris-generaal en de directeuren-generaal van Algemene Bestuursdienst, Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk en van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst stellen met inachtneming van dit besluit ten behoeve van hun dienst- of organisatieonderdelen periodiek een capaciteitsplan vast.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 29 is vernummerd tot artikel 30.

Paragraaf 4.2. Overige taken

Artikel 30

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Tot de taak van de directoraten-generaal, de clusters M&M en BO, RvIG en Logius behoort voorts de uitvoering van andere taken dan hiervoor genoemd, in opdracht van de bewindspersonen, de secretaris-generaal of de plaatsvervangend secretaris-generaal, voor zover hogere wet- en regelgeving zich daartegen niet verzet.

  • 2 Tot de taak van de in dit besluit genoemde organisatieonderdelen, ressorterend onder de dienstonderdelen genoemd in het eerste lid, behoort voorts de uitvoering van andere taken dan vermeld, in opdracht van de bewindspersonen, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of het diensthoofd, voor zover hogere wet- en regelgeving zich daartegen niet verzet.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 30 is vernummerd tot artikel 31.

Paragraaf 4.3. Beheer

Artikel 31

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De directeur P&O is belast met het beheer van dit besluit.

  • 2 De secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal en de algemeen directeuren Logius en RvIG, ieder voor zover het hen aangaat, zijn verantwoordelijk voor een juiste, volledige en tijdige aanlevering aan de directeur P&O van de gegevens die een goed beheer van dit besluit mogelijk maken.

  • 3 Het beheer en de aanlevering van gegevens geschieden met inachtneming van de desbetreffende (richtlijnen inzake) administratieve organisatiebeschrijvingen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 31 is vernummerd tot artikel 32.

Artikel 32

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Wijziging van dit besluit is voorbehouden aan de Minister en geschiedt op voordracht van de directeur P&O.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 32 is vernummerd tot artikel 33.

Paragraaf 4.4. Slotbepalingen

Artikel 33

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 23 maart 2022, met uitzondering van artikel 8 tweede lid onderdeel h en derde lid onderdeel d, die werken terug tot en met 22 april 2022, artikel 14 derde lid, dat werkt terug tot en met 2 mei 2022 en artikel 11 derde lid onderdeel g dat werkt terug tot en met 19 mei 2022.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 33 is vernummerd tot artikel 34.

Artikel 34

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit BZK 2023.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 34 is vernummerd tot artikel 35.

Artikel 35

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Het Organisatiebesluit BZK 2020 wordt met ingang van 23 maart 2022 ingetrokken.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 13194, datum inwerkingtreding 25-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

Artikel 35 is vernummerd tot artikel 36.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.G.J. Bruins Slot

Naar boven