Beleidsregel macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg vanaf 2023

Geraadpleegd op 31-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 15-05-2024.
Geldend van 22-03-2023 t/m heden

Beleidsregel Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg vanaf 2023 – BR/REG-23151, Nederlandse Zorgautoriteit

Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om een grens vast te stellen op grond van artikel 50, tweede lid, Wmg.

Ingevolge artikel 52, aanhef en onder f, Wmg worden grenzen, als bedoeld in artikel 50, tweede lid, Wmg, die uit deze beleidsregel voortvloeien ambtshalve door de NZa vastgesteld.

Ingevolge artikel 59 aanhef en onder c, Wmg heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met brieven van 28 november 2013 (kenmerk 169317-113129-MC) en 8 juli 2014 (kenmerk 377960-121393-MC) ten behoeve van de voorliggende beleidsregel aan de NZa een aanwijzing op grond van artikel 7 Wmg gegeven.

1. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (ggz) als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet.

2. Doel van de beleidsregel

Doel van deze beleidsregel is vastlegging van de wijze waarop de NZa ontstane overschrijdingen van het budgettair kader zorg (bkz) betrekking hebbend op de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg met behulp van een macrobeheersinstrument (mbi) achteraf redresseert.

3. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

4. Grenzen

  • 1 De NZa stelt (zo mogelijk) voorafgaand aan het kalenderjaar t ambtshalve in een beschikking als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder c, Wmg, een bovengrens vast. De som van de door afzonderlijke zorgaanbieders gezamenlijk in jaar t te realiseren omzet mag deze bovengrens niet overschrijden.

  • 2 De NZa stelt (zo mogelijk) voorafgaand aan het kalenderjaar t ambtshalve in een beschikking als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder c, Wmg een individuele bovengrens per individuele zorgaanbieder vast.

  • 3 De NZa maakt de hiervoor genoemde beschikkingen bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door mededeling van de vaststelling ervan in de Staatscourant.

5. Macrobeheersinstrument

  • 1 Indien sprake blijkt (te zijn geweest) van een overschrijding van de bovengrens als bedoeld in artikel 4 eerste lid, maakt de NZa die overschrijding op last van de minister ongedaan met gebruikmaking van het macrobeheersinstrument (mbi).

  • 2 Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat de in artikel 4 eerste lid genoemde bovengrens in jaar t niet is overschreden, stelt de NZa de bovengrens ambtshalve vast. De hoogte van de grens wordt bepaald door de som van de door afzonderlijke zorgaanbieders gezamenlijk in jaar t gerealiseerde omzetten.

    Ook deze beschikking maakt de NZa bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door mededeling van de vaststelling ervan in de Staatscourant.

  • 3 Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat en met welk bedrag de in het eerste lid genoemde bovengrens wel is overschreden, stelt de NZa voor elke zorgaanbieder vast welk deel van deze overschrijding aan haar wordt toegerekend.

  • 4 De individuele grens is, indien de macrogrens is overschreden, gelijk aan het procentuele aandeel van de gerealiseerde omzet van die zorgaanbieder in de totale omzet van dat jaar van alle zorgaanbieders gezamenlijk, vermenigvuldigd met de macrogrens. De NZa rekent het in het vorige lid bedoelde bedrag van de overschrijding toe door het bedrag van de individuele grens af te trekken van de door de individuele aanbieder gerealiseerde omzet.

  • 5 De NZa geeft de zorgaanbieder een aanwijzing tot afdracht van het in het vorige lid bedoelde bedrag aan het Zorgverzekeringsfonds. De aanwijzing vermeldt een betalingstermijn.

  • 6 De NZa kan besluiten om voorafgaand aan de in het vorige lid bedoelde aanwijzing één of meer (voorlopige) beschikkingen af te geven.

  • 7 Indien de kosten van de afdracht en inning van het af te dragen bedrag hoger zijn dan de baten, kan de NZa inning achterwege laten.

  • 8 De NZa neemt bij de toerekening voor het bepalen van de hoogte van de omzet de volgende onderdelen mee:

    • de gerealiseerde omzet geneeskundige ggz.

  • 9 De NZa legt in de regeling ‘Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg vanaf 2023’ vast op welke wijze en op welk moment zorgverzekeraars haar over de gerealiseerde omzet van de zorgaanbieders dienen te informeren.

Artikel 6. Slotbepalingen

  • 6.1 Intrekken oude beleidsregel(s)

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de volgende beleidsregel ingetrokken: De beleidsregel 'Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg vanaf 2020' met kenmerk BR/REG-20150.

  • 6.2 Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

    De beleidsregel genoemd in artikel 6.1 blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

  • 6.3 Inwerkingtreding / Bekendmaking

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onderdeel e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

  • 6.4 Citeertitel

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg vanaf 2023.

  1. In het kader van deze beleidsregel gaat het uitsluitend om geneeskundige geestelijke gezondheidszorg. ^ [1]
  2. Tenzij anders vermeld, wordt met jaar t schadelastjaar t bedoeld. ^ [2]
Naar boven