Artikel 5. Onderdelen ter vaststelling van de tariefopbouw
In dit artikel worden de onderdelen voor de vaststelling van de tariefopbouw weergegeven.
1. Basis verloskundige zorgprestaties
a. Arbeidskostencomponent
De arbeidskostencomponent van het tarief bedraagt € 119.226 (definitief niveau 2023).
b. Praktijkkostenbestanddeel
Het praktijkkostenbestanddeel van het tarief bedraagt € 71.143 (definitief niveau
2023). Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de volgende elementen:
c. Rekennorm
De rekennorm bedraagt 106,6 zorgeenheden per jaar.
2. Overige (aanvullende) verloskundige zorgprestaties
a. Termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is/specifieke diagnose echo
Het rekeninkomen bedraagt € 2.461 (definitief niveau 2023). In de berekening van het
rekeninkomen voor de echo wordt uitgegaan van het inkomensbestanddeel van het maximumtarief
per bevalling. Dit zijn 261 werkbare dagen van 8 uur, 15 minuten meerwerk van de verloskundige
per echo en 172 echo's per verloskundige (143 eerste echo’s en 29 tweede en volgende
echo’s).
De rekenkosten bedragen € 5.437 (definitief niveau 2023). In de berekening van de
rekenkosten voor de echo (investeringskosten en de materiaalkosten) is uitgegaan van
één echoapparaat per 2,5 verloskundigen.
De rekennorm bedraagt 143 abonnementen per jaar.
b. Het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging
De arbeidskostencomponent van het tarief bedraagt € 119.226 (definitief niveau 2023).
Het praktijkkostenbestanddeel van het tarief bedraagt € 71.143(definitief niveau 2023).
Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de volgende elementen:
De rekennorm bedraagt 1.540 werkbare uren.
c. Prenatale screening counseling
Het tarief voor de prenatale screening counseling bestaat uit twee onderdelen, vanwege
de meerkosten voor de prenatale screening counseling als gevolg van de invoering van
de counseling over de 13-wekenecho per 1 augustus 2021.
Het aandeel van het (maximum)tarief dat aanbieders van verloskundige zorg in rekening
mogen brengen voor de meerkosten is gebaseerd op de normatieve arbeidskostencomponent
van € 119.226 (definitief niveau 2023) en 1.540 werkbare uren per jaar.
Voor het deel van het tarief voor de prenatale screening counseling exclusief de meerkosten
als gevolg van de invoering van de counseling over de 13-wekenecho geldt het onderstaande:
Het praktijkkostenbestanddeel van het tarief bedraagt € 71.143 (definitief niveau
2023). Het praktijkkostenbestanddeel is alleen opgebouwd uit personeelskosten.
De rekennorm bedraagt 1.425 verrichtingen per jaar.
Het meerkostendeel van het tarief als gevolg van de invoering van de counseling over
de 13-wekenecho bedraagt: € 20,20 (definitief niveau 2023).
d. Cardiotocogram (ctg) bij minder leven, naderende serotiniteit en het van buitenaf
draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging.
De arbeidskostencomponent van het tarief bedraagt € 17.071 (definitief niveau 2023).
Het praktijkkostenbestanddeel van het tarief bedraagt € 48.916 (definitief niveau
2023). Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de volgende elementen:
De rekennorm bedraagt 250 ctg’s per jaar.
3. Indexatie van inkomens- en praktijkkostenbestanddeel ter vaststelling van de tariefopbouw
Jaarlijks vindt een aanpassing (indexering) van zowel het inkomens- als het praktijkkostenbestanddeel
plaats. De wijze van indexeren is geregeld in de Beleidsregel indexering.
Artikel 6. Totstandkoming (maximum)tarieven
1. Basis verloskundige zorgprestaties
a. Volledige verloskundige zorg
Het maximumtarief per volledige verloskundige zorg is de uitkomst van de rekenomzet
(arbeidskostencomponent (zie artikel 5.1.a) + praktijkkostenbestanddeel (zie artikel 5.1.b)) gedeeld door de rekennorm (zie
artikel 5.1.c). Dit maximumtarief wordt éénmalig in de regelgeving 2024 verminderd
met een bedrag van € 1,44 (definitief niveau 2023) om te schonen voor dubbele bekostiging
in verband met het invoeren van de tijdelijke toeslag interactieve prenatale groepszorg.
Deze schoning wordt toegepast op het tarief van de volledig verloskundige zorg en
de verschillende deelprestaties prenatale verloskundige zorg. De schoning wordt niet
toegepast in het tarief voor volledig verloskundige zorg dat wordt gebruikt om de
tarieven voor de deelprestaties natale verloskundige zorg en postnatale verloskundige
zorg af te leiden.
b. Volledige prenatale verloskundige zorg
Het maximumtarief voor de volledige prenatale verloskundige zorg bedraagt 37% van
het maximumtarief van de volledige verloskundige zorg.
c. Volledige natale verloskundige zorg
Het maximumtarief voor de volledige natale verloskundige zorg bedraagt 40,5% van het
maximumtarief van de volledige verloskundige zorg.
d. Volledige postnatale verloskundige zorg
Het maximumtarief voor de volledige postnatale verloskundige zorg bedraagt 22,5% van
het maximumtarief van de volledige verloskundige zorg.
e. Prenatale verloskundige zorg bij miskraam of verwijzing van de cliënt naar het
ziekenhuis/de medisch specialistische zorg
Het maximumtarief voor prenatale verloskundige zorg bij miskraam of verwijzing van
de cliënt naar het ziekenhuis/de medisch specialistische zorg bedraagt:
-
– in de periode van 0 tot en met 14 weken van de zwangerschap: 34% van het maximumtarief
van de volledige prenatale zorg;
-
– in de periode van 15 tot en met 29 weken van de zwangerschap: 51% van het maximumtarief
van de volledige prenatale zorg;
-
– in de periode na 29 weken van de zwangerschap, maar vóór de bevalling: 115% van het
maximumtarief van de volledige prenatale zorg.
f. Prenatale verloskundige zorg bij overdracht van de cliënt naar andere zorgaanbieder
tijdens de zwangerschap
Het maximumtarief voor prenatale verloskundige zorg bij overdracht van de cliënt aan
andere zorgaanbieder tijdens de zwangerschap bedraagt:
-
– in de periode van 0 tot en met 14 weken van de zwangerschap: voor eerste zorgaanbieder
17% en voor tweede zorgaanbieder 100% van het maximumtarief van de volledige prenatale
zorg;
-
– in de periode van 15 tot en met 29 weken van de zwangerschap: voor eerste zorgaanbieder
51% en voor tweede zorgaanbieder 66% van het maximumtarief van de volledige prenatale
zorg;
-
– in de periode na 29 weken van de zwangerschap, maar vóór de bevalling: voor eerste
zorgaanbieder 72% en voor tweede zorgaanbieder 45% van het maximumtarief van de volledige
prenatale zorg.
2. Toeslagen
a. Toeslag opslagwijken
Over de basis verloskundige zorgprestaties aan cliënten woonachtig in een opslagwijk
kan een toeslag in rekening worden gebracht.
De hoogte van de toeslag bedraagt 23%.
De vaststelling van de opslagwijken vindt plaats conform de systematiek zoals omschreven
in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.
De vaststelling van de opslaggebieden vindt plaats op grond van een door de NZa uitgevoerd
onderzoek. De NZa hanteert voor de berekening van de achterstandsindex CBS-gegevens
op postcode 6- en postcode 5-niveau. Per postcode-6-gebied wordt bepaald welke postcodes
in de achterstandsgebieden voorkomen. De achterstandsindex wordt gebaseerd op de volgende
criteria:
-
– percentage inwoners met laag inkomen;
-
– percentage niet-actieven;
-
– percentage niet-Westerse allochtonen of midden-Oost-Europeaan;
Verzekerden woonachtig in de betreffende postcodes worden aangemerkt als woonachtig
in een opslagwijk.
b. Toeslag regeling Medische zorg Asielzoekers (RMA) in centrale opvang
Voor de basis verloskundige zorgprestaties aan RMA-verzekerden in de centrale opvang
kan een toeslag in rekening worden gebracht. De hoogte van de toeslag bedraagt 23%.
c. Toeslag structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede
lijn
Over de basis verloskundige zorgprestaties kan een toeslag in rekening worden gebracht
als sprake is van aanvullende maatregelen of werkzaamheden vanuit de eerste lijn vanwege
structureel verminderde beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn. De hoogte
van de toeslag bedraagt maximaal 40%. Deze toeslag kan enkel in rekening worden gebracht
als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
– De toeslag op de reguliere tarieven dient om aanvullende maatregelen of werkzaamheden
vanuit de eerste lijn te dekken, veroorzaakt door een structureel verminderde beschikbaarheid
of bereikbaarheid van de tweede lijn.
-
– De toeslag kan enkel in rekening worden gebracht indien voor een aanzienlijk deel
van de populatie van de betreffende verloskundige praktijk structureel verminderde
beschikbaarheid of bereikbaarheid van de tweede lijn geldt.
-
– De aanvullende maatregelen en/of werkzaamheden zijn erop gericht om de verloskundige
activiteiten zo lang mogelijk vanuit de eerste lijn uit te voeren, daar waar het enige
alternatief vroegtijdige overdracht aan de tweede lijn is.
-
– De toeslag kan alleen in rekening worden gebracht als de zorgverlener met de zorgverzekeraar
van de cliënt hiervoor een overeenkomst heeft. In deze overeenkomst staan de aanvullende
eerstelijns verloskundige maatregelen en/of werkzaamheden, en de hoogte van de in
rekening te brengen toeslag vastgelegd. Voor het in rekening brengen van deze toeslag
is het niet vereist dat er tevens een overeenkomst tussen zorgverlener en de zorgverzekeraar
van de cliënt is gesloten met betrekking tot de basis verloskundige zorg (deel)prestaties.
d. Toeslag 1e lijns geboortecentrum
Bij bevalling in een geboortecentrum kan naast het maximumtarief voor de verschillende
(deel)prestaties verloskundige zorg ook de toeslag 1e lijns geboortecentrum in rekening
worden gebracht. Hierbij geldt het maximumtarief voor de poliklinische bevallingen
niet door een gynaecoloog met partusassistentie (190043, 190045, 190047), zoals vastgelegd
in de prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische zorg.
Deze toeslag kan in rekening worden gebracht aan de cliënt of zijn zorgverzekeraar
bij verloskundige zorgverlening vanuit een geboortecentrum. Een geboortecentrum is
in dit verband een locatie, anders dan thuis, waar laag risico zwangeren kunnen bevallen
onder verantwoordelijkheid van een eerstelijns verloskundig professional. Hierbij
zijn er in ieder geval faciliteiten die een normaal verloop van de baring kunnen ondersteunen.
Onderdeel van de prestatie toeslag 1e lijns geboortecentrum is ook de partusassistentie,
inclusief het starttarief voor partusassistentie. De prestaties betreffende partusassistentie,
opgenomen in de thans geldende Beleidsregel kraamzorg als ‘assistentie van kraamzorg bij de bevalling’, kunnen niet naast deze toeslag
worden gedeclareerd.
De zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de toeslag met inachtneming
van het geldende maximumtarief via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen
aan een andere zorgaanbieder.
Ook een andere zorgaanbieder dan de zorgaanbieder die verloskundige zorg levert aan
de betrokken cliënt heeft de mogelijkheid om deze toeslag in rekening te brengen bij
de cliënt of zijn zorgverzekeraar.
e. Toeslag 1e lijns geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas
Bij bevalling in een geboortecentrum met lachgassedatie kan ook de toeslag 1e lijns
geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas in rekening worden gebracht, naast het
maximumtarief voor de verschillende (deel)prestaties verloskundige zorg. Het tarief
voor deze toeslag bedraagt de optelsom van het maximumtarief voor de poliklinische
bevallingen niet door een gynaecoloog met partusassistentie (190043, 190045, 190047)
plus de ‘toeslag lachgassedatie bij poliklinische bevalling niet door een gynaecoloog’
(199803) zoals vastgelegd in de prestatie- en tariefbeschikking medisch-specialistische
zorg.
Deze toeslag dient om natale en postnatale zorg in een eerstelijns geboortecentrum
te faciliteren, waarbij pijn wordt bestreden door een lachgasmengsel toe te dienen.
Lachgassedatie is een beheersbare farmacologische techniek, zorgvuldig uitgevoerd
door een hiertoe geschoolde verloskundige in een omgeving met adequate toedienings-
en afzuigingsmogelijkheden. Hierbij ademt de cliënt een variabele combinatie van lachgas
en zuurstof via een neusmasker in om een gevoel van ontspanning en geruststelling
bij de cliënt te bereiken. Gedurende de gehele sedatie blijft de cliënt het gasmengsel
inademen, en blijven de beschermende vitale reflexen intact.
Het tarief kan enkel in rekening worden gebracht als over deze prestatie samenwerkingsafspraken
zijn gemaakt op het niveau van het verloskundig samenwerkingsverband. Onderdeel van
de prestatie toeslag 1e lijns geboortecentrum is ook de partusassistentie, inclusief
het starttarief voor partusassistentie. De prestaties betreffende partusassistentie,
opgenomen in de thans geldende Beleidsregel kraamzorg als ‘assistentie van kraamzorg bij de bevalling’, kunnen niet naast deze toeslag
worden gedeclareerd.
De toeslag 1e lijns geboortecentrum met beschikbaarheid lachgas mag niet in rekening
worden gebracht als voor de betrokken cliënt de toeslag 1e lijns geboortecentrum al
in rekening is gebracht.
De zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de toeslag met inachtneming
van het geldende maximumtarief via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen
aan een andere zorgaanbieder. Ook een andere zorgaanbieder dan de zorgaanbieder die
verloskundige zorg levert aan de betrokken cliënt heeft de mogelijkheid om deze toeslag
in rekening te brengen bij de cliënt of zijn zorgverzekeraar.
f. Toeslag integrale geboortezorg
Naast het maximumtarief voor de verschillende (deel)prestaties verloskundige zorg
kan ook een toeslag integrale geboortezorg per zwangere vrouw in rekening worden gebracht.
Deze toeslag biedt aanvullende tariefruimte om de kwaliteit van verloskundige zorg
te verbeteren, inclusief de bevordering van de samenwerking en professionalisering
binnen de verloskundige keten. Een onderdeel hiervan kan de inzet van een medisch
specialist gedurende het eerstelijns verloskundig traject zijn (het meekijkconsult).
De toeslag kan alleen in rekening worden gebracht als hiervoor een overeenkomst is
gesloten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar van de cliënt. In de overeenkomst
zijn de inhoud van de te leveren zorg en de hoogte van het in rekening te brengen
tarief vastgelegd.
Deze toeslag kan enkel in rekening worden gebracht als er ook verloskundige zorg is
geleverd aan de betrokken cliënt.
De zorgverzekeraar heeft de mogelijkheid om deze toeslag overeen te komen met een
andere zorgaanbieder dan de zorgaanbieder die verloskundige zorg levert aan de betrokken
cliënt.
Een voorbeeld van deze andere zorgaanbieder kan zijn een gezamenlijke juridische entiteit
zijn, waarin naast de eerstelijns verloskundige ook de andere disciplines binnen de
verloskundige keten deelnemen. De toeslag kan één keer per zwangere vrouw in rekening
worden gebracht door een zorgaanbieder aan een zorgverzekeraar. De toeslag kan, of
delen van de toeslag kunnen, met inachtneming van het geldende maximumtarief in rekening
worden gebracht aan een andere zorgaanbieder.
Het maximumtarief van de toeslag integrale geboortezorg bedraagt 10% van het tarief
van de prestatie volledige verloskundige zorg.
g. Tijdelijke toeslag inzet tolk per 15 minuten
De toeslag inzet tolk is een toeslag voor zorg geleverd aan cliënten met een dusdanige
taalbarrière om zorg in het kader van zwangerschap en geboorte effectief te ontvangen.
De inzet van een tolk is conform de “Inhoudelijk kader inzet tolken anderstaligen”,
waarbij de erkende talentolk conform de kwaliteitsstandaard professioneel tolk handelt
en de inzet noodzakelijk is ten behoeve van de zorgverlening.
De tolk wordt ingezet tijdens de directe zorglevering van de zorgaanbieder aan de
cliënt en mag per vijftien minuten worden gedeclareerd. Het toeslagtarief bedraagt
een maximumtarief van € 25,53 (definitief niveau 2023) per prestatie. Dit maximumtarief
is overgenomen uit ‘De verantwoording tarieven Zorgprestatiemodel’ van 1 juli 2021
vanuit de GGZ, waarbij het tarief voor deze toeslag is gebaseerd op kostprijsinformatie
van de tolk anderstaligen.
h. Tijdelijke toeslag interactieve prenatale groepszorg
Interactieve prenatale groepszorg is een zorgmodel voor interactieve, groepsgewijze,
prenatale, verloskundige zorg. Zorglevering volgens dit model kent een andere kostenopbouw
dan waar de reguliere verloskundige prestaties op gebaseerd zijn. Dit verschil in
kosten wordt gecompenseerd met deze tijdelijke toeslag.
Naast het maximumtarief voor de verschillende (deel)prestaties verloskundige zorg,
kan een zorgaanbieder tevens éénmalig de tijdelijke toeslag interactieve prenatale
groepszorg per zwangerschap in rekening brengen. Deze toeslag kan enkel in rekening
worden gebracht voor het leveren van verloskundige zorg in interactieve groepsvorm
aan de betrokken cliënt in de prenatale zorgfase. Het toeslagtarief voor de prestatie
tijdelijke toeslag interactieve prenatale groepszorg betreft een maximumtarief van
€ 66,73 (definitief niveau 2023).
3. Overige (aanvullende) verloskundige zorgprestaties
a. Termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is
Het maximum abonnementstarief voor een algemeen termijn echoscopisch onderzoek ten
behoeve van de datering van de zwangerschap is de uitkomst van de rekenomzet (rekeninkomen
+ rekenkosten) gedeeld door de rekennorm (zie artikel 5.2.a).
b. Specifieke diagnose echo
Het maximumtarief voor een specifieke diagnose echo is de uitkomst van het maximumtarief
voor een termijnecho om vast te stellen hoe lang iemand zwanger is (zie artikel 6.3.a)
gedeeld door factor 1,2.
De volgende specifieke diagnose echo’s worden onderscheiden:
-
1. De biometrie echo: het beoordelen van de groei van het kind;
-
2. De echo vanwege bloedverlies;
-
3. De begeleidingsecho bij het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging
naar hoofdligging;
-
4. De liggingsecho: het bepalen van de hoofdligging van het kind;
-
5. De echo lokalisatie placenta; vaststellen waar de placenta zich in de baarmoeder bevindt
in het derde trimester van de zwangerschap na vorming van het onderste uterussegment;
-
6. De vitaliteitsecho: vaststellen locatie en vitaliteit van de zwangerschap in het eerste
trimester van de zwangerschap.
c. Het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging
Het maximumtarief voor het van buitenaf draaien van het ongeboren kind van stuitligging
naar hoofdligging is de uitkomst van de rekenomzet (rekeninkomen + rekenkosten) gedeeld
door de rekennorm (zie artikel 5.2.b).
d. Prenatale screening counseling
Het maximumtarief voor de counseling is de som van de uitkomst van het praktijkkostenbestanddeel
gedeeld door de rekennorm en de meerkosten van de counseling als gevolg van de invoering
van de counseling over de 13-wekenecho (zie artikel 5.2.c).
e. Consult voor vrouw met kinderwens
Het maximumtarief voor ‘consult voor vrouw met kinderwens’ (zowel korter als langer
dan 20 minuten) wordt gelijkgesteld aan de hoogte van het maximumtarief voor de prestaties
consult passant (korter en langer dan 20 minuten) zoals beschreven in artikel 5.2.3
van de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.
Het tarief voor een consult voor vrouw met kinderwens kan niet in rekening worden
gebracht als de zorgverlener voor de betreffende cliënt ook het inschrijftarief declareert,
volgens de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg onder artikel 5.2.1.
In dat geval kan de zorg gedeclareerd worden vanuit de reguliere prestatie 5.2.2 consult,
volgens de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.
f. IUD (spiraaltje) of etonogestrel implantatiestaafje aanbrengen/implanteren of verwijderen
Het maximumtarief voor de prestatie wordt gelijkgesteld aan de hoogte van het maximumtarief
voor de prestatie zoals beschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire
zorg.
Deze prestatie kan niet in rekening worden gebracht als de zorgaanbieder voor de betreffende
cliënt ook het inschrijftarief declareert (zoals beschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg
en multidisciplinaire zorg onder artikel 5.2.1). In dat geval kan de zorg gedeclareerd
worden via de prestatie ‘IUD aanbrengen/implanteren of verwijderen etonogestrel implantatiestaafje’
binnen de regelgeving in de huisartsenzorg.
g. Cardiotocogram (ctg) bij minder leven, naderende serotiniteit en het van buitenaf
draaien van het ongeboren kind van stuitligging naar hoofdligging.
Het maximumtarief voor de ctg is de uitkomst van de som van de arbeidskostencomponent
en het praktijkkostenbestanddeel gedeeld door de rekennorm.
De ctg prestatie is inclusief de bijbehorende echo. Een ‘specifieke diagnose echo’
mag niet parallel aan de ctg prestatie op dezelfde kalenderdag worden gedeclareerd.
4. Onderlinge dienstverlening
Onderlinge dienstverlening
De levering van (onderdelen van) de prestaties op het gebied van de verloskundige
zorg door een zorgaanbieder in opdracht van een andere zorgaanbieder. De eerstgenoemde
zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De
laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende
zorgaanbieder’.
De uitvoerende zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de prestaties
op het gebied van de verloskundige zorg met inachtneming van de geldende maximumtarieven,
in opdracht van de opdrachtgevende zorgverlener via onderlinge dienstverlening in
rekening te brengen aan de opdrachtgevende zorgaanbieder.
5. Max-max tarieven
De maximumtarieven berekend op basis van de artikelen 6.1.a tot en met f en 6.3.a
tot en met g kunnen ten hoogste met 10% worden verhoogd indien hieraan een schriftelijke
overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar ten grondslag
ligt.
Een tarief dat niet hoger is dan berekend op basis van de artikelen 6.1.a tot en met
f en 6.3.a tot en met g kan aan een ieder in rekening worden gebracht.
Een verhoogd maximumtarief kan uitsluitend in rekening worden gebracht aan:
-
– de ziektekostenverzekeraar met wie het verhoogde maximumtarief schriftelijk is overeengekomen,
of
-
– de verzekerde ten behoeve van wie een ziektekostenverzekering met betrekking tot verloskundige
zorg is gesloten bij een ziektekostenverzekeraar met wie een zodanig verhoogd maximumtarief
schriftelijk is overeengekomen.
6. Structurele taakstelling 2012
Als gevolg van de door de Minister van VWS opgelegde taakstelling zoals verwoord in
de aanwijzing d.d. 16 december 2011 met kenmerk MC U 3093364, worden de uitkomsten
van de tariefberekening voor overige verloskundige prestaties zoals verwoord in de
artikelen 6.3.a tot en met 6.3.d, structureel verlaagd met 1,16%.
7. Vergoeding (gederfd) rendement eigen vermogen
In deze beleidsregel is een component voor het (gederfd) rendement op het eigen vermogen
van 0,31% toegevoegd aan de structurele tariefcomponenten die de tarieven voor de
overige zorggerelateerde prestaties onderbouwen. Het opslagpercentage dient als vergoeding
voor de eigen vermogenskosten waarmee de zorgaanbieder ondernemersrisico’s kan opvangen.