Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg 2024–2043

[Regeling vervalt per 01-01-2044.]
Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 15-05-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg 2024–2043, Nederlandse Zorgautoriteit

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheidtot het toekennen van een beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wmg.

Gelet op artikel 59, onderdeel e, van de Wmg, heeft de Minister van VWS met brief van 10 maart 2020, met kenmerk 1642169-201362-CZ ten behoeve van de voorliggende beleidsregel, een aanwijzing op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven. Deze aanwijzing dateert van 10 maart en heeft als kenmerk 1642169-201362-CZ. Deze aanwijzing is gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 15715.

Op de beschikbaarheidbijdrage is titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht (‘subsidies’) van toepassing.

Artikel 1. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op academische zorg die betrekking heeft op medisch specialistische zorg geleverd door universitaire medische centra en het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

Doel van deze beleidsregel is het bekostigen van kapitaallasten in verband met academische zorg die betrekking heeft op medisch specialistische zorg.

Artikel 3. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • Besluit: Besluit Beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012, Staatsblad 2012, nr. 396.

  • Academische zorg: Hieronder wordt verstaan het uitvoeren van topreferente zorg en innovatieve zorg, en de ontwikkeling van nieuw vormen van diagnostiek en behandeling. De uitgebreide omschrijving van academische zorg is opgenomen in onderdeel B van de bijlage bij het Besluit.

  • DHAZ-convenant: Het tussen de ministeries van VWS, OC&W en de NFU overeengekomen convenant Decentralisatie Huisvesting Academische Ziekenhuizen (DHAZ).

    Op grond van dit convenant, dat geldt sinds 2004, konden en kunnen de universitaire medische centra beschikken over een jaarlijks investeringskader (voor instandhoudinginvesteringen en vervangende nieuwbouw).

  • Beschikbaarheidbijdrage: Een bijdrage als genoemd in artikel 56a Wmg.

  • Minister: De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 4. Algemeen

  • 4.1 Aangewezen vormen van zorg

    Bij of krachtens het Besluit is door de minister een aantal vormen van zorg aangewezen waarvoor de NZa een beschikbaarheidbijdrage kan vaststellen. Mede op basis van dit Besluit heeft de NZa onderhavig beleid ten aanzien van de verlening van de beschikbaarheidbijdrage voor 2020 vastgesteld. De kapitaallasten in verband met academische zorg die betrekking heeft op medisch specialistische zorg van de universitaire medische centra kunnen in aanmerking komen voor een beschikbaarheidbijdrage.

  • 4.2 Ambtshalve toepassing artikel 56a

    Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg. Aan een zorgaanbieder die op grond van lid 7 wordt belast met een dienst van algemeen belang ter zake van academische zorg, kan de NZa een beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in lid 1 verlenen.

  • 4.3 Verlening beschikbaarheidbijdrage

    De NZa wijst voor een beschikbaarheidbijdrage die aanbieders aan die in 2023 ook een vergoeding voor instandhoudingsinvesteringen ten laste van de DHAZ middelen ontvingen. De hoogte van de beschikbaarheidbijdrage wordt bepaald volgens de berekeningswijze uit artikel 5.

    Op grond van de aanwijzing van de minister (kenmerk 1642169-201362-CZ) komen uitsluitend de acht zorgaanbieders in aanmerking die in 2012 ook een vergoeding hebben ontvangen voor de kapitaallasten die samenhangen met de publieke taken van universitair medisch centra plus het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis.

    Dit betreft naast het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis de volgende instellingen: Vrije Universiteit Medisch Centrum, Academisch Medisch Centrum Amsterdam, Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Universitair Medisch Centrum Sint Radboud Nijmegen, Universitair Medisch Centrum Maastricht, Universitair Medisch Centrum Groningen en Leids Universitair Medisch Centrum.

  • 4.4 Procedure verstrekken beschikbaarheidbijdrage

    De beleidsregel Uniform kader beschikbaarheidbijdrage NZa beschrijft de procedure die gehanteerd wordt ten aanzien van de verlening en de vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage door de NZa.

    In enkele gevallen is een uitzondering op de uniforme procedure nodig. Deze uitzondering staat in dat geval omschreven in onderhavige beleidsregel en bij de betreffende zorgfunctie.

Artikel 5. Hoogte van de beschikbaarheidbijdrage

  • 5.1 Omvang beschikbare middelen umc’s

    De omvang van het over de rechthebbenden te verdelen bedrag is gelijk aan het cumulatieve bedrag dat over 2023 is verdeeld plus de index 2024. Het totaal beschikbare bedrag voor op basis van prijspeil 2023 exclusief index 2024 bedraagt € 48.308.784.

  • 5.2 Jaarlijkse indexering

    De bedragen in deze beleidsregel zijn op prijspeil 2023. Hierbij is gerekend met de definitieve materiële index 2023. Bij de vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage wordt rekening gehouden met de definitieve materiele indexen 2024 en volgend. De voorlopige index 2024 die nog niet doorgevoerd is in de bedragen genoemd in de beleidsregel bedraagt 2,51%.

  • 5.3 Verlening en vaststelling umc’s

    • a. Het in artikel 5.1 genoemde beschikbare bedrag wordt verdeeld onder umc’s op basis van in 2003 gemaakte afspraken betreffende het langetermijn huisvestingsplan. Per umc is het relatieve aandeel in het totaal bepaald.

    • b. De te hanteren relatieve verhoudingen van ieder umc worden voor een periode van 5 jaar vastgezet in cohorten. Voor 2024 geldt het cohort 2024–2028.

    • c. Onderstaand is de opbouw van de cohorten opgenomen voor de beschikbaarheidbedragen kapitaallasten academische zorg zoals die aan de universitaire medische centra in de periode 2024 tot en met 2043 ambtshalve worden verleend.

      Tabel verdeling beschikbaarheidbijdrage

      BBKAZ

      2024–2028

      2029–2033

      2034–2038

      2039–2043

      UMCG

      12,978%

      13,539%

      13,452%

      14,145%

      Radboud

      10,466%

      10,217%

      10,969%

      10,903%

      UMCU

      15,728%

      17,629%

      18,098%

      16,163%

      AMC

      20,435%

      20,316%

      19,468%

      18,483%

      Vumc

      8,961%

      9,661%

      9,207%

      9,284%

      LUMC

      11,438%

      10,527%

      10,313%

      11,604%

      Erasmus

      12,781%

      12,055%

      11,776%

      11,425%

      MUMC

      7,213%

      6,056%

      6,717%

      7,993%

      Totaal

      100%

      100%

      100%

      100%

  • 5.4 Omvang beschikbare middelen Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis

    De omvang van de beschikbaarheidbijdrage is gelijk aan 2023 geïndexeerd naar prijsniveau 2024. Het totaal bedrag voor 2023 exclusief de index voor 2024 bedraagt € 1.963.386.

Artikel 6. Voorwaarden, voorschriften en beperkingen

  • 6.1 De bedragen van de beschikbaarheidbijdragen worden door de zorgaanbieder apart verantwoord in de betreffende jaarrekeningen.

  • 6.2 De mogelijkheid tot reservering voor het doel waarvoor een beschikbaarheidbijdrage voor kapitaallasten is verleend, is beperkt tot een periode van maximaal vier jaren met ingang van het jaar waarvoor de bijdrage is toegekend. Het bedrag dat is gereserveerd wordt apart verantwoord in de jaarrekening van de zorgaanbieder.

Artikel 7. Intrekking

Gelijktijdig met inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel ‘Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg 2020–2023’, met kenmerk BR/REG-20155, ingetrokken.

Artikel 8. Overgangsbepaling

De beleidsregel ‘Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg 2020–2023’ (kenmerk BR/REG-20155) blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeerregel

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang 1 januari 2024 en vervalt met ingang van 1 januari 2044.

Ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, zal deze beleidsregel in de Staatscourant worden geplaatst.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg 2024–2043’.

Naar boven