Regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer 2023

Geraadpleegd op 02-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-05-2024 en zichtdatum 20-05-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer 2023

Met verwijzing naar de artikelen 21, 132 en 140 van het Reglement van Orde wordt de volgende Regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer 2023 vastgesteld:

Artikel 1. (Definitiebepalingen)

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. (Bestemming bijdrage)

  • 1 Fracties ontvangen van de Eerste Kamer een bijdrage als tegemoetkoming in de kosten die nodig zijn voor de bekostiging van inhoudelijke, administratieve en organisatorische ondersteuning van die fractie.

  • 2 De bijdrage wordt niet gebruikt ter bekostiging van:

    • a. uitgaven in strijd met wettelijke bepalingen;

    • b. betalingen aan politieke partijen, dan wel met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c. giften, behoudens in het maatschappelijk verkeer gebruikelijke geschenken in het kader van bijzondere gebeurtenissen;

    • d. uitgaven die dienen te worden bestreden uit vergoedingen die de leden ingevolge de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer toekomen of

    • e. kantoor- en werkruimte buiten de gebouwen van de Staten-Generaal, behoudens incidentele huur van een vergaderruimte.

  • 3 Investeringsgoederen kunnen slechts worden aangeschaft voor zover die niet door de Eerste Kamer ter beschikking worden gesteld, en met inachtneming van de voor de Eerste Kamer geldende inkoopregelingen. Hierover dient steeds tevoren overleg plaats te vinden met de Griffier. Aangeschafte investeringsgoederen zijn eigendom van de Eerste Kamer en worden geacht in bruikleen aan de desbetreffende fractie te zijn verstrekt.

  • 4 Bij twijfel omtrent de aanvaardbaarheid van uitgaven in de zin van deze regeling, besluit het College van Voorzitter en Ondervoorzitters.

Artikel 3. (Overeenkomsten fractiemedewerkers en stagiairs)

  • 1 Iedere fractie kan schriftelijke arbeidsovereenkomsten dan wel dienstverleningsovereenkomsten aangaan met:

    • a. een of meerdere fractiemedewerkers en

    • b. maximaal twee stagiairs.

  • 2 De in het vorige lid bedoelde medewerkers zijn niet in dienst van de Eerste Kamer. Alle financiële verplichtingen die voortvloeien uit een schriftelijke arbeidsovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst tussen een fractie en een fractiemedewerker of stagiair komen rechtstreeks voor rekening van die fractie.

  • 3 Voor iedere in het eerste lid bedoelde medewerker overlegt de fractie aan de griffie een verklaring omtrent het gedrag, alsmede een getekende geheimhoudingsverklaring, opgesteld overeenkomstig bijlage I bij deze regeling.

  • 4 Op verzoek van het College van Voorzitter en Ondervoorzitters wordt inzage gegeven in de in het eerste lid bedoelde overeenkomsten.

Artikel 4. (Omvang bijdrage)

  • 1 De jaarlijkse bijdrage aan de fracties bestaat uit een basisbedrag van 110.984 euro voor elke fractie en een bedrag van 8.150 euro per Kamerzetel.

  • 2 Het College van Voorzitter en Ondervoorzitters indexeert ieder kalenderjaar de in het eerste lid genoemde bedragen aan de hand van de prijs- en loonontwikkelingen en met gebruikmaking van de Handleiding Overheidstarieven die jaarlijks wordt vastgesteld.

Artikel 5. (Wijzigingen na verkiezingen)

  • 1 Indien het zeteltal van een fractie door verkiezingen wijzigt, gaat de verandering van de bijdrage in:

    • a. bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de vierde maand na de eerste vergadering van de nieuw gekozen Kamer;

    • b. bij toeneming van het zeteltal: op de eerste dag van de kalendermaand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen Kamer plaatsvindt.

  • 2 Indien een fractie als gevolg van verkiezingen ophoudt te bestaan, vervalt de bijdrage op de eerste dag van de tweede kalendermaand na de eerste vergadering van de nieuw gekozen Kamer.

  • 3 Indien een fractie als gevolg van verkiezingen nieuw in de Kamer komt, ontvangt zij vanaf de verkiezingsdatum de bijdrage.

  • 4 Indien een fractie als gevolg van verkiezingen nieuw in de Kamer komt, maar naar objectieve maatstaven beschouwd moet worden als een voortzetting van een fractie tijdens de vorige zitting, is:

    • a. bij vermindering of toeneming van het zeteltal het eerste lid van toepassing op deze fractie;

    • b. het tweede lid niet van toepassing.

    Bij twijfel besluit het College van Voorzitter en Ondervoorzitters.

Artikel 6. (Financiële gevolgen fusie)

Indien tijdens een zitting een fusie van fracties plaatsvindt, heeft de nieuwe fractie aanspraak op één basisbedrag als bedoeld in artikel 4, eerste lid, en op een bedrag per Kamerzetel.

Artikel 7. (Financiële gevolgen splitsing)

  • 1 Indien zich tijdens een zitting van de Eerste Kamer een splitsing voordoet in een fractie, wordt het basisbedrag als bedoeld in artikel 4, eerste lid, tussen de oorspronkelijke fractie en de nieuw gevormde fractie of fracties verdeeld naar rato van het aantal Kamerzetels van de betrokken fracties. Hierbij wordt, indien nodig, afgerond tot hele bedragen.

  • 2 De oorspronkelijke fractie en de nieuw gevormde fractie of fracties hebben daarnaast aanspraak op een bedrag per Kamerzetel.

Artikel 8. (Bevoorschotting)

De fracties ontvangen per kalenderjaar de volgende voorschotten:

  • a. voor 15 januari 60% van de bijdrage en,

  • b. voor 15 juli 40% van de bijdrage.

Artikel 9. (Bestedingsspecificatie over bijdrage aan fractie)

  • 1 Iedere fractie dient ieder kalenderjaar voor 1 april een bestedingsspecificatie in bij de Griffier over het voorgaande kalenderjaar. De bestedingsspecificatie wordt opgesteld overeenkomstig bijlage II bij deze regeling.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid dient iedere fractie aan het einde van de zitting en uiterlijk vier weken na de datum van de eerste vergadering van de nieuw gekozen Eerste Kamer een bestedingsspecificatie in bij de Griffier voor de periode die loopt van 1 januari van het verkiezingsjaar tot aan de datum van de eerste vergadering van de nieuw gekozen Eerste Kamer. Indien het een fractie betreft die als gevolg van verkiezingen ophoudt te bestaan, bedraagt de termijn uiterlijk acht weken na de datum van de eerste vergadering en bestrijkt de bestedingsspecificatie de periode die loopt van 1 januari van het verkiezingsjaar tot aan de datum waarop ingevolge artikel 5, tweede lid, de bijdrage aan de fractie vervalt.

  • 3 De Griffier stelt na ontvangst van een bestedingsspecificatie als bedoeld in het eerste of tweede lid binnen twee maanden na ontvangst van die bestedingsspecificatie vast:

    • a. het totaal aan uitgaven van de fractie dat in het kalenderjaar uit de bijdrage is bekostigd;

    • b. de verrekening en, waar nodig, terugvordering van de teveel ontvangen bijdrage. De Eerste Kamer kan het verschil verrekenen met het eerstvolgende voorschot, bedoeld in artikel 8. Indien aan het eind van de zitting een negatief saldo resteert, zijn de leden van de fractie hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling.

  • 4 Indien tijdens een zitting een fusie van fracties plaatsvindt, maakt de nieuw gevormde fractie in de bestedingsspecificatie, bedoeld in het eerste lid, een onderscheid tussen de bestedingen voor de datum van de fusie en de bestedingen daarna. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de leden van de nieuw gevormde fractie hoofdelijk aansprakelijk zijn indien aan het eind van de zitting een negatief saldo resteert.

  • 5 Indien zich tijdens de zitting een splitsing voordoet, dient de oorspronkelijke fractie binnen twee maanden een bestedingsspecificatie in bij de Griffier over de periode van 1 januari van het lopende kalenderjaar tot aan de datum van splitsing. De Griffier stelt binnen één maand na ontvangst van die bestedingsspecificatie vast:

    • a. het totaal aan uitgaven van de fractie dat in de betreffende periode uit de bijdrage is bekostigd; en,

    • b. het ontvangen voorschot, het naar tijdgelang te ontvangen voorschot en de te verrekenen kosten en teveel ontvangen bijdrage. Het saldo van die afrekening wordt toegerekend aan de oorspronkelijke fractie. In het geval van een negatief saldo zijn de leden van de oorspronkelijke fractie hoofdelijk aansprakelijk voor de terugbetaling aan de Eerste Kamer.

Artikel 10. (Controle)

  • 1 De Auditdienst Rijk neemt de controle van deze regeling mee in zijn jaarlijkse controlecyclus.

  • 2 De Auditdienst Rijk kan op eigen initiatief de Eerste Kamer, respectievelijk de fractie, verzoeken inzicht te bieden in de controlewerkzaamheden. De Kamer, respectievelijk de fractie, verleent hieraan medewerking en stelt daartoe, conform artikel 5 van het Besluit Auditdienst Rijk, alle relevante documentatie ter beschikking.

Artikel 11. (Openbaarmaking)

De Griffier plaatst de vastgestelde bestedingsspecificaties, bedoeld in artikel 9, zo spoedig mogelijk op de website van de Eerste Kamer.

Artikel 12. (Vervallen regeling)

Met ingang van de inwerkingtreding van deze regeling komt de Regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer, op 10 december 2020 vastgesteld door de Huishoudelijke Commissie en op 15 december 2020 goedgekeurd door het College van Senioren, te vervallen.

Naar boven