Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 06-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2021.
Geldend van 01-04-2021 t/m heden

Wetstechnische informatie voor Artikel XL

Informatie geldend op 01-04-2021

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die betrekking hebben op dit artikel

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar het hoofdstuk, paragraaf e.d. waar dit artikel deel van uitmaakt

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(geldig op 01-04-2021)

Opmerking

Deze wet is van toepassing op digitaal procederen. Zie voor de procedures en gerechten waarvoor digitaal procederen geldt het Overzicht gefaseerde inwerkingtreding op www.rijksoverheid.nl/KEI.
Ontstaansbron Inwerkingtreding
Datum van inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ondertekening Bekendmaking Kamerstukken Ondertekening Bekendmaking Opmerking
Wijziging 13-07-2016 Stb. 2016, 290 34212 Alg. 1
01-04-2021 Wijziging 13-07-2016 Stb. 2016, 290 34212 04-02-2021 Stb. 2021, 81 Alg. 2, Inwtr. 3
01-09-2017 Wijziging 13-07-2016 Stb. 2016, 290 34212 01-05-2017 Stb. 2017, 174 Alg. 4, Inwtr. 5
01-03-2017 Nieuwe-regeling 13-07-2016 Stb. 2016, 290 34212 25-01-2017 Stb. 2017, 16 Alg. 6, Inwtr. 7

Opmerkingen

  1. Onderdeel D, derde, vierde en vijfde onderdeel, G, derde onderdeel, I, tweede en derde onderdeel, en J, derde onderdeel.1)
  2. Onderdelen B, C, voor zover het betreft artikel 3, tweede en vierde lid, I, eerste onderdeel, voor zover het betreft artikel 10, eerste lid, J, voor zover het betreft artikel 11, eerste lid, en L.2)
  3. De onderdelen B, C, voor zover het betreft artikel 3, tweede en vierde lid, I, eerste onderdeel, voor zover het betreft artikel 10,eerste lid, J, voor zover het betreft artikel 11, eerste lid, en L treden uitsluitend in werking voor zover het betreft verzoekprocedures bij de Hoge Raad.3)
  4. Onderdelen A, B, C, met uitzondering van artikel 3, vierde lid, D, eerste, tweede en zesde onderdeel, E, F, G, eerste en tweede onderdeel, H, I, eerste onderdeel, J, met uitzondering van artikel 11, derde lid, K tot en met Q.4)
  5. De onderdelen A, tweede onderdeel, B, C, met uitzondering van artikel 3, vierde lid, D, eerste, tweede en zesde onderdeel, E, eerste onderdeel, F, G, eerste en tweede onderdeel, H, eerste en derde onderdeel, I, eerste onderdeel, J, met uitzondering van artikel 11, derde lid, K, L en N, treden uitsluitend in werking zover het betreft vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen en met uitzondering van procedures die worden ingesteld op grond van de artikelen 254, 438, tweede tot en met vijfde lid, 486, eerste lid, 613, 642q, 771 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 27 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 122 van de Faillissementswet en de Onteigeningswet.
    De onderdelen D, eerste, tweede en zesde onderdeel, E, eerste onderdeel, G, eerste en tweede onderdeel, H, eerste en derde onderdeel, K, en N treden eveneens in werking voor vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.5)
  6. Onderdelen A, tweede onderdeel, B, C, met uitzondering van artikel 3, tweede en vierde lid, F, I, eerste onderdeel, J, met uitzondering van artikel 11, derde lid, en L.6)
  7. De onderdelen A, tweede onderdeel, B, C, met uitzondering van artikel 3, tweede en vierde lid, F, I, eerste onderdeel, J, met uitzondering van artikel 11, derde lid, en L, treden uitsluitend in werking voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.7)
Naar boven