Handleiding Impuls 2020, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

[Regeling materieel uitgewerkt per 15-10-2022.]
Geraadpleegd op 30-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 26-05-2020 t/m heden

Handleiding Impuls 2020, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

1. Inleiding

1.1. Achtergrond

Het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (hierna te noemen Regieorgaan SIA), onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), heeft als taak de ontwikkeling van het praktijkgericht onderzoek van hogescholen te stimuleren en voert daartoe onder andere de Impuls 2020 uit.

Door de COVID-19-crisis wordt de continuïteit van het praktijkgericht onderzoek bij hogescholen sterk onder druk gezet. Onderzoeksprojecten lopen vertraging op of worden stopgezet, praktijkpartners hebben minder mogelijkheden en nieuwe projecten zijn lastiger op te starten. Regieorgaan SIA wil de hogescholen ondersteunen bij het behouden van hun infrastructuur voor praktijkgericht onderzoek.

2. Doel

Deze Impuls 2020 is bedoeld voor het behoud en de versterking van de infrastructuur van het praktijkgericht onderzoek van de hogeschool omdat deze onder druk staat door de COVID-19 crisis.

Regieorgaan SIA wil de hogescholen ondersteunen bij het behouden van hun infrastructuur voor praktijkgericht onderzoek. Zo kunnen hogescholen ook in deze periode hun rol als kennisinstelling in de regio innemen. Tegelijkertijd wordt hiermee geïnvesteerd in de versterking van deze rol in de toekomst. Met deze impuls beoogt Regieorgaan SIA de hogescholen te ondersteunen bij de doorontwikkeling en professionalisering van het onderzoek, ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van het praktijkgericht onderzoek.

Met de financiële middelen van de Impuls 2020 kan een hogeschool investeren in de onderzoeksinfrastructuur. Hierbij kan worden gedacht aan het aantrekken van (ondersteunend) onderzoekspersoneel, in materiaal, of activiteiten ten dienste van visie- of netwerkvorming van de onderzoeksfunctie van de hogeschool voor een betere strategische postionering. De middelen zijn ook bedoeld voor de onderlinge afstemming tussen hogescholen en de verbinding van het onderzoek met regionale en nationale partners in het kader van de NWA en het missiegedreven innovatiebeleid.

3. Richtlijnen voor aanvragers

3.1. Wie kan subsidie aanvragen

De aanvrager dient een door de overheid bekostigde hogeschool (hierna te noemen aanvrager) te zijn, zoals bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).

De persoon die de subsidie-aanvraag (aanvraag) indient in ISAAC wordt geacht hiertoe te zijn gemachtigd door het College van Bestuur van de aanvragende hogeschool.

De aanvrager ontvangt alle correspondentie met betrekking tot de aangevraagde subsidie.

3.2. Wanneer kan aangevraagd worden

Aanvragen kunnen doorlopend worden ingediend tot uiterlijk 15 oktober 2020, 14:00:00 uur CEST. Aanvragen die na deze deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

3.3. Hoe wordt de aanvraag opgesteld en ingediend

Een volledige aanvraag omvat de volgende documenten:

  • het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;

  • het inhoudelijk bestedingsplan;

  • de begroting in excel met aangevraagde subsidie en kostenonderbouwing;

Het indienen van een aanvraag gebeurt via het aanvraag- en rapportagesysteem ISAAC.

Het is verplicht de via ISAAC beschikbare documenten te gebruiken.

De directe link naar deze regeling in ISAAC is: https://www.isaac.nwo.nl/subsidieaanvraag?extref=SPRIMP01

De aanvrager is verplicht de aanvraag via zijn/haar ISAAC-account in te dienen. Indien de aanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal één werkdag voor het indienen van de aanvraag aan te maken in verband met het tijdig kunnen verhelpen van eventuele aanmeldproblemen.

Het inlogscherm ISAAC is bereikbaar via: www.isaac.nwo.nl

De handleiding ISAAC is bereikbaar via: www.isaac.nwo.nl/help

De ISAAC helpdesk is bereikbaar via: isaac.helpdesk@nwo.nl

3.4. Subsidievoorwaarden

Voor alle aanvragen geldt de ‘NWO-subsidieregeling 2017’, tenzij daarvan wordt afgeweken in deze regeling.

De impulsmiddelen zijn bestemd voor het behouden en versterken van de infrastructuur van praktijkgericht onderzoek. De middelen kunnen besteed worden aan het aantrekken van (ondersteunend) onderzoekspersoneel, voor materiaal ter versterking van de onderzoeksfunctie of activiteiten ten dienste van visie- of netwerkvorming van de onderzoeksfunctie van de hogeschool.

De middelen zijn ook bedoeld om te besteden aan de onderlinge afstemming tussen hogescholen en de verbinding met de diverse regionale en nationale partners (zowel uit de praktijk, onderzoek als overheden) in het kader van de NWA en het missiegedreven innovatiebeleid. Een deel van de middelen dient te worden besteed aan netwerkvorming, visievorming en eventueel andere activiteiten t.b.v. een betere strategische positionering van het onderzoek van de hogeschool.

De middelen kunnen niet ingezet worden als cofinanciering voor projectsubsidies van Regieorgaan SIA. De middelen kunnen ook niet worden ingezet voor onderwijsactiviteiten.

De subsidie kan tot uiterlijk 31 december 2021 worden besteed. Besteding van de subsidie na 31 december 2021 is niet mogelijk. Het beoogde traject dient te starten uiterlijk drie maanden na subsidieverlening. De subsidiegelden zijn uitsluitend bestemd voor het uitvoeren van de activiteiten die zijn vastgesteld in de gehonoreerde aanvraag. Subsidiëring van (deel) activiteiten die reeds zijn gesubsidieerd vanuit andere bronnen, is niet mogelijk.

Open Access publicatie

Als ondertekenaar van de Berlin Declaration on Open Access to Knowledge in the Sciences and Humanities (2003) zet NWO zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat door NWO gefinancierd wordt vrij toegankelijk te maken via internet (open access). Daarmee geeft NWO invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek open access te maken. Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze regeling dienen daarom onmiddellijk (op het moment van publicatie) open access beschikbaar te zijn. NWO accepteert daarbij verschillende routes:

  • publicatie in een open access tijdschrift,

  • deponeren van een versie van het artikel in een repository, of

  • publicatie in een hybride tijdschrift waarover de VSNU overeenkomsten heeft gemaakt met uitgevers. Zie daarover:www.openaccess.nl.

Eventuele kosten voor publiceren in open access tijdschriften kunnen worden begroot in de trajectbegroting. NWO vergoedt geen kosten voor publicaties in hybride tijdschriften. Deze voorwaarden geldt voor alle vormen van wetenschappelijke publicaties voortkomend uit deze regeling. Ook wetenschappelijke monografieën, edited volumes, proceedings en hoofdstukken. Voor een nadere toelichting op het open access beleid van NWO zie: www.nwo.nl/openscience.

Ethische aspecten

Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) of een Dier Experimenten Commissie (DEC) nodig. Daarnaast is voor bepaalde onderzoeksprojecten een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO).

Let op: Is voor het onderzoekstraject goedkeuring van een ethische toetsingscommissie of anderszins noodzakelijk? In dat geval wordt de aanvraag voorwaardelijk toegekend. Pas wanneer Regieorgaan SIA een kopie van de goedkeuring heeft ontvangen, wordt de toekenning definitief.

Datamanagement

Bij goed onderzoek hoort verantwoord datamanagement. Regieorgaan SIA streeft ernaar dat onderzoeksdata, die voortkomen uit onderzoek gefinancierd met publieke middelen, zo veel mogelijk duurzaam beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. Regieorgaan SIA wil bovendien het bewustzijn bij onderzoekers over het belang van verantwoord datamanagement vergroten. De datamanagementparagraaf maakt daarom deel uit van de aanvraag.

Indien er onderzoeksactiviteiten (bijv. via de financiering van een onderzoeker) ten laste komen van het budget van deze impuls, dan dient de aanvrager vier vragen te beantwoorden over datamanagement binnen de beoogde onderzoeksactiviteiten. Zij worden dus gevraagd om reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat deze vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al bij het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Aanvragers kunnen zelf aangeven welke onderzoeksdata zij voor opslag en hergebruik relevant achten.

De datamanagementparagraaf in de aanvraag wordt niet meegenomen in de beoordeling en derhalve ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al of niet te honoreren. Regieorgaan SIA kan wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf.

Nagoya Protocol

Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht geworden en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing, ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (http://www.absfocalpoint.nl/). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.

De hogeschool verplicht zich na honorering van de aanvraag deel te nemen aan het monitoring- en evaluatiekader toegelicht onder hoofdstuk 5.

3.5. Financiële voorwaarden

De kosten die met deze subsidie gefinancierd kunnen worden, betreffen de gemaakte en/of betaalde loonkosten en materiële kosten, gebaseerd op kostprijs, inclusief eventuele niet-verrekenbare btw.

Loonkosten hogescholen

Voor de loonkosten worden de tarieven conform de Handleiding Overheidstarieven (HOT) uit het jaar 2017 gehanteerd. De tarieven 2017 mogen voor de gehele looptijd van de subsidie worden toegepast. De toegestane tarieven in de HOT betreffen uitsluitend de tarieven conform de volgende tabel.

Schaal

Kostendekkend tarief per uur

 

Schaal

Kostendekkend tarief per uur

1

43

10

72

2

46

11

79

3

48

12

87

4

53

13

95

5

53

14

103

6

56

15

111

7

59

16

119

8

63

17

127

9

68

18

136

Tabel: integrale loonkosten per salarisschaal 2017 (bedragen in euro’s)

Deze tarieven zijn integraal toepasbaar en het hanteren van deze tarieven is zonder toelichting of berekening toegestaan.

Het tarief van een medewerker wordt bepaald op basis van de cao hbo inschaling van de betreffende medewerker. Hogere tarieven dan de HOT zijn niet toegestaan.

Lagere tarieven dan de HOT zijn wel toegestaan, maar mogen niet willekeurig worden opgevoerd. Eventuele lagere tarieven moeten kunnen worden onderbouwd, bijvoorbeeld op basis van een interne kostprijsberekening.

De instellingsaccountant hoeft hier geen accountantscontrole toe te passen; tarieven lager dan de HOT zijn voor Regieorgaan SIA altijd akkoord. Alleen consistente toepassing is vereist.

Materiële kosten

Onder materiële kosten wordt verstaan de aan de uitvoering van de aanvraag verbonden kosten als verbruik van materialen, hulpmiddelen, prototypes, testopstellingen, inhuur van externen bijvoorbeeld voor netwerkactiviteiten en overige kosten zoals dienstreizen en publicaties.

Aanschaffingen van machines en apparatuur worden niet tot de trajectkosten gerekend. Voor machines en apparatuur kunnen slechts de aan het traject toe te rekenen afschrijvingskosten of leasetermijnen worden opgevoerd.

Afschrijvingstermijnen worden berekend op basis van de historische aanschafprijs exclusief financieringskosten, een lineaire afschrijvingsmethode en een levensduur van vijf jaar. Opvoering van kosten voor gebruik van apparatuur ouder dan vijf jaar is dus niet mogelijk.

De kosten voor open access kunnen worden opgevoerd. Zie hiertoe paragraaf 3.4.

Overige voorwaarden

De aangevraagde subsidiebedragen in de ingediende begroting voor loonkosten en materiële kosten gelden als maxima. Verschuivingen tussen en binnen deze posten kan alleen als hier gedurende de looptijd een wijzingsverzoek voor wordt ingediend.

4. Procedure

4.1. Ontvankelijkheid

Aanvragen voor de Impuls 2020 kunnen doorlopend worden ingediend, tot aan de sluitingsdatum 15 oktober 2020, 14:00:00 uur CEST.

Iedere, via ISAAC, ingediende aanvraag wordt direct geregistreerd door middel van een dossiernummer. Dit dossiernummer geldt als vast kenmerk voor alle verdere correspondentie.

De aanvraag wordt zo snel mogelijk na ontvangst gecontroleerd op volledigheid en vormvereisten. De ontvankelijkheidseisen zijn:

  • maximaal één gehonoreerde aanvraag per hogeschool;

  • er wordt niet meer aangevraagd dan het maximale bedrag zoals vastgesteld in de bijlage;

  • volledig ingevuld en door de voorzitter van het College van Bestuur ondertekend aanvraagformulier;

  • aangeleverd inhoudelijk bestedingsplan;

  • aangeleverde begroting.

Indien de aanvraag hieraan voldoet, wordt deze ontvankelijk verklaard. De aanvrager ontvangt daarvan bericht.

Voldoet de aanvraag niet aan de volledigheid en vormvereisten, dan wordt de aanvrager de mogelijkheid geboden de ontbrekende gegevens binnen een daartoe gestelde termijn te verstrekken.

Indien de ontbrekende gegevens binnen de gestelde termijn worden aangeleverd en akkoord worden bevonden, wordt de aanvraag alsnog ontvankelijk verklaard en in behandeling genomen. De aanvrager ontvangt daarvan bericht, het streven is maximaal 5 werkdagen na indiening.

Indien de ontbrekende gegevens niet binnen de gestelde termijn zijn verstrekt, wordt de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard en niet in behandeling genomen. De aanvrager ontvangt daarvan bericht, het streven is maximaal 5 werkdagen na indiening.

4.2. Beoordeling

Voor de beoordeling van de Impuls 2020 aanvraag, vraagt Regieorgaan SIA geen extern advies. Het bureau van Regieorgaan SIA beoordeelt de aanvraag op basis van de voorwaarden zoals vermeld onder paragraaf 4.3. Alle personen en -medewerkers die betrokken zijn bij de beoordeling en besluitneming, zijn gehouden aan de NWO–code omgang met persoonlijke belangen (www.nwo.nl/code).

Indien een aanvraag niet met een voldoende wordt beoordeeld is er mogelijkheid tot herindiening tot de sluiting van de regeling.

4.3. Beoordelingscriteria

De aanvraag wordt beoordeeld op de volgende punten:

  • 1 Past het inhoudelijk bestedingsplan binnen de doelstelling van de Impuls 2020, zoals geformuleerd in hoofdstuk 2 en staat de beoogde inzet in verhouding tot het beoogde doel van de aanvraag?

  • 2 Worden de begrote middelen ingezet binnen de kaders zoals gesteld in paragraaf 3.4?

Elk criterium wordt beoordeeld met een voldoende of een onvoldoende. Op elk van de genoemde criteria moet een voldoende worden gescoord om in aanmerking te komen voor honorering.

4.4. Besluitvorming

Voor de beoordeling van aanvragen die worden ingediend in deze ronde vraagt Regieorgaan SIA geen extern advies. Het bureau van Regieorgaan SIA beoordeelt de aanvraag op basis van de criteria zoals vermeld in paragraaf 4.3. De directeur van Regieorgaan SIA is door de Raad van bestuur van NWO gemandateerd om een besluit te nemen. Het Regieorgaan SIA streeft ernaar om binnen twee weken na het in behandeling nemen van de aanvraag een besluit te nemen.

In een bezwaar- en beroepsprocedure is voorzien. Informatie hierover vindt u op de website van NWO.

5. Uitvoering

De aanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van het traject en treedt op als penvoerder. De aanvrager benoemt de (beoogde) contactpersoon.

De subsidie wordt als volgt beschikbaar gesteld:

  • 90% van het maximale subsidiebedrag (voorschot) binnen vier weken na de startdatum van het traject;

  • restantbetaling binnen vier weken na het besluit omtrent vaststelling van het definitieve subsidiebedrag.

Monitoring en evaluatie

In paragraaf 3.5 is aangegeven dat de hogeschool zich veplicht mee te werken aan het monitoring- en evaluatiekader van Regieorgaan SIA.

De hogeschool legt op twee momenten verantwoording af; in mei 2021 via een korte inhoudelijke tussenrapportage en uiterlijk drie maanden na afloop van de looptijd via een inhoudelijke- en financiële eindrapportage.

Daarnaast zal tussentijds door Regieorgaan SIA met enige regelmaat gevraagd worden inzicht te geven in de voorgenomen thematische keuzes en strategische samenwerkingspartners.

De wijze waarop Regieorgaan SIA geïnformeerd wenst te worden, wordt kenbaar gemaakt in het subsidiebesluit dat volgt bij toekenning van subsidie.

Wijzigingsverzoeken

Voor iedere substantiële wijziging in het gesubsidieerde trajectvoorstel is schriftelijke toestemming van Regieorgaan SIA vereist. Wat verstaan wordt onder substantiële wijzigingen wordt kenbaar gemaakt in het subsidiebesluit dat volgt bij toekenning van subsidie.

6. Contact en overige informatie

Inhoudelijke vragen

Op de pagina Impuls 2020 op de website van Regieorgaan SIA is de meest recente informatie te vinden. Hier vindt u ook de contactgegevens van de programmamanager. Het aanvraagformulier, het model inhoudelijk bestedingsplan en het begrotingsformat worden via ISAAC beschikbaar gesteld.

Vragen van technische aard

Hiertoe verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk. Wij raden u aan eerst de ISAAC-handleiding door te nemen voordat u contact opneemt met de helpdesk.

De helpdesk van ISAAC is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 uur tot 17.00 uur, telefoonnummer 020-346 71 79. U kunt ook uw vraag per e-mail sturen naar isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.

Bijlage Maximale subsidie per hogeschool

In onderstaande tabel staat de maximaal beschikbare subsidie per hogeschool. De maximaal aan te vragen subsidie hangt af van de grootte van de hogeschool (gebaseerd op het aantal inschrijvingen in 2019, volgens het dashboard van de Vereniging Hogescholen, april 2020). Uitgangspunt is dat een hogeschool minimaal evenveel subsidie mag aanvragen als een andere hogeschool met minder studenten.

Hogeschool

Maximale subsidie

Aeres Hogeschool

€ 200.000

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 200.000

ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten

€ 200.000

Avans Hogeschool

€ 475.000

Breda University of Applied Sciences

€ 275.000

Christelijke Hogeschool Ede

€ 250.000

Codarts Rotterdam

€ 75.000

De Haagse Hogeschool

€ 475.000

Design Academy Eindhoven

€ 75.000

Driestar Hogeschool

€ 100.000

Fontys Hogescholen

€ 550.000

Gerrit Rietveld Academie

€ 75.000

Hanzehogeschool Groningen

€ 475.000

HAS Hogeschool

€ 225.000

Hogeschool de Kempel

€ 75.000

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 125.000

Hogeschool Inholland

€ 475.000

Hogeschool iPabo

€ 75.000

Hogeschool Leiden

€ 300.000

Hogeschool Rotterdam

€ 550.000

Hogeschool Utrecht

€ 550.000

Hogeschool van Amsterdam

€ 550.000

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 550.000

Hogeschool Viaa

€ 125.000

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

€ 250.000

Hotelschool The Hague

€ 175.000

HZ University of Applied Sciences

€ 250.000

Iselinge Hogeschool

€ 75.000

Katholieke Pabo Zwolle

€ 75.000

Marnix Academie

€ 100.000

NHL Stenden Hogeschool

€ 450.000

Saxion

€ 475.000

Thomas More Hogeschool

€ 75.000

Van Hall Larenstein University of Applied Sciences

€ 250.000

Windesheim

€ 450.000

Zuyd Hogeschool

€ 350.000

Totaal

€ 10.000.000

Naar boven