Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen

Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 15-05-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 52, aanhef en onderdeel e, van de Wmg, worden tarieven die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve vastgesteld door de NZa.

Gelet op artikel 59, aanhef en onder a, c, en f, van de Wmg, heeft de Minister van VWS met brieven van 3 juli 2019, met kenmerk 1549124-192760-PZO en van 29 juni 2020, met kenmerk 1708250-207156-PZO, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven.

Onder verwijzing naar artikel 58 van de Wmg, is in de voorliggende beleidsregel een experiment opgenomen. De daartoe vereiste aanwijzing van 3 juli 2019 met kenmerk 1549124-192760-PZO, bedoeld in artikel 59, aanhef en onder f, van de Wmg, is door de Minister van VWS aan de NZa gegeven. Deze aanwijzing is gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 2019, 38177.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (gzsp):

    generalistische geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen in de eerstelijn bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

  • dagdeel:

    een dagdeel is een periode van minimaal 2 aaneengesloten uren aanwezigheid van de patiënt met een maximum van vier aaneengesloten uren.

  • directe tijd:

    tijd waarin de zorgaanbieder in direct contact staat met de patiënt, of diens vertegenwoordiger zoals omschreven in art. 465 van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst.

  • NZa:

    Nederlandse Zorgautoriteit.

  • regiebehandelaar:

    functionaris die verantwoordelijk is voor het opstellen van het zorg- en behandelplan en voor het in multidisciplinair verband uitvoeren van het zorg- en behandelplan.

  • Wmg:

    Wet marktordening gezondheidszorg.

  • zorgaanbieder:

    • 1°. natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg in de zin van de Wmg verleent als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wmg;

    • 2°. natuurlijk persoon of rechtspersoon voor zover deze tarieven in rekening brengt namens, ten behoeve van of in verband met het verlenen van zorg door een zorgaanbieder als bedoeld onder 1°.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen op het gebied van geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

Artikel 3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen, zoals omschreven in artikel 1 van deze beleidsregel.

Artikel 4. Prestatiebeschrijvingen

In deze beleidsregel worden de volgende prestatiebeschrijvingen onderscheiden:

1. Zorg zoals specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten bieden

Deze prestatie omvat de volgende zorgverlening:

  • 1. gericht overleg met de behandelend arts (de huisarts van de patiënt of de hoofdbehandelaar van de patiënt, zoals omschreven in de Regeling medisch specialistische zorg);

  • 2. consulten gericht op medische advisering en/of interventies ter ondersteuning van de huisarts, dan wel hoofdbehandelaar zoals omschreven in de Regeling medisch specialistische zorg. Het gaat om contact met de patiënt zelf dan wel de vertegenwoordiger zoals omschreven in art. 465 van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst;

  • 3. diagnostiek na verwijzing bestaande uit (multidisciplinair) onderzoek ofwel ‘assessment’ om te bepalen welk zorg- en behandelplan een patiënt nodig heeft;

  • 4. uitvoering van en regie op het behandelplan, waarbij naast de eigen inzet ook meerdere disciplines met kennis van specifieke patiënt(groepen) kunnen worden aangestuurd om het behandeldoel te bereiken. Ook het systeem van de patiënt (de mantelzorg) kan bij de behandeling worden betrokken voor zover dit ten goede komt aan de patiënt. De behandeling is dan gericht op het aanleren van vaardigheden of gedrag aan het systeem van de patiënt. Het gaat om vaardigheden en gedrag over hoe om te gaan met de gevolgen van de aandoening, stoornis of beperking van de patiënt.

Aanvullende voorwaarden:

  • De regiebehandelaar stelt een individueel behandelplan op voor de patiënt. Deze voorwaarde geldt niet indien de zorgverlening aan de patiënt alleen gericht overleg met de behandelend arts van de patiënt betreft.

  • Wanneer er sprake is van zorg zoals artsen verstandelijk gehandicapten bieden op verzoek van de hoofdbehandelaar van de patiënt zoals omschreen in de Regeling medisch specialistische zorg, te weten:

  • gericht overleg met de behandelend arts, zijnde de hoofdbehandelaar van de patiënt zoals omschreven in de Regeling medisch specialistische zorg; of

  • consulten gericht op medische advisering en/of interventies ter ondersteuning van de hoofdbehandelaar zoals omschreven in de Regeling medisch specialistische zorg,

dan dient de zorg gedeclareerd te worden via de bekostiging van de medisch specialistische zorg.- Deze prestatie kan alleen in rekening worden gebracht voor zover er sprake is van directe tijd met de patiënt zelf dan wel de vertegenwoordiger zoals omschreven in art. 465 van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. Deze voorwaarde is niet van toepassing bij het gericht overleg met de behandelend arts van de patiënt.

  • Contact met andere zorgaanbieders en intercollegiaal/ multidisciplinair overleg anders dan gericht overleg met de behandelend arts van de patiënt kan niet apart in rekening worden gebracht, ook niet als de patiënt hierbij aanwezig is.

  • Inzet van paramedische deskundigheid is onder deze prestatie niet mogelijk.

De prestatie-eenheid voor deze prestatie is een uur.

2. Onderzoek voor toegang tot geriatrische revalidatiezorg

Uitvoeren van een geriatrisch assessment ten behoeve van het beoordelen of de patiënt verwezen kan worden naar de geriatrische revalidatiezorg. Deze prestatie omvat de volgende zorgverlening:

  • 1. diagnostiek na verwijzing, bestaande uit (multidisciplinair) onderzoek ofwel ‘assessment’ om te bepalen welk zorg- en behandelplan een patiënt nodig heeft;

  • 2. gericht overleg met de behandelend arts (de huisarts van de patiënt of de hoofdbehandelaar van de patiënt, zoals omschreven in de Regeling medisch specialistische zorg).

De prestatie-eenheid voor deze prestatie is een uur.

3. Zorg zoals gedragswetenschappers bieden

Deze prestatie omvat de volgende zorgverlening:

  • 1. gericht overleg met de behandelend arts (de huisarts van de patiënt of de hoofdbehandelaar van de patiënt, zoals omschreven in de Regeling medisch specialistische zorg);

  • 2. consulten gericht op gedragswetenschappelijke advisering en/of interventies (behandeling gericht op herstel en/of het aanleren van nieuwe vaardigheden of gedrag) ter ondersteuning van huisarts, dan wel hoofdbehandelaar zoals omschreven in de Regeling medisch specialistische zorg. Het gaat om contact met de patiënt zelf dan wel de vertegenwoordiger zoals omschreven in art. 465 van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst;

  • 3. diagnostiek na verwijzing, bestaande uit (multidisciplinair)onderzoek ofwel ‘assessment’ om te bepalen welk zorg- en behandelplan een patiënt nodig heeft;

  • 4. Uitvoering van en regie op het behandelplan, waarbij naast de eigen inzet ook andere disciplines met kennis van specifieke patiënt(groepen) kunnen worden aangestuurd om het behandeldoel te bereiken. Deze zorg omvat behandeling gericht op het verbeteren van het functioneren voor zover mogelijk, voorkomen van verergering en/of het handhaven van zelfstandigheid bijvoorbeeld door het aanleren van nieuwe vaardigheden of gedrag. Deze zorg is medisch noodzakelijk ter ondersteuning van de huisarts, dan wel hoofdbehandelaar zoals omschreven in de Regeling medisch specialistische zorg. De behandeling vindt plaats onder regie van een gedragswetenschapper met deskundigheid van specifieke aandoeningen en behandelingen.

  • 5. Ook het systeem van de patiënt (de mantelzorg) kan bij de behandeling worden betrokken voor zover dit ten goede komt aan de patiënt. De behandeling is dan gericht op het aanleren van vaardigheden of gedrag aan het systeem van de patiënt. Het gaat om vaardigheden en gedrag over hoe om te gaan met de gevolgen van de aandoening, stoornis of beperking van de patiënt.

Aanvullende voorwaarden:

  • De regiebehandelaar stelt een individueel behandelplan op voor de patiënt. Er moet een concreet en haalbaar behandeldoel zijn. De voorwaarde van een individueel behandelplan geldt niet indien de zorgverlening aan de patiënt alleen gericht overleg met de behandelend arts van de patiënt betreft.

  • Deze prestatie kan alleen in rekening worden gebracht voor zover er sprake is van directe tijd met de patiënt zelf dan wel de vertegenwoordiger zoals omschreven in art. 465 van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst. Deze voorwaarde is niet van toepassing bij het gericht overleg met de behandelend arts van de patiënt.

  • Contact met andere zorgaanbieders en intercollegiaal/ multidisciplinair overleg anders dan gericht overleg met de behandelend arts van de patiënt kan niet apart in rekening worden gebracht, ook niet als de patiënt hierbij aanwezig is.

  • Inzet van paramedische deskundigheid is onder deze prestatie niet mogelijk.

De prestatie-eenheid voor deze prestatie is een uur.

4. Paramedische zorg

Voor het declareren van de paramedische zorg kan gebruik worden gemaakt van de regelgeving eerstelijns paramedische zorg. Hieronder wordt verstaan:

5. Zorg in een groep aan kwetsbare patiënten

Zorg in een groep aan kwetsbare patiënten met somatische dan wel cognitieve problematiek, waaronder psychogeriatrische, met een intensieve zorgvraag. De dagbehandeling is een integraal programma en omvat tevens noodzakelijke persoonlijke verzorging, verpleging en individuele begeleiding. Alle zorg die in de groep geleverd wordt, kan niet tegelijkertijd als individuele prestatie in rekening worden gebracht.

De zorg is gericht op het herstel en/of het aanleren van vaardigheden, dan wel het stabiliseren van het functioneren en voorkoming van verergering van beperkingen en/of het leren omgaan met fysieke en/of cognitieve beperkingen. Daarnaast kan de zorg ook gericht zijn op behandelen, beheersbaar houden en vertragen van stemmings-, geheugen- en gedragsproblematiek.

Aanvullende voorwaarden:

  • Er zijn concrete en haalbare behandeldoelen die zijn vastgelegd in een individueel behandelplan.

  • De behandeling wordt geleverd door een multidisciplinair team. De regiebehandelaar stuurt het multidisciplinaire team aan en is verantwoordelijk voor het opstellen van het individueel behandelplan.

De prestatie-eenheid voor deze prestatie is een dagdeel.

6. Zorg in een groep aan patiënten met een lichamelijke handicap en/of aan patiënten met niet-aangeboren hersenletsel

De behandeling omvat multidisciplinaire zorg in een groep op basis van een individueel behandelplan ten behoeve van het:

  • 1. aanleren van vaardigheden ter vergroting van zelfregie en praktische zelfredzaamheid;

  • 2. aanleren van gezond gedrag ter voorkoming en vermindering van met niet-aangeboren hersenletsel (nah) of lichamelijke beperkingen verbonden gezondheidsproblematiek en gezondheidsrisico’s, zoals het optreden van psychische en maatschappelijke problemen;

  • 3. het voorkomen van gevolgen/complicaties van de aandoening of van het ontstaan van met de aandoening gerelateerde stoornissen.

Het behandelprogramma wordt aangeboden om betrokkene zoveel als mogelijk fysiek en psychisch te leren omgaan met de aandoening en beperkingen die uit de aandoening en beperkingen voortvloeien.

De behandeling is erop gericht de functionele autonomie van de patiënt te behouden en te bevorderen. De zorg beoogt achteruitgang en escalatie te voorkómen, gedrag hanteerbaar te maken en fysiek en psychisch functioneren te verbeteren.

De dagbehandeling is een integraal programma en omvat tevens noodzakelijke persoonlijke verzorging, verpleging en individuele begeleiding. Alle zorg die in de groep geleverd wordt, kan niet tegelijkertijd als individuele prestatie in rekening worden gebracht.

Het betreft multidisciplinaire behandeling in groepsverband in een specifieke setting van:

  • a. patiënten met (niet-aangeboren) hersenletsel (en hun directe naasten inzake het bewaken van de balans tussen draaglast en draagkracht van het mantelzorgsysteem) bij wie sprake is van complexe problematiek, gericht op het stabiliseren en leren omgaan met de stoornis en gevolgen van het niet-aangeboren hersenletsel en het verbeteren van het functioneren in de vorm van:

    • acceptatie en verliesverwerking;

    • cognitieve problematiek (met name als gevolg van stoornissen in informatieverwerking, aandacht en executief functioneren, sociale cognitie, emotieregulatie, initiatief name en ziekte-inzicht;

    • neuro-motorische stoornissen;

    • communicatieproblemen (o.a. afasie, spraakapraxie),

    • ernstig verstoorde energiebalans, en/of;

    • (vaak) leidend tot psychische problemen en/of gedragsproblematiek en tot ernstige beperkingen in het sociaal en maatschappelijk functioneren.

  • b. patiënten met een lichamelijke handicap (waar onder orgaanstoornissen en neuro-motorische stoornissen), gericht op het leren omgaan met de invaliderende gevolgen van de aandoening, op het benutten van restmogelijkheden in het kader van behoud van zelfredzaamheid, en op het stabiliseren van functioneren en voorkomen van verergering van klachten welke samenhangen met chronische aandoeningen.

Aanvullende voorwaarden:

  • De regiebehandelaar stuurt het multidisciplinaire team aan en is verantwoordelijk voor het opstellen van het individueel behandelplan;

  • De prestatie is geen vervanging van medisch specialistische revalidatie (msr) en geriatrische revalidatiezorg (grz).

De prestatie-eenheid voor deze prestatie is een dagdeel.

7. Zorg in een groep aan patiënten met de ziekte van Huntington

Zorg in een groep aan patiënten met de ziekte van Huntington. De concrete en haalbare behandeldoelen zijn vastgelegd in een individueel behandelplan. De behandeling wordt geleverd door een multidisciplinair team waarbij deskundigheid op het gebied van de ziekte van Huntington noodzakelijk is. Het multidisciplinair team staat onder regie van een regiebehandelaar. De dagbehandeling is een integraal programma en omvat tevens noodzakelijke persoonlijke verzorging, verpleging en individuele begeleiding. Alle zorg die in de groep geleverd wordt, kan niet tegelijkertijd als individuele prestatie in rekening worden gebracht. Tijdens de behandeling in een groep is direct inroepen van verpleegkundige zorg – voor zover medisch noodzakelijk ten tijde van de behandeling -mogelijk. Deze verpleegkundige zorg maakt daarmee ook onlosmakelijk onderdeel uit van de behandeling in een groep.

Aanvullende voorwaarden:

  • De regiebehandelaar stuurt het multidisciplinaire team aan en is verantwoordelijk voor het opstellen, aanpassen en bijstellen van het individueel behandelplan;

De prestatie-eenheid voor deze prestatie is een dagdeel.

8. Zorg aan patiënten met sterk gestoord gedrag en een lichte verstandelijke beperking (sglvg)

Behandeling voor patiënten met een lichte verstandelijke beperking, één of meer psychiatrische stoornissen en ernstige gedragsproblematiek. De gedragsproblematiek is in samenhang met de verstandelijke beperking en de psychiatrische stoornis(sen) ontstaan. De zorg is gericht op de vergroting van de competenties van de patiënt, zijn steunsysteem en zijn professionele netwerk ten aanzien van het leren omgaan met zijn beperkingen in het verstandelijk en adaptief functioneren. De zorg vindt plaats volgens het principe van stepped care. Deze prestatie omvat individuele behandeling en/of zorg in een groep.

De prestatie omvat de volgende zorgverlening:

  • Intake;

  • Integratieve, multidisciplinaire diagnostiek van de gedragsproblematiek;

  • Multidisciplinaire behandeling van de gedragsproblematiek op basis van een individueel behandelplan en gericht op de vermindering van gedragsproblematiek en psychische klachten, en eventueel op somatische klachten. Psycho-educatie van de patiënt, zijn persoonlijke steunsysteem en zijn professionele netwerk maakt integraal deel uit van de behandeling.

Aanvullende voorwaarden:

  • De regiebehandelaar stuurt het multidisciplinaire team aan en is verantwoordelijk voor het opstellen, aanpassen en bijstellen van het individueel behandelplan.

De prestatie-eenheid voor deze prestatie is een uur.

9. Reistoeslag zorgverlener

Onder reistoeslag zorgverlener wordt verstaan de reiskosten van een zorgverlener die zorg levert aan een patiënt op een ander adres dan de locatie van de zorgverlener.

Aanvullende voorwaarden:

  • De reistoeslag zorgverlener kan alleen in rekening worden gebracht in combinatie met de prestatie(s):

    • Zorg zoals specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten bieden; en/of

    • Onderzoek voor toegang tot geriatrische revalidatiezorg; en/of

    • Zorg zoals gedragswetenschappers bieden; en/of

    • Zorg aan patiënten met sterk gestoord gedrag en een lichte verstandelijke beperking (sglvg),

    zoals genoemd in artikel 4.1 tot en met 4.3 en 4.8 van deze beleidsregel.

  • De reistoeslag zorgverlener geldt per bezoek per patiënt.

10. Onderlinge dienstverlening

Er is sprake van onderlinge dienstverlening als de zorg die door een zorgaanbieder wordt verleend onderdeel uitmaakt van de beschrijving van door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie(s) op het gebied van de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.

De opdrachtgevende zorgaanbieder coördineert het zorgproces en fungeert als eerste aanspreekpunt voor de patiënt. De opdrachtgevende zorgaanbieder staat in voor de bevoegdheid en bekwaamheid van de andere betrokken zorgaanbieders. De uitvoerende zorgaanbieder brengt de prestatie onderlinge dienstverlening in rekening bij de opdrachtgevende zorgaanbieder die de prestatie bij de uitvoerende zorgaanbieder heeft aangevraagd.

11. Experimentprestatie

De experiment prestatie is een prestatie waarbinnen kan worden geëxperimenteerd met de bekostiging van zorg binnen de gzsp zoals beschreven in artikel 1 van deze beleidsregel, voor zover het gaat om individueel toewijsbare zorg. Binnen deze prestatie kunnen afspraken worden gemaakt over een integrale vorm van bekostiging die het interdisciplinaire karakter van de gzsp ondersteunt. De prestatie komt in plaats van de reguliere prestaties binnen deze beleidsregel; voor de zorg die onder de experimentprestatie valt, kunnen geen andere prestaties uit deze beleidsregel in rekening worden gebracht. De declaratie-eenheid en tariefhoogte is vrij. De prestatie kan alleen in rekening worden gebracht als hiervoor een schriftelijke overeenkomst is gesloten tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar van de patiënt. In de overeenkomst zijn de inhoud van de te leveren zorg, de declaratie-eenheid, de duur en de hoogte van het in rekening te brengen tarief vastgelegd.

Artikel 5. Tarieven

1. Tariefsoort

Voor de prestaties zoals beschreven in artikel 4.1, 4.2, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8 en 4.9 gelden maximumtarieven. Voor de prestaties beschreven in artikel 4.4, 4.10 en 4.11 gelden vrije tarieven.

2. Totstandkoming tarieven

De tarieven voor de prestaties zoals beschreven in artikel 4.1, 4.2, 4.3 en 4.9 zijn gebaseerd op de Beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg. In het ‘Verantwoordingsdocument Prestaties en tarieven langdurige zorg’ (d.d. 18 oktober 2018) zijn de tariefonderbouwingen nader uitgewerkt n.a.v. het kostenonderzoek langdurige zorg uit 2018.

De tarieven voor de prestaties zoals beschreven in artikel 4.1, 4.2 en 4.3 zijn als volgt opgebouwd:

  • Directe personeelskosten: gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 60–65 (4.3) en 65–75 (4.1 en 4.2);

  • Productiviteit: binnen het kostenonderzoek Wet langdurige zorg (Wlz) vastgesteld op 47%;

  • Indirecte kosten: opslagpercentage van 30,6%, gelijk aan de tarifering binnen de wijkverpleging.

De tarieven voor de prestaties zoals beschreven in artikel 4.5, 4.6, 4.7 en 4.8 zijn herijkt naar aanleiding van het kostenonderzoek geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen uit 2021. De onderbouwing van deze maximumtarieven staat in het ‘Verantwoordingsdocument gzsp/Wlz-behandelprestaties (zorg in een groep en sglvg)’, dat als bijlage bij deze beleidsregel is opgenomen.

In alle tarieven is een opslag van 1,17% opgenomen voor de vergoeding van het gederfde rendement op eigen vermogen (VGREV), om de kosten voor een financiële reserve te vergoeden. Jaarlijks vindt een aanpassing (indexering) van de tarieven plaats. De wijze van indexeren is geregeld in artikel 5.4.

3. Max-maxtarieven

De maximumtarieven, berekend op basis van artikel 5.2, kunnen ten hoogste met 10% worden verhoogd indien hier een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en zorgverzekeraar aan ten grondslag ligt. Met dit aanvullende maximum kunnen zorgverzekeraars en zorgaanbieders extra afspraken maken op het gebied van innovatie en kwaliteit.

Dit zogenaamde max-maxtarief kan uitsluitend in rekening worden gebracht aan (a) de zorgverzekeraar met wie het verhoogde maximumtarief is overeengekomen of (b) de verzekerde ten behoeve van wie een zorgverzekering met betrekking tot de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen is gesloten bij een zorgverzekeraar met wie een zodanig verhoogd maximumtarief schriftelijk is overeengekomen.

Een tarief dat niet hoger is dan berekend op basis van artikel 5.2 kan aan eenieder in rekening worden gebracht.

4. Indexatie

De tarieven worden jaarlijks trendmatig aangepast voor de ontwikkeling van de loonkosten, materiële kosten en kapitaallasten.

  • De loonkosten worden geïndexeerd op basis van de door het Ministerie van VWS aangegeven Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA).

  • Voor de materiële kosten wordt aangesloten bij het prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau (CEP).

  • De kapitaallasten worden geïndexeerd op basis van de gezondheidszorgindex (voorheen: bouwkostenindex) van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO). Deze TNO-gezondheidszorgindex vult de NZa aan met een prognose voor de ontwikkeling in de bouwkosten voor het lopende jaar. De prognose is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan, dat uitgebracht wordt door het Centraal Plan Bureau (CBP).

  • Met de brief van 20 september 2022 (kenmerk 3434939-1035019-FEZ) heeft VWS de NZa opdracht gegeven om voor de tariefberekening 2023 incidenteel aan te sluiten op de ramingen uit de Macro Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau. Dit geldt zowel voor de personele index als de materiële index.

  • De toe te passen index is het gewogen gemiddelde van de loon-, materiële- en kapitaalindices, waarbij wordt uitgegaan van de volgende verhoudingspercentages:

    • Voor de prestaties zoals beschreven in artikel 4.1, 4.2 en 4.3 wordt voor de indexatie het gewogen gemiddelde van 90% loonkosten en 10% materiële kosten toegepast.

    • Voor de prestatie zoals beschreven in artikel 4.5, 4.6, 4.7 en 4.8 zijn de verhoudingspercentages tussen loon- en materiële kosten en kapitaallasten terug te vinden in het ‘Verantwoordingsdocument gzsp/Wlz-behandelprestaties (zorg in een groep en sglvg), dat als bijlage bij deze beleidsregel is opgenomen.

    • Voor de prestatie zoals beschreven in artikel 4.9 wordt het gewogen gemiddelde van 90% loonkosten, 8% materiële kosten en 2% kapitaallasten toegepast.

Artikel 6. Intrekken en vervallen oude beleidsregels en wijzigingsbesluit

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen, met kenmerk BR/REG-22135a, ingetrokken.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt het Besluit houdende wijziging van de Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (kenmerk BR/REG-22135a), met kenmerk WB/REG-2022-01, ingetrokken.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de gepubliceerde maar nog niet in werking getreden Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen, met kenmerk BR/REG-23126, ingetrokken.

Artikel 7. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel en wijzigingsbesluit

De Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen met kenmerk BR/REG-22135a, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Het Besluit houdende wijziging van de Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (kenmerk BR/REG‑22135a), met kenmerk WB/REG-2022-01, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in dat besluit en die betrekking hebben op de periode waarvoor dat besluit gold.

Inwerkingtreding / Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, zal deze beleidsregel in de Staatscourant worden geplaatst.

De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.

Naar boven