Mandaatbesluit hoofden afdelingen Divisie Individuele Zaken 2023

Van het ingevolge artikel 1, eerste lid, van het Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2023 aan de hoofden van de afdelingen verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de senior selectiefunctionarissen en de senior adviseurs capaciteitsmanagement, ten aanzien van de aangelegenheden die hun team respectievelijk afdeling betreffen, voor het nemen van ministeriële beslissingen aangaande:

• a. het (tijdelijk) verlaten van de inrichting en het gesticht bij wijze van verlof op grond van artikel 26 van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 39 van de Wet beginselen gevangeniswezen BES;

• b. het tijdelijk onderbreken c.q. de beëindiging van de verplichte zorg houdende opname in een accommodatie, verlof buiten en ontslag uit de accommodatie en beëindiging van de behandeling en ontslag uit de instelling op grond van de artikelen 8:17, 8:18 en 9:2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de artikelen 47, 48 en 50 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten en artikel 6.4 Wet forensische zorg;

• c. het verlaten van de inrichting en het gesticht bij wijze van (tijdelijke) strafonderbreking op grond van artikel 6:2:4 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 38 van de Wet beginselen gevangeniswezen BES;

• d. het bepalen van de bestemming van elke penitentiaire inrichting of afdeling op grond van artikel 8 van de Penitentiaire beginselenwet;

• e. rechtshulpverzoeken op grond van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen.

Van het ingevolge artikel 1, eerste lid, van het Mandaatbesluit directeur Divisie Individuele Zaken 2023 aan de hoofden van de afdelingen verleende ondermandaat, wordt ondermandaat verleend aan de senior selectiefunctionarissen en de selectiefunctionarissen, ten aanzien van de aangelegenheden die hun team betreffen, voor het nemen van ministeriële beslissingen aangaande:

• a. plaatsing, terugplaatsing, overplaatsing, penitentiair programma, overbrenging, goed gedrag, verblijf, opneming en tijdelijke tenuitvoerlegging van de vrijheidsbenemende straf buiten de inrichting, op grond van de artikelen 15, 15a, 25, 52 en 76 van de Penitentiaire beginselenwet, artikel 12 van de Wet beginselen gevangeniswezen BES juncto artikelen 4 en 34 van de Gevangenismaatregel 1999 BES, de artikelen 12, 13, 15, 22d, 26, 27 en 56 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, Hoofdstuk 6 van de Wet forensische zorg, artikel 9.2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en artikel 50 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten;

• b. indiening van een bezwaar- en verzoekschrift op grond van de artikelen 17 en 18 van de Penitentiaire beginselenwet en de artikelen 18 en 19 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

• c. verlenging van de afzondering op grond van artikel 25 van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 26 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en verlenging van de afzondering en separatie op grond van artikel 34 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden;

• d. geweldgebruik en aanwending van vrijheidsbeperkende middelen op grond van artikel 35 van de Penitentiaire beginselenwet, artikel 40 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en artikel 30 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden;

• e. vertegenwoordiging op grond van artikel 75 van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 80 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen;

• f. het (tijdelijk) verlaten van de inrichting en de instelling bij wijze van verlof, proefverlof en deelname aan een scholings- en trainingsprogramma, op grond van de artikelen 3 en 30 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen en de artikelen 50 en 51 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden.

Het in de artikelen 1 en 2 verleende ondermandaat kan niet worden doorgegeven. Voor de toepassing van dit besluit wordt met het verlenen van ondermandaat gelijkgesteld het doorgeven van:

• a. machtiging, met dien verstande dat machtiging ook toekomt aan overige medewerkers ten aanzien van aangelegenheden die hun team respectievelijk afdeling betreffen;

• b. volmacht en machtiging inzake het aanbieden van justitiabelen aan een forensische zorginstelling.

Het Mandaatbesluit manager Divisie Individuele Zaken 2019 en het Mandaatbesluit midden manager Divisie Individuele Zaken 2016 worden ingetrokken.

• 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2023.

• 2 Ministeriële beslissingen of (privaatrechtelijke rechts)handelingen die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit zijn genomen of verricht door een functionaris van een dienstonderdeel van de Divisie Individuele Zaken op grond van de tot dat tijdstip geldende mandaatbesluiten, behouden hun rechtskracht.

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit hoofden afdelingen Divisie Individuele Zaken 2023.