Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
-
a.
nucleair schip: een schip, dat is uitgerust met een nucleaire krachtinstallatie;
-
b.
exploitant: hij, aan wie door een staat vergunning is verleend tot exploitatie van een nucleair
schip onder zijn vlag, of een staat, die een nucleair schip exploiteert;
-
c.
splijtstoffen: alle stoffen, die het vermogen bezitten energie voort te brengen door middel van
een zich zelf onderhoudende kettingreactie van kernsplijtingen en die worden gebruikt
of bestemd zijn te worden gebruikt op een nucleair schip;
-
d.
radioactieve produkten of afvalstoffen: alle stoffen, met inbegrip van splijtstoffen, die radioactief zijn geworden door
blootstelling aan bestraling door neutronen, verband houdende met het gebruik van
splijtstoffen aan boord van een nucleair schip;
-
e.
kernschade: schade door overlijden, schade aan personen en verlies van of schade aan goederen
of vermogen, voortkomende uit of het gevolg zijnde van radioactieve eigenschappen
of een combinatie van radioactieve eigenschappen met giftige, explosieve of andere
gevaarlijke eigenschappen van splijtstoffen of radioactieve produkten of afvalstoffen;
-
f.
kernongeval: elk feit, of elke opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak, waardoor kernschade
wordt veroorzaakt;
-
g.
nucleaire krachtinstallatie: iedere installatie ter opwekking van energie, waarin een kernreactor wordt gebruikt
of bestemd is te worden gebruikt als krachtbron hetzij voor de voortbeweging van het
schip hetzij voor enig ander doel;
-
h.
kernreactor: iedere installatie, die op zodanige wijze splijtstoffen bevat, dat daarin een zich
zelf onderhoudende kettingreactie van kernsplijtingen kan plaatsvinden zonder gebruikmaking
van een andere neutronenbron.
-
1 De exploitant van een nucleair schip is objectief aansprakelijk voor iedere kernschade,
indien bewezen is, dat die schade is veroorzaakt door een kernongeval, waarbij de
splijtstoffen van of de radioactieve produkten of afvalstoffen, voortgebracht op dat
schip, zijn betrokken.
-
2 Niemand anders dan de exploitant is aansprakelijk voor zodanige kernschade, tenzij
in deze wet anders is bepaald. Voor de schade, waarvoor de exploitant overeenkomstig
deze wet aansprakelijk is, kan hij niet uit anderen hoofde worden aangesproken.
-
3 Kernschade, die wordt geleden door het nucleaire schip zelf, zijn uitrusting, brandstof
of scheepsvoorraden, valt niet onder de aansprakelijkheid van de exploitant krachtens
deze wet.
-
4 De exploitant is niet aansprakelijk voor kernongevallen, die plaatsvinden, voordat
de splijtstoffen door hem zijn overgenomen, of nadat de splijtstoffen of radioactieve
produkten of afvalstoffen zijn overgenomen door een andere persoon, die daartoe wettelijk
bevoegd is en die aansprakelijk is voor iedere door die stoffen of produkten veroorzaakte
kernschade.
-
5 Indien de exploitant bewijst, dat de kernschade geheel of gedeeltelijk het gevolg
is van een handelen of nalaten, met het opzet schade te veroorzaken, van de natuurlijke
persoon, die schade heeft geleden, kan de rechter de exploitant geheel of gedeeltelijk
ontheffen van zijn aansprakelijkheid tegenover die persoon.
-
1 De aansprakelijkheid van de exploitant met betrekking tot een enkel nucleair schip
is per kernongeval beperkt tot een bedrag, gelijk aan de tegenwaarde in guldens van
1500 miljoen franken, zelfs indien het kernongeval het gevolg is geweest van een persoonlijke
fout van die exploitant; onder het bedrag, waartoe de aansprakelijkheid is beperkt,
zijn niet begrepen interesten of kosten, die door de rechter zijn toegewezen in een
krachtens deze wet ingestelde rechtsvordering tot schadevergoeding.
-
2 Een frank, als bedoeld in het eerste lid, is een rekeneenheid, bestaande uit 65,5
milligram goud op basis van 900 duizendsten fijn.
De exploitant is gehouden overeenkomstig de artikelen 5, 6 of 7 dekking van zijn aansprakelijkheid te hebben en in stand te houden tot het in artikel 3, eerste lid, bedoelde bedrag.
Artikel 5
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
1 De exploitant van een onder Nederlandse vlag varend nucleair schip is gehouden een
verzekering of andere financiële zekerheid te hebben en in stand te houden van de
aard en op de voorwaarden, als door Onze Minister van Financiën is vastgesteld, tot
een bij algemene maatregel van bestuur, gelet op de mogelijkheden tot het verkrijgen
van dekking, vast te stellen bedrag. Bij zodanige maatregel kunnen andere voorschriften
worden gegeven met betrekking tot die financiële zekerheid.
-
2 Indien een exploitant, als bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van Onze Minister
van Financiën geen of geen voldoende zekerheid, als daar bedoeld, kan verkrijgen of
indien deze financiële zekerheid naar het oordeel van Onze Minister van Financiën
slechts tegen een onredelijke premie of vergoeding te verkrijgen is, is Onze voornoemde
Minister gemachtigd op voorwaarden en tegen premies of vergoedingen, als door hem
te bepalen, voor de Staat als verzekeraar verzekeringsovereenkomsten terzake aan te
gaan of namens de Staat andere garanties terzake te verstrekken.
-
1 Voor zover de overeenkomstig artikel 5 beschikbaar komende middelen ontoereikend zijn voor vergoeding van de kernschade,
stelt de Staat aan de exploitant openbare middelen beschikbaar tot het in artikel 3, eerste lid, bedoelde bedrag.
-
2 Voor zover het ontbreken van de financiële zekerheid, bedoeld in artikel 5, aan schuld van de exploitant te wijten is, heeft de Staat voor de in verband daarmede
beschikbaar gestelde openbare middelen recht van verhaal op de exploitant.
-
3 De in artikel 3 bedoelde interesten en kosten, verschuldigd door een exploitant, als bedoeld in artikel 5, zijn voor rekening van die exploitant en de Staat naar verhouding van de middelen,
die ingevolge artikel 5, onderscheidenlijk het eerste lid van het onderhavige artikel,
beschikbaar worden gesteld.
-
4 Indien en voorzover de Staat ingevolge het eerste lid openbare middelen aan de exploitant
beschikbaar heeft gesteld, heeft hij het recht van verhaal van de exploitant, bedoeld
in artikel 2, zesde lid. Bij de uitoefening van dit recht heeft de Staat voorrang boven de verzekeraars of
andere personen, die financiële zekerheid, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, hebben gesteld.
Voor wat een exploitant van een onder vreemde vlag varend nucleair schip betreft dient
de in artikel 4 bedoelde dekking voor zijn aansprakelijkheid naar het oordeel van Onze Minister van
Financiën genoegzaam te zijn.
In gevallen, waarin zowel kernschade als andere schade is veroorzaakt door een kernongeval
of door een kernongeval en een of meer andere feiten tezamen, en deze andere schade
redelijkerwijs niet valt te scheiden van de kernschade, wordt voor de toepassing van
deze wet de gehele schade beschouwd als kernschade, uitsluitend veroorzaakt door het
kernongeval. In gevallen echter, waarin schade wordt veroorzaakt zowel door een onder
deze wet vallend kernongeval als door het vrijkomen van ioniserende straling of het
vrijkomen van ioniserende straling in combinatie met de giftige, explosieve of andere
gevaarlijke eigenschappen van een niet onder deze wet vallende stralingsbron, laat
deze wet onverlet de aansprakelijkheid van de persoon, die op grond van het vrijkomen
van ioniserende straling of van de giftige, explosieve of andere gevaarlijke eigenschappen
van die stralingsbron aansprakelijk kan worden gesteld hetzij ten aanzien van de slachtoffers
hetzij in de vorm van verhaal of van een bijdrage.
-
2 Ingeval kernschade is veroorzaakt door splijtstoffen of door radio-actieve produkten
of afvalstoffen, die waren gestolen, verloren, geworpen of verlaten, wordt de in het
eerste lid genoemde vervaltermijn gerekend van de datum, waarop het kernongeval, dat
de kernschade heeft veroorzaakt, plaatsvond, doch deze termijn zal in geen geval langer
zijn dan twintig jaar, te rekenen van de datum van de diefstal, het verlies, de werping
of het verlaten.
-
3 Onverminderd de vervaltermijn, gesteld in het eerste of tweede lid, verjaart een
rechtsvordering tot vergoeding van schade krachtens deze wet door verloop van drie
jaar na de dag, waarop de betrokkene of, indien hij een wettelijke vertegenwoordiger
heeft, deze laatste kennis draagt of redelijkerwijs geacht kan worden kennis te dragen
van de schade en van de aansprakelijke exploitant.
Indien en voorzover ter vergoeding van kernschade recht bestaat op uitkering krachtens
Nederlandse sociale wetten, komt het recht op vergoeding van die schade ingevolge
deze wet toe aan degenen, te wier laste die uitkeringen komen, met dien verstande,
dat bij periodieke uitkeringen als schade zal worden aangemerkt de gekapitaliseerde
waarde van de verschuldigde uitkeringen.
Overigens blijven de bepalingen van bedoelde wetten van kracht.
-
1 In gevallen, waarin kernschade aanleiding geeft tot aansprakelijkheid van meer dan
één exploitant en het redelijkerwijs niet mogelijk is te bepalen, welk deel van de
schade aan ieder hunner dient te worden toegerekend, zijn de betrokken exploitanten
hoofdelijk aansprakelijk. Niettemin zal de aansprakelijkheid van ieder der exploitanten
het in artikel 3, eerste lid, bedoelde bedrag niet te boven gaan.
-
2 In het geval van een kernongeval, waarbij de kernschade wordt veroorzaakt door of
het gevolg is van splijtstoffen of radioactieve produkten of afvalstoffen van meer
dan één nucleair schip van eenzelfde exploitant, is die exploitant ten aanzien van
elk dier schepen aansprakelijk tot het in artikel 3, eerste lid, bedoelde bedrag.
Een exploitant is niet aansprakelijk krachtens deze wet voor kernschade, veroorzaakt
door een kernongeval, dat rechtstreeks te wijten is aan een oorlogshandeling, vijandelijkheden,
burgeroorlog of opstand.
De ingevolge artikel 4 ter beschikking komende middelen mogen uitsluitend worden aangewend voor de betaling
van krachtens deze wet verschuldigde schadevergoeding.
-
2 Iedere persoon, die krachtens het recht van een andere staat of krachtens een internationale
overeenkomst kernschade heeft vergoed, verkrijgt bij subrogatie de rechten, die de
persoon aan wie hij schadevergoeding heeft betaald, ingevolge deze wet zou hebben
gehad, tot het bedrag, dat hij heeft betaald. Niemand verkrijgt evenwel op deze wijze
rechten, indien en voor zover de exploitant krachtens deze wet een recht van verhaal
of op een bijdrage jegens hem heeft.
Artikel 16
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
2 Voorzover de Staat openbare middelen, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van deze wet, beschikbaar stelt voor vergoeding van kernschade, met betrekking waartoe
een van de in het eerste lid bedoelde mededelingen niet is gedaan, heeft de Staat
voor het aldus betaalde bedrag recht van verhaal op de exploitant.
-
1 De rechtbank kan op verzoek van een belanghebbende bepalen, dat verzekeraars en andere
personen, die de dekking, als bedoeld in artikel 4, hebben verschaft, de middelen, welke zij dientengevolge ter voldoening van erkende
of toegewezen schadevorderingen beschikbaar moeten stellen, rechtstreeks aan de betrokkene
zullen uitkeren. Een zodanige beschikking kan door de rechtbank te allen tijde worden
ingetrokken.
-
2 Op een verzoek, als bedoeld in het eerste lid, beslist de rechtbank niet, dan nadat
de belanghebbende, die het verzoek heeft ingediend, Onze Minister van Financiën en
de exploitant zijn gehoord of ten verhore zijn opgeroepen.
-
3 De beschikking van de rechtbank wordt uitgesproken ter openbare zitting en door de
griffier bekendgemaakt in de Staatscourant. De belanghebbenden kunnen van de beschikking in beroep komen bij het gerechtshof
binnen veertien dagen na de dagtekening van de Staatscourant, waarin de bekendmaking is geplaatst.
-
5 Een beschikking, als bedoeld in de eerste volzin van het eerste lid, is uitvoerbaar
bij voorraad. Ook indien deze beschikking wordt vernietigd in hoger beroep of in cassatie,
blijven uitkeringen, welke overeenkomstig die beschikking zijn gedaan, voordat de
beschikking tot vernietiging onherroepelijk is geworden, geldig en verbindend.
Artikel 19
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
1 Onze Minister van Financiën kan te allen tijde bepalen, dat hij namens een exploitant
van een onder Nederlandse vlag varend nuclear schip, alle of daarbij aangewezen rechten
en verplichtingen van die exploitant ter zake van de afwikkeling van de kernschade
zal uitoefenen, voorzover nodig in afwijking van de tussen de exploitant en verzekeraars
of andere personen, die financiële zekerheid, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, hebben gesteld, gesloten overeenkomsten.
-
2 Een beschikking, als in het eerste lid bedoeld, wordt bekend gemaakt in de Staatscourant. Een zodanige beschikking kan nadere regelen omtrent de indiening van vorderingen
tot vergoeding van kernschade bevatten.
-
1 Indien het totaal der door de exploitant voor de kernschade te betalen vergoedingen
groter is dan het in artikel 3, eerste lid, bedoelde bedrag, worden de aanspraken op vergoeding verhoudingsgewijs verminderd.
-
1 Indien redelijkerwijs rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid, dat het in
artikel 20 bedoelde geval zich voordoet, en de omvang van elk uit te keren schadebedrag nog
niet is vastgesteld, kan een belanghebbende aan de rechtbank verzoeken de exploitant
terzake van de vergoeding van de kernschade een verbod van betaling op te leggen.
De griffier geeft van de indiening van zodanig verzoek onverwijld kennis aan de exploitant
en in het geval, bedoeld in artikel 13, aan de verzekeraars en andere personen, die de dekking als bedoeld in artikel 4, hebben verschaft.
-
2 De exploitant en in het geval, bedoeld in artikel 18, de verzekeraars en andere personen, die de dekking, als bedoeld in artikel 4, hebben verschaft, kunnen van de dag, waarop zij een verzoek, als in het eerste lid
bedoeld, hebben ingediend, onderscheidenlijk kennis hebben gekregen van de indiening
van een zodanig verzoek, terzake van de vergoeding van kernschade geen betalingen
doen tot de dag, waarop een beschikking betreffende het verzoek kracht van gewijsde
heeft verkregen.
-
3 Indien de rechtbank het verzoek gegrond acht, legt zij de exploitant en, zolang een
beschikking, als bedoeld in artikel 18, eerste lid, eerste volzin, van kracht is, de verzekeraars en andere personen, die de dekking, als bedoeld in
artikel 4, hebben verschaft, een verbod van betaling, als bedoeld in het eerste lid, op. Op
zodanige beschikking alsmede op een beschikking, waarin het verzoek ongegrond wordt
verklaard, is artikel 18, tweede, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
-
4 Handelingen in strijd met het tweede lid of met een beschikking, als bedoeld in het
derde lid, eerste volzin, zijn van rechtswege nietig. De nietigheid wordt door de
rechter ambtshalve uitgesproken.
Gedurende de tijd, dat het verbod van betaling, als bedoeld in artikel 21, geldt, dragen erkende of toegewezen schadevergoedingen een door Onze Minister van
Financiën te bepalen interest.
Artikel 23
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
2 Onze Minister van Financiën bepaalt de grootte van de voorschotten, rekening houdende
met de aard en omvang van de geleden kernschade, met de uitkering, waarop de betrokkene
vermoedelijk aanspraak zal kunnen maken, en met diens persoonlijke omstandigheden.
-
4 In afwijking van het bepaalde in artikel 21, derde en vierde lid, kan Onze Minister van Financiën gedurende de tijd, dat het verbod van betaling van
kracht is, van de verzekeraars en andere personen, die financiële zekerheid, als bedoeld
in artikel 5, eerste lid, hebben gesteld, vorderen, dat zij, naar gelang bedragen van geleden kernschade zijn
erkend of toegewezen, de in artikel 5, eerste lid, bedoelde middelen aan hem uitkeren tot ten hoogste het bedrag van de door hem verleende
voorschotten.
-
1 Gedurende de termijnen, waarin ingevolge artikel 21, tweede en derde lid, ter zake van de vergoeding van kernschade door een exploitant van een onder vreemde
vlag varend nucleair schip, geen betalingen kunnen plaatsvinden, kan de rechtbank
op verzoek van een belanghebbende aan de exploitant, de verzekeraars en andere personen,
die de dekking, als bedoeld in artikel 4, hebben verschaft, de verplichting opleggen de nodige voorschotten aan de betrokkenen
te verlenen. Op zodanige beschikking alsmede op een beschikking, waarin het verzoek
wordt afgewezen, is artikel 18, tweede, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
Aan de exploitant van een nucleair schip wordt in gevallen, dat het Verdrag van Brussel
van 25 mei 1962 inzake de aansprakelijkheid van exploitanten van nucleaire schepen
(Trb. 1968, 90) niet van toepassing is, een vergunning, als bedoeld in artikel 15 van de Kernenergiewet, niet verleend, dan nadat hij zich bij overeenkomst met de Staat uitdrukkelijk heeft
verbonden om kernschade, waarvoor hij volgens de in deze wet gestelde regelen aansprakelijk
zal zijn, zonder enige in deze regelen niet uitdrukkelijk genoemde beperking te vergoeden.
Wij behouden Ons de bevoegdheid voor met mogendheden, die geen partij zijn bij het
Verdrag van Brussel van 25 mei 1962 inzake de aansprakelijkheid van exploitanten van
nucleaire schepen, overeenkomsten te sluiten welke ten aanzien van de aansprakelijkheid
voor nucleaire oorlogsschepen en voor nucleaire staatsschepen, welke uitsluitend voor
de openbare dienst worden gebruikt, afwijken van de bepalingen van deze wet, mits
door die mogelijkheden naar Ons oordeel tenminste gelijkwaardige zekerheid wordt gewaarborgd.
Artikel 27
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het
overzicht van wijzigingen]
Deze wet is van toepassing op een nucleair schip, dat in Nederland in aanbouw is,
van het tijdstip van zijn tewaterlating af. Tussen het tijdstip van zijn tewaterlating
en dat, waarop het gerechtigd is een vlag te voeren, wordt de eigenaar van het schip
beschouwd als exploitant en wordt het schip geacht de Nederlandse vlag te voeren.
Artikel 28
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het
overzicht van wijzigingen]
-
1 Deze wet is voor wat betreft kernschade, veroorzaakt door een kernongeval, waarbij
de splijtstoffen van of de radioactieve produkten of afvalstoffen, voortgebracht op
een onder Nederlandse vlag varend nucleair schip, betrokken zijn, van toepassing,
ongeacht waar ter wereld dit kernongeval plaatsvindt.
-
2 Deze wet is voor wat betreft kernschade, veroorzaakt door een kernongeval, waarbij
de splijtstoffen van of de radioactieve produkten of afvalstoffen, voortgebracht op
een onder vreemde vlag varend nucleair schip, betrokken zijn, van toepassing, indien
hetzij het kernongeval op Nederlands grondgebied heeft plaatsgevonden hetzij de kernschade
aldaar is geleden.
-
1 In geval van kernschade, waarbij betrokken zijn de splijtstoffen van of de radioactieve
produkten of afvalstoffen voortgebracht op een nucleair schip, voor de exploitatie
waarvan ten tijde van het kernongeval geen vergunning door een staat was verleend,
wordt voor de toepassing van deze wet de eigenaar van dat schip beschouwd als exploitant
met dien verstande, dat artikel 3 niet van toepassing is.
-
2 In een geval, als bedoeld in het eerste lid, heeft de Staat voor de door hem overeenkomstig
artikel 6 beschikbaar gestelde openbare middelen recht van verhaal op de eigenaar van het nucleaire
schip.