Vrijstellingsregeling Wet toezicht beleggingsinstellingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 03-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2005 en zichtdatum 20-05-2024.
Geldend van 01-09-2005 t/m 31-12-2005

Uitvoeringsregelingen Wet toezicht beleggingsinstellingen (ex art. 14)

De minister van Financiën,

Gelet op artikel 14 van de Wet toezicht beleggingsinstellingen (Stb. 1990, 380);

Gezien het advies van De Nederlandsche Bank N.V. (d.d. 4 oktober 1990)

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Van de in artikel 4, eerste en tweede lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen vervatte verboden wordt vrijstelling verleend indien de gelden of andere goederen ter deelneming in een beleggingsinstelling uitsluitend worden gevraagd aan of verkregen van natuurlijke personen of rechtspersonen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen of beleggen in beleggingsobjecten dan wel indien de rechten van deelneming in een beleggingsinstelling als hiervoor bedoeld uitsluitend worden aangeboden aan deze categorie natuurlijke personen en rechtspersonen.

  • 2 Aan de vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, wordt het voorschrift verbonden dat in het aanbod dan wel in advertenties of documenten waarin het aanbod in het vooruitzicht wordt gesteld, wordt vermeld dat het aanbod uitsluitend is onderscheidenlijk zal zijn gericht tot de in het eerste lid bedoelde personen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 2 Van de in artikel 4, eerste en tweede lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen vervatte verboden wordt vrijstelling verleend aan participatiemaatschappijen, niet zijnde particuliere participatiemaatschappijen als bedoeld in het eerste lid, voor zover:

    • a. de aandelen van de ondernemingen die worden gehouden door de participatiemaatschappijen moeilijk dan wel in het geheel niet te plaatsen zijn bij andere dan de natuurlijke personen of rechtspersonen, bedoeld in artikel 1; en

    • b. de participatiemaatschappijen op grond van een schriftelijk vastgelegde overeenkomst, die een beëindigingsregeling bevat, het bestuur of de raad van commissarissen van de ondernemingen waarvan de aandelen worden gehouden kunnen benoemen, schorsen of ontslaan dan wel op andere wijze invloed kunnen uitoefenen op het bestuur en het dagelijks beleid.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Van de in artikel 4, eerste en tweede lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen vervatte verboden wordt vrijstelling verleend indien:

    • a. de gelden of andere goederen worden gevraagd of verkregen ter deelneming in een beleggingsinstelling waarvan het balanstotaal voor minder dan 50% bestaat uit beleggingen dan wel indien rechten van deelneming in een dergelijke beleggingsinstelling worden aangeboden, en

    • b. minder dan 50% van de totale gerealiseerde opbrengsten gegenereerd wordt uit beleggingen.

  • 2 De in het vorige lid onder a en b genoemde criteria worden bepaald ongeacht de presentatie in de jaarrekening en vastgesteld per balansdatum einde boekjaar.

Artikel 2b

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Van de in artikel 4, eerste en tweede lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen vervatte verboden wordt vrijstelling verleend voor zover het betreft:

    • a. het middellijk of onmiddellijk aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling aan minder dan 100 natuurlijke personen of rechtspersonen, niet zijnde natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 1, per staat;

    • b. het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling die slechts kunnen worden verworven tegen een tegenwaarde van ten minste € 50.000 per deelnemer; of

    • c. het aanbieden van rechten van deelneming in een beleggingsinstelling met een nominale waarde per recht van deelneming van ten minste € 50.000.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op beheerders van beleggingsinstellingen die voorzieningen aanhouden in het kader van een levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 2c

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Van het in artikel 4, eerste en tweede lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen vervatte verboden wordt vrijstelling verleend voor het aanbieden van rechten van deelneming, aan bestuurders, leden van de raad van commissarissen of werknemers van de beleggingsinstelling van die rechten van deelneming, of aan bestuurders, leden van de raad van commissarissen of werknemers van een met die beleggingsinstelling in een groep verbonden rechtspersoon, vennootschap of instelling.

Artikel 2d

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Ter zake van het in artikel 4, eerste lid, van de wet genoemde verbod kunnen meerdere van de in deze regeling opgenomen vrijstellingen gelijktijdig van toepassing zijn.

Artikel 2e

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling Wet toezicht beleggingsinstellingen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet toezicht beleggingsinstellingen in werking treedt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 oktober 1990

De

Minister

van Financiën,

W. Kok

Naar boven