Selectielijst Raad van State inzake advisering over wet- en regelgeving in hoogste
en laatste instantie
1. Leeswijzer bij de handelingen
a. Handelingnummer
De handelingen zijn genummerd overeenkomstig de volgorde die in het RIO is aangehouden.
Daardoor is eenduidigheid gewaarborgd en wordt het naast elkaar gebruiken van RIO
en BSD vergemakkelijkt.
b. Handeling
Een handeling is een complex van activiteiten, gericht op het tot stand brengen van
een product, dat een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een
bevoegdheid. De formulering van de handelingen is in de regel toegespitst op het product.
Echter, een handeling als zodanig omvat alle activiteiten die leiden tot het product.
Dientengevolge is de neerslag van een handeling niet beperkt tot het (eind)product,
maar omvat ze alle archiefbescheiden die in verband daarmee zijn voortgebracht.
c. Periode
Een periode is in beginsel het tijdvak waarbinnen de handeling (ongeacht de frequentie)
is of kan zijn uitgevoerd, gelet op de wettelijke grondslag daarvoor of gezien de
gebruikte bronnen.
d. Grondslag
De grondslag betreft de formele wettelijke basis op grond waarvan een handeling binnen
een bepaalde periode wordt of kan worden verricht.
e. Product
Zie onder b. De handeling resulteert in een product.
f. Waardering
De afkorting ‘B’ staat voor ‘bewaren’, dat wil zeggen het na afloop van de wettelijke
overbrengingstermijn overdragen aan de Algemene Rijksarchiefbewaarplaats van de documentaire
neerslag (ongeacht de gegevensdrager) van de handeling, in overeenstemming met de
geldende archiefwettelijke bepalingen en conform de normen van de Rijksadviesdienst
voor de goede en geordende staat. Bij een B-handeling is achter de selectiebeslissing
aangegeven welk selectiecriterium is toegepast.
De afkorting ‘V’ staat voor ‘vernietigen (op termijn)’ oftewel ‘niet overbrengen’.
Bij de desbetreffende handelingen wordt de vernietigingstermijn vermeld. Deze termijn
betreft het aantal volle jaren dat – sinds het einde van het jaar waarin een archiefbestanddeel
(dossier) dat de neerslag van de handeling bevat, is afgesloten – dient te zijn verlopen
voordat tot vernietiging wordt overgegaan.
2. Handelingen
Handelingnummer: 1
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het adviseren over alle voorstellen van wet door de regering aan de Staten-Generaal
te doen of door de Staten-Generaal aan de regering gedaan.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikelen 21 en 33, eerste lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 77, eerste lid, van de Grondwet 1938 (1948);
-
– artikel 84, eerste lid, van de Grondwet 1953 (1956/1963/1972);
-
– artikelen 15, eerste lid, (zoals gewijzigd bij artikel I, onderdelen E en F, van de
Wet van 21 juni 1989; Stb. 293) en 24, eerste lid, van de Wet op de Raad van State;
-
– artikel 4.1, eerste lid, van de rijkswet van 19 januari 1983 (Stb. 29);
-
– artikel 73, eerste lid, van de Grondwet 1983 (1987).
Product: Advies
Waardering: B 1
Handelingnummer: 2
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het adviseren over ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur.
Opmerking: Hieronder zijn met name te verstaan de koninklijke besluiten ter nadere
uitvoering van wetten, waarin algemeen verbindende voorschriften worden afgekondigd.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikelen 21 en 33, eerste lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 77, eerste lid, van de Grondwet 1938 (1948);
-
– artikel 84, eerste lid, van de Grondwet 1953 (1956/1963/1972);
-
– artikelen 15, eerste lid (zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel E, de wet van 21
juni 1989; Stb. 293), en 24, eerste lid, van de Wet op de Raad van State;
-
– artikel 4.1, eerste lid, van de rijkswet van 19 januari 1983 (Stb. 29);
-
– artikel 73, eerste lid, van de Grondwet 1983 (1987).
Product: Advies
Waardering: B 1
Handelingnummer: 3
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het adviseren in gevallen waarin de wet of een algemene maatregel van bestuur
dit voorschrijft.
Opmerking: Als voorbeeld kunnen hier worden genoemd koninklijke besluiten betreffende
onteigening.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikelen 24 en 33, eerste lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikelen 15, derde lid, (zoals gewijzigd bij artikel I onderdeel E van de wet van
21 juni 1989; Stb. 293) en 24, eerste lid, van de Wet op de Raad van State.
Product: Advies
Waardering: B 1
Handelingnummer: 4
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het adviseren in zaken van algemeen of bijzonder belang waaromtrent de
regering het nodig oordeelt.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikelen 24 en 33, eerste lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 77, derde lid, van de Grondwet 1938 (1948);
-
– artikel 84, derde lid, van de Grondwet 1953 (1956/1963/1972);
-
– artikelen 15, derde lid, (zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel E, van de wet van
21 juni 1989; Stb. 293) en 24, eerste lid, van de Wet op de Raad van State.
Product: Advies
Waardering: B 1
Handelingnummer: 5
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het adviseren over overeenkomsten met andere mogendheden en volkenrechtelijke
organisaties.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikelen 24 en 33 van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 84, derde lid, van de Grondwet 1956 (1963/1972);
-
– artikelen 15, tweede lid, (zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel E, van de wet
van 21 juni 1989 (Stb. 293) en 24, eerste lid, van de Wet op de Raad van State;
-
– artikel 4.1, eerste lid, van de rijkswet van 19 januari 1983 (Stb. 29);
-
– artikel 73, eerste lid, van de Grondwet 1983 (1987).
Product: Advies
Opmerking: Sedert 1989 wordt ook geadviseerd over het voornemen tot opzegging van
een verdrag. Sedert 1989 kan het adviseren van de Raad van State achterwege blijven,
indien het verdrag of het voornemen tot opzegging van het verdrag eerder ter stilzwijgende
goedkeuring aan de Staten-Generaal was voorgelegd (wet van 21 juni 1989, Stb. 293).
Waardering B 1
Handelingnummer: 6
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het adviseren inzake ontwerpen van krachtens enige wet te nemen besluiten
tot vernietiging.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 22 van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 15, vierde lid, van de Wet op de Raad van State.
Product: Advies
Opmerking: De Afdeling Geschillen van Bestuur is belast met de voorbereiding van de
uit te brengen adviezen omtrent vernietiging van besluiten. Zie RIO betreffende het
taakgebied van de administratieve rechtsbescherming.
Waardering: B 1
Handelingnummer: 7
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het doen van voordrachten betreffende onderwerpen van wetgeving of bestuur
waaromtrent de Raad van State het doen van voorstellen aan de Staten-Generaal of uitvaardiging
van algemene maatregelen van bestuur nodig acht.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 25 van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 16, eerste lid, van de Wet op de Raad van State.
Product: Voordracht
Waardering: B 1
Handelingnummer: 8
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het doen van voordrachten aan de Koning inzake deskundigen die door de
Koning kunnen worden opgeroepen om de volle raad of één der afdelingen van advies
en voorlichting te voorzien.
Periode: 1945–1962
Grondslag: artikel 14 van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129)
Product: Voordracht
Opmerking: Bij de vaststelling van de nieuwe Wet op de Raad van State in 1962 is het
voordragen door de volle raad komen te vervallen. Het oproepen kan sinds 1962, bij
machtiging van de Koning, door de vice-president. Zie actor vice-president, handeling
19.
Waardering: B 1
Handelingnummer: 9
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het adviseren aan de Koning inzake de benoeming van de vice-president van
de Raad van State.
Periode: 1976–
Grondslag: artikel 3, eerste lid, van de Wet op de Raad van State, zoals gewijzigd
bij artikel I, onderdeel B van de wet van 1 mei 1975 (Stb. 283)
Product: Advies
Waardering: B 4
Handelingnummer: 10
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het doen van een aanbeveling inzake de benoeming van staatsraden.
Periode: 1976–
Grondslag: artikel 3, eerste lid, van de Wet op de Raad van State, zoals gewijzigd
bij artikel I, onderdeel B, van de wet van 1 mei 1975 (Stb. 283)
Product: Advies
Waardering: B 4
Handelingnummer: 11
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het regelen van de werkzaamheden van de algemene vergadering en de afdelingen
met betrekking tot overige aangelegenheden.
Periode: 1962–
Grondslag: artikel 19 van de Wet op de Raad van State
Product: Regels
Opmerking: Voorgaande heeft zijn beslag gekregen in de regeling, bedoeld in artikel
19 van de Wet op de Raad van State. Die regeling is opgenomen in Stcrt. 1963, 35.
Waardering: B 4
Handelingnummer: 12
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het verdelen van de Raad van State in afdelingen die ieder betrekking hebben
op een departement.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 13, eerste lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 17 van de Wet op de Raad van State.
Product: Afdeling/ regels
Opmerking: De regeling en indeling naar departementen van de afdelingen van de Raad
van State is opgenomen in Stcrt. 1963, 35.
Waardering: B 4
Handelingnummer: 13
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het adviseren aan de Koning met betrekking tot de aanwijzing van de leden
der afdelingen.
Periode: 1945–1962
Grondslag: artikel 13, derde lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129)
Product: Advies
Opmerking: Sedert de Wet op de Raad van State is deze bepaling vervallen en wijst
de volle raad zelf de leden aan.
Waardering: B 4
Handelingnummer: 14
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het ‘met Onze magtiging’ opdragen van het voorbereidend onderzoek aan staatsraden
of staatsraden in buitengewone dienst, die niet behoren tot de afdeling die met het
onderzoek zou zijn belast.
Periode:1945–
Grondslag: artikelen 13, vijfde lid, en 29, vierde lid, van de Wet van den 21sten
December 1861 (Stb. 129)
Product: Opdracht
Opmerking: Aan de staatsraden in buitengewone dienst worden sedert 1962 alleen nog
werkzaamheden gedelegeerd door de vice-president. Tot 1975 met ‘Onze machtiging’,
na 1975 zonder ‘Onze machti-ging’. Zie actor vice-president, handeling 24.
Waardering: B 1
Handelingnummer: 15
Actor: Raad van State (volle raad)
Handeling: Het benoemen van afgevaardigden naar internationale bijeenkomsten.
Periode: 1945–
Bron: Jaaroverzichten en jaarverslagen van de Raad van State
Product: Benoeming, besluit
Waardering: V, 10 jaar na benoeming
Handelingnummer: 16
Actor: Raad van State (afdeling van de Raad)
Handeling: Het uitbrengen van een verslag in de volle raad.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 29, eerste en tweede lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 18, eerste lid, van de Wet op de Raad van State;
-
– artikel 7, eerste lid, van de regeling, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Raad
van State. Die regeling is opgenomen in Stcrt. 1963, 35.
Product: Verslag
Waardering: B 3
Handelingnummer: 17
Actor: Raad van State (afdeling van de Raad)
Handeling: Het uitbrengen van een advies aan de volle raad.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 29, eerste en tweede lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 18, eerste lid, van de Wet op de Raad van State;
-
– artikel 7, tweede lid, van de regeling, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Raad
van State. Die regeling is opgenomen in Stcrt. 1963, 35.
Product: Advies
Waardering: B 1
Handelingnummer: 18
Actor: Raad van State (afdeling van de Raad)
Handeling: Het geven van voorlichting aan ministers in zaken van wetgeving en bestuur.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 26 van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 18, tweede lid, van de Wet op de Raad van State.
Product: Voorlichting
Waardering: B 1
Handelingnummer: 19
Actor: Raad van State (vice-president)
Handeling:Het oproepen van deskundigen teneinde de Raad van State of één van zijn
afdelingen van voorlichting en advies te voorzien.
Periode: 1962–
Grondslag:artikel 21, derde lid, van de Wet op de Raad van State
Product: Oproep
Opmerking: Deze handeling heeft in de praktijk nooit plaatsgevonden.
Waardering: B 1
Handelingnummer: 20
Actor: Raad van State (vice-president)
Handeling: Het geven van toestemming aan staatsraden om zich buiten de gemeente te
vestigen.
Periode: 1945-1962
Grondslag: artikel 11, eerste lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129)
Product: Toestemming
Opmerking: Vanaf 1962 tot 1976 verleende de Koning deze toestemming. In 1976 verviel
dit voorschrift.
Waardering: V, 10 jaar na toestemming
Handelingnummer: 21
Actor: Raad van State (vice-president)
Handeling: Het geven van toestemming aan staatsraden om zich langer dan één maand
buitenlands te begeven.
Periode: 1962–
Grondslag: artikel 9, derde lid, van de Wet op de Raad van State
Product: Toestemming
Waardering: V, 10 jaar na toestemming
Handelingnummer: 22
Actor: Raad van State (vice-president)
Handeling: Het aanwijzen van staatsraden tot het doen van voorbereidend onderzoek,
verslag en advies, uit de afdeling van de Raad van State, welke een zaak betreft.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 29, tweede lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 7, tweede lid, van de regeling, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Raad
van State. Die regeling is opgenomen in Stcrt. 1963, 35.
Product: Aanwijzing, benoeming
Waardering: B 4
Handelingnummer: 23
Actor: Raad van State (vice-president)
Handeling: Het aanwijzen van staatsraden tot deelname aan een onderzoek bij een andere
afdeling dan de afdeling waar de desbetreffende staatsraad deel van uitmaakt.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 29, derde lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– de artikelen 7, tweede lid, en 13 van de regeling, bedoeld in artikel 19 van de Wet
op de Raad van State. Die regeling is opgenomen in Stcrt. 1963, 35.
Product: Aanwijzing, benoeming
Waardering: B 4
Handelingnummer: 24
Actor: Raad van State (vice-president)
Handeling: Het oproepen van staatsraden in buitengewone dienst om deel te nemen aan
werkzaamheden van de Raad van State.
Opmerking: Wettelijk bestaat de mogelijkheid om staatsraden in buitengewone dienst
deel te laten nemen aan de wetgevende arbeid van de afdelingen of de volle raad. In
de praktijk roept de vice-president de staatsraden in buitengewone dienst voornamelijk
op om deel te nemen aan de werkzaamheden van de Afdeling Geschillen van Bestuur of
de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State. Zie het PIVOT-rapport betreffende het
taakgebied van de administratieve rechtsbescherming.
Periode: 1962–
Grondslag:
-
– artikel 4, derde lid, van de Wet op de Raad van State;
-
– artikel I, onderdeel D, van de wet van 1 mei 1975 (Stb. 283).
Product: Oproep
Opmerking: Bij de wet van 1 mei 1975 (Stb. 283) zijn de woorden ‘door Ons of krachtens
door Ons te verlenen machtiging’ komen te vervallen. Het oproepen van staatsraden
in buitengewone dienst om deel te nemen aan bepaalde werkzaamheden gebeurde voor 1962
door de Koning, of bij machtiging, door de volle raad. Zie handeling 14.
Waardering: V, 10 jaar
Handelingnummer: 25
Actor: Raad van State (vice-president)
Handeling: Het bijeenroepen van de Raad van State in een buitengewone vergadering.
Periode: 1963–
Grondslag: artikel 2 van de regeling, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Raad
van State. Die regeling is opgenomen in Stcrt. 1963, 35
Product: Correspondentie
Waardering: B 6
Handelingnummer: 26
Actor: Raad van State (vice-president)
Handeling: Het uitbrengen van advies als persoonlijk (constitutioneel) adviseur van
de Koning en de regering.
Opmerking: Hoewel de vice-president zowel als adviseur van het staatshoofd als van
de regering kan optreden, ligt het accent bij deze taak het meest op het adviseren
van het staatshoofd. Zo zijn diverse vice-presidenten door de Koning geconsulteerd
terzake kabinetsformaties en kabinetscrises alsook inzake persoonlijke aangelegenheden
van het staatshoofd. De adviezen die gegeven worden als persoonlijk adviseur zijn
‘interne adviezen’ en dus ook na 1980 (Wet openbaarheid van bestuur) niet openbaar.
Periode: 1982–
Bron: Jaarverslag 1982; G. Beelen, ‘De Raad van State, de Vice-President, de kabinetsformatie.
Het einde van een Beeliaanse traditie?’ Doctoraalscriptie staatsrecht (Amsterdam:
1984)
Product: Advies
Waardering: B 1
Handelingnummer: 27
Actor: Raad van State (vice-president)
Handeling: Het, in overleg met de president van de Hoge Raad der Nederlanden en de
president van de Algemene Rekenkamer, doen van een aanbeveling aan de Tweede Kamer
betreffende de benoeming van een Nationale ombudsman.
Periode: 1981–
Grondslag: artikel 2, tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman
Product: Advies
Opmerking: In 1981 is bij wet het ambt van Nationale Ombudsman ingesteld. De Nationale
ombudsman wordt benoemd door de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Voorafgaand aan
deze benoeming is een adviserende functie voor de vice-president van de Raad van State
vastgelegd.
Waardering: B 4
Handelingnummer: 29
Acto: Raad van State (staatsraden)
Handeling: Het uitbrengen van advies aan de volle raad.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 29, tweede lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 7, tweede lid, van de regeling, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Raad
van State. Die regeling is opgenomen in Stcrt. 1963, 35.
Product: Advies
Waardering: B 1
Handelingnummer: 30
Actor: Raad van State (staatsraden)
Handeling: Het uitbrengen van een minderheidsadvies, toegevoegd aan het advies van
de Raad van State.
Periode: 1945–
Grondslag:
-
– artikel 33, tweede lid, van de Wet van den 21sten December 1861 (Stb. 129);
-
– artikel 24, tweede lid, van de Wet op de Raad van State.
Product: Advies
Waardering: B 1