Besluit ontheffing zelfpromotie publieke omroep

Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2007 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 01-07-2007 t/m 27-11-2013

Besluit van het Commissariaat voor de Media van 5 juni 2007 houdende ontheffing van het bepaalde in de eerste volzin van het tweede lid van artikel 52 van de Mediawet in verband met de vermeldingen en vertoningen van namen, (beeld)merken of diensten van publieke omroepinstellingen (Besluit ontheffing zelfpromotie publieke omroep)

Het Commissariaat voor de Media,
Besluit:

Definities

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de Europese richtlijn: Richtlijn 97/36/EG van het Europees parlement en de Raad van 30 juni 1997 tot wijziging van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten;

  • b. de wet: de Mediawet;

  • c. omroepinstelling: instelling die zendtijd heeft verkregen;

  • d. programma-aankondiging: aankondiging van een omroepinstelling in verband met de eigen programma’s.

Naam en (beeld)merk

Artikel 2

  • 1 Aan omroepinstellingen wordt ontheffing verleend, van het bepaalde in de eerste volzin van het tweede lid van artikel 52 van de Mediawet, voor het vermelden of tonen van:

    • de naam of het (beeld)merk van de omroepinstelling,

    • de naam of het (beeld)merk van de door deze omroepinstelling uitgezonden of uit te zenden programmaonderdelen, en,

    • de naam en het (beeld)merk van de 3 televisieprogrammanetten, 5 radioprogrammanetten en toegestane neventaken.

    Deze vermelding of vertoning mag niet eveneens een vermijdbare vermelding of vertoning van een naam, (beeld)merk, product, dienst of activiteit van een derde bevatten.

  • 2 In afwijking van het eerste lid mag een vermelding of vertoning een naam, (beeld)merk, product, dienst of activiteit van een derde bevatten, indien de vermelding of vertoning wordt gedaan in een programma-aankondiging van een programmaonderdeel bestaande uit het verslag of de weergave van een evenement.

  • 3 Het eerste en tweede lid van dit artikel zijn van overeenkomstige toepassing op programma-aankondigingen van programmaonderdelen die op één van de andere televisie- en radioprogrammanetten of toegestane neventaken worden uitgezonden, indien en voor zover deze niet de vorm van een reclameboodschap hebben.

Diensten

Artikel 3

  • 1 Aan omroepinstellingen wordt ontheffing verleend, van het bepaalde in de eerste volzin van het tweede lid van artikel 52 van de Mediawet, voor het tonen en vermelden van diensten in het eigen programma van de omroepinstelling onder de voorwaarden dat:

    • a. de dienst een eigen dienst is van de omroepinstelling;

    • b. deze dienst rechtstreeks van het programmaonderdeel is afgeleid;

    • c. deze dienst specifiek tot doel dient om het kijkerspubliek volop van het programmaonderdeel te laten profiteren of interactief erbij te betrekken, en,

    • d. deze vermelding of vertoning niet eveneens een vermelding of vertoning van een naam, (beeld)merk, product, dienst of activiteit van een derde bevat die is betrokken bij de totstandkoming van de dienst.

Oproepen in het kader van nevenactiviteiten

Artikel 4

  • 1 Aan omroepinstellingen wordt ontheffing verleend van het bepaalde in het vierde lid van artikel 52 van de Mediawet voor mededelingen over het ter beschikking stellen aan derden van programma’s of programmaonderdelen of vastleggingen daarvan mits:

    • a. de uitgaven niet eerder dan één maand na de laatste oproep terzake in de handel verkrijgbaar zijn;

    • b. in de mededeling de betrokken omroepinstelling uitsluitend als uitgever wordt genoemd, en,

    • c. de mededeling wordt uitgezonden in onmiddellijke aansluiting op het programmaonderdeel waarop de mededeling betrekking heeft.

Oproepen in het kader van verenigingsactiviteiten

Artikel 5

Oproepen in het kader van verenigingsactiviteiten dienen beperkt te blijven tot oproepen die betrekking hebben op activiteiten welke rechtstreeks voortvloeien uit de (democratische) verenigingsstructuur van omroepverenigingen (ledenvergaderingen e.d.).

Oproepen in het kader van ledenwerving

Artikel 6

  • 1 Aan omroepinstellingen wordt ontheffing verleend van het bepaalde in het vierde lid van artikel 52 van de Mediawet voor oproepen uitsluitend gericht op ledenwerving mits:

    • a. uit de oproepen naar voren komt dat nieuwe leden voor ten minste één jaar lid worden en contributie verschuldigd zijn;

    • b. de oproepen geen aanduiding van economische voordelen die verbonden zijn aan het lidmaatschap bevatten;

    • c. de oproepen telkens slechts eenmaal worden uitgezonden in een onderbreking tussen twee als zodanig aangekondigde onderscheiden programmaonderdelen;

    • d. de oproepen niet langer dan 30 seconden duren, en,

    • e. de totale duur van deze oproepen bedraagt per omroepvereniging niet meer dan:

      • op de radio: 7 minuten per week;

      • op de televisie: 24 minuten per kwartaal;

      • per zendernet: 2 minuten per dag.

Duur

Artikel 7

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2007.

  • 2 Dit besluit wordt aangehaald als Besluit ontheffing zelfpromotie publieke omroep.

  • 3 Dit besluit wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat voor de Media (www.cvdm.nl).

Commissariaat voor de Media,

I. Brakman

voorzitter

J.J. van Cuilenburg

commissaris

Naar boven