Bekostigingsregeling Wuvo

[Regeling treedt (deels) in werking per 01-07-2011 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 10-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011 en zichtdatum 15-05-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m 30-06-2011

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, nr. DMO-OHW-U-3065710, houdende regels omtrent de bekostiging van de uitvoering van de taken van de Pensioen- en Uitkeringsraad en de Sociale verzekeringsbank, genoemd inde Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen (Bekostigingsregeling Wuvo)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 9, tweede lid, van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de artikelen 14, tweede lid, en 26 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze regeling wordt verstaan onder:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 2

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De Raad zendt de minister jaarlijks vóór 1 oktober een begroting voor het daaropvolgende jaar en een meerjarenraming voor de vier jaren daarna.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 3

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In de begroting en de meerjarenraming van de Raad worden de volgende onderdelen onderscheiden:

  • a. bestuurskosten, te onderscheiden naar:

    • 1. kosten bezoldiging en schadeloosstelling leden van de Raad;

    • 2. overige bestuurskosten;

    • 3. accountantskosten;

  • b. afbouwkosten, te onderscheiden naar:

    • 1. kosten wachtgeldverplichtingen;

    • 2. kosten mobiliteitsbevordering;

    • 3. kosten loon herplaatsers.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 4

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 5

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 3 De leden van de Raad, niet zijnde de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, ontvangen voor hun werkzaamheden voor de Raad een schadeloosstelling. Gebaseerd op een uurloon dat is afgeleid van het hoogste salarisnummer behorende bij schaal 14, als vermeld in Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, bedraagt deze voor:

    • a. de werkzaamheden verbonden aan een plenaire vergadering € 393,68;

    • b. de werkzaamheden verbonden aan een vergadering van de casuïstieksectie waarin minder dan vijftien zaken worden behandeld € 255,89;

    • c. de werkzaamheden verbonden aan een vergadering van de casuïstieksectie waarin meer dan vijftien zaken worden behandeld € 393,68;

    • d. de werkzaamheden verbonden aan een vergadering van de bestuurssectie € 255,89;

    • e. de werkzaamheden verbonden aan een hoorzitting € 131,27;

    • f. andere dan de onder a tot en met e genoemde werkzaamheden € 39,37 per uur.

  • 4 Indien een van de in het derde lid bedoelde leden de voorzitter vervangt bij:

    • a. een plenaire vergadering, wordt het in dat lid onder a genoemde bedrag verhoogd met een toeslag van 30 procent;

    • b. een vergadering van de casuïstieksectie, wordt het in dat lid onder b of c genoemde bedrag verhoogd met een toeslag van 10 procent.

  • 5 De bedragen genoemd in het derde lid worden aangepast overeenkomstig de aanpassing van de salarissen van de rijksambtenaren.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 6

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 2 De Raad en de accountant, bedoeld in het eerste lid, werken mee aan de door de Rijksauditdienst in te stellen onderzoeken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van die dienst.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 7

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De Sociale verzekeringsbank zendt de minister jaarlijks vóór 1 oktober een begroting voor het daaropvolgende jaar en een meerjarenraming voor de vier jaren daarna betreffende:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 8

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In de begroting en de meerjarenraming van de Sociale verzekeringsbank genoemd in artikel 7, onder a, worden de volgende onderdelen onderscheiden:

  • a. de reguliere kosten;

  • b. de overige kosten, te onderscheiden naar:

    • 1. kosten verbonden aan de vergoeding voor het opstellen van sociale rapportages en verzetsrapportages door de Stichting 1940–1945, de Stichting Pelita en de Stichting Joods Maatschappelijk Werk;

    • 2. kosten verbonden aan de vergoeding voor verificatiewerkzaamheden door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen en het Nederlandse Rode Kruis;

    • 3. kosten verbonden aan keuringen door medisch specialisten en het opvragen van medische informatie;

    • 4. kosten projecten.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 9

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 10

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 3 De Sociale verzekeringsbank en de in het eerste lid bedoelde accountant werken mee aan de door de Rijksauditdienst in te stellen onderzoeken betreffende de uitvoering van de taken, genoemd in artikel 6 van de wet, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van die dienst.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 11

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Ten behoeve van de opbouw van de egalisatiereserve ontvangt de Sociale verzekeringsbank in 2011 een bijdrage van € 500 000. Indien uit de jaarrekening 2011 blijkt dat de egalisatiereserve per 31 december 2011 hoger is dan 10% van de vergoeding, bedoeld in artikel 9, eerste lid, stort de Sociale verzekeringsbank het meerdere in 2012 terug.

  • 2 Indien de egalisatiereserve per 31 december 2011 gelijk is aan 10% van de vergoeding bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt er in 2012 geen bijdrage aan de opbouw van de egalisatiereserve uitgekeerd. Indien de egalisatiereserve per 31 december 2011 lager is dan 10% van de vergoeding bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt een bijdrage uitgekeerd die de egalisatiereserve per 31 december 2011 aanvult tot maximaal 10% van de vergoeding, bedoeld in artikel 9, eerste lid, met dien verstande dat de bijdrage aan de egalisatiereserve in 2012 maximaal € 500 000 bedraagt.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 12

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De Sociale verzekeringsbank verschaft de minister periodiek de volgende informatie:

  • a. verbijzonderd naar de specifiekewet voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen waarop de aanvraag is gebaseerd dan wel waaraan het recht wordt ontleend, waarbij wordt aangegeven of de aanvrager of de pensioen- of uitkeringsgerechtigde in het binnen- of buitenland woonachtig is:

    • 1. het aantal ingediende aanvragen, verbijzonderd naar categorie, waarbij wordt aangegeven hoeveel daarvan tot een toekenning of afwijzing hebben geleid, dan wel nog niet zijn afgehandeld;

    • 2. het aantal ingediende bezwaarschriften, waarbij wordt aangegeven hoeveel daarvan gegrond zijn verklaard, dan wel nog niet zijn afgehandeld;

    • 3. het aantal ingediende beroepschriften;

    • 4. het aantal nieuwe vaststellingen verbijzonderd naar ‘ambtshalve’ en ‘op verzoek cliënt’;

    • 5. bestand pensioen- en uitkeringsgerechtigden in beheer, verbijzonderd naar betaalbare en niet betaalbare pensioenen en uitkeringen;

    • 6. anciënniteit van de voorraad nog niet afgehandelde eerste en vervolgaanvragen en bezwaarschriften;

    • 7. het percentage beslissingen dat binnen de termijn, binnen de verlengde termijn en buiten de termijn is genomen, verbijzonderd naar een beslissing op een eerste aanvraag, een vervolgaanvraag of een bezwaarschrift.

  • b. het aantal ingediende aanvragen op basis van de Tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie na-oorlogse generatie, waarbij wordt aangegeven hoeveel daarvan tot een toekenning of afwijzing hebben geleid, al dan niet gevolgd door een bezwaarschrift, dan wel nog niet zijn afgehandeld;

  • c. het aantal vastgestelde fouten;

  • d. het aantal ingediende klachten;

  • e. de resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek;

  • f. het aantal adviesaanvragen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet;

  • g. de inhoud van nieuwe en gewijzigde beleidsregels voor beschikkingen van de Raad en de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in de artikelen 4 en 6, onderdelen a en b, van de wet.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Artikel 13

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2011, 11431, datum inwerkingtreding 01-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Naar boven