Gelet op:
-
○ Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België
inzake de accreditatie van opleidingen binnen het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs
van 3 september 2003, zoals nadien gewijzigd (Trb. 2013, nr. 35);
-
○
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
-
○
Algemene wet bestuursrecht;
-
○
Accreditatiebesluit WHW;
-
○ Decreet tot bekrachtiging van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs
(codex hoger onderwijs);
-
○ Decreet betreffende de versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen;
-
○ Bestuursreglement NVAO.
Overwegende dat het Comité van Ministers in zijn vergadering van 5 december 2016 heeft
besloten de bestuurlijke structuur van de NVAO effectiever te maken,
hetgeen wat betreft aanvragen van Nederlandse hoger onderwijsinstellingen onder andere
inhoudt dat het Algemeen Bestuur zijn hieronder in artikel 1, eerste lid, nader omschreven bevoegdheden mandateert aan het Dagelijks Bestuur en dat het Dagelijks
Bestuur zijn hieronder in artikel 2, eerste lid, nader omschreven bevoegdheden op zijn beurt (onder)mandateert aan de Directeur Nederland
en bij diens afwezigheid of ontstentenis aan diens door het Dagelijks Bestuur aangewezen
plaatsvervanger,
en
hetgeen wat betreft aanvragen van instellingen gevat in het decreet tot bekrachtiging
van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs en het decreet betreffende
de versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen inhoudt dat het Algemeen
Bestuur zijn hieronder in artikel 1, tweede lid, bevoegdheden mandateert aan het Dagelijks Bestuur.