Regeling vergunningverlening windenergie op zee kavel V Hollandse Kust (noord)

Geraadpleegd op 31-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 15-05-2024.
Geldend van 01-04-2020 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 13 december 2019, nr. WJZ/ 19201387, houdende nadere regels tot vergunningverlening windenergie op zee voor het kavel V van het windenergiegebied Hollandse Kust (noord) (Regeling vergunningverlening windenergie op zee kavel V Hollandse Kust (noord))

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 14, tweede lid, 23, eerste, derde en vierde lid, en 24, derde lid, van de Wet windenergie op zee;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • flexibiliteit van het leveringsprofiel van een windpark: mate waarin de levering van elektriciteit aan het net op zee in de tijd niet rechtstreeks afhankelijk is van de windcondities op het moment van de levering;

  • kavel V: kavel V van het windenergiegebied Hollandse Kust (noord) zoals aangewezen in Kavelbesluit V windenergiegebied Hollandse Kust (noord) (Stcrt. 2019, nr. 24545);

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie: de verwachte jaarlijkse energieproductie voor een gegeven combinatie van locatie en productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie, die dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van 50%;

  • TRL: schaal die aangeeft hoe dicht een bepaalde innovatie bij de marktintroductie zit volgens de verdeling die door de Europese Commissie wordt toegepast in het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 (https://ec.europa.eu/research/participants/data/ref/h2020/other/wp/2018-2020/annexes/h2020-wp1820-annex-g-trl_en.pdf);

  • wet: Wet windenergie op zee.

Artikel 2

  • 1 De aanvraag voor een vergunning voor kavel V wordt ingediend in de periode tussen 2 april 2020 en 30 april 2020, 17:00 uur.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 3

  • 1 Het ontwerp voor het windpark, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel a, van de wet, omvat ten minste:

    • a. een windenergie-opbrengstberekening die is opgesteld door een onafhankelijke organisatie met expertise op het gebied van windenergie-opbrengstberekeningen, met gebruikmaking van gerenommeerde rekenmodellen, omgevingsmodellen, windmodellen en windkaarten en die ten minste de locatiegegevens, het merk, type, de technische specificaties, waaronder ashoogte, rotordiameter en vermogenscurve van de windturbines, de lokale windgegevens voor het windpark en een berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie van het windpark omvat;

    • b. de bescheiden waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat aan het van toepassing zijnde kavelbesluit wordt voldaan;

    • c. informatie die aannemelijk maakt dat tijdig de verklaring, bedoeld in artikel 6.16d, eerste lid, onderdeel c, van het Waterbesluit kan worden overgelegd.

  • 2 Bij de berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie zijn de beschikbaarheid, zogeffecten, elektriciteitsverliezen en terugregelverliezen opgenomen, waarbij voor het zogeffect uitsluitend rekening wordt gehouden met het windpark waarvoor de aanvraag wordt gedaan en de windparken Egmond aan Zee en Prinses Amalia.

  • 3 In het tijdschema, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel b, van de wet worden de realisatiedata vermeld van de volgende activiteiten:

    • a. de instemming door de exploitant van het windpark met de voorwaarden van de netbeheerder van het net op zee voor de aansluiting en het transport van elektriciteit overeenkomstig de Elektriciteitswet 1998;

    • b. de verstrekking van opdrachten aan leveranciers en installateurs;

    • c. de plaatsing van de eerste fundering;

    • d. de plaatsing van de eerste windturbine;

    • e. de start van de levering van elektriciteit;

    • f. de datum van ingebruikname van 95% van het windpark;

    • g. de datum van ingebruikname van het gehele windpark; en

    • h. het buiten bedrijf stellen van het windpark.

  • 4 De raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel c, van de wet, omvat in ieder geval een exploitatieberekening met:

    • a. een specificatie van de investeringskosten per component van de productie-installatie;

    • b. een overzicht van alle kosten en baten van de productie-installatie;

    • c. een berekening van het projectrendement over de looptijd van het project.

  • 5 In de raming van de maatschappelijke kosten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel d, van de wet, wordt ten minste aandacht besteed aan:

    • a. de bezetting van het net van de netbeheerder van het net op zee uitgedrukt in het aantal MWh per jaar;

    • b. indien van toepassing een beschrijving en onderbouwing van de planning om 95% van het windpark eerder in gebruik te nemen dan de maximale termijn;

    • c. indien van toepassing de demonstratie van innovatie in het windpark of onmiddellijk daarmee verbonden middelen op kavel V die bijdraagt aan het vergroten van de flexibiliteit van het leveringsprofiel van windparken op zee in de toekomst; en

    • d. een disseminatie- en communicatieplan met een beschrijving van de kennisdeling inzake de innovatie, bedoeld in onderdeel c.

  • 6 De inventarisatie en analyse van de risico’s, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel e, van de wet, omvat ten minste:

    • a. de risico’s bij de bouw van het windpark;

    • b. de risico's met betrekking tot de ontwikkeling van de financiële opbrengst van de te produceren elektriciteit; en

    • c. de risico’s bij de exploitatie van het windpark.

  • 7 De omschrijving van de maatregelen ter borging van de kostenefficiëntie, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel f, van de wet omvat ten minste de methodes van risicobeheersing en de voorgenomen mitigerende maatregelen ten aanzien van de in het zesde lid bedoelde risico’s.

  • 8 Tot de bij de bouw en exploitatie van het windpark betrokken partijen, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel g, van de wet, worden gerekend:

    • a. de aanvrager en indien de aanvrager een samenwerkingsverband betreft, elke deelnemer aan het samenwerkingsverband;

    • b. de verantwoordelijke partij voor het projectmanagement;

    • c. de leverancier van de windturbines;

    • d. de installateur van de windturbines;

    • e. de leverancier van de funderingen;

    • f. de installateur van de funderingen;

    • g. de leverancier van de parkbekabeling;

    • h. de installateur van de parkbekabeling; en

    • i. de verantwoordelijke voor het onderhoud en de bediening van het windpark.

  • 9 De beschrijving van de kennis en ervaring van de betrokken partijen, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel h, van de wet, betreft de kennis en ervaring bij windparken op zee en omvat:

    • a. het geïnstalleerd vermogen van de windparken waarvoor door de verantwoordelijke partij voor het projectmanagement tijdens de bouw het projectmanagement is gedaan;

    • b. het aantal door de leverancier geleverde windturbines;

    • c. het aantal door de installateur geïnstalleerde windturbines;

    • d. het aantal door de leverancier geproduceerde funderingen;

    • e. het aantal door de installateur geïnstalleerde funderingen;

    • f. het aantal elektriciteitsverbindingen op zee waarvoor door de leverancier bekabeling is geleverd;

    • g. het aantal windturbines dat door de installateur van de parkbekabeling is aangesloten; en

    • h. het geïnstalleerd vermogen van de windparken dat de verantwoordelijke voor het onderhoud en de bediening in onderhoud heeft en bedient.

  • 10 Bij de aanvraag worden tevens de volgende gegevens gevoegd:

    • a. een samenvattende beschrijving van de realisatie, exploitatie en ontmanteling van het windpark;

    • b. een financieringsplan, inclusief de beoogde financiers en het beoogde aandeel dat zij zouden dragen;

    • c. indien de aanvrager een samenwerkingsverband betreft een door elke deelnemer ondertekende verklaring van deelname aan het samenwerkingsverband; en

    • d. de meest recent vastgestelde jaarrekening van de aanvrager, de moederonderneming ervan, elk van de deelnemers aan het samenwerkingsverband of hun moederondernemingen, waarbij de jaarrekening betrekking heeft op een jaar dat ten hoogste drie kalenderjaren voor het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend.

Artikel 4

  • 1 Bij de beoordeling van de technische haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met het door de aanvrager overgelegde ontwerp voor het windpark, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel a, van de wet.

  • 2 Bij de beoordeling van de financiële haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met de door de aanvrager overgelegde raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel c, van de wet en de gegevens, bedoeld in artikel 3, tiende lid, onderdelen b en d. De omvang van het eigen vermogen van de aanvrager bedraagt ten minste 20% van de totale investeringskosten voor het windpark waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3 Op verzoek van de aanvrager wordt voor het bepalen van de omvang van het eigen vermogen, bedoeld in het tweede lid, meegerekend:

    • a. indien de aanvrager een samenwerkingsverband is, het eigen vermogen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband;

    • b. indien de aanvrager of een deelnemer aan een samenwerkingsverband een dochteronderneming is en mits de moederonderneming daarmee schriftelijk instemt, het overige eigen vermogen van de moederonderneming.

  • 4 Bij de beoordeling van de aannemelijkheid dat de bouw en exploitatie van een windpark gestart kan worden binnen vier jaar na de datum waarop de vergunning onherroepelijk is geworden, wordt in ieder geval rekening gehouden met het door de aanvrager verstrekte tijdschema, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel b, van de wet.

  • 5 Bij de beoordeling van de economische haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met de door de aanvrager overgelegde raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel c, van de wet.

Artikel 5

  • 1 De onderlinge weging van de rangschikkingscriteria, bedoeld in artikel 24, derde lid, van de wet vindt plaats overeenkomstig de waardering in punten zoals opgenomen in de bijlage waarbij een hoger aantal punten leidt tot een hogere rangschikking.

  • 2 Als bij de rangschikking van de aanvragen volgens de onderlinge weging van de rangschikkingscriteria, bedoeld in het eerste lid, twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel f, van de wet, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdelen a tot en met e, gezamenlijk.

  • 3 Als bij toepassing van het tweede lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel d, van de wet, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdelen a tot en met c en e, gezamenlijk.

  • 4 Als bij toepassing van het derde lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel e, van de wet, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdelen a tot en met c, gezamenlijk.

  • 5 Als bij toepassing van het vierde lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel c, van de wet, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdelen a en b, gezamenlijk.

  • 6 Als bij toepassing van het vijfde lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel a, van de wet, zwaarder dan het criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel b, van de wet.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergunningverlening windenergie op zee kavel V Hollandse Kust (noord).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 december 2019

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

E.D. Wiebes

Bijlage behorende bij artikel 5, eerste lid, van de Regeling vergunningverlening windenergie op zee kavel V Hollandse Kust (noord)

Onderlinge weging van de rangschikkingscriteria, bedoeld in artikel 24, tweede lid, onderdeel a, van de wet

  • 1. Weging in punten:

    Criterium: de kennis en ervaring van de betrokken partijen

    (artikel 24, tweede lid, onderdeel a, van de wet)

    Maximum aantal punten: 10

     

    Kwalitatieve maatstaven

    Beoordelingsmaatstaf

    Ptn.

    1

    De kennis en ervaring van de partijen die verantwoordelijk zijn voor het projectmanagement

    Deze partijen hebben projectmanagement uitgevoerd voor windparken op zee

    Deze windparken hebben een gezamenlijke capaciteit van minder dan 25 MW

    0

    Deze windparken hebben een gezamenlijke capaciteit van 25 MW of meer

    3

    2

    De kennis en ervaring van leveranciers van de funderingen

    Deze partijen hebben funderingen geleverd voor windparken op zee

    Er zijn minder dan 10 funderingen geleverd

    0

    Er zijn 10 of meer funderingen geleverd

    1

    3

    De kennis en ervaring van installateurs van de funderingen

    Deze partijen hebben funderingen geïnstalleerd voor windparken op zee

    Er zijn minder dan 10 funderingen geïnstalleerd

    0

    Er zijn 10 of meer funderingen geïnstalleerd

    1

    4

    De kennis en ervaring van leveranciers van de windturbines

    Deze partijen hebben windturbines geleverd voor windparken op zee

    Er zijn minder dan 10 windturbines geleverd

    0

    Er zijn 10 of meer windturbines geleverd

    1

    5

    De kennis en ervaring van installateurs van de windturbines

    Deze partijen hebben windturbines geïnstalleerd voor windparken op zee

    Er zijn minder dan 10 windturbines geïnstalleerd

    0

    Er zijn 10 of meer windturbines geïnstalleerd

    1

    6

    De kennis en ervaring van leveranciers van de bekabeling die de individuele windturbines verbindt en aansluit op het platform

    Deze partijen hebben bekabeling geleverd die gebruikt is voor elektriciteitsverbindingen op zee

    Bekabeling geleverd voor minder dan 10 verbindingen op zee

    0

    Bekabeling geleverd voor 10 of meer verbindingen op zee

    1

    7

    De kennis en ervaring van installateurs van de bekabeling die de individuele windturbines verbindt en aansluit op het platform

    Deze partijen hebben bekabeling geïnstalleerd die individuele windturbines verbindt en aansluit op een platform op zee

    Bekabeling geïnstalleerd voor de verbinding van minder dan 10 windturbines met een platform

    0

    Bekabeling geïnstalleerd voor de verbinding van 10 of meer windturbines met een platform

    1

    8

    De kennis en ervaring van partijen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud en de bediening van het windpark

    Deze partijen hebben onderhoud en bediening van windparken op zee uitgevoerd

    Ervaring met onderhoud en bediening van windparken op zee met een gezamenlijke capaciteit van minder dan 25 MW

    0

    Ervaring met onderhoud en bediening van windparken op zee met een gezamenlijke capaciteit van 25 MW of meer

    1

    Criterium: de kwaliteit van het ontwerp voor het windpark (artikel 24, tweede lid, onderdeel b, van de wet)

    Maximum aantal punten: 10

     

    Kwalitatieve maatstaven

    Beoordelingsmaatstaf

    Ptn.

    1

    De realisatie- overeenkomst en de aansluit- en transportovereen-komst gesloten met de netbeheerder van het net op zee

    De termijn na het onherroepelijk zijn van de vergunning waarbinnen de aanvrager (vergunninghouder) kan instemmen met de voorwaarden van de netbeheerder van het net op zee voor de realisatieovereenkomst en de aansluit- en transportovereenkomst

    overeenkomstig de Elektriciteitswet 1998.

    De termijn is meer dan 12 maanden

    1

    De termijn is 6 – 12 maanden

    5

    De termijn is minder dan 6 maanden

    10

    Criterium: de capaciteit van het windpark (artikel 24, tweede lid, onderdeel c, van de wet)

    Maximum aantal punten: 10

     

    Kwalitatieve maatstaven

    Beoordelingsmaatstaf

    Ptn.

    1

    De productiecapaciteit van het windpark

    Het gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van het windpark in MW

    Niet minder dan 693 MW en minder dan 720 MW

    1

    Gelijk of meer dan 720 MW en minder dan 740 MW

    5

    Gelijk of meer dan 740 MW en niet meer dan 760 MW

    10

    Criterium: de maatschappelijke kosten (artikel 24, tweede lid, onderdeel d, van de wet)

    Maximum aantal punten: 30

     

    Kwalitatieve maatstaven

    Beoordelingsmaatstaf

    Ptn.

    1

    De efficiency van het gebruik van het net op zee.

    De berekende P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie per jaar

    Minder dan 2.900.000 MWh per jaar

    1

    Gelijk of meer dan 2.900.000 MWh en minder dan 3.000.000 MWh per jaar

    3

    Gelijk of meer dan 3.000.000 MWh en minder dan 3.100.000 MWh per jaar

    5

    Gelijk of meer dan 3.100.000 MWh en minder dan 3.200.000 MWh per jaar

    7

    Gelijk of meer dan 3.200.000 MWh en minder dan 3.300.000 MWh per jaar

    9

    Gelijk of meer dan 3.300.000 MWh per jaar

    10

    De tijd waarvan aannemelijk is gemaakt dat ten minste 95% van het windpark eerder dan de maximale termijn van 60 maanden na onherroepelijk worden van de vergunning in gebruik is

    minimaal 3 maanden sneller

    2

    minimaal 9 maanden sneller

    4

    minimaal 15 maanden sneller

    7

    minimaal 21 maanden sneller

    10

    2

    Het stimuleren van innovatie ten bate van de integratie in het Nederlandse energiesysteem van toekomstige windparken

    De demonstratie van innovatie in het windpark of onmiddellijk daarmee verbonden middelen op kavel V die bijdraagt aan het vergroten van de flexibiliteit van het leveringsprofiel van windparken op zee in de toekomst.

    Voor iedere demonstratie moet ten tijde van de demonstratie ten minste sprake zijn van een prototype in een operationele omgeving (TRL7) in de vorm van een pilot. De demonstratie moet starten uiterlijk 60 maanden na onherroepelijk worden van de vergunning.

    Potentiële impact van de innovatie voor windparken in de toekomst als de innovatie marktrijp wordt gemaakt.

    0-7

    De mate waarin de innovatie vernieuwend en vindingrijk is t.o.v. de op dit moment beste op de markt beschikbare producten, diensten of processen

    De mate waarin aannemelijk wordt gemaakt dat de innovatie met succes kan worden gedemonstreerd in een operationele omgeving

    De mate waarin inzichtelijk is welke specifieke, meetbare en tijdsgebonden voortgang de demonstratie zal kennen en hoe deze bij uitvoering van de innovatie kenbaar zal worden gemaakt

    De mate waarin bij de uitvoering van de demonstratie geborgd is dat de exploitatie van het windpark als geheel geen risico loopt

    De mate waarin kennis en ervaringen wordt gedeeld over de innovatie die wordt gedemonstreerd

    De mate van kennis die wordt gedeeld

    0-3

    De kwaliteit van een disseminatie- en communicatieplan

    De mate waarin het disseminatie- en communicatieplan de te delen kennis, specifiek, meetbaar en tijdgebonden beschrijft

    De mate waarin de doelgroepen zijn benoemd en de disseminatie- communicatiemiddelen daar bij aan sluiten

    Criterium: de kwaliteit van de inventarisatie en analyse van de risico’s

    (artikel 24, tweede lid, onderdeel e, van de wet)

    Maximum aantal punten 10

     

    Kwalitatieve maatstaven

    Beoordelingsmaatstaf

    Ptn.

    1

    Risico's met betrekking tot de ontwikkeling van de financiële opbrengst van de te produceren elektriciteit

    Prijsrisico’s voor elektriciteit en garanties van oorsprong

    Korte termijn marktfluctuaties op de spotmarkt

    0-4

    Lange termijn prijsontwikkeling

    De positie van windenergie op zee in de toekomstige energiemix

    Volumerisico's

    Onzekerheid over verkoop volumes

    Onbalanskosten

    Korte termijn onbalanskosten

    Ontwikkeling van de energiemix op lange termijn

    Risico's met betrekking tot afnemende partijen

    Financiële draagkracht en andere relevante kwaliteiten van de (interne of externe) afnemende partij

    Verhouding tussen de omvang van afname door afnemende partij en de totale handelsstroom van de (interne of externe) afnemende partij

    2

    Risico's met betrekking tot de bouw van het windpark

    Leveringsrisico's van cruciale onderdelen

    Beschikbaarheid geschikte productiefaciliteiten

    0-3

    Beschikbaarheid productiecapaciteit in bepaalde periode

    Beschikbaarheid van onderdelen met een lange leverings- of productietijd

    Transport- en installatierisico's

    Beschikbaarheid van geschikte installatieschepen

    Beschikbaarheid van specifieke transport- en installatieapparatuur

    Weerrisico's in relatie tot de in te zetten transport- en installatieapparatuur en het ontwerp van het windpark

    3

    Risico's met betrekking tot de exploitatie van het windpark

    Werkzaamheden op zee

    Toegankelijkheid van installaties

    0-3

    Beschikbaarheid van geschikte apparatuur

    Energieopbrengst

    Risico van langjarig gemiddelde windsnelheid

    Jaarlijkse variaties en invloed daarvan op de liquiditeit

    Functioneren van de technologie

    Beschikbaarheid van de windturbine en parkbekabeling

    Preventieve onderhoudskosten

    Technische faalfactoren

    Grootschalige correctieve interventies

    Criterium: de kwaliteit van de maatregelen ter borging van kostenefficiëntie (artikel 24, tweede lid, onderdeel f, van de wet)

    Maximum aantal punten: 30

     

    Kwalitatieve maatstaven

    Beoordelingsmaatstaf

    Ptn.

    1

    Het mitigeren van risico's met betrekking tot de ontwikkeling van de financiële opbrengst van de te produceren elektriciteit

    De verkoopstrategie van de opgewekte elektriciteit en garanties van oorsprong

    De wijze van verkoop

    0-14

    Termijn van prijsvastlegging

    Allocatie van onbalansrisico

    Algemene opzet van de (interne of externe) afnemende partij

    De contractvormen

    Vorm van afname- en betalingsverplichtingen

    Relatie met marktreferentieprijzen

    De financiële sterkte van de afnemende partij

    Interne garantieregelingen

    Financiële kwaliteit van afnemende partij

    Aanvullende financiële garanties

    2

    Het mitigeren van risico's met betrekking tot kosten voor de bouw van het windpark

    Ontwerp-, fabricage- en levering strategie

    Ontwerp maatregelen die fabricage en levering risico's mitigeren

    0-8

    Transportstrategie en installatiestrategie

    Contractstrategie, onderverdeling in werkpakketten

    Ervaring op het gebied van het managen van de toeleveringsketen

    Management van risico’s op de overgangspunten tussen de diverse werkpakketten

    Management van de ontwerp, certificering en productie doorlooptijd

    Het kunnen beschikken over productie capaciteit voor het beoogde ontwerp gedurende de project periode.

    Bescherming tegen fluctuaties in grondstof prijzen, apparatuur prijzen en veranderende rente

    Zekerheid van beschikbaarheid van belangrijkste benodigdheden en onderdelen

    Beschikbaarheid (eigen of gecontracteerde) installatie schepen en apparatuur

    Geschiktheid van schepen en apparatuur mbt weerrisicos en milieu eisen

    Beschikbaarheid van personele capaciteit

    3

    Het mitigeren van risico's met betrekking tot kosten van de exploitatie van het windpark

    De operationele- en onderhoudsstrategie

    Logistiek concept

    0-8

    Beschikbaarheid van personele capaciteit

    Ontwerpkeuzes die de toegankelijkheid van het windpark optimaliseren

    Optimalisatie van de energie opbrengst

    Ontwerpkeuzes die de beschikbaarheid van het windpark optimaliseren

    Maatregelen die het productieprofiel optimaliseren

    Analyse van operationele marges en financiële buffers en maatregelen om variaties in wind en niet-beschikbaarheid van het windpark op te vangen

    Zekerheid met betrekking tot het functioneren van de technologie

    Beschikbaarheidsgaranties van leveranciers

    Strategieën voor management van preventief en correctief onderhoud

    Wijze waarop verzekeringen zijn ingezet om operationele risico’s te mitigeren

  • 2. Indicatieve waardes op een continuschaal van 0 tot 100 in procenten voor de criteria, bedoeld in artikel 24, tweede lid, onderdelen e en f, van de wet en voor onderdeel 2 in de tabel ‘Criterium: de maatschappelijke kosten’, bedoeld in onderdeel 1 van deze bijlage:

    indicatieve tussenwaardes op een continuschaal

    Uitstekend, met toegevoegde waarde

    100%

    Zeer goed, met enige toegevoegde waarde

    80%

    Goed

    60%

    Ruim voldoende

    40%

    Voldoende

    20%

    Matig

    0%

Naar boven