Regeling van het Fonds Podiumkunsten voor podia voor aanvullende ondersteuning in [...] met gederfde inkomsten als gevolg van COVID-19-maatregelen

Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 26-06-2020 t/m heden

Regeling van het Fonds Podiumkunsten voor podia voor aanvullende ondersteuning in verband met gederfde inkomsten als gevolg van COVID-19-maatregelen

Het bestuur van de stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 2 van het Algemeen Reglement Fonds Podiumkunsten

Besluit:

Artikel 1. Definities

  • 1 In dit reglement wordt verstaan onder:

    • bestuur: de directeur-bestuurder van het Fonds Podiumkunsten;

    • Fonds Podiumkunsten: Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten;

    • Nederland/NL: het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

  • 2 Onder eigen inkomsten worden in deze regeling de volgende baten, welke terug te vinden zijn in de jaarrekening aan de batenkant van de exploitatierekening, verstaan:

    • a. publieksinkomsten; en

    • b. overige inkomsten, zijnde:

      • 1°. directe opbrengsten in de vorm van sponsorinkomsten en overige inkomsten;

      • 2°. indirecte opbrengsten; en

      • 3°. overige bijdragen.

  • 3 Onder eigen inkomsten worden in elk geval niet begrepen de volgende baten:

    • a. subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan;

    • b. overige bijdragen uit publieke middelen;

    • c. rentebaten;

    • d. bijdragen in natura;

    • e. kapitalisatie van vrijwilligers;

    • f. waardering vrijkaarten; en

    • g. overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.

Artikel 2. Doel

Het bestuur kent in het kader van deze regeling financiële bijdrages toe aan podia die een vitale en cruciale functie vervullen in de infrastructuur in Nederland om hen tegemoet te komen in de omzetderving als gevolg van de COVID-19-crisis.

Artikel 3. Vereisten aanvragers

  • 1 Een bijdrage in het kader van deze regeling kan worden toegekend aan podia die:

    • a. acute liquiditeitsproblemen hebben als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van COVID-19;

    • b. voor zover mogelijk gebruik hebben gemaakt van de generieke compensatiemaatregelen van de rijksoverheid alsmede van door andere overheden getroffen coulancemaatregelen;

    • c. aanvullende financiële ondersteuning ontvangen van een gemeente of provincie in verband met de COVID-19-crisis;

    • d. over het jaar 2018 gemiddeld ten minste 15 procent eigen inkomsten hebben gerealiseerd;

    • e. een cruciale rol spelen in de landelijke infrastructuur.

  • 2 Van de volgende podia wordt aangenomen dat zij een cruciale rol spelen in de landelijke infrastructuur:

    • a. podia die subsidie ontvangen van het Fonds Podiumkunsten in het kader van de Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten, paragraaf 2 (Programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen) in de periode 2020–2021;

    • b. podia die subsidie ontvingen van het Fonds Podiumkunsten in het kader van de Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten, paragraaf 2 (Programmeringssubsidie reguliere programmering in theater- en concertzalen) in de periode 2018–2019;

    • c. podia die in de publicatie ‘poppodia en -festivals in cijfers 2018’ van de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals zijn aangemerkt als ‘groot podium (1000 of meer)’.

  • 3 Podia die niet voldoen aan het bepaalde in het tweede lid kunnen een aanvraag indienen als zij:

    • a. voldoen aan de vereisten om in aanmerking te komen voor subsidieverlening als bedoeld in artikel 2.3 eerste en tweede lid van de Deelregeling programmeringssubsidies Fonds Podiumkunsten en een dragende functie in de culturele infrastructuur in de regio en een belangrijke functie in de landelijke keten hebben en zij naar het oordeel van het bestuur ook voor het overige in voldoende mate vergelijkbaar zijn met de podia als bedoeld in het tweede lid of

    • b. zijn gevestigd in de provincies Drenthe, Zeeland en Flevoland.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1 Voor deze regeling is 26.000.000 euro beschikbaar voor podia als bedoeld in artikel 3, tweede lid. Indien het subsidieplafond zou worden overschreden door het honoreren van alle aanvragen die voldoen aan het bepaalde in deze regeling worden de te verlenen subsidiebedragen naar rato verlaagd tot het niveau waarbinnen het totaal beschikbare bedrag volledig kan worden benut.

  • 2 Voor deze regeling is 3.000.000 euro beschikbaar voor podia als bedoeld in artikel 3, derde lid. Indien het subsidieplafond voor podia als bedoeld in artikel 3, derde lid, zou worden overschreden door het honoreren van alle aanvragen die voldoen aan het bepaalde in deze regeling wordt het beschikbare budget verdeeld op basis van een rangschikking aan de hand van geografische spreiding.

  • 3 Het bestuur kan het subsidieplafond verhogen of verlagen.

  • 4 Besluiten als bedoeld in het derde lid worden bekendgemaakt via de website van het Fonds Podiumkunsten.

Artikel 5. Indiening

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld aanvraagformulier.

  • 2 Indiening is mogelijk tot 10 juli 2020 om 17.00 uur.

  • 3 Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Fonds Podiumkunsten en vergezeld gaat van de op het formulier vermelde bijlagen.

Artikel 7. Toekenning

  • 1 Het bestuur kent een financiële bijdrage toe ten behoeve van een initiatief als dat voldoet aan de eisen uit deze regeling en voor zover de financiële middelen dat toelaten.

  • 2 De hoogte van de subsidie bedraagt de helft van 22,5 procent van de gemiddeld over de jaren 2017 en 2018 behaalde eigen inkomsten van de instelling en onder aftrek van een bedrag dat gelijk is aan 25 procent van de reserves van de instelling per ultimo 2018, met dien verstande dat per aanvrager ten hoogste een bedrag van € 1.000.000 wordt verleend en nooit meer dan het door de gemeente of provincie als extra bijdrage verleende bedrag.

  • 3 Onder een door de gemeente verleende extra bijdrage wordt verstaan iedere onvoorwaardelijke toewijzing van financiële middelen aan een podium, waaronder niet alleen subsidies worden verstaan maar ook het onherroepelijk kwijtschelden of overnemen van financiële verplichtingen.

  • 4 Een bijdrage kan alleen definitief worden toegezegd als de aanvrager naar genoegen van het bestuur aannemelijk maakt dat de overige financiering beschikbaar is of zal komen. Als dit niet het geval is wordt het subsidie verleend onder de ontbindende voorwaarde van verstrekking van de additionele financiële bijdrage.

Artikel 8. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de Awb wordt een aanvraag afgewezen indien naar het oordeel van het bestuur:

Artikel 9. Verantwoording

  • 1 De subsidieontvanger stuurt voor 1 april 2021 een inhoudelijke verantwoording met betrekking tot de besteding van de besteding van de middelen.

  • 2 Aanvragers die een subsidie van meer dan € 125.000 per jaar ontvangen dienen tevens een financiële verantwoording in. Deze dient vergezeld te gaan van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 3 Het bestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de inrichting van de verantwoording.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling van het Fonds Podiumkunsten voor podia voor aanvullende ondersteuning in verband met gederfde inkomsten als gevolg van COVID-19-maatregelen.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van het Fonds Podiumkunsten,

H. Post,

directeur / bestuurder

Naar boven