Beleidsregel nadeelcompensatie verbod laagcalorisch gas grootste afnemers

Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 04-07-2020 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 30 juni 2020, nr. WJZ/ 20169432, tot vaststelling van beleidsregels voor de beoordeling van verzoeken om een vergoeding op grond van artikel 10m van de Gaswet (Beleidsregel nadeelcompensatie verbod laagcalorisch gas grootste afnemers)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 10m van de Gaswet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • afnemer: afnemer op wie het verbod van toepassing is;

  • brutowinstpercentage: omzet minus inkoopwaarde van de afzet op jaarbasis, uitgedrukt in een percentage van de omzet;

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • normjaaromzet: gemiddelde omzet op jaarbasis, berekend over de drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin is omgeschakeld of afgesloten;

  • normbrutowinstpercentage: gemiddeld brutowinstpercentage, berekend over de drie jaren voorafgaand aan het jaar waarin is omgeschakeld of afgesloten;

  • omschakelen: omschakelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel bd, van de wet;

  • verbod: verbod als bedoeld in artikel 10g, eerste lid, van de wet;

  • wet: Gaswet.

Artikel 2. Soorten schade

  • 1 De minister stelt vast of schade als bedoeld in artikel 10m van de wet eenmalig of tijdelijk is, of jaarlijks terugkeert.

  • 2 Schade als bedoeld in het eerste lid die jaarlijks terugkeert, kan voor vergoeding in aanmerking komen volgens de formule: jaarlijks nadeel als gevolg van het verbod x 5, waarbij voor:

    • a. het aantal eenheden waarvoor extra kosten worden gemaakt wordt uitgegaan van:

      • i. het gemiddelde aantal eenheden van de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin is omgeschakeld of afgesloten; en

      • ii. het aantal eenheden dan wel verwacht aantal eenheden op het moment dat de afnemer alle activiteiten als gevolg van het verbod heeft verricht, en

    • b. de prijs van de eenheden wordt uitgegaan van de gemiddelde prijs van de betreffende eenheid in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin is omgeschakeld of afgesloten.

Artikel 3. Normaal ondernemersrisico

  • 1 De minister bepaalt het normale maatschappelijke risico, bedoeld in artikel 10m, eerste lid, van de wet, volgens de formule: (normjaaromzet x normbrutowinstpercentage) x n x 0,1, waarin n, al naar gelang het normbrutowinstpercentage van de onderneming van de afnemer, bedraagt:

    Normbrutowinstpercentage

    ‘n’

    0−35%

    13%

    36−64%

    11%

    65−100%

    8%

  • 2 In bijzondere gevallen kan de minister het normale maatschappelijke risico op andere wijze bepalen dan volgens de in het eerste lid bedoelde formule.

Artikel 4. Risicoaanvaarding

Van risicoaanvaarding als bedoeld in artikel 10m, tweede lid, onderdeel a, van de wet is sprake als:

  • a. het ontstaan van die schade voor de afnemer redelijkerwijs voorzienbaar was ten tijde van de investeringsbeslissing, tenzij redelijkerwijs niet anders van de afnemer kon worden verwacht;

  • b. een afnemer heeft nagelaten zijn belang te verwezenlijken toen hij daartoe redelijkerwijs in de gelegenheid was, terwijl hij redelijkerwijs kon voorzien dat een maatregel genomen zou worden die aan verwezenlijking daarvan in de weg zou te staan.

Artikel 5. Vergoeding

Indien de minister een vergoeding als bedoeld in artikel 10m van de wet toekent, vergoedt de minister ook:

  • a. redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade;

  • b. redelijke kosten ter zake van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand of andere deskundige bijstand bij de vaststelling van de schade;

  • c. de wettelijke rente vanaf de ontvangst van de aanvraag, of, indien de schade op een later tijdstip ontstaat, vanaf dat tijdstip.

Artikel 6. Schadebeperking

Tot een omstandigheid die aan de afnemer kan worden toegerekend als bedoeld in artikel 10m, tweede lid, onderdeel c, van de wet wordt in elk geval de omstandigheid gerekend dat schade ontstaat doordat een afnemer niet alle gegevens of niet de juiste gegevens als bedoeld in artikel 10g, tweede lid, van de wet, heeft verstrekt, terwijl die gegevens ten tijde van de melding wel bij de afnemer bekend waren of redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn.

Artikel 7. Verzekerde schade

Vergoeding van schade is in elk geval anderszins verzekerd als bedoeld in artikel 10m, tweede lid, onderdeel d, van de wet, indien de schade voortvloeit uit het verrichten van activiteiten met het oog waarop aan de afnemer subsidie is verleend.

Artikel 8. Deskundigenadvies

De minister kan zich bij de behandeling van de aanvraag laten adviseren door een of meer onafhankelijke deskundigen, over de hoogte van de schade die voor vergoeding in aanmerking komt.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel nadeelcompensatie verbod laagcalorisch gas grootste afnemers.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 juni 2020

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

E.D. Wiebes

Naar boven