Besluit bekendmaking veiling DAB+ laag 7

Geraadpleegd op 19-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 08-05-2024.
Geldend van 22-12-2020 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 15 december 2020, nr. DGBI-DE/20170961, handelend in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, inzake de keuze voor het instrument veiling van vergunningen voor digitale radio-omroep DAB+ in laag 7 (Besluit bekendmaking veiling DAB+ laag 7)

Artikel 1

De vergunningen voor landelijke commerciële digitale radio-omroep in laag 7 (band III) met de daaraan, voor zover nu reeds mogelijk, te verbinden voorschriften en beperkingen, genoemd in tabel 1, worden verleend met toepassing van een veiling als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, aanhef en onderdeel f, van de Telecommunicatiewet.

Tabel 1: te verdelen vergunningen

Vergunning

Omschrijving

Aantal beschikbare vergunningen

Bijlage

Laag 7 (band III)

Vergunning voor het gebruik van 1/12e deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 205,584 MHz–207,120 MHz (allotment 9C)1

12

1

1 Alle inzet is er op gericht om tijdig, dat wil zeggen voordat partijen laag 7 in gebruik nemen, de single frequency voor deze laag internationaal gerealiseerd te hebben. Mocht de internationale coördinatie hiervoor niet (op tijd) slagen, dan kan het zijn dat partijen in Zuid-Limburg gebruik moeten maken van een ander frequentieblok dan 9C, te weten frequentieblok 5A, 7B of 8C. De verkregen vergunning wordt hier in dat geval op aangepast.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 december 2020

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

M.C.G. Keijzer

Vergunning laag 7, inclusief bijbehorende bijlagen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze beschikking wordt verstaan onder:

    • a. minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

    • b. ITU: Internationale Telecommunicatie Unie;

    • c. MIFR: Master International Frequency Register, zijnde het register waarin radiostations met hun frequentieruimte zijn opgenomen, bedoeld in artikel 4.3 van het Radioreglement van de ITU;

    • d. notificatieverzoek: verzoek van de samenwerkende vergunninghouders aan de minister tot het doen van een notificatie van een in gebruik genomen dan wel te nemen (gedeelte van de) frequentieruimte op een bepaalde plaats, met als doel (dit gedeelte van) de frequentieruimte op die bepaalde plaats na goedkeuring door het radiocommunicatiebureau van de ITU te registreren in het MIFR teneinde internationale bescherming van (dit gedeelte van) de frequentieruimte op die bepaalde plaats te bewerkstelligen;

    • e. GE06: Final Acts of the Regional Radiocommunication Conference for planning of the digital terrestrial Broadcasting service in parts of Regions 1 and 3, in the frequency bands 174–230 MHz and 470–862 MHz; Genève 2006;

    • f. samenwerkende vergunninghouders: vergunninghouders die houder zijn van een deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 205,584 MHz–207,120 MHz (frequentieblok 9C);

    • g. N: het aantal houders van een vergunning op een bepaald moment binnen het in artikel 2, eerste lid, genoemde frequentiebereik;

    • h. samenwerkingsovereenkomst: overeenkomst als bedoeld in artikel 3.21 van de Telecommunicatiewet;

    • i. allotment: het gebied dat gelegen is binnen de contouren zoals gevisualiseerd in de bijlage;

    • j. ziekenhuis: instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

    • k. mobiele ontvangst: mobile reception, zoals bedoeld in paragraaf 1.3.13 van GE06;

    • l. binnenontvangst: portable reception class B, zoals bedoeld in paragraaf 1.3.12 van GE06.

  • 2. De definities in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 zijn van toepassing.

Artikel 2. Gebruiksrecht

  • 1. Het gebruiksrecht omvat, onverminderd het zesde en zevende lid, het gebruik van 1/12e deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik 205,584 MHz–207,120 MHz (frequentieblok 9C).

  • 2. De vergunninghouder gebruikt de in het eerste lid bedoelde frequentieruimte binnen negen maanden na inwerkingtreding van deze vergunning en houdt deze in gebruik.

  • 3. Indien de vergunning als gevolg van internationale afspraken met betrekking tot de provincie Limburg moet worden gewijzigd ontstaat geen recht op compensatie of vergoeding.

  • 4. De vergunninghouder gebruikt de frequentieruimte slechts in overeenstemming met de bestemming in het vigerende Nationaal Frequentieplan (NFP 2014), en de onder die bestemming gegeven beperkingen.

  • 5. De vergunninghouder gebruikt de aan hem toegewezen frequentieruimte voor het aanbieden van ten minste één programmakanaal bestaande uit radioprogramma’s, waarbij dat programmakanaal wordt uitgezonden in een kwaliteit die ten minste gelijk is aan 48 kb/s (stereo-uitzending) indien gebruik wordt gemaakt van AAC+, of, indien gebruik wordt gemaakt van een andere techniek, met een geluidskwaliteit die ten minste vergelijkbaar is met de kwaliteit die met stereo kan worden behaald door middel van de eerder genoemde techniek.

  • 6. Indien een andere vergunning voor het gebruik van 1/12e deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het in het eerste lid genoemde frequentiebereik niet is verleend dan wel is ingetrokken, is de vergunninghouder tot de dag van inwerkingtreding van het besluit waarmee die vergunning voor het eerst onderscheidenlijk opnieuw wordt verleend, gerechtigd 1/N-dedeel van de capaciteit van de niet-verleende of ingetrokken vergunning te gebruiken.

  • 7. Een vergunninghouder is gerechtigd een deel van de capaciteit te laten gebruiken door een andere samenwerkende vergunninghouder, indien:

    • a. beide vergunninghouders daarmee schriftelijk hebben ingestemd, en

    • b. hij blijft voldoen aan de voorschriften en beperkingen in zijn vergunning.

  • 8. De vergunninghouder die een deel van de aan een andere samenwerkende vergunninghouder vergunde capaciteit gebruikt als bedoeld in het zesde lid, neemt het vierde lid in acht.

  • 9. De vergunninghouders die schriftelijke instemmingen hebben gegeven als bedoeld in het zevende lid, onderdeel a, zenden hiervan onverwijld een afschrift aan de minister.

Artikel 3. Samenwerking vergunninghouders

  • 1. De vergunninghouder gaat de samenwerkingsovereenkomst schriftelijk aan.

  • 2. De vergunninghouder verstrekt een afschrift van de samenwerkingsovereenkomst en aanvullingen of wijzigingen daarvan onmiddellijk aan de minister.

  • 3. De vergunninghouder sluit tezamen met de andere samenwerkende vergunninghouders een overeenkomst als bedoeld in artikel 10.15, tweede lid, onder b van de Telecommunicatiewet met een rechtspersoon die namens hen het elektronische communicatienetwerk zal aanleggen en in stand houden voor het gezamenlijk gebruik van de in artikel 2 genoemde frequentieruimte, dan wel toetreedt tot een reeds bestaande overeenkomst, als voormeld.

  • 4. In het belang van doelmatig gebruik van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik genoemd in artikel 2, eerste lid, wordt in de overeenkomst, bedoeld in het derde lid, bepaald dat het in gebreke blijven van een andere samenwerkende vergunninghouder jegens de rechtspersoon, bedoeld in het derde lid, niet tot gevolg heeft dat de aanleg van het elektronische communicatienetwerk als bedoeld in het derde lid en de uitzending van de radioprogramma’s, bedoeld in artikel 2, vijfde lid, ten behoeve van de vergunninghouder wordt gestaakt, onderbroken of beperkt.

  • 5. Indien na het tijdstip waarop de samenwerkingsovereenkomst in werking treedt een vergunning wordt verleend voor een deel van het gebruik van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik genoemd in artikel 2, eerste lid, zorgt de vergunninghouder ervoor dat die nieuwe vergunninghouder op non-discriminatoire voorwaarden partij kan worden bij de samenwerkingsovereenkomst.

  • 6. De verplichting, bedoeld in het tweede lid, geldt niet voor zover een andere samenwerkende vergunninghouder namens deze vergunninghouder de verplichte kennisgeving of mededeling doet.

  • 7. De samenwerkingsovereenkomst dient binnen twaalf weken na verlening van de vergunning te worden afgesloten.

Artikel 4. Technische beschrijving

  • 1. Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de technische beschrijving zoals deze in de bijlagen I en II is opgenomen.

  • 2. De vergunninghouder voldoet aan het spectrummasker voor T-DAB radioapparaten zoals opgenomen in bijlage I.

  • 3. De vergunninghouder voldoet aan de protectieverhoudingen die zijn opgenomen in tabel 2 van bijlage I.

Artikel 5. Bescherming en interferentie

Voor de frequentieruimte bedoeld in artikel 2, voor zover het gaat om het lichtblauwe gebied, bedoeld in bijlage I, tabel 1, geldt:

  • 1. Dat de vergunninghouder het gebruik van de frequentieruimte staakt of beperkt als ontoelaatbare storing plaatsvindt die niet in overeenstemming is met bestaande internationale rechten.

  • 2. Dat de vergunninghouder geen aanspraak heeft op enigerlei vorm van bescherming van het gebruik van frequentieruimte indien er verstoring plaatsvindt in overeenstemming met bestaande internationale rechten.

Artikel 6. Registratie van frequentieruimte

  • 1. De vergunninghouder staakt of beperkt het gebruik van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2, voor zover dit leidt tot belemmeringen in het gebruik van in het MIFR door anderen geregistreerde frequentieruimte.

  • 2. Bij het gebruik van de frequentieruimte heeft de vergunninghouder geen aanspraak op enigerlei vorm van bescherming van dat gebruik, indien verstoring van het gebruik plaatsvindt door het gebruik van in het MIFR geregistreerde frequentieruimte.

  • 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing voor zover de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2, in het MIFR is geregistreerd door de samenwerkende vergunninghouders.

  • 4. Teneinde registratie in het MIFR in gang te zetten kunnen de samenwerkende vergunninghouders een notificatieverzoek daartoe indienen bij de minister.

  • 5. Het notificatieverzoek geschiedt met gebruikmaking van het ‘Formulier kennisgeving ingebruikname en notificatie’, bedoeld in bijlage II.

Artikel 7. Ingebruiknameverplichting

  • 1. Vanaf negen maanden na vergunningverlening biedt de vergunninghouder de dienst, omschreven in artikel 2, vijfde lid, aan, vanaf één jaar na vergunningverlening met een geografische verzorging van 65% mobiele ontvangst en een demografische verzorging van 55% binnenontvangst.

  • 2. Vanaf drie jaren na vergunningverlening biedt de vergunninghouder de dienst, omschreven in artikel 2, vijfde lid, aan met een geografische verzorging van 85% mobiele ontvangst en een demografische verzorging van 65% binnenontvangst.

  • 3. Vanaf vier jaren na vergunningverlening biedt de vergunninghouder de dienst, omschreven in artikel 2, vijfde lid, aan met een geografische verzorging van 90% mobiele ontvangst en een demografische verzorging van 75% binnenontvangst.

  • 4. De geografische verzorging zoals bedoeld in het eerste en tweede lid is voor mobiele ontvangst vastgesteld op een veldsterkte van 60 dBµV/m en de demografische verzorging voor binnenontvangst op een veldsterkte van 66 dBµV/m op 10 meter hoogte voor 50% van de tijd en plaats en bij een referentiefrequentie van 200 MHz. Indien een andere centrumfrequentie wordt gebruikt, wordt de voorgeschreven veldsterkte aangepast conform annex 3.5 van GE06.

  • 5. Voor de ingebruiknameverplichting wordt onder geografische verzorging binnen een allotment verstaan de verzorging in het allotment inclusief binnenwater, exclusief buitenwater. Tot het buitenwater worden gerekend de Waddenzee, de Eems, de Dollard, de Noordzee, de Oosterschelde en de Westerschelde

Artikel 8. Wegnemen belemmeringen

  • 1. Indien op enige plaats binnenshuis door het gewenste signaal van de in het kader van deze vergunning gebruikte radioapparaten belemmeringen in de ontvangst van kabeltelevisie worden veroorzaakt draagt de natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in het vierde lid, dan wel indien deze verzaakt, de vergunninghouder, er op verzoek van degene die de belemmeringen ondervindt, zorg voor dat deze onverwijld op kosten van de samenwerkende vergunninghouders worden verholpen, voor zover ter plaatse:

    • a. de hoogfrequentdichtheid van de gebruikte aansluitkabels en de daaraan bevestigde connectoren een waarde hebben van ten minste 70 dB, en

    • b. het stoorsignaal als gevolg van het krachtens deze vergunning gebruiken van frequentieruimte, hoger is dan 23 dBμV.

  • 2. De in het eerste lid, onder b, genoemde waarde dient evenredig verhoogd te worden met de waarde van het signaalniveau op het abonnee-overnamepunt boven de vereiste minimumwaarde van 60 dBμV.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid, is de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in het vierde lid, danwel de vergunninghouder niet gehouden televisie-ontvangapparaten en aanverwante apparatuur te vervangen die:

    • a. niet geschikt zijn om een stoorspanning van 23 dBμV vermeerderd met de signaalspanning op het kabeltelevisienet bij het abonnee-overnamepunt te ontvangen, of

    • b. een hoogfrequentdichtheid van minder dan 70 dB hebben.

  • 4. De samenwerkende vergunninghouders wijzen één natuurlijke persoon of rechtspersoon aan die de belemmeringen en de kosten, bedoeld in het eerste lid, wegneemt respectievelijk vergoedt.

  • 5. De vergunninghouder is verplicht 1/N-de deel van de kosten, bedoeld in het eerste lid, te vergoeden.

Artikel 9. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

  • 1. De vergunninghouder veroorzaakt:

    • a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radioapparaten in andere radioapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

    • b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

  • 2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radioapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

  • 3. Artikel 8, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10. Kennisgeving ingebruikname

  • 1. De vergunninghouder stelt de minister van elke ingebruikname van (onderdelen van) de frequentieruimte uiterlijk vier weken van tevoren schriftelijk in kennis.

  • 2. De vergunninghouder overlegt de technische gegevens in elektronische vorm conform het format zoals opgenomen in bijlage II op de USB-stick.

Artikel 11. Correspondentie

Kennisgevingen en correspondentie die verband houden met deze vergunning, worden gericht aan Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, te Groningen, tenzij door of vanwege de minister anders wordt aangegeven.

Artikel 12. Inwerkingtreding en looptijd van de vergunning

Deze vergunning treedt in werking op * en loopt tot en met ** 2033.

Bijlage I. Allotment 9c behorend bij de vergunning voor digitale radio-omroep

Het spectrummasker, bedoeld in artikel 4, tweede lid, is als volgt:

Bijlage 264699.png
Figuur 1. Spectrum mask 1 for T-DAB transmitters operating in non critical cases

Bron: GE06 pagina 169

De technische beschrijving, bedoeld in artikel 4, eerste lid, luidt als volgt:

Overzicht frequentieblok 9C (205,584 MHz–207,120 MHz)

Het landelijke frequentieblok 9C heeft de omtrek als beschreven in figuur 2.

Bijlage 264700.png
Figuur 2: Frequentieblok 9C.

De punten waaruit de omtrek van een allotment is opgebouwd zijn op een USB-stick opgenomen. Deze USB-stick maakt onderdeel uit van bijlage II.

De vergunninghouder respecteert de afspraken die Nederland met omringende landen heeft gemaakt. De volledige afspraken zijn opgenomen in bijlage II. Bij tegenstrijdigheid van de samenvatting in de tabellen en de afspraken, opgenomen in bijlage II, prevaleren de laatstgenoemde.

De bilaterale afspraken zijn een verbijzondering van de algemene planningscriteria die gedurende de Genève ’06 conferentie zijn opgesteld (hierna: GE06) met als doel incompatibiliteiten tussen de assignments of allotments in het GE06-plan op te heffen. De implementatie moet zowel voldoen aan GE06 als aan de aanvullende voorwaarden in de onderstaande tabellen.

Indien in de tabellen geen aanvullende beschermingseisen zijn gesteld, dan mag een actueel netwerk evenveel interferentie produceren als een referentienetwerk.

Frequentieblok 9C (205,584 MHz–207,120 MHz)

Resultaten afspraken Nederland met buurlanden

Afspraken gemaakt tijdens conferentie

Tabel 1 en figuur 3 geven de huidige stand van zaken met betrekking tot de internationale frequentierechten van Nederland weer. In bijlage II staan de afwijkingen van de acceptatie van veldsterkten door, en bescherming van, buitenlandse allotments in overeenstemming met de procedure, bedoeld in artikel 5 in samenhang met Section II of Annex 4 ‘Examination of conformity with the digital Plan entry’ GE06.

Bijlage 264701.png
Figuur 3: allotment 9C met verschillende gebieden
Tabel 1 Resultaten van de vastgestelde bilaterale afspraken – stand van zaken december 2020

Blok 9C

NEDERLAND (HOL) heeft de volgende formele frequentierechten:

Gemarkeerd gebied in figuur 4:

 

Donkergroen

Nederland heeft formele frequentierechten voor frequentieblok 9C van:

– Duitsland;

– Verenigd Koninkrijk;

– Denemarken;

– België;

– Luxemburg;

– Frankrijk;

Met alle bovengenoemde landen op basis van GE06.

Lichtgroen

Nederland heeft formele frequentierechten voor frequentieblok 9C van:

– Duitsland;

– Verenigd Koninkrijk;

– Denemarken;

– België;

– Luxemburg;

– Frankrijk.

Nederland heeft formele frequentierechten met Duitsland op basis van het bilateraal agreement uit 2011. Met alle landen op basis van bij de ITU vastgelegde rechten (Weekly Circular nr. 2734 special section GE06-77).

Lichtblauw

Nederland heeft formele frequentierechten voor frequentieblok 9C van:

– Duitsland (20200422 D HOL VHF Agreement);

– Verenigd Koninkrijk (Band III Low power agreement september 2017);

– Denemarken (GE06 7 juni 2006);

Frequentierechten voor frequentieblok 9C zijn nog niet formeel afgestemd met België, Frankrijk en Luxemburg. Niettemin kan frequentieblok 9C wel in gebruik worden genomen omdat dit niet leidt tot ontoelaatbare storingen. Dit omdat Nederland voor het tussenliggende lichtgroene en donkergroene frequentiegebied wel de formele rechten bezit. België en Luxemburg hebben overigens zelf geen formele rechten voor frequentieblok 9C. Daarnaast zijn door Luxemburg en Frankrijk intentieverklaringen afgegeven voor gebruik in dit gebied.:

Donkerblauw

Nederland heeft formele frequentierechten voor frequentieblok 9C van:

– Duitsland (20200422 D HOL VHF Agreement);

– Verenigd Koninkrijk (Band III Low power agreement september 2017);

– Denemarken (GE06 7 juni 2006) (Aanvullende afspraak over veldsterkten in het grensgebied.);

De frequentierechten voor frequentieblok 9C zijn nog niet formeel afgestemd met België, Luxemburg en Frankrijk. Daarnaast is door Luxemburg een intentieverklaring afgegeven voor gebruik in dit gebied.1

1 Noot: Agentschap Telecom spant zich in om het gebruik van frequentieblok 9C in Limburg-Zuid (donkerblauwe gebied) zo volledig mogelijk te maken. Daarvoor is Agentschap Telecom in overleg met de buurlanden. Een aanpassing van de frequentierechten kan leiden tot aanpassing van deze bijlage van de vergunning. Mogelijkerwijs wordt frequentieblok 5A, frequentieblok 7B of frequentieblok 8C, zoals hieronder opgenomen, ingezet voor naar verwachting tijdelijk gebruik in Limburg-Zuid. Indien van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, zal de keuze voor een frequentieblok in de definitieve vergunning worden opgenomen.

Overzicht frequentieblok 5A (174,160 MHz–175,696 MHz), 7B (189,872 MHz–191,408 MHz), 8C (198,592 MHz–200,128 MHz)

Het frequentieblok 5A, 7B of 8C in Limburg-Zuid heeft de omtrek als beschreven in figuur 4.

Bijlage 264702.png
Figuur 4: Gemarkeerd gebied van (mogelijke) inzet van frequentieblok 5A, 7B of 8C in Limburg-Zuid.

De punten waaruit de omtrek van een allotment is opgebouwd zijn op een USB-stick opgenomen. Deze USB-stick maakt onderdeel uit van bijlage II.

De vergunninghouder respecteert de afspraken die Nederland met de buurlanden heeft gemaakt. De volledige afspraken zijn opgenomen in bijlage II. Bij tegenstrijdigheid van de samenvatting in de tabellen en de afspraken, opgenomen in bijlage II, prevaleren de laatstgenoemde.

De bilaterale afspraken zijn een verbijzondering van de algemene planningscriteria die gedurende de Genève ’06 conferentie zijn opgesteld (hierna: GE06) met als doel incompatibiliteiten tussen de assignments of allotments in het GE06-plan op te heffen. De implementatie moet zowel voldoen aan GE06 als aan de aanvullende voorwaarden in de onderstaande tabellen.

Indien in deze tabellen geen aanvullende beschermingseisen zijn gesteld, dan mag een actueel netwerk evenveel interferentie produceren als een referentienetwerk.

Frequentieblok 5A (174,160 MHz–175,696 MHz), 7B (189,872 MHz–191,408 MHz), 8C (198,592 MHz–200,128 MHz)

Resultaten afspraken Nederland met buurlanden

Afspraken gemaakt tijdens conferentie

Tabel 1 en aanvulling tabel 1 geven de afwijkingen weer van de acceptatie van veldsterkten door, en bescherming van, buitenlandse allotments in overeenstemming met de procedure, bedoeld in artikel 5 in samenhang met Section II of Annex 4 ‘Examination of conformity with the digital Plan entry’ GE06.

Aanvulling tabel 1 Resultaten van de vastgestelde bilaterale afspraken

Blok 5A of 7B of 8C in Limburg-Zuid

NEDERLAND (HOL)

LAND

accepteert

beschermt

Verenigd Koninkrijk (G)

GE06

GE06

Duitsland (D)

GE061

GE061

België (BEL)

GE061

GE061

Frankrijk (F)

GE061

GE061

Luxemburg (LUX)

GE061

GE061

Denemarken (DNK)

GE06

GE06

1 Agentschap Telecom is in onderhandeling met de buurlanden over de uitfasering van het gebruik van frequentieblok 8C in Limburg-Zuid.

Voor dit frequentieblok zijn met de buurlanden na GE06 geen nadere specifieke afspraken gemaakt. Voor frequentieblokken 5A en 7B geldt dat nadere afspraken worden bekendgemaakt indien gekozen wordt voor de inzet van één van deze frequentieblokken.

Nabuurkanaalinterferentie

De tabel voor protectieverhoudingen zoals bedoeld in artikel 4, derde lid is als volgt:

Tabel 2

Protectieverhouding exclusief statistische correctiefactor, dB

1e nabuurkanaal

2e nabuurkanaal

3e nabuurkanaal

– 35

– 40

– 45

Protectieverhouding inclusief statistische correctiefactor, dB

1e nabuurkanaal

2e nabuurkanaal

3e nabuurkanaal

– 23

– 28

– 33

Buitenomgeving locatie waarschijnlijkheid %

Binnenshuis locatie waarschijnlijkheid %

99

95

standaarddeviatie 4,3 dB

standaarddeviatie 7,41 dB

Bijlage II. Behorend bij de vergunning voor digitale radio-omroep

A. Kennisgeving ingebruikname

Het format zoals bedoeld in artikelen 6 en 10 van de vergunning is opgenomen op de USB-stick.

B. Technische beschrijving

De technische beschrijving zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, is ook opgenomen op de USB-stick. Dit bestaat uit de volgende onderdelen:

  • 1. GE06 Final acts

  • 2. GE06 NL allotments

  • 3. GE06 Bilaterale afspraken

Naar boven