Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten

Toekomstige wijziging(en) op 01-05-2029. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling materieel uitgewerkt per 01-11-2025.]
Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-04-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 27-04-2024 t/m heden

Wet van 9 april 2021 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de huurprijsverhogingen voor geliberaliseerde huurovereenkomsten te maximeren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel Ia

[Treedt in werking op 01-05-2029]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel IIIa

[Treedt in werking op 01-05-2029]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel IIIaa

[Treedt in werking op 01-05-2029]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel IIIb

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen tweeënhalf jaar na inwerkingtreding van de artikelen I en II aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel IV

Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met uitzondering van de artikelen IA, IIIA en IIIAa die in werking treden met ingang van 1 mei 2029.

Artikel V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 9 april 2021

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.H. Ollongren

De Minister voor Rechtsbescherming,

S. Dekker

Uitgegeven de tweeëntwintigste april 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven