Specifiek interventiebeleid NVWA diervoeder (IB02-SPEC 35, versie 04)

[Regeling vervallen per 13-01-2024.]
Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-12-2023 t/m 12-01-2024

Specifiek interventiebeleid NVWA diervoeder (IB02-SPEC 35, versie 04)

1. Onderwerp

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Het specifiek interventiebeleid diervoeder beschrijft, binnen de kaders van het algemeen interventiebeleid (NVWA-IB02), de klassenindeling van en interventies voor de beoordeling van specifieke overtredingen van de diervoederwetgeving.

Overtredingen die door de inspecteur/toezichthouder worden waargenomen en die niet in dit IB02-SPEC 35 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Directie Handhaven teneinde een interventie te bepalen.

2. Begrippen en wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

2.1. Begrippen

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

In aanvulling op de definities en begrippen uit het algemeen interventiebeleid NVWA-IB02 geldt de volgende definitie:

Tolerantie Toegestane afwijkingen tussen vermelde waarden en geanalyseerde waarden.

Afkortingen

   

GGO

Genetisch gemodificeerde organismen

HACCP

Hazard Analysis Critical Control Points

MRL

Maximum Residue Limit

Vo.

Verordening

2.2. Wettelijke basis

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Op het werkterrein van diervoeder gelden met name Europese regels. De belangrijkste

wettelijke bepalingen die van belang zijn voor dit specifiek interventiebeleid

zijn neergelegd in:

Europese wettelijke basis

Verordening (EG) nr. 178/2002

tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden

Verordening (EG) nr. 183/2005

tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne

Verordening (EG) nr. 1829/2003

inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders

Verordening (EG) nr. 1830/2003

betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG

Verordening (EG) nr. 1831/2003

betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding

Verordening (EG) nr. 999/2001

houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën

Verordening (EG) nr. 767/2009

betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie

Verordening (EG) nr. 68/2013

betreffende de catalogus van voedermiddelen

Verordening (EG) nr. 882/2004

inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn

Verordening (EG) nr. 396/2005

tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EG van de Raad

Verordening (EG) nr. 669/2009

ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG

Richtlijn 2002/32/EG

inzake ongewenste stoffen in diervoeding

Verordening (EU) nr. 2020/354

tot vaststelling van een lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel

Verordening (EG) 2015/786

tot vaststelling van criteria voor de aanvaardbaarheid van zuiveringsprocedés die worden toegepast op producten die bedoeld zijn voor het voederen van dieren, als bedoeld in Richtlijn 2002/32/EG van het Europees parlement en de Raad

Verordening (EG) 1069/2009

tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten)

Verordening (EG) 142/2011

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn

Verordening (EG) nr. 152/2009

tot vaststelling van de bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle van diervoeders

Nationale wettelijke basis

Wet dieren

Wet van 19 mei 2011, houdende een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren)

Besluit diervoeders 2012

Besluit van 12 november 2012, houdende regels inzake diervoeders (Besluit diervoeders 2012)

Regeling diervoeders 2012

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 augustus 2010, nr. 145464, houdende voorschriften inzake diervoeders (Regeling diervoeders 2012)

3. Werkwijze

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het algemeen

interventiebeleid, NVWA-IB02.

De ernst van de overtreding wordt onder andere bepaald door de mate van het (risico op) gevaar voor de veiligheid van mens, dier en/of milieu. Hoe groter het risico is, des te hoger wordt de overtreding in de bijlage geclassificeerd.

In bepaalde gevallen hebben zich (nog) geen daadwerkelijke negatieve gevolgen voorgedaan als gevolg van de overtreding, maar is niet gewaarborgd dat dit zich niet zal voordoen: er bestaat een (gering tot ernstig) risico op negatieve gevolgen voor de veiligheid van mens, dier en/of milieu. Bijvoorbeeld: een inrichting voldoet niet aan de wettelijke eisen. Hier geldt dat hoe groter het (risico op) gevaar voor de veiligheid van mens, dier en/of milieu is, des te hoger een overtreding in de bijlage wordt geclassificeerd.

In de bijlage van dit document zijn de bepalingen van de geldende wetgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).

Voor een klasse D overtreding zal de werkwijze gevolgd worden conform het Algemeen Interventiebeleid.

Afwijken van de in dit document voorgeschreven interventie is alleen mogelijk in overleg met, en na akkoord van, het afdelingshoofd. De onderbouwing om af te wijken wordt vastgelegd.

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Sanctionerende interventie

Overtredingen van de Wet dieren worden doorgaans bestuurlijk beboet. Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder deze is begaan daartoe aanleiding geven, legt de NVWA deze aan het Openbaar Ministerie voor. Dit volgt uit artikel 8.10, eerste lid, van de Wet dieren. Het OM beslist of het overgaat tot strafrechtelijke afdoening. Afgezien van de in artikel 8.11 genoemde overtredingen is strafrechtelijke afdoening niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Wet dieren gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.

De kolommen ‘interventie bij eerste overtreding’ en ‘interventie bij herhaalde overtreding’ in de bijlage van dit document vermelden uitsluitend de bestuurlijke boete als sanctionerende interventie die doorgaans wordt toegepast. Dit laat onverlet dat, als een overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, op grond van de specifieke feiten en omstandigheden kan worden besloten om in plaats van een bestuurlijke boete een proces verbaal op te maken ten behoeve van strafrechtelijke afdoening. Op voorhand is niet in de bijlage aan te geven wanneer wordt overgegaan tot een strafrechtelijke sanctionerende interventie. Daarom vormt deze paragraaf een aanvulling op de inhoud van de bijlage.

In alle gevallen geldt overigens dat een strafrechtelijke sanctionerende interventie (een proces verbaal) te allen tijde kan worden gecombineerd met een bestuursrechtelijke corrigerende interventie (een herstelmaatregel).

Corrigerende interventie

Corrigerende interventies kunnen naast of in plaats van sanctionerende interventies worden ingezet. Dat kan nuttig zijn zodra blijkt dat sanctionerende interventies (alleen) onvoldoende leiden tot naleving van de regelgeving. Voor welke corrigerende interventie gekozen wordt verschilt van geval tot geval. Voorbeelden hiervan zijn een last onder dwangsom, een verbod tot het verrichten van bepaalde activiteiten, ingrijpen in het productieproces of schorsen of intrekken van een erkenning voor de inrichting.

Corrigerende interventies hebben als doel te bevorderen dat de overtreder zijn bedrijfsprocessen blijvend beheerst zodat bestaande overtredingen worden beëindigd en nieuwe worden voorkomen. Een corrigerende interventie moet proportioneel zijn, toegesneden op de specifieke situatie van de overtreder. Een corrigerende interventie mag niet ingrijpender voor de overtreder zijn dan strikt noodzakelijk om de overtreding te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Overgaan tot ingrijpender corrigerende interventies, zoals het schorsen of intrekken van een erkenning, kan indien kan worden gemotiveerd waarom een minder ingrijpende corrigerende interventie onvoldoende effect heeft gehad of zal hebben.

Specifieke corrigerende interventie

Als een of meer overtredingen worden geconstateerd die in ernst, aantal en tijdsbestek een corrigerende interventie rechtvaardigen wordt met een specifieke corrigerende interventie in het productieproces ingegrepen. Dit ingrijpen kan betrekking hebben op:

  • a. beëindiging van een overtreding of

  • b. voorkoming van nieuwe overtredingen.

Voorbeelden van corrigerende interventies die betrekking hebben op de feitelijke uitvoering van het proces zijn:

  • stopzetten of vertragen van het productieproces of onderdelen daarvan;

  • verbieden of verplichten bepaalde activiteiten te verrichten in het productieproces of de manier waarop ze worden verricht.

Een corrigerende interventie kan ook betrekking hebben op de kwaliteitsdocumenten van het bedrijf waarmee het bedrijf naleving van de regelgeving beoogt te borgen. Voorbeelden van dergelijke corrigerende interventies zijn:

  • verplichten de standaardwerkwijzen aan te passen;

  • verplichten de inhoud en frequentie van bedrijfscontroles en monitoringsprocedures aan te passen;

  • verplichten de instructies voor het gebruik van bepaalde apparatuur aan te passen.

Aan een specifieke corrigerende interventie kan een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang worden verbonden.

Als opnieuw overtredingen worden geconstateerd wordt opnieuw een corrigerende interventie ingezet als ernst, aantal en tijdsbestek van de overtreding(en) dit rechtvaardigt. Zonodig met ingrijpender maatregelen of een hogere dwangsom.

Generieke corrigerende interventie

Mocht de overtreder ondanks een of meer specifieke corrigerende interventies nieuwe overtredingen blijven begaan die in ernst, aantal en tijdsbestek ingrijpen rechtvaardigen kan worden overgegaan tot een generieke corrigerende interventie, zoals bijvoorbeeld het schorsen of intrekken van de erkenning van een erkende inrichting. Hiertoe kan ook meteen worden overgegaan als er weliswaar nog geen (herhaalde) specifieke corrigerende interventie is opgelegd maar er op voorhand aanwijzingen zijn dat deze onvoldoende tot naleving zullen leiden.

Bij het bepalen van nut en noodzaak van een generieke interventie wordt integraal bekeken in hoeverre de overtreder, afgezien van de wettelijke eisen voor het productieproces van diervoeder, andere wettelijke eisen naleeft waarop de NVWA toezicht houdt. Bij een erkende diervoederproducent kan bijvoorbeeld ook gekeken worden naar het nalevingsgedrag van wettelijke eisen over voedselhygiëne, dierlijke bijproducten en bescherming van diergezondheid (reiniging en ontsmetting).

3.3. Herhaalde overtreding en verscherpt toezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Herhaalde overtreding

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie binnen een periode van 3 jaar dezelfde wettelijke norm, of een wettelijke bepaling die hetzelfde doel beoogt, waarop reeds een interventie werd toegepast, opnieuw wordt overtreden.

Stapeling

Tijdens een inspectie kunnen overtredingen van verschillende wettelijke voorschriften en van verschillende overtredingsklassen worden vastgesteld. Voor het handelen in dergelijke situaties zie 2.3 van het Algemene Interventiebeleid, NVWA-IB02. Ten aanzien van het stapelen van overtredingen geldt, bij het opleggen van de bestuurlijke boete, dat er wordt uitgegaan van maximaal 5 overtredingen per overtreder, per controlemoment, per locatie.

Herinspectie

Na het constateren van een overtreding klasse B of C kan een extra inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen. Herinspecties kunnen in rekening worden gebracht bij het bedrijf.

Verscherpt toezicht

Als bij meerdere opeenvolgende (her)inspecties blijkt dat overtredingen zich blijven voordoen, kan de NVWA besluiten verscherpt toezicht in te stellen. Dit wordt ook aan de overtreder medegedeeld. Verscherpt toezicht houdt in dat de NVWA vaker inspecteert en, indien zij overtredingen constateert, naast een sanctionerende interventie ook corrigerende interventies kan opleggen die passend zijn om de geconstateerde overtreding(en) te beëindigen of herhaling ervan te voorkomen. Per overtreder wordt een maatwerkaanpak opgesteld. Na afloop van een van tevoren vastgestelde periode wordt geëvalueerd of voortzetting van het verscherpt toezicht wenselijk is. Ook dit wordt gecommuniceerd met de overtreder.

3.4. Internettoezicht

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Op internet worden op handelssites (digitale platforms) geregeld advertenties geplaatst met verboden content. De NVWA kan in die gevallen gegevens bij zowel de aanbieder als de beheerder van de handelssite vorderen op basis van de Algemene wet bestuursrecht. Beheerders van handelssites kunnen de NVWA alternatieven bieden om te interveniëren, zoals het verwijderen van advertenties. In dergelijke gevallen kan de NVWA volstaan met nalevingshulp aan de aanbieder bijvoorbeeld vlak nadat de advertentie is verwijderd. Is er sprake van herhaling dan kunnen alsnog gegevens worden gevorderd en kan worden opgeschaald in de handhaving.

5. Divers

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 15 januari 2020 vastgestelde Specifiek interventiebeleid diervoeder (IB02-SPEC 35, versie 03). Ten opzichte van versie 03 zijn er aan de bijlage twee regels toegevoegd (35R233 en 35R234). Daarnaast zijn er 12 regels geactualiseerd, vanwege nieuwe en gewijzigde wetgeving en om redactionele redenen.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA diervoeder (IB02-SPEC 35, versie 04)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 15 november 2021.

De bijlage van dit spec is te vinden op de internetpagina van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

namens deze:

G.J.C.M. Bakker

inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Bijlage

[Regeling vervallen per 13-01-2024]

[Red: Gepubliceerd op www.nvwa.nl/interventiebeleid.]

Naar boven