Artikel 1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 16-06-2022]
In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
-
Zorgaanbieder:
-
1°. natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg in de zin van
de Wmg verleent als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg;
-
2°. natuurlijk persoon of rechtspersoon voor zover deze tarieven in rekening brengt namens,
ten behoeve van of in verband met het verlenen van zorg door een zorgaanbieder als
bedoeld onder 1°.
Artikel 2. Doel van de beleidsregel
[Regeling vervallen per 16-06-2022]
Het doel van de beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt
van haar bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen op het
gebied van geneeskundige zorg zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Besluit zorgverzekering voor zover voor deze zorg nog geen prestatiebeschrijvingen zijn vastgesteld op grond
van andere beleidsregels.
Artikel 3. Reikwijdte
[Regeling vervallen per 16-06-2022]
Deze beleidsregel is van toepassing op geneeskundige zorg als omschreven bij of krachtens
de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor zover de NZa voor de voornoemde zorg op grond van andere beleidsregels
geen prestatiebeschrijvingen heeft vastgesteld op grond van de Wmg.
Artikel 4. Voorwaarden, voorschriften en beperkingen
[Regeling vervallen per 16-06-2022]
De prestaties zoals vermeld in artikel 5 mogen enkel in rekening worden gebracht, indien wordt voldaan aan de voorwaarden,
voorschriften en/of beperkingen verbonden aan de betreffende prestaties. De NZa zal
de voorwaarden, voorschriften en/of beperkingen opnemen in de tariefbeschikking.
Artikel 5. Prestatiebeschrijvingen en tarieven
[Regeling vervallen per 16-06-2022]
1. Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten
-
a.
Prestatiestructuur
Het leveren van geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose
(infectie) en infectieziekten. Hierbij kan sprake zijn van de noodzaak tot verwijzen,
diagnosticeren, behandelen en begeleiden (ook) met het oog op het bevorderen van de
therapietrouw. De zorg kan enkel op consultbasis worden gedeclareerd en kent de volgende
prestatiestructuur:
-
• Consult korter dan 20 minuten;
-
• Consult 20 minuten of langer;
-
• Visite korter dan 20 minuten;
-
• Visite 20 minuten of langer;
-
• Telefonisch consult;
-
• Vaccinatie.
-
b.
Begrenzing en beperking van de prestatie
Individuele zorg bij tuberculose (infectie) en infectieziektebestrijding kan alleen
gedeclareerd worden door gekwalificeerde en landelijke geregistreerde artsen. De Registratie
commissie Geneeskundig Specialisten (RGS) van de KNMG bepaalt daarbij de registratiecriteria.
-
c.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5.1.a beschreven prestaties voor de behandeling van tuberculose en
infectieziektebestrijding door GGD artsen kennen maximumtarieven. Het maximumtarief
voor een consult korter dan 20 minuten is gelijkgesteld aan het basistarief dat geldt
voor incidentele en acute hulpverlening die een huisarts levert aan niet bij hem ingeschreven
verzekerden. Het maximumtarief voor de in de bovenstaande lijst genoemde overige prestaties
wordt vervolgens bepaald door het basistarief consult met de bijbehorende factor te
vermenigvuldigen.
Prestatie
|
Factor
|
Consult korter dan 20 minuten
|
1,0
|
Consult 20 minuten of langer
|
2,0
|
Visite korter dan 20 minuten
|
1,5
|
Visite 20 minuten of langer
|
2,5
|
Telefonisch consult
|
0,5
|
Vaccinatie
|
0,5
|
-
d. De aan de zorgaanbieder in rekening gebrachte laboratoriumkosten en entstoffen in
verband met vaccinatie kunnen enkel tegen kostprijs worden doorberekend. Aanvullend
diagnostisch onderzoek door de zorgaanbieder kan op basis van de regelgeving voor
medisch-specialistische zorg in rekening worden gebracht.
2. Preventieve voetzorg bij diabetes mellitus
-
a.
Prestatiestructuur
Het leveren van preventieve voetzorg aan patiënten met diabetes mellitus ter preventie
van voetulcera. De te declareren prestaties omvatten het totaalpakket aan werkzaamheden
binnen de zorgprofielen, zoals (zorginhoudelijk) beschreven in de “Zorgmodule Preventie
Diabetische Voetulcera” en de richtlijn Diabetische Voet, voor zover deze door het
Zorginstituut Nederland geduid zijn als geneeskundige zorg die ten laste van de basisverzekering
kan worden gebracht.
Preventieve voetzorg bij diabetes mellitus kent de volgende prestatiestructuur:
-
1.
Jaarlijks voetonderzoek om te beoordelen of iemand met diabetes risicovoeten mogelijk
wonden krijgt (zorgprofiel 1)
De prestatie omvat anamnese, onderzoek en risico-inventarisatie bij hoog risico op
wond/amputatie met verhoogde druk. Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd
op een gemiddelde inspanning per voetcontrole.
-
2.
Preventieve voetzorg bij mensen met diabetes om hoog risicovoeten te beschermen tegen
het krijgen van wonden (zorgprofiel 2)
De prestatie omvat het gehele zorgprofiel bij hoog risico op wond/amputatie zonder
verhoogde druk. Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde
jaarlijkse inspanning.
-
3.
Preventieve voetzorg bij mensen met diabetes om hoog risicovoeten met verhoogde druk
te beschermen tegen het krijgen van wonden (zorgprofiel 3)
De prestatie omvat het gehele zorgprofiel bij hoog risico op wond/amputatie met verhoogde
druk. Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse
inspanning.
-
4.
Preventieve voetzorg bij mensen met diabetes om zeer hoog risicovoeten te beschermen
tegen het (opnieuw) krijgen van wonden (zorgprofiel 4)
De prestatie omvat het gehele zorgprofiel bij zeer hoog risico op wond/amputatie.
Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse
inspanning.
-
5.
Toeslag voor zorg aan huis
In het geval de zorgaanbieder de patiënt thuis behandelt vanwege de gezondheidstoestand
van de patiënt, kan een toeslag voor zorg aan huis in rekening worden gebracht ter
compensatie van tijd en reiskosten, indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
-
• De behandeling vindt bij de patiënt thuis, niet zijnde een instelling als bedoeld
in de Wet toelating zorginstellingen, plaats;
-
• De toeslag kan per patiënt per dag slechts eenmaal in rekening worden gebracht tenzij
er een medische noodzaak is de patiënt meerdere keren op één dag te behandelen en
er dan ook meerdere keren reistijd en reiskosten gemaakt worden.
-
6.
Toeslag voor zorg in een instelling
In het geval de zorgaanbieder de patiënt, vanwege de gezondheidstoestand van de patiënt,
in een instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen behandelt, kan een toeslag voor zorg in een instelling in rekening worden gebracht
ter compensatie van tijd en reiskosten indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
-
• De behandeling vindt in een instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen plaats;
-
• De toeslag kan per patiënt per dag slechts eenmaal in rekening worden gebracht tenzij
er een medische noodzaak is de patiënt meerdere keren op één dag in een instelling
te behandelen en er dan ook meerdere keren reistijd en reiskosten gemaakt worden;
-
• Deze prestatie mag alleen in rekening worden gebracht wanneer er daadwerkelijk reistijd
en reiskosten naar de instelling gemaakt worden voor behandeling van de patiënt.
-
b.
Begrenzing en beperking van de prestatie
De prestaties in artikel 5.2.a kunnen enkel in rekening worden gebracht indien de
zorg geen onderdeel uitmaakt van een integraal bekostigde zorgketen diabetes mellitus,
zoals beschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, maar
zorginhoudelijk wel voldoet aan de voorwaarden van die beleidsregel.
De prestaties kunnen enkel in rekening worden gebracht indien het gehele zorgprofiel
zoals beschreven in artikel 5.2.a onder verantwoordelijkheid van de declarerende zorgaanbieder
wordt of kan worden geleverd. De declarerende zorgaanbieder fungeert daarbij als hoofdaannemer
van het gehele zorgprofiel.
Indien een (deel van de) prestatie(s) wordt uitbesteed aan een onderaannemer (uitvoerende
zorgaanbieder), dient gebruik te worden gemaakt van de prestatie onderlinge dienstverlening
in artikel 5.4 van deze beleidsregel.
-
c.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5.2.a beschreven prestaties 1 tot en met 4 kennen maximumtarieven,
gebaseerd op de gemiddelde inzet van zorgzorgaanbieders voor patiënten binnen de zorgprofielen.
Bovenop het maximumtarief kan een opslag worden overeengekomen voor de behandeling
van patiënten met een hogere zorgzwaarte dan het gemiddelde van de populatie. Voor
de opslag geldt dat deze enkel in rekening kan worden gebracht indien voor individuele
patiënten met een hogere dan gemiddelde zorgzwaarte hier een overeenkomst me t de
zorgverzekeraar van de patiënt aan ten grondslag ligt. De aanvullende voorwaarden
die moeten gelden voor het in rekening brengen van de opslag, kunnen in deze overeenkomst
worden vastgelegd. Ook de opslag kent een maximumtarief.
In de maximumtarieven is een component voor het (gederfd) rendement op het eigen vermogen
(VGREV) van 1,17% toegevoegd. Het opslagpercentage dient als vergoeding voor de eigen
vermogenskosten waarmee de zorgaanbieder ondernemersrisico’s kan opvangen.
De maximumtarieven en bijbehorende opslagen zijn weergegeven op definitief prijsniveau
2021.
Prestatie
|
Maximumtarief
(definitief 2021)
|
Opslag
|
Jaarlijks voetonderzoek om te beoordelen of iemand met diabetes risicovoeten mogelijk
wonden krijgt (zorgprofiel 1)
|
€ 39,77
|
|
Preventieve voetzorg bij mensen met diabetes om hoog risicovoeten te beschermen
tegen het krijgen van wonden
(zorgprofiel 2)
|
€ 282,79
|
€ 100,15
|
Preventieve voetzorg bij mensen met diabetes om hoog risicovoeten met verhoogde druk
te beschermen tegen het krijgen van wonden (zorgprofiel 3)
|
€ 412,40
|
€ 123,72
|
Preventieve voetzorg bij mensen met diabetes om zeer hoog risicovoeten te beschermen
tegen het (opnieuw) krijgen
van wonden (zorgprofiel 4)
|
€ 553,79
|
€ 135,50
|
De onder artikel 5.2.a beschreven prestaties 5 en 6 kennen maximumtarieven, welke
zijn weergegeven op definitief niveau 2021.
De toeslag voor zorg aan huis (prestatie 5) of in een instelling (prestatie 6) kunnen
uitsluitend in rekening worden gebracht wanneer er zorg, vallende onder de in artikel
5.2.a beschreven prestaties 1, 2, 3 of 4, aan de patiënt wordt geleverd.
Prestatie
|
Maximumtarief
(definitief 2021)
|
Toeslag voor zorg aan huis
|
€ 21,58
|
Toeslag voor zorg in een instelling
|
€ 7,19
|
Alle tarieven worden in beginsel jaarlijks ambtshalve geïndexeerd. Voor wat betreft
de loonkosten wordt de index vastgesteld door het Ministerie van VWS. Deze index houdt
verband met de cao-afspraken. Het tarief wordt vastgesteld op basis van een voorcalculatie
voor jaar t en de definitieve index van jaar t-1.
3. Koemelkallergie-test
-
a.
Prestatiestructuur
Het leveren van een dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatietest conform
de geldende richtlijn Voedselveiligheid jeugdgezondheidszorg. De patiënt krijgt op
locatie van de zorgaanbieder in oplopende doses onder medisch toezicht in twee sessies
testvoeding met of zonder koemelk toegediend, waarbij noch de betrokken behandelaars
noch de patiënt (en diens ouders) op de hoogte zijn van welke testvoeding koemelk
bevat.
-
b.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5.3.a beschreven prestatie kent een maximumtarief. In het maximumtarief
is een component voor het (gederfd) rendement op het eigen vermogen (VGREV) van 1,17%
toegevoegd. Het opslagpercentage dient als vergoeding voor de eigen vermogenskosten
waarmee de zorgaanbieder ondernemersrisico’s kan opvangen.
Het maximumtarief voor de prestatie bedraagt € 809,72 (definitief niveau 2021).
Het tarief wordt in beginsel jaarlijks ambtshalve geïndexeerd. Voor wat betreft de
loonkosten wordt de index vastgesteld door het Ministerie van VWS. Deze index houdt
verband met de cao-afspraken. Voor wat betreft de materiële kosten wordt aangesloten
bij de prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan (CEP)
van het Centraal Planbureau (CPB). Voor de voorlopige indexaties 2022 sluit de NZa
incidenteel aan op de ramingen uit de Macro Economische Verkenning van het Centraal
Planbureau. Dit geldt zowel voor de personele index als de materiële index. De op
het tarief toe te passen index is het gewogen gemiddelde van de loon- en materiële
indices waarbij wordt uitgegaan van een aandeel van 68% loonkosten en 32% materiële
kosten. Het tarief wordt vastgesteld op basis van een voorcalculatie voor jaar t en
de definitieve indices van jaar t-1.
-
c.
Contractvoorwaarde
Deze prestatie kan enkel in rekening worden gebracht indien hieraan een schriftelijke
overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar ten grondslag
ligt. De prestatie mag ook in rekening worden gebracht indien de zorgverzekeraar van
de desbetreffende verzekerde uitsluitend restitutiepolissen aanbiedt onder de voorwaarde
dat er een overeenkomst is met minimaal één andere zorgverzekeraar.
4. Onderlinge dienstverlening
-
a.
Prestatiestructuur
Onderlinge dienstverlening betreft de levering van een (deel)prestatie of van een
geheel van prestaties door een ‘andere zorgaanbieder’ in opdracht van een ‘zorgaanbieder’.
De andere zorgaanbieder wordt in dit kader ook wel aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’.
De zorgaanbieder wordt in dit kader ook wel aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.
De uitvoerende zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de prestaties
op het gebied van overige geneeskundige zorg met inachtneming van de geldende maximumtarieven,
in opdracht van de opdrachtgevende zorgaanbieder via onderlinge dienstverlening in
rekening te brengen aan de opdrachtgevende zorgaanbieder.
-
b.
Tariefsoort en -hoogte
De tarieven voor de prestatie onderlinge dienstverlening zijn vrij onderhandelbaar.
Het overeengekomen tarief mag echter niet hoger zijn dan het door de NZa vastgestelde
maximumtarief voor de bij de zorg behorende prestatie.
5. Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – rechterlijke machtiging
-
a.
Prestatiestructuur
Het opstellen van een medische verklaring door een ter zake kundige arts ten behoeve
van het verzoek van het CIZ tot het verlenen van een rechterlijke machtiging zoals
omschreven in de Wet zorg en dwang.
Alle werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van de medische verklaring voor
de rechterlijke machtiging vallen onder deze prestatiebeschrijving en kunnen niet
apart in rekening worden gebracht.
Het maximumtarief kan dus in rekening worden gebracht per medische verklaring.
Deze prestaties mag ook in rekening worden gebracht wanneer alle werkzaamheden zijn
uitgevoerd, maar er uiteindelijk wordt besloten geen medische verklaring op te stellen.
-
b.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5, vijfde lid, onderdeel a beschreven prestatie kent een maximumtarief.
Het maximumtarief voor deze prestatie is opgebouwd uit de volgende elementen:
-
• De opbouw van de prestatie uitgedrukt in aantal minuten (in)direct patiëntgebonden
tijd;
-
• Een tarief per 60 minuten (in)direct patiëntgebonden tijd. Het aantal uren direct
en indirect patiëntgebonden tijd in de prestatie vermenigvuldigd met het tarief per
60 minuten vormt het maximumtarief van de prestatie.
De prestatie ‘Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – rechterlijke
machtiging’ is een integrale prestatie en bevat zowel de direct als de indirect patiëntgebonden
tijd.
Voor de opbouw van deze prestatie gaan we uit van de volgende gemiddelde tijdsbesteding:
Voorbereiden en beoordelingsgesprek:
|
2,5 uur
|
Rapportage:
|
1 uur
|
Reistijd:
|
1,5 uur
|
Bij deze prestatie wordt dus uitgegaan van een gemiddelde tijdsbesteding van 5 uur.
Het tarief per 60 minuten is als volgt opgebouwd:
-
• Directe personeelskosten: gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 60-65
(artsen verstandelijk gehandicapten) en 65-75 (specialisten ouderengeneeskunde);
-
• Productiviteit:70,6%;
-
• Indirecte kosten: opslagpercentage van 30,6%, gelijk aan de tarifering binnen verpleging
en verzorging;
-
• VGREV: opslagpercentage voor gederfd rendement op eigen vermogen van 1,17%;
-
• Prijsindexatie naar het betreffende tariefjaar van de kostenonderdelen loon, materieel
en kapitaal.
6. Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – inbewaringstelling
-
a.
Prestatiestructuur
Het opstellen van een medische verklaring door een ter zake kundige arts ten behoeve
van een beschikking tot inbewaringstelling van de burgemeester van de gemeente waarin
de betreffende persoon zich bevindt zoals omschreven in de Wet zorg en dwang.
Alle werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van de medische verklaring voor
de inbewaringstelling vallen onder deze prestatiebeschrijving en kunnen niet apart
in rekening worden gebracht.
Het maximumtarief kan dus in rekening worden gebracht per medische verklaring.
Indien er geen medische verklaring voor een inbewarinstelling wordt opgesteld kan
deze prestatie niet in rekening worden gebracht. Hiervoor kan de prestatie ‘Beoordeling
tot inbewarinstelling zonder afgifte medische verklaring in het kader van de Wet zorg
en dwang’ in rekening worden gebracht, indien wordt voldaan aan alle voorwaarden van
die prestatie.
-
b.
Tariefsoort en – hoogte
De onder artikel 5, zesde lid, onderdeel a beschreven prestatie kent een maximumtarief.
Het maximumtarief voor deze prestatie is opgebouwd uit de volgende elementen:
-
• De opbouw van de prestatie uitgedrukt in aantal minuten (in)direct patiëntgebonden
tijd;
-
• Een tarief per 60 minuten (in)direct patiëntgebonden tijd. Het aantal uren direct
en indirect patiëntegebonden tijd in de prestatie vermenigvuldigd met het tarief per
60 minuten vormt het maximumtarief van de prestatie;
-
• Kosten software.
De prestatie ‘Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – inbewaringstelling’
is een integrale prestatie en bevat zowel de direct als de indirect patiëntgebonden
tijd.
Voor de opbouw van deze prestatie gaan we uit van de volgende gemiddelde tijdsbesteding:
Voorbereiden en beoordelingsgesprek:
|
2,5 uur
|
Rapportage:
|
1 uur
|
Reistijd:
|
1,5 uur
|
Wachttijd:
|
2 uur
|
Bij deze prestatie wordt dus uitgegaan van een gemiddelde tijdsbesteding van 7 uur
voor de ter zake kundige arts.
Voor de ondersteunende/begeleidende zorgverlener wordt bij deze prestatie uitgegaan
van een gemiddelde tijdsbesteding van 4,9 uur (70% van 7 uur).
Het tarief per 60 minuten is als volgt opgebouwd:
-
• Directe personeelskosten:
-
○ gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 60-65 (artsen verstandelijk
gehandicapten) en 65-75 (specialisten ouderengeneeskunde);
-
○ gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 45-55 (verpleegkundigen);
-
• Productiviteit: 70,6%
-
• Indirecte kosten: opslagpercentage van 30,6%, gelijk aan de tarifering binnen verpleging
en verzorging;
-
• VGREV: opslagpercentage voor gederfd rendement op eigen vermogen van 1,17%;
-
• Prijsindexatie naar het betreffende tariefjaar van de kostenonderdelen loon, materieel
en kapitaal.
7. Beoordeling tot inbewaringstelling zonder afgifte medische verklaring in het kader
van de Wet zorg en dwang
-
a.
Prestatiestructuur
Deze prestatie kan in rekening worden gebracht wanneer:
-
• er een beoordeling heeft plaatsgevonden door een ter zake kundige arts ten behoeve
van een beschikking tot inbewaringstelling van de burgemeester van de gemeente waarin
de betreffende persoon zich bevindt zoals omschreven in de Wet zorg en dwang;
-
• de benodigde medische verklaring voor de inbewaringstelling door de ter zake kundige
arts niet wordt afgegeven;
-
• alle andere werkzaamheden die nodig zijn voor het afgeven van een medische verklaring
wel zijn uitgevoerd.
Alle werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van de beoordeling tot de inbewaringstelling
in het kader van de Wet zorg en dwang vallen onder deze prestatiebeschrijving en kunnen
niet apart in rekening worden gebreacht.
Het maximumtarief kan dus per beoordeling in rekening worden gebracht.
-
b.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5, zevende lid, onderdeel a beschreven prestatie kent een maximumtarief.
Het maximumtarief voor deze prestatie is opgebouwd uit de volgende elementen:
-
• De opbouw van de prestatie uitgedrukt in aantal minuten (in)direct patiëntgebonden
tijd;
-
• Een tarief per 60 minuten (in)direct patiëntgebonden tijd. Het aantal uren direct
en indirect patiëntegebonden tijd in de prestatie vermenigvuldigd met het tarief per
60 minuten vormt het maximumtarief van de prestatie.
De presentatie ‘Beoordeling tot inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en
dwang’ is een integrale prestatie en bevat zowel de direct als de indirect patiëntgebonden
tijd.
Voor de opbouw van deze prestatie gaan we uit van de volgende gemiddelde tijdsbesteding:
Voorbereiden en beoordelingsgesprek:
|
2,5 uur
|
Rapportage:
|
1 uur
|
Reisttijd:
|
1,5 uur
|
Bij deze prestatie wordt dus uitgegaan van een gemiddelde tijdsbesteding van 5 uur
voor de ter zake kundige arts.
Voor de ondersteunende/begeleidende zorgverlener wordt bij deze prestatie uitgegaan
van een gemiddelde tijdsbesteding van 3,5 uur (70% van 5 uur).
Het tarief per 60 minuten is als volgt opgebouwd:
-
• Directe personeelskosten:
-
○ gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 60-65 (artsen verstandelijk
gehandicapten) en 65-75 (specialisten ouderengeneeskunde);
-
○ gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 45-55 (verpleegkundigen);
-
• Productiviteit: 70,6%
-
• Indirecte kosten: opslagpercentage van 30,6%, gelijk aan de tarifering binnen verpleging
en verzorging;
-
• VGREV: opslagpercentage voor gederfd rendement op eigen vermogen van 1,17%;
-
• Prijsindexatie naar het betreffende tariefjaar van de kostenonderdelen loon, materieel
en kapitaal.
Artikel 6. Intrekken oude beleidsregels
[Regeling vervallen per 16-06-2022]
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de gepubliceerde
maar nog niet in werking getreden Beleidsregel overige geneeskundige zorg, met kenmerk
BR/REG-22145, ingetrokken.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel overige
geneeskundige zorg, met kenmerk BR/REG-21128a, ingetrokken.
Artikel 7. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding
en citeertitel
[Regeling vervallen per 16-06-2022]
Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel
De Beleidsregel overige geneeskundige zorg, met kenmerk BR/REG-21128a, blijft van
toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel
en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.
Inwerkingtreding / Bekendmaking
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang op 1 januari 2022. Ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, zal deze beleidsregel in de Staatscourant worden geplaatst. De beleidsregel ligt
ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel overige geneeskundige zorg.