Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Dienst NEa

Geraadpleegd op 15-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 02-09-2023 t/m heden

Besluit van het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit van 11 november 2021, houdende de verlening van mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging voor de directeur-bestuurder en de functionarissen van de Nederlandse Emissieautoriteit (Besluit mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging Dienst NEa)

Het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit,

Gelet op artikel 10:3, eerste lid, van de Awb, artikel 5 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging NEa 2021 en het Bestuursreglement NEa 2021;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. afdelingshoofden: de afdelingshoofden van de Dienst Nederlandse Emissieautoriteit;

  • b. bedrag: het bedrag inclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW);

  • c. bestuur: het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit;

  • d. directeur-bestuurder: de directeur-bestuurder van de Nederlandse Emissieautoriteit;

  • e. P&O-aangelegenheden: aangelegenheden op het gebied van personeel, organisatie en formatie en het daarmee samenhangende budget;

  • f. teammanagers: de teammanagers van de Dienst Nederlandse Emissieautoriteit.

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

  • 1 Aan de afdelingshoofden wordt, ieder voor zich, mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met uitzondering van de P&O-aangelegenheden, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 50.000 niet te boven gaat.

  • 2 Aan de afdelingshoofden wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

    • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

  • 3 Aan de afdelingshoofden wordt tevens, ieder voor zich, machtiging verleend voor het voeren van beroep en hoger beroep, waaronder begrepen het instellen van beroep en hoger beroep en het voeren van voorlopige voorziening procedures. Tevens zijn zij bevoegd om voor de behandeling van een geschil één of meer personen als medegemachtigde te introduceren.

Artikel 2a

Aan de teammanagers wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, mandaat verleend voor het nemen van besluiten inzake:

afdeling emissiehandel

  • a. een melding significante wijziging van het monitoringplan, het industriële monitoringsplan en het elektriciteitsmonitoringsplan;

  • b. het monitoringmethodiekplan en het industrieel monitoringsmethodiekplan;

  • c. de verbeterrapportage;

  • d. het afzien locatiebezoek door de verificateur en

  • e. het besluit inzake het virtueel locatiebezoek door de verificateur;

afdeling energie voor vervoer

  • f. de opening, opschorting of sluiting rekening in het Register hernieuwbare energie.

Artikel 2b

Aan de teammanagers wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende

medewerkers, volmacht en machtiging verleend voor:

  • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

  • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

  • c. het afhandelen van verzoeken inzake de opleiding van personeel;

  • d. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

  • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

Artikel 3

Aan de directeur-bestuurder wordt mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op het werkterrein van de Nederlandse Emissieautoriteit, waaronder begrepen de P&O-aangelegenheden van de Dienst Nederlandse Emissieautoriteit.

Artikel 4

Aan het bestuur is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling:

  • 1°. ten aanzien waarvan het bestuur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat ze door hem zullen worden behandeld, of

  • 2°. die door een afdelingshoofd of de directeur-bestuurder aan het bestuur ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij ze naar het oordeel van het bestuur door een ander afdelingshoofd of door de directeur-bestuurder moeten worden behandeld.

§ 3. Vervanging

Artikel 5

  • 1 De uit dit besluit voor de afdelingshoofden voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van hun afwezigheid over op de overige afdelingshoofden.

  • 2 De uit dit besluit voor de directeur-bestuurder voortvloeiende bevoegdheden gaan in zijn afwezigheid over op een door hem aan te wijzen afdelingshoofd.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 november 2021

Namens het bestuur,

De directeur-bestuurder,

M.P.C. Bressers

Naar boven