Besluit ondermandatering competentie tot behandeling van verzoeken tot ‘onderlinge overlegprocedure’

Geraadpleegd op 15-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Besluit van de directeur Verbruiksbelastingen, Douane en Internationale aangelegenheden van 15 november 2021, Nr. 2021-0000226675, houdende ondermandatering van de competentie tot behandeling van verzoeken tot een ‘onderlinge overlegprocedure’

De directeur Verbruiksbelastingen, Douane en Internationale aangelegenheden,

Gelet op de artikelen 4, 5 en 16 van het Mandaatbesluit Ministerie van Financiën 2020 alsmede artikel 28 van het Organisatiebesluit Ministerie van Financiën 2020;

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

Aan de Algemeen directeur Belastingdienst/Grote Ondernemingen wordt ondermandaat verleend tot:

Het uitvoeren van de taak van de bevoegde autoriteit in het kader van regelingen ter voorkoming van dubbele belastingheffing, het Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen (90/436/EEG) en de Wet fiscale arbitrage, voor zover die taak betrekking heeft op het uitvoering geven aan bepalingen op grond waarvan de bevoegde autoriteiten in een individueel geval in onderling overleg kunnen treden om kwesties die aanleiding geven tot een geschil over de uitleg of toepassing van één van voorgenoemde regelingen te beslechten (zogenoemde ’onderlinge overlegprocedure’).

Artikel 2

Aan de Algemeen directeur Belastingdienst/Grote Ondernemingen wordt ondermandaat verleend tot:

Het uitvoeren van de taak van de bevoegde autoriteit in het kader van regelingen ter voorkoming van dubbele belastingheffing, voor zover die taak betrekking heeft op het uitvoering geven aan bepalingen op grond waarvan de bevoegde autoriteiten zekerheid vooraf kunnen geven over de vaststelling van een zakelijke beloning (een ‘at arm’s-length’ beloning) of over de methode voor de vaststelling van een dergelijke beloning voor grensoverschrijdende transacties tussen gelieerde lichamen en over de winstallocatie aan vaste inrichtingen van lichamen (zogenoemde BAPA-/MAPA-procedure).

Artikel 3

De Algemeen directeur Belastingdienst/Grote Ondernemingen kan ter zake van de gemandateerde bevoegdheden aan onder hem ressorterende functionarissen ondermandaat verlenen.

Artikel 4

De ondertekening van uitgaande stukken zal luiden als volgt:

DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,

namens deze,

(handtekening) gevolgd door naam en functie van de (onder)gemandateerde functionaris.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De directeur Verbruiksbelastingen, Douane en Internationale aangelegenheden,

Reijer Janssen

Naar boven