Projectstimuleringsregeling Interreg VI

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 14 december 2021, nr. IENW/BSK-2021/334907, houdende regels voor subsidie ter stimulering van het indienen van projectvoorstellen die vallen onder Interreg Europe, North West Europe of North Sea Region (Projectstimuleringsregeling Interreg VI)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, 4 en 5 van de Kaderwet subsidies I en M en artikel 4 van het Kaderbesluit subsidies I en M

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Contact Point: een medewerker van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) bij wie aanvragers van subsidie terecht kunnen voor informatie over Interreg VI en de daarbij behorende deelprogramma’s;

  • geschikt: oordeel van het Programma Secretariaat van Interreg Europe, NWE of NSR dat Stap 1 of Stap 2 ontvankelijk is voor het betreffende programma;

  • Interreg VI: Europees structuurfondsprogramma, bestaande uit verschillende deelprogramma’s waaronder Interreg Europe, Interreg North West Europe en Interreg North Sea Region;

  • Europe: Interregionaal Interreg VI Europe deelprogramma dat de mogelijkheid geeft om een bijdrage aan te vragen voor projecten die gericht zijn op samenwerking tussen lidstaten van de Europese Unie, Zwitserland en Noorwegen;

  • Lead Partner: trekker van een project zijnde een overheidsinstelling, een kennisinstelling als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, een stichting, een vereniging of een regionale ontwikkelingsmaatschappij;

  • Minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • NSR: transnationale Interreg VI North Sea Region deelprogramma’s die de mogelijkheid geven om een bijdrage aan te vragen voor projecten die gericht zijn op samenwerking binnen de Noordzee

  • NWE: transnationale Interreg VI North West Europe deelprogramma’s die de mogelijkheid geven om een bijdrage aan te vragen voor projecten die gericht zijn op samenwerking binnen de regio’s Noordwest Europa

  • overheidsinstelling: gemeente, provincie, waterschap of zelfstandig bestuursorgaan met rechtspersoonlijkheid;

  • Programma Secretariaat: secretariaat van Interreg Europe, NWE of NSR dat door de deelnemende landen is aangewezen om het desbetreffende Interreg VI programma te beheren en uit te voeren;

  • project: planmatige activiteit in het kader van een Interreg VI programma;

  • projectvoorstel Europe: verplichte volledige uitwerking van een projectvoorstel met betrekking tot een project zoals vastgelegd in het aanvraagformulier om een bijdrage van Europe;

  • projectvoorstel NWE of NSR: voorstel met betrekking tot een project zoals vastgelegd in het aanvraagformulier om een bijdrage van NWE of NSR;

  • small scale project: door de Interreg-programma's als zodanig gedefinieerde type kleinere projecten met beperkt budget, doorlooptijd, partnerschap. Verschillende benamingen kunnen hiervoor worden gekozen door de programma's, bijvoorbeeld: small scale projects, small projects, micro projects

  • Stap 1: verplichte beschrijving van een project op hoofdlijnen voor een aanvraag om een bijdrage bij Interreg NWE of NSR;

  • Stap 2: verplichte volledige uitwerking van een projectvoorstel voor een aanvraag om een bijdrage bij Interreg NWE of NSR, die plaatsvindt nadat Stap 1 is goedgekeurd door het Programma Secretariaat;

  • subsidieontvanger: Lead Partner aan wie krachtens deze regeling subsidie is verleend;

  • totstandkoming: voorbereiden, opstellen en indienen.

Artikel 2. Doel van de regeling

Het doel van deze regeling is het stimuleren van de totstandkoming van projectvoorstellen door Lead Partners voor Europe, NWE of NSR die bijdragen aan de doelen van de desbetreffende programma’s en de drie transities Klimaatadaptatie, Slimme en groene mobiliteit en Circulaire economie van het Ministerie van Infrastructuur en waterstaat, en geschikt worden verklaard.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

De Minister kan een subsidie aan een Lead Partner verstrekken voor de kosten van niet-economische activiteiten die gericht zijn op de totstandkoming van:

  • a. een projectvoorstel Europe, of

  • b. een projectvoorstel NWE of NSR.

Artikel 4. Hoogte van de subsidie en subsidieplafond

  • 1 De subsidie voor het voorbereiden van een projectvoorstel Europe, projectvoorstel NWE of NSR bedraagt maximaal € 25.000,–.

  • 2 Het subsidieplafond voor 2022, 2023 en 2024 bedraagt € 1.375.000,– per jaar.

  • 3 De Minister kan per kalenderjaar een of meer aanvraagperioden vaststellen en maakt dit bekend in de Staatscourant voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

Artikel 5. Aanvraag tot verlening

  • 1 Een aanvraag bij de Minister om subsidie als bedoeld in artikel 3 wordt ingediend door een Lead Partner met een vestiging of filiaal in Nederland op het tijdstip waarop de aanvraag wordt ingediend, met gebruikmaking van een daartoe door de Minister beschikbaar gesteld middel.

  • 2 Een aanvraag om subsidie kan enkel gedaan worden indien niet reeds eerder op grond van deze regeling subsidie is verleend voor de totstandkoming van eenzelfde Projectvoorstel Europe, Projectvoorstel NWE of NSR.

  • 3 De aanvraag bevat:

    • a. een verklaring dat het initiatief voor een project is besproken met een Contact Point;

    • b. een verklaring dat de aanvraag is ingediend voorafgaand aan de indiening van het projectvoorstel bij het Programma Secretariaat;

    • c. een verklaring dat het projectvoorstel Europe, projectvoorstel NWE of NSR meer dan € 600.000 zal bedragen en niet onder de programmadefinitie van een small scale project valt; en,

    • d. een korte beschrijving van het project met ten minste de volgende onderdelen:

      • i. eerste transnationale consortiumpartners;

      • ii. doel en beschrijving van het projectidee die aansluiten op de eisen van de programma’s Europe, NWE of NSR;

      • iii. voorlopige planning voor de voorbereidende werkzaamheden.

  • 4 Op verzoek van de Minister verstrekt de Lead Partner een nadere toelichting op de beschrijving van het project, bedoeld in het derde lid, onderdeel d.

  • 5 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend voor het jaar:

    • 2022: vanaf 3 januari 2022 tot en met 15 december 2022;

    • 2023: vanaf 2 januari 2023 tot en met 15 december 2023;

    • 2024: vanaf 2 januari 2024 tot en met 13 december 2024.

Artikel 6. Beslissing op de aanvraag voor verlening van subsidie

  • 1 De Minister beslist over een aanvraag als bedoeld in artikel 5 binnen dertien weken na ontvangst daarvan.

  • 2 Indien de beslissing op een aanvraag niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt de Minister de aanvrager daarvan in kennis en wordt de termijn met dertien weken verlengd zoals bedoeld in artikel 14 van het Kaderbesluit subsidies I en M.

  • 3 Het verlenen van subsidie op grond van een aanvraag houdt geen recht in op een bijdrage ingevolge Europe, NWE of NSR.

Artikel 7. Wijze van verdelen

De Minister verdeelt de subsidie naar volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat:

  • a. indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag geldt waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst;

  • b. indien de Minister op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag ontvangt, hij de rangschikking van die aanvragen vaststelt door middel van loting.

Artikel 8. Afwijzingsgronden

De Minister beslist afwijzend op een aanvraag indien de aanvraag:

  • a. niet voldoet aan deze regeling, of

  • b. geen betrekking heeft op de drie transities Klimaatadaptatie, Slimme en groene mobiliteit en Circulaire economie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Artikel 9. Verplichtingen

  • 1 De subsidieontvanger dient een Projectvoorstel Europe binnen 28 maanden na de subsidieverlening in bij het Programma Secretariaat van Europe.

  • 2 De subsidieontvanger dient bij een Projectvoorstel NWE of NSR:

    • a. Stap 1 binnen 19 maanden na de subsidieverlening in bij het Programma Secretariaat van NWE respectievelijk NSR, en

    • b. Stap 2 binnen 28 maanden na de subsidieverlening in bij het Programma Secretariaat van NWE respectievelijk NSR.

  • 3 Indien het Programma Secretariaat van NWE of NSR geen gebruik maakt van Stap 1 en Stap 2 dient de subsidieontvanger het projectvoorstel NWE of NSR binnen 28 maanden na de subsidieverlening in bij het Programma Secretariaat van NWE respectievelijk NSR.

  • 4 De subsidieontvanger meldt aan de Minister de indiening van het projectvoorstel Europe, projectvoorstel NWE of NSR bij het Programma Secretariaat van Interreg VI, door de ontvangstbevestiging terstond bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in te dienen.

  • 5 De subsidieontvanger meldt aan de Minister, na de indiening volgens het vierde lid, of een projectaanvraag Stap 1 en/of Stap 2 (on)geschikt is verklaard door het Programma Secretariaat.

Artikel 10. Voorschot

De Minister verstrekt ambtshalve een voorschot van 100 procent bij de verlening van de subsidie.

Artikel 11. Vaststelling subsidie Europe

  • 1 In een geval als bedoeld in artikel 3, onder a wordt de subsidie uiterlijk binnen 13 weken ambtshalve vastgesteld nadat:

    • a. voldaan is aan artikel 9, eerste lid, en

    • b. het Projectvoorstel Europe geschikt is verklaard door het Programma Secretariaat van Europe.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel a en b wordt de subsidie ambtshalve op € 0 vastgesteld indien:

    • a. niet voldaan is aan artikel 9, eerste lid, of

    • b. het Projectvoorstel Europe niet geschikt is verklaard door het Programma Secretariaat van Europe.

Artikel 12. Vaststelling subsidie NWE of NSR

  • 1 In een geval als bedoeld in artikel 3, onder b, wordt de subsidie uiterlijk binnen 13 weken ambtshalve vastgesteld nadat:

    • a. voldaan is aan artikel 9, tweede lid, en

    • b. Stap 2 van het Projectvoorstel NWE of NSR geschikt is verklaard door het Programma Secretariaat van NWE of NSR.

  • 2 In een geval als bedoeld in artikel 3, onder b, wordt de subsidie uiterlijk binnen 13 weken ambtshalve vastgesteld nadat:

    • a. voldaan is aan artikel 9, derde lid, en

    • b. het projectvoorstel NWE of NSR geschikt is verklaard door het Programma Secretariaat van NWE of NSR.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, wordt de subsidie uiterlijk binnen 13 weken ambtshalve op 50 procent van de verleende subsidie vastgesteld nadat:

    • a. Stap 1 geschikt is verklaard door het Programma Secretariaat van NWE of NSR, en

    • b. Stap 2 niet binnen 28 maanden na subsidieverlening is ingediend bij het Programma Secretariaat van NWE of NSR, of

    • c. Stap 2 niet geschikt is verklaard door het Programma Secretariaat van NWE of NSR.

  • 4 In afwijking van het eerste, tweede en derde lid wordt de subsidie uiterlijk binnen 13 weken ambtshalve op € 0 vastgesteld, indien:

Artikel 13. Evaluatie

Binnen zes maanden na het vervallen van deze regeling wordt een verslag gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk.

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

S.P.R.A. van Weyenberg

Naar boven