Wijzigingswet Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg enz. (organisatie regionale tuchtcolleges)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 01-04-2022 t/m heden

Wet van 22 december 2021 tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de organisatie van de regionale tuchtcolleges en tot het aanbrengen van enkele andere wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het om doelmatigheidsredenen wenselijk is het aantal regionale tuchtcolleges terug te brengen van vijf naar drie;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.]

Artikel III

  • 1 Op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, wijzigt de benoeming van de voorzitter van het regionale tuchtcollege te Eindhoven in een benoeming tot voorzitter van het regionale tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch en vervallen de benoemingen van de voorzitters van de regionale tuchtcolleges te Groningen en Den Haag.

  • 2 Onverminderd het eerste lid, worden op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, de benoemingen van degenen die op dat het tijdstip zijn benoemd als:

    • a. rechtsgeleerd lid, dan wel als rechtsgeleerd lid, tevens plaatsvervangend voorzitter, bij onderscheidenlijk het regionale tuchtcollege te Eindhoven, Groningen en Den Haag, gewijzigd in een gelijke benoeming bij onderscheidenlijk de regionale tuchtcolleges te ‘s-Hertogenbosch, Zwolle en Amsterdam;

    • b. plaatsvervangend rechtsgeleerd lid, dan wel als plaatsvervangend rechtsgeleerd lid, tevens voorzitter, bij het regionale tuchtcolleges te Eindhoven, gewijzigd in een gelijke benoeming bij het regionale tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch.

  • 3 De benoemingen van degenen die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, als plaatsvervangend rechtsgeleerd lid, zijn benoemd bij de regionale tuchtcolleges te Groningen en Den Haag vervallen.

  • 4 Benoemingen van degenen die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, zijn benoemd als:

    • a. lid-beroepsgenoot bij onderscheidenlijk het regionale tuchtcollege te Eindhoven, Groningen en Den Haag worden gewijzigd in een benoeming voor hetzelfde beroep tot lid-beroepsgenoot bij onderscheidenlijk het regionale tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch, Zwolle en Amsterdam;

    • b. plaatsvervangend lid-beroepsgenoot bij het regionale tuchtcollege te Eindhoven, gewijzigd in een benoeming voor hetzelfde beroep bij het regionale tuchtcollege te ’s-Hertogenbosch.

  • 5 De benoemingen van degenen die direct op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, als plaatsvervangend lid-beroepsgenoot zijn benoemd bij onderscheidenlijk de regionale tuchtcolleges te Groningen en Den Haag, vervallen.

Artikel IV

  • 1 Indien ten gevolge van de inwerkingtreding van artikel III, tweede lid, onder a, of vierde lid, onder a, een persoon bij hetzelfde regionale tuchtcollege zowel in de hoedanigheid van lid als in de hoedanigheid van plaatsvervangend lid is benoemd, vervalt de benoeming van de hoedanigheid van plaatsvervangend lid.

Artikel V

De aanwijzingen van degenen die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H en J, zijn aangewezen als plaatsvervangend secretaris, worden op dat tijdstip gewijzigd in een aanwijzing als secretaris.

Artikel VI

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in afwijking van artikel 54 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg ten aanzien van op het tijdstip van inwerkingtreding bij de regionale tuchtcolleges aanhangige procedures in het belang van de continuïteit van die procedures regels worden gesteld.

Artikel VII

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 22 december 2021

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

H.M. de Jonge

Uitgegeven de elfde januari 2022

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven