Regeling vergunningverlening windenergiegebied Hollandse Kust (west) kavel VI

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 15-05-2024.
Geldend van 01-04-2022 t/m heden

Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 5 maart 2022, nr. WJZ/ 21307522, houdende regels inzake de vergunningverlening windenergiegebied Hollandse Kust (west) kavel VI (Regeling vergunningverlening windenergiegebied Hollandse Kust (west) kavel VI)

Artikel 1

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • kavel VI: kavel VI van het windenergiegebied Hollandse Kust (west) zoals aangewezen in Kavelbesluit VI windenergiegebied Hollandse Kust (west) (Stcrt. 2022, nr. 4381);

  • minister: Minister voor Klimaat en Energie;

  • P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie: de verwachte jaarlijkse energieproductie voor een gegeven combinatie van locatie en productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie, die dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van 50%;

  • wet: Wet windenergie op zee.

Artikel 2

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

De aanvraag voor een vergunning voor kavel VI wordt ingediend in de periode tussen 14 april 2022 en 12 mei 2022, 17:00 uur.

Artikel 3

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Het ontwerp voor het windpark, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel a, van de wet, omvat ten minste:

    • a. een windenergie-opbrengstberekening die is opgesteld door een onafhankelijke organisatie met expertise op het gebied van windenergie-opbrengstberekeningen, met gebruikmaking van gerenommeerde rekenmodellen, omgevingsmodellen, windmodellen en windkaarten en die ten minste de locatiegegevens, het merk, type, de technische specificaties, waaronder ashoogte, rotordiameter en vermogenscurve van de windturbines, de lokale windgegevens voor het windpark en een berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie van het windpark omvat;

    • b. de bescheiden waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat aan het van toepassing zijnde kavelbesluit wordt voldaan;

    • c. informatie die aannemelijk maakt dat tijdig de verklaring, bedoeld in artikel 6.16d, eerste lid, onderdeel c, van het Waterbesluit kan worden overgelegd.

  • 2 Bij de berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie zijn de beschikbaarheid, zogeffecten, elektriciteitsverliezen en terugregelverliezen opgenomen, waarbij voor het zogeffect uitsluitend rekening wordt gehouden met het windpark waarvoor de aanvraag wordt gedaan.

  • 3 In het tijdschema voor de bouw en exploitatie van het windpark, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel b, van de wet worden de realisatiedata vermeld van de volgende activiteiten:

    • a. de instemming door de exploitant van het windpark met de voorwaarden van de netbeheerder van het net op zee voor de aansluiting en het transport van elektriciteit overeenkomstig de Elektriciteitswet 1998;

    • b. de verstrekking van opdrachten aan leveranciers en installateurs;

    • c. de plaatsing van de eerste fundering;

    • d. de plaatsing van de eerste windturbine;

    • e. de start van de levering van elektriciteit;

    • f. de datum van ingebruikname van het gehele windpark; en

    • g. het buiten bedrijf stellen van het windpark.

  • 4 De raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel c, van de wet, omvat in ieder geval een exploitatieberekening met:

    • a. een specificatie van de investeringskosten per component van de productie-installatie;

    • b. een overzicht van alle kosten en opbrengsten van de productie-installatie;

    • c. een berekening van het projectrendement over de looptijd van het project.

  • 5 Tot de bij de bouw en exploitatie van het windpark betrokken partijen, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel d, van de wet, worden gerekend:

    • a. de aanvrager en indien de aanvrager een samenwerkingsverband betreft, elke deelnemer aan het samenwerkingsverband;

    • b. de verantwoordelijke partij voor het projectmanagement;

    • c. de leverancier van de windturbines;

    • d. de installateur van de windturbines;

    • e. de leverancier van de funderingen;

    • f. de installateur van de funderingen;

    • g. de leverancier van de parkbekabeling;

    • h. de installateur van de parkbekabeling; en

    • i. de verantwoordelijke voor het onderhoud en de bediening van het windpark.

  • 6 De beschrijving van de kennis en ervaring van de betrokken partijen, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel e, van de wet, betreft de kennis en ervaring bij windparken op zee en omvat:

    • a. het geïnstalleerd vermogen van de windparken waarvoor door de verantwoordelijke partij voor het projectmanagement tijdens de bouw het projectmanagement is gedaan;

    • b. het aantal door de leverancier geleverde windturbines;

    • c. het aantal door de installateur geïnstalleerde windturbines;

    • d. het aantal door de leverancier geproduceerde funderingen;

    • e. het aantal door de installateur geïnstalleerde funderingen;

    • f. het aantal elektriciteitsverbindingen op zee waarvoor door de leverancier bekabeling is geleverd;

    • g. het aantal windturbines dat door de installateur van de parkbekabeling is aangesloten; en

    • h. het geïnstalleerd vermogen van de windparken dat de verantwoordelijke voor het onderhoud en de bediening in onderhoud heeft en bedient.

Artikel 4

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

In aanvulling op artikel 12a, vierde lid, van de wet en artikel 3 bevat de aanvraag:

  • a. een samenvattende beschrijving van de realisatie, exploitatie en ontmanteling van het windpark;

  • b. een financieringsplan, inclusief de beoogde financiers en het beoogde aandeel dat zij zouden dragen;

  • c. indien de aanvrager een samenwerkingsverband betreft een door elke deelnemer ondertekende verklaring van deelname aan het samenwerkingsverband;

  • d. de meest recent vastgestelde jaarrekening van de aanvrager, de moederonderneming ervan, elk van de deelnemers aan het samenwerkingsverband of hun moederondernemingen, waarbij de jaarrekening betrekking heeft op een jaar dat ten hoogste drie kalenderjaren voor het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend;

  • e. indien van toepassing een beschrijving van de investeringen die bijdragen aan de ecologie van de Noordzee;

  • f. indien van toepassing een beschrijving van de innovaties die bijdragen aan de ecologie van de Noordzee; en

  • g. indien van toepassing een bewijs van financiële garanties van de moederorganisatie of- organisaties.

Artikel 5

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

Artikel 6

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Bij de beoordeling van de technische haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met:

  • 2 Bij de beoordeling van de financiële haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met de door de aanvrager overgelegde raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel c, van de wet en de gegevens, bedoeld in artikel 4, onderdelen b, c en d. De omvang van het eigen vermogen van de aanvrager bedraagt ten minste 20% van de totale investeringskosten voor het windpark waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3 Op verzoek van de aanvrager wordt voor het bepalen van de omvang van het eigen vermogen, bedoeld in het tweede lid, meegerekend:

    • a. indien de aanvrager een samenwerkingsverband is, het eigen vermogen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband;

    • b. indien de aanvrager of een deelnemer aan een samenwerkingsverband een dochteronderneming is en mits de moederonderneming daarmee schriftelijk instemt, het overige eigen vermogen van de moederonderneming.

  • 4 Bij de beoordeling van de aannemelijkheid dat de bouw en exploitatie van een windpark gestart kan worden binnen vier jaar na de datum waarop de vergunning onherroepelijk is geworden, wordt in ieder geval rekening gehouden met het door de aanvrager verstrekte tijdschema, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel b, van de wet.

  • 5 Bij de beoordeling van de economische haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met de door de aanvrager overgelegde raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel c, van de wet.

Artikel 7

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 De verlening van een vergunning geschiedt met de toepassing van de procedure van een vergelijkende toets met financieel bod.

  • 2 In aanvulling op artikel 25b, tweede lid, van de wet betrekt de minister bij de rangschikking de bijdrage van het project van een aanvrager aan de ecologie van de Noordzee vanuit het windpark op kavel VI.

  • 3 Het project van een aanvrager wordt geacht alleen bij te dragen aan de ecologie van de Noordzee:

    • a. voor zover een investering of innovatie wordt uitgevoerd binnen kavel VI; en

    • b. indien uit het tijdschema van de implementatie van het project blijkt dat een investering of innovatie uiterlijk 60 maanden na onherroepelijk worden van de vergunning in gebruik is genomen.

  • 4 Indien of voor zover het project, bedoeld in het derde lid, een demonstratie van innovatie betreft, is blijkens het projectplan bij de uitvoering van de demonstratie sprake van een prototype in een operationele omgeving in de vorm van een pilot.

Artikel 8

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 2 Als bij de rangschikking van de aanvragen volgens de onderlinge weging van de rangschikkingscriteria, bedoeld in het eerste lid, twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 7, tweede lid, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 25b, tweede lid, onderdelen a, b en c, gezamenlijk.

  • 3 Als bij toepassing van het tweede lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 25b, tweede lid, onderdeel c, van de wet, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 25b, onderdelen a en b, van de wet.

  • 5 Als bij toepassing van het vierde lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt de waardering in punten voor het uitgebrachte financiële bod zwaarder.

Artikel 9

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 2 Degene aan wie de vergunning wordt verleend betaalt de vergoeding van de kosten op een door de minister bekendgemaakte rekening uiterlijk op de dag dat de termijn genoemd in artikel 10, tweede lid, verstrijkt.

Artikel 10

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 2 De termijn waarbinnen de bankgarantie moet zijn verstrekt, bedraagt vier weken na de datum waarop de minister de vergunning heeft verleend.

  • 3 De periode waarvoor de bankgarantie moet zijn verstrekt eindigt uiterlijk op het moment dat de minister in kennis is gesteld van de volledige ingebruikneming van het windpark.

  • 4 De hoogte van de bankgarantie die op grond van artikel 15a, vierde lid, van de wet wordt verbeurd bedraagt:

    • a. € 7.000.000 per tijdvak waarbinnen de houder van de vergunning de voor dat tijdvak in de vergunning aangegeven activiteiten niet heeft verricht; en

    • b. € 7.000.000 voor elke maand volgend op het tijdvak waarbinnen het windpark volgens de vergunning volledige dient te zijn gerealiseerd.

Artikel 11

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2022.

Artikel 12

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergunningverlening windenergiegebied Hollandse Kust (west) kavel VI.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 maart 2022

De Minister voor Klimaat en Energie,

R.A.A. Jetten

Bijlage behorende bij artikel 8, eerste lid, van de regeling vergunningverlening windenergie op zee kavel vi hollandse kust (west)

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2022. Zie het overzicht van wijzigingen]

Onderlinge weging van de rangschikkingscriteria, genoemd in artikel 25b, tweede lid, onderdelen a, b en c van de wet en artikel 7, eerste en tweede lid van de regeling

Tabel 1

Criterium: de hoogte van het financiële bod (artikel 25b, tweede lid, onderdeel a, van de wet)

Maximum aantal punten: 20

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaatstaf

Ptn.

1

De hoogte van het financiële bod

De hoogte van het financiële bod

Minder dan € 2,5 miljoen

0

≥ € 2,5 miljoen en < € 5 miljoen

1

≥ € 5 miljoen en < € 7,5 miljoen

2

≥ € 7,5 miljoen en < € 10 miljoen

3

≥ € 10 miljoen en < € 12,5 miljoen

4

≥ € 12,5 miljoen en < € 15 miljoen

5

≥ € 15 miljoen en < € 17,5 miljoen

6

≥ € 17,5 miljoen en < € 20 miljoen

7

≥ € 20 miljoen en < € 22,5 miljoen

8

≥ € 22,5 miljoen en < € 25 miljoen

9

≥ € 25 miljoen en < € 27,5 miljoen

10

≥ € 27,5 miljoen en < € 30 miljoen

11

≥ € 30 miljoen en < € 32,5 miljoen

12

≥ € 32,5 miljoen en < € 35 miljoen

13

≥ € 35 miljoen en < € 37,5 miljoen

14

≥ € 37,5 miljoen en < € 40 miljoen

15

≥ € 40 miljoen en < € 42,5 miljoen

16

≥ € 42,5 miljoen en < € 45 miljoen

17

≥ € 45 miljoen en < € 47,5 miljoen

18

≥ € 47,5 miljoen en < € 50 miljoen

19

≥ € 50 miljoen

20

Tabel 2

Criterium: de zekerheid van realisatie van het windpark (artikel 25b, tweede lid, onderdeel b, van de wet)

Maximum aantal punten: 40

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaatstaf

Ptn.

1

De kennis en ervaring van de partijen die verantwoordelijk zijn voor het project- management

Deze partijen hebben projectmanagement uitgevoerd voor windparken op zee.

Deze windparken hebben een gezamenlijke capaciteit van minder dan 25 MW.

0

Deze windparken hebben een gezamenlijke capaciteit van 25 MW of meer.

3

2

De kennis en ervaring van leveranciers van de funderingen

Deze partijen hebben funderingen geleverd voor windparken op zee.

Er zijn minder dan 10 funderingen geleverd.

0

Er zijn 10 of meer funderingen geleverd.

1

3

De kennis en ervaring van installateurs van de funderingen

Deze partijen hebben funderingen geïnstalleerd voor windparken op zee.

Er zijn minder dan 10 funderingen geïnstalleerd.

0

Er zijn 10 of meer funderingen geïnstalleerd.

1

4

De kennis en ervaring van leveranciers van de windturbines

Deze partijen hebben windturbines geleverd voor windparken op zee.

Er zijn minder dan 10 windturbines geleverd.

0

Er zijn 10 of meer windturbines geleverd.

1

5

De kennis en ervaring van installateurs van de windturbines

Deze partijen hebben windturbines geïnstalleerd voor windparken op zee.

Er zijn minder dan 10 windturbines geïnstalleerd.

0

Er zijn 10 of meer windturbines geïnstalleerd.

1

6

De kennis en ervaring van leveranciers van de bekabeling die de individuele windturbines verbindt en aansluit op het platform

Deze partijen hebben bekabeling geleverd die gebruikt is voor elektriciteitsverbindingen op zee.

Bekabeling geleverd voor minder dan 10 verbindingen op zee

0

Bekabeling geleverd voor 10 of meer verbindingen op zee

1

7

De kennis en ervaring van installateurs van de bekabeling die de individuele windturbines verbindt en aansluit op het platform

Deze partijen hebben bekabeling geïnstalleerd die individuele windturbines verbindt en aansluit op een platform op zee.

Bekabeling geïnstalleerd voor de verbinding van minder dan 10 windturbines met een platform

0

Bekabeling geïnstalleerd voor de verbinding van 10 of meer windturbines met een platform

1

8

De kennis en ervaring van partijen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud en de bediening van het windpark

Deze partijen hebben onderhoud en bediening van windparken op zee uitgevoerd.

Ervaring met onderhoud en bediening van windparken op zee met een gezamenlijke capaciteit van minder dan 25 MW

0

Ervaring met onderhoud en bediening van windparken op zee met een gezamenlijke capaciteit van 25 MW of meer

1

9

Financiële sterkte van de aanvragende partij(en) die verantwoordelijk is/zijn voor het project

Het eigen vermogen van de partij in verhouding tot de investeringskosten in het windpark.

De omvang van het eigen vermogen is minder dan 20% van de investeringskosten in het windpark.

0

De omvang van het eigen vermogen is tenminste 20% en minder dan 40% van de investeringskosten in het windpark.

3

De omvang van het eigen vermogen is tenminste 40% en minder dan 60% van de investeringskosten in het windpark.

6

De omvang van het eigen vermogen is tenminste 60% en minder dan 80% van de investeringskosten in het windpark.

9

De omvang van het eigen vermogen is tenminste 80% en minder dan 100% van de investeringskosten in het windpark.

12

De omvang van het eigen vermogen is tenminste 100%.

15

10

Financiële garanties vanuit het concern

De moederorganisatie(s) hebben een moedermaatschappijgarantie afgegeven die voldoet aan de volgende eisen:

–de garantie moet onvoorwaardelijk zijn gegeven

–de garantie moet onder het Nederlands recht vallen

–de garantie moet tijdens de volledige bouwtijd van het windpark gelden.

De garantie is afgegeven voor een bedrag van minder dan € 100.000.000.

0

De garantie is afgegeven voor een bedrag van ten minste € 100.000.000 en minder dan € 200.000.000.

3

De garantie is afgegeven voor een bedrag van ten minste € 200.000.000 en minder dan € 300.000.000.

6

De garantie is afgegeven voor een bedrag van ten minste € 300.000.000 en minder dan € 400.000.000.

9

De garantie is afgegeven voor een bedrag van ten minste € 400.000.000 en minder dan € 500.000.000.

12

De garantie is afgegeven voor een bedrag van ten minste € 500.000.000.

15

Tabel 3

Criterium: de bijdrage van het windpark aan de energievoorziening (artikel 25 b, tweede lid, onderdeel c, van de wet)

Maximum aantal punten: 40

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaatstaf

Ptn.

1

De bijdrage van het windpark aan de energievoorziening

De berekende P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie per jaar geleverd aan het net op zee

Minder dan 3.000.000 MWh per jaar

2

Gelijk of meer dan 3.000.000 MWh en minder dan 3.100.000 MWh per jaar

8

Gelijk of meer dan 3.100.000 MWh en minder dan 3.200.000 MWh per jaar

16

Gelijk of meer dan 3.200.000 MWh en minder dan 3.300.000 MWh per jaar

24

Gelijk of meer dan 3.300.000 MWh en minder dan 3.400.000 MWh per jaar

32

Gelijk of meer dan 3.400.000 MWh per jaar

40

Tabel 4

Criterium: de bijdrage aan de ecologie van de Noordzee (artikel 25b, derde lid, van de wet en artikel 7, tweede lid, van de regeling)

Maximum aantal punten: 100

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaat-staf

Subcategorieën

Pt.

1

Het stimuleren van investeringen in het windpark op kavel VI additioneel aan voorgeschreven maatregelen in het kavelbesluit VI Hollandse Kust (west) ten bate van de van nature in de Nederlandse Noordzee voorkomende biodiversiteit (soorten, populaties en habitats)

De investeringen dragen (potentieel) bij aan:

• het beperken van negatieve effecten op de instandhouding van op basis van de EU-Vogelrichtlijn (VR) en -Habitatrichtlijn (HR) beschermde soorten en populaties

of

• het bevorderen van positieve effecten op de instandhouding van mariene habitattypen van de EU-Habitatrichtlijn

of

• het bevorderen van positieve effecten op de milieutoestand (EU-Kaderrichtlijn mariene strategie; KRM) in de Nederlandse Noordzee voor 'visgemeenschap' en/of 'benthische habitats'.

De investeringen zijn geïntegreerd in het ontwerp, bouw en exploitatie van de door vergunninghouder te realiseren productie-installatie (waaronder ook begrepen de erosie beschermende bestorting en parkbekabeling) binnen het windpark op kavel VI.

De toegestane (bandbreedte aan) turbineafmetingen, het aantal turbines en het maximale rotoroppervlak per kavel, als bindend vastgelegd in voorschrift 3 van het kavelbesluit, worden niet meegewogen.

De investering moet uiterlijk 60 maanden na onherroepelijk worden van de vergunning in bedrijf zijn genomen.

Potentiële impact van de investering voor het windpark op kavel VI op:

• het beperken van negatieve effecten op de instandhouding van soorten en populaties (VR/ HR).

of

• het bevorderen van de instandhouding van mariene habitattypen (HR) en/of van (KRM; visgemeenschap; benthische habitats) in de Nederlandse Noordzee.

De potentiële impact van de investeringen op het verminderen of voorkomen van negatieve effecten op de in paragraaf 7.5.8.van Kavelbesluit VI Hollandse Kust (west) bedoelde populaties van de in bijlage I van het kavelbesluit genoemde soorten

0–6

0 – 30

De potentiële impact van de investeringen op het bevorderen van:

• een landelijk gunstige staat van instandhouding van mariene habitattypen H1110 of H1170 (HR)

of

• van een goede milieutoestand (KRM) in de Nederlandse Noordzee voor visgemeenschap (overkoepelend of D1C2 of D1C3) of voor benthische habitats (overkoepelend of D6C3 of D6C5), zoals geformuleerd in Mariene Strategie, deel 1 (2018)

0–4

De mate waarin aannemelijk wordt gemaakt dat de investering met succes kan worden toegepast in een operationele omgeving

 

0–10

De mate waarin inzichtelijk is welke specifieke, meetbare en tijdsgebonden voortgang de investering zal kennen en hoe deze bij uitvoering van de investering kenbaar zal worden gemaakt

 

0–10

   

De mate waarin kennis en ervaring wordt gedeeld over de investeringen.

De bedoelde ecologische kennis en ervaring is relevant voor:

• het willen beperken van negatieve effecten op de instandhouding van op basis van de EU-Vogelrichtlijn (VR) en -Habitatrichtlijn (HR) beschermde soorten en populaties

of

• het bevorderen van positieve effecten op de instandhouding van mariene habitattypen van de EU-Habitatrichtlijn

of

• het bevorderen van positieve effecten op de milieutoestand (EU-Kaderrichtlijn mariene strategie; KRM) in de Nederlandse Noordzee voor 'visgemeenschap' en/of 'benthische habitats'.

De mate waarin kennis en ervaring bijdraagt aan kennisleemten (o.a. uit de MER van kavel VI) en in goede samenhang met bestaande onderzoekstrajecten plaatsvindt

   

0 – 10

   

De kwaliteit van een disseminatie- en communicatieplan, waaronder de mate waarin het disseminatie- en communicatieplan de te delen kennis, specifiek, meetbaar en tijdsgebonden beschrijft; en de mate waarin de doelgroepen zijn benoemd en de middelen die daarbij aansluiten.

   

2

Het stimuleren van innovatie en de ontwikkeling van oplossingen ten bate van de van nature in de Nederlandse Noordzee voorkomende biodiversiteit (soorten, populaties en habitats) vanuit het windpark op kavel VI van en toekomstige Nederlandse windparken op zee

Een bijdrage aan de ontwikkeling of demonstratie van innovatieve oplossingen voor:

• mitigatie van negatieve effecten op de instandhouding van op basis van de EU-Vogelrichtlijn (VR) en -Habitatrichtlijn (HR) beschermde soorten en populaties

of

• het versterken van positieve effecten op de instandhouding van mariene habitattypen van de EU-Habitatrichtlijn

of

• het bevorderen van positieve effecten op de milieutoestand (EU-Kaderrichtlijn mariene strategie; KRM) in de Nederlandse Noordzee voor 'visgemeenschap' en/of 'benthische habitats'

Voor iedere demonstratie moet ten tijde van de demonstratie ten minste sprake zijn van een prototype in een operationele omgeving (TRL7) in de vorm van een pilot.

Andere innovaties en oplossingen niet te ondervangen in een TRL-niveau dienen in voldoende mate te zijn ontwikkeld voor toepassing in een operationele omgeving.

De demonstratie en toepassingen van oplossingen moeten uiterlijk 60 maanden na onherroepelijk worden van de vergunning in bedrijf zijn genomen.

De innovaties zijn geïntegreerd in het ontwerp, bouw en exploitatie van de door vergunninghouder te realiseren productie-installatie (waaronder ook begrepen de erosie beschermende bestorting en parkbekabeling) binnen het windpark op kavel VI.

De toegestane (bandbreedte aan) turbineafmetingen, het aantal turbines en het maximale rotoroppervlak per kavel, als bindend vastgelegd in voorschrift 3 van het kavelbesluit, worden niet meegewogen.

Potentiële impact van de bijdrage aan de ontwikkeling of demonstratie van de innovatie vanuit het windpark op kavel VI en windparken op zee in de toekomst als de innovatie marktrijp wordt gemaakt op:

• het beperken van negatieve effecten op de instandhouding van soorten en populaties (VR/ HR).

of

• het bevorderen van de instandhouding van mariene habitattypen (HR) en/of van de milieutoestand (KRM; visgemeenschap; benthische habitats).

De potentiële impact van de innovatie of kennisontwikkeling op het verminderen of voorkomen van negatieve effecten op de in paragraaf 7.5.8.van Kavelbesluit VI Hollandse Kust (west) bedoelde populaties van de in bijlage I van het kavelbesluit genoemde soorten

0 – 12

0 – 50

De potentiële impact van de innovatie of kennisontwikkeling op het bevorderen van:

• een landelijk gunstige staat van instandhouding van mariene habitattypen H1110 of H1170 (HR)

of

• een goede milieutoestand (KRM) in de Nederlandse Noordzee voor visgemeenschap (overkoepelend of D1C2 of D1C3) of benthische habitats (overkoepelend of D6C3 of D6C5, zoals geformuleerd in Mariene Strategie, deel 1 (2018)

0 – 6

   

De mate waarin de innovatie vernieuwend en vindingrijk is t.o.v. de op dit moment beste op de markt beschikbare producten, diensten of processen

 

0–8

   

De mate waarin de innovatie gebaseerd is op de meest actuele wetenschappelijke inzichten ten tijde van het indienen van de aanvraag

 

0–8

   

De mate waarin aannemelijk wordt gemaakt dat de innovatie met succes kan worden toegepast in een operationele omgeving, enerzijds door onderbouwing vanuit de literatuur, anderzijds door monitoring van de effectiviteit na aanleg van de pilot

 

0–8

   

De mate waarin inzichtelijk is welke specifieke, meetbare en tijdsgebonden voortgang de demonstratie zal kennen en hoe deze bij uitvoering van de innovatie kenbaar zal worden gemaakt

 

0–8

   

De mate waarin kennis en ervaring wordt gedeeld over de innovatie die wordt demonstratie gedemonstreerd

De bedoelde ecologische kennis en ervaring is relevant voor:

• het willen beperken van negatieve effecten op de instandhouding van op basis van de EU-Vogelrichtlijn (VR) en -Habitatrichtlijn (HR) beschermde soorten en populaties

of

• het bevorderen van positieve effecten op de instandhouding van mariene habitattypen van de EU-Habitatrichtlijn

of

• het bevorderen van positieve effecten op de milieutoestand (EU-Kaderrichtlijn mariene strategie; KRM) in de Nederlandse Noordzee voor 'visgemeenschap' en/of 'benthische habitats'.

De bijdrage moet ten tijde van de indiening van de aanvraag additioneel zijn aan of in nauwe afstemming plaatsvinden met bestaand onderzoek.

De mate waarin kennis en ervaring bijdraagt aan kennisleemten (o.a. uit de MER van kavel VI) en in goede samenhang met bestaande onderzoekstrajecten plaatsvindt

   

0 – 10

   

De kwaliteit van een disseminatie- en communicatieplan, waaronder de mate waarin het disseminatie- en communicatieplan de te delen kennis, specifiek, meetbaar en tijdsgebonden beschrijft; en de mate waarin de doelgroepen zijn benoemd en de middelen die daarbij aansluiten

   
  • 2. Indicatieve waardes op een continuschaal van 0 tot 100 in procenten voor de criteria, bedoeld in artikel 25b, vierde lid, van de wet en voor onderdeel 2 in de tabel 'Criterium: de bijdrage aan de ecologie van de Noordzee', bedoeld in onderdeel 1 van deze bijlage:

    indicatieve tussenwaardes op een continuschaal

    Uitstekend, met toegevoegde waarde

    100%

    Zeer goed, met enige toegevoegde waarde

    90%

    Goed

    80%

    Ruim voldoende

    70%

    Voldoende

    60%

    Matig

    50%

    Onvoldoende

    40%

    Ruim onvoldoende

    30%

    Slecht

    20%

    Zeer slecht

    10%

Naar boven