Besluit winstsplitsing, spoedreparatie en artikel 10a

[Regeling vervallen per 26-04-2024.]
Geraadpleegd op 09-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 19-05-2024.
Geldend van 29-04-2022 t/m 25-04-2024

Besluit winstsplitsing, spoedreparatie en artikel 10a

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat mijn standpunt ten aanzien van de winstsplitsing in het geval dat artikel 15, zestiende lid, juncto artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 leidt tot een correctie van de winst van de fiscale eenheid.

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 26-04-2024]

1.1. Aanleiding

[Regeling vervallen per 26-04-2024]

In de uitvoeringspraktijk is een vraag opgekomen over de winstsplitsing van artikel 15ah van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Deze vraag ziet op de situatie waarin de toepassing van artikel 15, zestiende lid, juncto artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 leidt tot een correctie van de winst van de fiscale eenheid. Meer specifiek gaat het daarbij om de situatie waarin als gevolg van de aanwezigheid van voorvoegingsverliezen bij de schuldeiser – die tezamen met de schuldenaar deel uitmaakt van een fiscale eenheid – geen sprake is van compenserende heffing als bedoeld in artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

In dit besluit ga ik in op deze situatie. Mijn standpunt in dit besluit is gebaseerd op een redelijke wetstoepassing.

2. Winstsplitsing

[Regeling vervallen per 26-04-2024]

Artikel 15ah Wet Vpb 1969 regelt de winstsplitsing voor onder andere de verrekening van voorvoegingsverliezen (artikel 15ae Wet Vpb 1969). Om winst van de fiscale eenheid toe te kunnen rekenen aan een maatschappij wordt de winst van die maatschappij berekend alsof zij geen deel uitmaakt van de fiscale eenheid, met dien verstande dat alleen winst kan worden toegerekend die tot uitdrukking komt in de winst van de fiscale eenheid (artikel 15ah, eerste lid, Wet Vpb 1969).

Het komt voor dat tussen twee maatschappijen van de fiscale eenheid een schuldverhouding bestaat. Voor de toepassing van artikel 10a, juncto artikel 15, zestiende lid, Wet Vpb 1969 wordt de schuldverhouding binnen de fiscale eenheid en daarmee de rente fiscaal zichtbaar. Artikel 10a Wet Vpb 1969 is van toepassing als de schuld verband houdt met een in artikel 10a, eerste lid, Wet Vpb 1969 genoemde rechtshandeling en niet wordt voldaan aan de tegenbewijsregelingen van artikel 10a, derde lid, Wet Vpb 1969. In dat geval leidt toepassing van artikel 15, zestiende lid, Wet Vpb 1969 bij wetsfictie tot een bijtelpost die dient ter correctie van de winst van de fiscale eenheid.1

Deze bijtelpost bij de winst van de fiscale eenheid moet voor de toepassing van artikel 15ah, eerste lid, Wet Vpb 1969 aan de schuldenaar worden toegerekend. De bijtelpost dient ter correctie van de als gevolg van artikel 15, zestiende lid, Wet Vpb 1969 zichtbare niet-aftrekbare rente bij de schuldenaar, waardoor bij de bepaling van de aan de schuldenaar toe te rekenen winst voor de toepassing van artikel 15ah, eerste lid, Wet Vpb 1969 per saldo geen renteaftrek in aanmerking wordt genomen.2 Uit het voorgaande volgt dat bij de schuldenaar de rentelast tegenover de bijtelpost staat. Een redelijke wetstoepassing brengt in deze specifieke situatie met zich dat de corresponderende rentebate in het kader van de winstsplitsing van artikel 15ah, eerste lid, Wet Vpb 1969 bij de schuldeiser kan worden verrekend met eventuele voorvoegingsverliezen van de schuldeiser.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 april 2022

De Staatssecretaris van Financiën

namens deze,

H.G. Roodbeen

hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

  1. Kamerstukken II 2018/19, 34 959, nr. 7, p. 25. ^ [1]
  2. Kamerstukken I 2018/19, 34 959, nr. C, p. 12, en Kamerstukken I 2018/19, 34 959, nr. D, p. 13. ^ [2]
Naar boven