Tweede vrijstelling Maxforce Quantum Mediterraan draaigatje 2022

[Regeling materieel uitgewerkt per 30-11-2024.]
Geraadpleegd op 10-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 15-05-2024.
Geldend van 14-09-2022 t/m heden

Vrijstelling op grond van artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden inzake de biocide Maxforce Quantum (Tweede vrijstelling Maxforce Quantum Mediterraan draaigatje 2022)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 46, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

BESLUIT:

Artikel 1

Vrijstelling als bedoeld in artikel 46 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het professioneel gebruik van de biocide Maxforce Quantum voor de beheersing van kolonies van het Mediterraan draaigatje (Tapinoma nigerrimum).

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tweede vrijstelling Maxforce Quantum Mediterraan draaigatje 2022.

Dit besluit zal met bijlage en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

V.L.W.A. Heijnen

Bijlage bedoeld in artikel 2

Het insecticide Maxforce Quantum, op basis van de werkzame stof imidacloprid, en toegelaten (toelatingsnummer NL-0011349-0000) voor gebruik tegen een beperkt aantal mierensoorten, kan in het kader van een vrijstelling voor professioneel gebruik tegen het Mediterraan draaigatje gebruikt worden met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • Het insecticide mag alleen toegepast worden door professionele plaagdierbeheersers die in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid, zoals bedoeld in artikel 71 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) en artikel 17a van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Bgb).

  • De gebruiksvoorschriften en de gebruiksaanwijzing, inclusief de risicobeperkende maatregelen, opgenomen in de SPC van de toelating dienen te worden opgevolgd. Zie daarvoor CTGB Toelating: Maxforce Quantum.

  • Het insecticide buiten het bereik van kinderen en dieren houden.

  • Het insecticide gericht toepassen. Blootstelling aan andere levende insecten/organismen moet worden voorkomen of zoveel mogelijk beperkt.

  • Bij voorkeur wordt het insecticide aangeboden in lokdozen, anders als gel, uitsluitend in het nest onder de tegels (b.v. tegel optillen middel aanbrengen en tegel terugplaatsen) zodat het middel alleen door mieren kan worden meegenomen en geen uitspoeling kan plaatsvinden.

  • Het insecticide mag niet worden toegepast op bodem, grasvelden of nabij bloemenborders, planten, struiken en bomen. De actieve stof kan via de wortels worden opgenomen, waardoor sterfte van bestuivers en niet-doelwit arthropoden kan optreden. Dit product bevat imidacloprid dat gevaarlijk is voor bijen.

  • Het insecticide mag niet worden toegepast wanneer regen wordt verwacht voordat de lokstof volledig is opgenomen.

  • Het insecticide mag niet worden toegepast op plekken waar afspoeling naar oppervlakte water kan plaatsvinden.

Bij een binnenshuis bestrijding:

  • Om emissie naar het riool door natreiniging te voorkomen is het wenselijk om ook binnenshuis altijd gebruik te maken van lokdozen, tenzij als dat niet mogelijk is.

  • Tussentijds en bij beëindiging van de bestrijding: resten van het product verzamelen en afvoeren als chemisch afval.

De vrijstelling mag uitsluitend gebruikt worden een week na melding bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat via het mailadres biociden@minienw.nl Bij de melding moet een korte uitleg (‘beheersplan’) worden toegevoegd op welke wijze het probleem integraal wordt aangepakt, op grond van de beginselen van geïntegreerd plaagdiermanagement (IPM). Hierin moet ook aangegeven worden wie de uitvoerder is. Elke aparte locatie moet éénmaal aangemeld te worden en na het seizoen dient er via hetzelfde e-mail adres gemeld te worden hoe vaak en in welke hoeveelheid het middel is gebruikt.

IPM houdt in dat om het probleem op te lossen, bij voorkeur preventieve maatregelen worden genomen. Als die niet afdoende zijn, worden niet-chemische maatregelen of methoden toegepast. Als ook die niet afdoende blijken, mag als laatste redmiddel het vrijgestelde middel worden ingezet. Die inzet moet uitgewerkt worden in een beheersplan voor elke afzonderlijke locatie.

Concreet voor het Mediterraan draaigatje moet primair worden ingezet op fysieke verstoring van de kolonies en fysische bestrijding (bijvoorbeeld door middel van kokend water) van aanwezige mieren. Hierbij moet vanaf de randen van de kolonies worden begonnen, omdat fysieke verstoring vanuit het centrum zal leiden tot verspreiding van de kolonie. Als de fysieke aanpak onvoldoende is, mag pas op het gebruik van Maxforce Quantum worden overgegaan.

Naar boven