Regeling beveiliging treinen Kanaaltunnel

Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 15-05-2024.
Geldend van 01-10-2022 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 22 september 2022, nr. IENW/BSK-2022/203259, houdende vaststelling van regels voor de beveiliging van treinen die door de Kanaaltunnel rijden (Regeling beveiliging treinen Kanaaltunnel)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 27a, derde lid, van de Spoorwegwet;

BESLUIT:

Artikel 1. (definities)

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • beveiligingspersoneel: personen in dienst van een met de uitvoering van de beveiliging belaste particuliere beveiligingsorganisatie, waaraan door de Minister van Justitie en Veiligheid een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 3 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • spoorwegonderneming: spoorwegonderneming die treinen door de Kanaaltunnel laat rijden;

  • trein: trein die bestemd is om door de Kanaaltunnel te rijden;

  • zones: als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2. (zones rondom trein)

Een spoorwegonderneming stelt rondom het vertrekpunt van de trein afgesloten zones in die alleen toegankelijk zijn voor personen en goederen als er voldaan is aan de artikelen 3 tot en met 5.

Artikel 3. (controle passagiers)

Een spoorwegonderneming draagt er zorg voor dat de trein alleen toegankelijk is voor passagiers die in het bezit zijn van een geldig vervoerbewijs voor de trein.

Artikel 4. (controle van bagage en goederen)

Een spoorwegonderneming draagt ten behoeve van de veiligheid in de Kanaaltunnel zorg voor de controle van de kleding van de passagiers en hun bagage, en overige goederen die aan boord van de trein worden gebracht.

Artikel 5. (pas voor personeel en inhuur)

  • 1 Een spoorwegonderneming draagt er zorg voor dat haar personeel en door haar ingehuurde personen in het bezit zijn van een pas waaruit blijkt dat zij bevoegd zijn om in de trein en binnen de zones aanwezig te zijn.

  • 2 Een spoorwegonderneming draagt ten behoeve van de veiligheid in de Kanaaltunnel zorg voor de controle van de kleding en bagage van haar personeel dat in de trein en binnen de zones aanwezig zal zijn.

  • 3 Voor de spoorwegonderneming is het tweede lid van overeenkomstige toepassing op de door haar ingehuurde personen die in de trein en binnen de zones aanwezig zullen zijn.

Artikel 6. (geschiktheid beveiligingspersoneel)

Een spoorwegonderneming draagt er zorg voor dat het beveiligingspersoneel voldoende is opgeleid voor het uitvoeren van de taken, bedoeld in de artikelen 3 en 4.

Artikel 7. (stand der techniek)

  • 1 Een spoorwegonderneming houdt bij de uitvoering van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 6, rekening met de stand der techniek en de binnen de bedrijfstak aanwezige kennis en binnen de bedrijfstak gebruikelijke maatregelen.

  • 2 Een spoorwegonderneming die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling treinen door de Kanaaltunnel liet rijden, zal bij de uitvoering van deze regeling geen maatregelen nemen die een achteruitgang betekenen ten opzichte van de maatregelen die die spoorwegonderneming nam vóór dat tijdstip.

Artikel 8. (melden incidenten)

Onverminderd het bepaalde in artikel 26, derde lid, van het Besluit spoorverkeer meldt een spoorwegonderneming incidenten rondom de uitvoering van de artikelen 2 tot en met 6 onverwijld aan de minister.

Artikel 9. (informeren ILT)

  • 1 Een spoorwegonderneming zendt de minister jaarlijks vóór 1 december de informatie waaruit blijkt op welke wijze die spoorwegonderneming het komende kalenderjaar aan de artikelen 2 tot en met 6 van deze regeling zal voldoen.

  • 2 Een spoorwegonderneming, die voornemens is om na het tijdstip van de inwerkingtreding van deze regeling te starten met het door de Kanaaltunnel laten rijden van treinen, zendt onverminderd het bepaalde in het eerste lid de informatie, bedoeld in het eerste lid, ten minste drie maanden voor de start van de treindienst door de Kanaaltunnel aan de minister. Het bepaalde in de vorige volzin geldt ook indien een spoorwegonderneming voornemens is de frequentie van de treindienst te wijzigen.

  • 3 Een spoorwegonderneming meldt aan de minister het voornemen om bij de uitvoering van de artikelen 2 en 6 wijzigingen door te voeren ten opzichte van de informatie die krachtens het eerste of tweede lid aan de minister is gezonden.

  • 4 De minister kan naar aanleiding van de informatie, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, instructies geven aan een spoorwegonderneming met het doel om die spooronderneming te laten voldoen aan het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 7 van deze regeling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

V.L.W.A. Heijnen

Naar boven