Reglement Adviescommissie Zelfredzaamheid en Rechtsbijstand

Geraadpleegd op 15-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 25-11-2022 t/m heden

Besluit van het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand tot instelling van de Adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp en Rechtsbijstand en besluit tot vaststelling van het reglement van de Adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp en Rechtsbijstand

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, verder te noemen ‘de Raad’,

gelet op artikel 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 37 b, van de Wet op de Rechtsbijstand jo. artikel 7 van de Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid (stcrt-2021-33169),

besluit:

een Adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp en Rechtsbijstand in te stellen voor de advisering over het beleggen van de aanvragen en de verlening van subsidie als bedoeld in de Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid, meer in het bijzonder conform de artikel 7 van deze subsidieregeling en de daaruit voortvloeiende opdracht, alsmede de samenstelling en werkwijze van deze commissie conform Reglement Adviescommissie Adviestoevoeging Zelfredzaamheid;

‘s-Hertogenbosch, 28 oktober 2022

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

I.D. Nijboer

Bestuurder

Reglement Adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp en Rechtsbijstand

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a. de Raad: het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand;

  • b. de subsidieregeling: de subsidieregeling inzake de tijdelijke Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid (verder tevens te noemen: ‘RATZ’) eerstens gepubliceerd in de Staatscourant 2021-33169;

  • c. de commissie: de Adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp en Rechtsbijstand;

  • d. de opdracht: Advies uitbrengen waar zaken die thans onder de RATZ worden gesubsidieerd nu en, tot hiervoor iets anders is geregeld, het beste belegd kunnen worden. Dit advies wordt uitgebracht aan de Raad voor Rechtsbijstand, het Juridisch Loket en de Nederlandse Orde van Advocaten. Dit advies wordt integraal doorgestuurd aan de Minister voor Rechtsbescherming met een bestuurlijke reactie van deze partijen.

  • e. de minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid, ex artikel 1 van de Wet op de Rechtsbijstand.

Artikel 2. Taken en werkzaamheden

  • 1. De commissie is belast met de advisering over het beleggen van zaken na de Tijdelijke Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid.

  • 2. De commissie brengt aan de Raad voor Rechtsbijstand, het Juridisch Loket en de Nederlandse Orde van Advocaten advies uit.

Voor de Tijdelijke Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid is door de Raad een beleidskader opgesteld ter beoordeling van welke zaken voor afgifte van een adviestoevoeging conform deze regeling in aanmerking komen. De betreffende zaken worden gemonitord.

De commissie beziet deze zaken waarvoor verstrekking van een toevoeging volgens de vigerende wet- en regelgeving niet mogelijk is en de reikwijdte of complexiteit van de huidige eerstelijns juridische dienstverlening overstijgen. De commissie dient advies uit te brengen waar deze zaken nu en, tot hiervoor iets anders is geregeld, het beste belegd kunnen worden. Uitgangspunt daarbij is altijd: wat in de eerste lijn kan, wordt afgehandeld in de eerste lijn, waarbij conform de Wet op de Rechtsbijstand als uitgangspunt wordt genomen dat er eerst gekeken wordt of er inderdaad rechtshulp noodzakelijk is en vervolgens of deze zaken door een daarvoor uitgeruste eerstelijnsvoorziening afgehandeld kunnen worden of dat, indien dit niet volstaat, er meer gespecialiseerde rechtsbijstand noodzakelijk is.

Indien het volgens de commissie eerstelijnswerkzaamheden betreft, zal het advies ook behelzen dat de eerste lijn hiervoor in de toekomst uitgerust moet worden. Indien volgens de commissie gespecialiseerde rechtsbijstand noodzakelijk is, is ook van belang of er in eerste instantie volstaan kan worden met een lichte adviestoevoeging of dat er een reguliere toevoeging noodzakelijk is en welke wet- en regelgeving en/of werkinstructies hiertoe dienen te worden aangepast.

Artikel 3. Samenstelling commissie en benoeming leden

  • 1. De commissie bestaat uit minimaal vijf leden.

  • 2. De commissie houdt zitting en beraadslaagt met alle leden, waarvan één voorzitter.

  • 3. De voorzitter kan bij ontstentenis een plaatsvervanger aanwijzen.

  • 4. De Raad benoemt de voorzitter en de leden.

Artikel 4. Ontslag

  • 1. De voorzitter of een lid van de commissie kan door de Raad tussentijds worden ontslagen indien op grond van feiten of omstandigheden gerede twijfel bestaat over zijn competenties of anderszins naar het oordeel van de Raad blijkt van ongeschiktheid als voorzitter of lid van de commissie.

  • 2. De voorzitter of lid van de commissie kan door de Raad op diens eigen verzoek worden ontslagen.

  • 3. Indien de voorzitter of lid van de commissie voornemens is ontslag te nemen, geeft hij hiervan zo spoedig mogelijk doch uiterlijk zes weken voordat hij zijn lidmaatschap wil beëindigen, kennis aan de Raad.

Artikel 5. Ondersteuning van de commissie

  • 1. De commissie wordt ondersteund door een secretaris en een administratief ondersteuner. Deze worden door de Raad benoemd. Bij ontstentenis wijst de Raad een plaatsvervangend secretaris aan.

  • 2. De secretaris verzorgt alle correspondentie namens de commissie.

  • 3. De secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen adviserende stem.

Artikel 6. Verschoningsrecht

Een lid van de commissie kan zich verschonen op grond van feiten of omstandigheden, die zijn onpartijdigheid zouden kunnen aantasten.

Artikel 7. Werkwijze

De commissie bepaalt haar eigen werkwijze en stelt zelf een huishoudelijk reglement vast waarin in ieder geval regels zijn opgenomen over werkwijzen en procedures met het oog op een goede en zorgvuldige uitoefening van de in dit besluit, onder artikel 2 genoemde taak.

Artikel 8. Geheimhouding

Een lid van de commissie, alsmede de secretaris en de administratief ondersteuner, is verplicht tot geheimhouding van gegevens die hij bij de uitvoering van zijn adviestaak tot zijn beschikking krijgt, waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden.

Artikel 9. Besluitvorming

  • 1. Een besluit over de inhoud van het advies wordt slechts genomen indien tenminste vier leden, waaronder de (plaatsvervangend) voorzitter, bij de totstandkoming van dat besluit betrokken zijn geweest.

  • 2. De commissie brengt een gewogen advies uit, een meerderheid van stemmen is niet bepalend.

  • 3. Bij ontstentenis van de voorzitter komen de bevoegdheden van de voorzitter toe aan de plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 10. Termijnen

  • 1. De commissie stelt een gemotiveerd advies op dat zij binnen een termijn van zeven maanden na aanvang van de werkzaamheden toestuurt aan de Raad, het Juridisch Loket en de Nederlandse Orde van Advocaten.

  • 2. Als het gemotiveerd advies niet kan worden genomen binnen zeven maanden, verlengt de Raad de termijn met (telkens) vier weken.

Artikel 11. Kostenvergoeding commissie

De leden van de commissie ontvangen vacatiegelden en een vergoeding voor reis- en verblijfskosten overeenkomstig de ‘Vergoedingenregeling Raad voor Rechtsbijstand’ (Stb. 2003, 2).

Artikel 12. Artikel 12. Inwerkingtreding

Het regelement treedt in werking met ingang van de dag na publicatie hiervan in de Staatscourant.

Artikel 13. Citeertitel

De commissie wordt aangehaald als: Adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp en Rechtsbijstand.

Dit regelement wordt aangehaald als: Reglement Adviescommissie Zelfredzaamheid en Rechtsbijstand.

Naar boven