Reglement Adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp en Rechtsbijstand
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
-
a.
de Raad: het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand;
-
b.
de subsidieregeling: de subsidieregeling inzake de tijdelijke Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid (verder tevens te noemen: ‘RATZ’) eerstens gepubliceerd in de Staatscourant 2021-33169;
-
c.
de commissie: de Adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp en Rechtsbijstand;
-
d.
de opdracht: Advies uitbrengen waar zaken die thans onder de RATZ worden gesubsidieerd nu en, tot hiervoor iets anders is geregeld, het beste belegd
kunnen worden. Dit advies wordt uitgebracht aan de Raad voor Rechtsbijstand, het Juridisch
Loket en de Nederlandse Orde van Advocaten. Dit advies wordt integraal doorgestuurd
aan de Minister voor Rechtsbescherming met een bestuurlijke reactie van deze partijen.
-
e.
de minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid, ex artikel 1 van de Wet op de Rechtsbijstand.
Artikel 2. Taken en werkzaamheden
-
1. De commissie is belast met de advisering over het beleggen van zaken na de Tijdelijke
Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid.
-
2. De commissie brengt aan de Raad voor Rechtsbijstand, het Juridisch Loket en de Nederlandse
Orde van Advocaten advies uit.
Voor de Tijdelijke Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid is door de Raad een beleidskader opgesteld ter beoordeling van welke zaken voor afgifte
van een adviestoevoeging conform deze regeling in aanmerking komen. De betreffende
zaken worden gemonitord.
De commissie beziet deze zaken waarvoor verstrekking van een toevoeging volgens de
vigerende wet- en regelgeving niet mogelijk is en de reikwijdte of complexiteit van
de huidige eerstelijns juridische dienstverlening overstijgen. De commissie dient
advies uit te brengen waar deze zaken nu en, tot hiervoor iets anders is geregeld,
het beste belegd kunnen worden. Uitgangspunt daarbij is altijd: wat in de eerste lijn
kan, wordt afgehandeld in de eerste lijn, waarbij conform de Wet op de Rechtsbijstand als uitgangspunt wordt genomen dat er eerst gekeken wordt of er inderdaad rechtshulp
noodzakelijk is en vervolgens of deze zaken door een daarvoor uitgeruste eerstelijnsvoorziening
afgehandeld kunnen worden of dat, indien dit niet volstaat, er meer gespecialiseerde
rechtsbijstand noodzakelijk is.
Indien het volgens de commissie eerstelijnswerkzaamheden betreft, zal het advies ook
behelzen dat de eerste lijn hiervoor in de toekomst uitgerust moet worden. Indien
volgens de commissie gespecialiseerde rechtsbijstand noodzakelijk is, is ook van belang
of er in eerste instantie volstaan kan worden met een lichte adviestoevoeging of dat
er een reguliere toevoeging noodzakelijk is en welke wet- en regelgeving en/of werkinstructies
hiertoe dienen te worden aangepast.
Artikel 3. Samenstelling commissie en benoeming leden
-
1. De commissie bestaat uit minimaal vijf leden.
-
2. De commissie houdt zitting en beraadslaagt met alle leden, waarvan één voorzitter.
-
3. De voorzitter kan bij ontstentenis een plaatsvervanger aanwijzen.
-
4. De Raad benoemt de voorzitter en de leden.
Artikel 4. Ontslag
-
1. De voorzitter of een lid van de commissie kan door de Raad tussentijds worden ontslagen
indien op grond van feiten of omstandigheden gerede twijfel bestaat over zijn competenties
of anderszins naar het oordeel van de Raad blijkt van ongeschiktheid als voorzitter
of lid van de commissie.
-
2. De voorzitter of lid van de commissie kan door de Raad op diens eigen verzoek worden
ontslagen.
-
3. Indien de voorzitter of lid van de commissie voornemens is ontslag te nemen, geeft
hij hiervan zo spoedig mogelijk doch uiterlijk zes weken voordat hij zijn lidmaatschap
wil beëindigen, kennis aan de Raad.
Artikel 5. Ondersteuning van de commissie
-
1. De commissie wordt ondersteund door een secretaris en een administratief ondersteuner.
Deze worden door de Raad benoemd. Bij ontstentenis wijst de Raad een plaatsvervangend
secretaris aan.
-
2. De secretaris verzorgt alle correspondentie namens de commissie.
-
3. De secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen adviserende stem.
Artikel 6. Verschoningsrecht
Een lid van de commissie kan zich verschonen op grond van feiten of omstandigheden,
die zijn onpartijdigheid zouden kunnen aantasten.
Artikel 7. Werkwijze
De commissie bepaalt haar eigen werkwijze en stelt zelf een huishoudelijk reglement
vast waarin in ieder geval regels zijn opgenomen over werkwijzen en procedures met
het oog op een goede en zorgvuldige uitoefening van de in dit besluit, onder artikel
2 genoemde taak.
Artikel 8. Geheimhouding
Een lid van de commissie, alsmede de secretaris en de administratief ondersteuner,
is verplicht tot geheimhouding van gegevens die hij bij de uitvoering van zijn adviestaak
tot zijn beschikking krijgt, waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs
kan vermoeden.
Artikel 9. Besluitvorming
-
1. Een besluit over de inhoud van het advies wordt slechts genomen indien tenminste vier
leden, waaronder de (plaatsvervangend) voorzitter, bij de totstandkoming van dat besluit
betrokken zijn geweest.
-
2. De commissie brengt een gewogen advies uit, een meerderheid van stemmen is niet bepalend.
-
3. Bij ontstentenis van de voorzitter komen de bevoegdheden van de voorzitter toe aan
de plaatsvervangend voorzitter.
Artikel 10. Termijnen
-
1. De commissie stelt een gemotiveerd advies op dat zij binnen een termijn van zeven
maanden na aanvang van de werkzaamheden toestuurt aan de Raad, het Juridisch Loket
en de Nederlandse Orde van Advocaten.
-
2. Als het gemotiveerd advies niet kan worden genomen binnen zeven maanden, verlengt
de Raad de termijn met (telkens) vier weken.
Artikel 12. Artikel 12. Inwerkingtreding
Het regelement treedt in werking met ingang van de dag na publicatie hiervan in de
Staatscourant.
Artikel 13. Citeertitel
De commissie wordt aangehaald als: Adviescommissie Zelfredzaamheid Rechtshulp en Rechtsbijstand.
Dit regelement wordt aangehaald als: Reglement Adviescommissie Zelfredzaamheid en
Rechtsbijstand.