Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Geraadpleegd op 15-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m heden

Besluit van de inspecteur-generaal van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van 22 november 2022, betreffende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging aan de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat)

De inspecteur-generaal van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur,

Gelet op artikel 19, eerste en derde lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZK 2019;

Gelet op de artikelen 10:3, eerste lid, en 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de directeuren:

    • 1. de directeur van de Directie Infrastructuur van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur;

    • 2. de directeur van de Directie Apparatuur van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur;

    • 3. de directeur van de Directie Digitale Weerbaarheid van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur;

    • 4. de directeur van de Directie Bestuur, Juridische Zaken en Communicatie van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur;

    • 5. de directeur van de Directie Mens en Middelen van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur;

  • b. CIO: plaatsvervangend directeur Mens en Middelen;

  • c. de teammanagers: de leidinggevenden van de teams die behoren tot een directie;

  • d. de P&O-aangelegenheden: de aangelegenheden op het gebied van personeel, organisatie en formatie;

  • e. een bedrag: een bedrag exclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW);

  • f. de machtigingenbeheerders eHerkenningsmiddelen: de machtigingenbeheerders eHerkenningsmiddelen van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

Artikel 2

Aan de inspecteur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. ten aanzien waarvan de inspecteur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

  • b. die door een directeur aan de inspecteur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de inspecteur-generaal door een andere directeur moeten worden behandeld.

Artikel 3

  • 1 Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 250.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Onder het werkterrein als bedoeld in het eerste lid valt ook:

    • a. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel;

    • b. het besluiten op verzoeken om betaling, voortvloeiend uit verplichtingen die zijn aangegaan voor de opleiding van personeel;

    • c. het aangaan van verplichtingen inzake het inhuren van tijdelijk personeel binnen de door de inspecteur-generaal daartoe vastgestelde financiële kaders;

    • d. het besluiten op verzoeken om betaling, voortvloeiend uit verplichtingen die zijn aangegaan voor het inhuren van tijdelijk personeel;

    • e. het, in afstemming met de teammanager Juridische Zaken, aangaan van verplichtingen inzake het verlenen van opdrachten aan externe juridische dienstverleners.

  • 3 Onder het werkterrein van de directeuren zijn tevens begrepen de volgende P&O-aangelegenheden:

    • a. het aanbieden en het beëindigen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd;

    • b. het verlenen van langdurend verlof in het persoonlijke belang van de aanvrager (zonder behoud van salaris), als bedoeld in hoofdstuk 4 van de CAO Rijk;

    • c. het opdragen van een andere functie;

    • d. het opdragen van tijdelijke andere werkzaamheden.

Artikel 4

  • 1 Aan de teammanagers wordt, ieder voor zich, mandaat volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 10.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de directeuren en teammanagers wordt tevens mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings-, en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan en afhandelen van verplichtingen inzake de opleiding van personeel en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen de Europese Unie.

Artikel 5

Aan de CIO wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 10.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 6

  • 1 Aan de teammanager Juridische Zaken, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het behandelen van bezwaar- en beroepschriften op zijn werkterrein, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, het instellen van en het voeren van beroep, hoger beroep en voorlopige voorzieningen procedures;

    • b. het aangaan van verplichtingen inzake het verlenen van opdrachten aan externe juridische dienstverleners, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 250.000 per verplichting niet te boven gaat;

    • c. het doen van bekendmakingen via het Digitaal Loket voor Officiële Elektronische Publicaties en het daartoe aanwijzen en registreren van één of meer contactpersonen waardoor uitsluitend deze contactpersonen toegang hebben tot dat Digitaal Loket.

  • 2 Onder het werkterrein van de teammanager Juridische Zaken valt niet:

    • a. het nemen van primaire besluiten op verzoeken ingevolge de Wet open overheid;

    • b. het nemen van primaire sanctiebesluiten.

  • 3 Aan de juristen werkzaam bij het team Juridische Zaken wordt, ieder voor zich, machtiging verleend tot vertegenwoordiging bij bestuursrechtelijke geschillen. Tevens zijn zij bevoegd om voor de behandeling van een geschil één of meer personen als medegemachtigde te introduceren.

Artikel 7

  • 1 Aan de coördinerend jurist, belast met de werkzaamheden behorend bij het cluster Advies, Interventies en Wet open overheid, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van primaire sanctiebesluiten en het nemen van primaire besluiten op verzoeken ingevolge de Wet open overheid.

  • 2 Aan de coördinerend jurist belast met de werkzaamheden behorend bij het cluster Bezwaar en Beroep wordt volmacht en machtiging verleend voor

    • a. het voorbereiden van besluiten op bezwaar en

    • b. het voorbereiden van verweerschriften en beroepschriften.

  • 3 De teammanager Juridische Zaken kan met betrekking tot de besluiten, als bedoeld onder a en b van het vorige lid, geen instructies geven aan de coördinerend jurist als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8

Aan de teammanager Caribisch Nederland wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

Artikel 9

Aan de senior inspecteur van het kantoor van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur te Bonaire wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden die verband houden met het aanschaffen van kantoorbenodigdheden voor die vestiging van de Rijksinspectie, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 5.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 10

  • 1 Aan de machtigingenbeheerders eHerkenningsmiddelen wordt, ieder voor zich, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden die verband houden met het aanschaffen, uitgeven en beheren van eHerkenningsmiddelen en het daarmee autoriseren van medewerkers tot het afnemen van digitale overheidsdiensten, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen een bedrag van € 5.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 De machtigingenbeheerders eHerkenningsmiddelen nemen voor de in het eerste lid genoemde aangelegenheden, de door de secretaris-generaal gestelde regels over de uitgifte en beheer van eHerkenningsmiddelen in acht.

§ 2. Vervanging

Artikel 11

  • 1 De uit dit besluit voor de directeuren, de teammanagers en de coördinerend juristen voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van hun afwezigheid over op hun plaatsvervangers.

  • 2 De uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden van de teammanager Caribisch Nederland gaan in geval van zijn afwezigheid over op de directeur Infrastructuur.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 12

  • 1 Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

    De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

    namens deze:

    (handtekening)

    (naam functionaris)

    (functie)

  • 2 Het krachtens mandaat, volmacht of machtiging ondertekenen van automatisch gegenereerde stukken geschiedt als volgt:

    De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

    namens deze:

    (naam functionaris)

    (functie)

    Dit bericht is automatisch gegenereerd en bevat daarom geen handtekening.

  • 3 In uitzondering op het tweede lid kan een automatisch gegenereerd stuk ook met een handtekening worden ondertekend. De ondertekening geschiedt dan zoals genoemd in het eerste lid.

Artikel 14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Groningen, 22 november 2022.

A.T.A.J. van Dijk

inspecteur-generaal Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

Naar boven