Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025

[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 22-12-2023 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 19 december 2022, nr. IENW/BSK-2022/291928, houdende vaststelling van de Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • beheerder: beheerder als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet;

  • capaciteitsovereenkomst: overeenkomst tussen de beheerder en een gerechtigde als bedoeld in artikel 57, tweede lid, onderdeel c, van de Spoorwegwet, op grond waarvan die gerechtigde recht heeft op verdeelde infrastructuurcapaciteit dan wel recht heeft op capaciteit voor dienstvoorzieningen, welke capaciteit daadwerkelijk gebruikt kan worden door een door de gerechtigde aan te wijzen spoorwegonderneming als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet;

  • gerechtigde: gerechtigde partij als bedoeld in artikel 57, tweede lid, onderdelen a en c, van de Spoorwegwet;

  • Minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • onderneming in moeilijkheden: onderneming als bedoeld in punt 20 van de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (PbEU 2014, C 249/1);

  • richtlijn 2012/34/EU: richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement ten de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PbEU 2012, L 343/32);

  • toegangsovereenkomst: toegangsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de Spoorwegwet.

Artikel 2. Doel

Deze regeling heeft tot doel de marktpositie van het spoorgoederenvervoer ten opzichte van het goederenvervoer over de weg ten minste te behouden door het spoorgoederenvervoer gedurende de eerste drie jaar na de overgang naar de nieuwe berekeningsmethodiek voor de vergoeding voor het gebruik van het spoor te ondersteunen in de nadelige effecten die het ondervindt van de verhoging van de toegerekende kosten in de vergoeding voor de dienst ‘opstellen en rangeren’, bedoeld in bijlage II, punt 2, onder c en d, van richtlijn 2012/34/EU.

Artikel 3. Subsidie

De Minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan gerechtigden die op Nederlands grondgebied goederen vervoeren of doen vervoeren door middel van spoorvervoerdiensten.

Artikel 4. Subsidievereisten

Een gerechtigde komt in aanmerking voor subsidie indien hij:

  • a. een toegangsovereenkomst of een capaciteitsovereenkomst heeft afgesloten;

  • b. een vergoeding verschuldigd is voor de dienst ‘opstellen en rangeren’, bedoeld in bijlage II, punt 2, onder c en d, van richtlijn 2012/34/EU;

  • c. treinkilometers uitvoert of doet uitvoeren met treinen die blijkens hun rijkarakteristiek als goederentreinen gelden, inclusief het daarmee samenhangende verkeer van losse locomotieven; en

  • d. de te subsidiëren opstelminuten en opstelmeters op Nederlands grondgebied heeft gebruikt of heeft laten gebruiken.

Artikel 5

  • 1 Het subsidieplafond voor 2023 bedraagt € 14 miljoen voor categorie A, bedoeld in de bijlage. Het subsidieplafond voor 2023 voor categorie B, bedoeld in de bijlage, bedraagt € 1 miljoen.

  • 2 Het subsidieplafond voor 2024 bedraagt € 11 miljoen voor categorie A, bedoeld in de bijlage. Het subsidieplafond voor 2024 voor categorie B, bedoeld in de bijlage bedraagt € 750.000.

  • 3 De Minister stelt voor 2025 de subsidieplafonds voor beide categorieën vast en doet hiervan mededeling in de Staatscourant uiterlijk in het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidieplafonds worden vastgesteld.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1 De subsidie geldt voor de opstelcapaciteit voor treinen die blijkens hun rijkarakteristiek als goederentreinen gelden, inclusief het daarmee samenhangende verkeer van losse locomotieven. De opstelcapaciteit wordt bepaald naar rato van het percentage treinkilometers dat de gerechtigde uitvoert of doet uitvoeren met treinen die blijkens hun rijkarakteristiek als goederentreinen gelden, inclusief het daarmee samenhangende verkeer van losse locomotieven, in het totaal aantal treinkilometers dat de gerechtigde uitvoert of doet uitvoeren.

  • 2 Het subsidiebedrag per opstelminuut wordt berekend volgens de in de bijlage vervatte formule.

  • 3 Indien door de beheerder voor de dienst ‘opstellen en rangeren’, bedoeld in bijlage II, punt 2, onder c en d, van richtlijn 2012/34/EU het nihiltarief wordt toegepast, wordt daarvoor geen subsidie verleend.

Artikel 7. Wijze van verdeling

  • 1 De Minister verdeelt het jaarlijks beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Per kwartaal wordt op basis van deze volgorde bepaald welke gerechtigde het eerst voor verlening van het jaarlijks beschikbare bedrag in aanmerking komt.

  • 2 Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt het tijdstip waarop de aanvraag voldoet aan deze wettelijke voorschriften als het tijdstip van ontvangst.

  • 3 Indien de volgorde van binnenkomst van aanvragen niet is vast te stellen en deze volgorde met het oog op het bereiken van het subsidieplafond relevant blijkt, wordt de volgorde vastgesteld door middel van loting.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1 Voor de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een daartoe vastgesteld digitaal formulier dat beschikbaar is via de website van de beheerder, die belast is met de uitvoering van deze regeling.

  • 2 De subsidie wordt per kalenderjaar aangevraagd.

  • 3 De aanvraag voor subsidieverlening voor het kalenderjaar 2023 kan worden ingediend vanaf het moment dat deze regeling is gepubliceerd in de Staatscourant, tot en met zes weken na de publicatie van de regeling. Indien een gerechtigde gedurende het dienstregelingsjaar 2023 een toegangsovereenkomst of capaciteitsovereenkomst afsluit dan dient binnen vier weken nadat de toegangsovereenkomst of capaciteitsovereenkomst is ondertekend de aanvraag te worden ingediend.

  • 4 De aanvraag voor subsidieverlening voor de kalenderjaren 2024 en 2025 kan worden ingediend uiterlijk op de dag van het sluiten van de toegangsovereenkomst of capaciteitsovereenkomst voor dat betreffende dienstregelingsjaar.

  • 5 De aanvraag voor subsidieverlening bevat:

    • a. de naam en het adres van de aanvrager;

    • b. het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • c. de dagtekening; en

    • d. een verklaring dat tegen de aanvrager geen bevel tot terugvordering als bedoeld in artikel 9, onderdeel a, openstaat.

Artikel 9. Afwijzingsgronden

De Minister beslist afwijzend op een aanvraag om subsidie indien:

  • a. tegen de aanvrager een bevel tot terugvordering openstaat ingevolge een besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard; of

  • b. de aanvrager een onderneming in moeilijkheden is.

Artikel 10. Bijkomende verplichting

De subsidieontvanger informeert zijn afnemers over de verstrekte subsidie en over de doorwerking daarvan in zijn tarieven.

Artikel 11. Verlening

  • 1 De Minister beslist over subsidieverlening binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag voor subsidieverlening.

  • 2 De beschikking tot subsidieverlening vermeldt niet het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

Artikel 12. Voorschot en betaling

  • 1 De Minister verstrekt aan de subsidieontvanger een voorschot van 100% van de subsidie, berekend op basis van de opstelcapaciteit in het voorafgaande kwartaal.

  • 2 De Minister betaalt het voorschot achteraf per kwartaal uit.

Artikel 13. Vaststelling

  • 1 De Minister stelt binnen 13 weken na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is aangevraagd, de subsidie ambtshalve vast.

  • 2 Voor de vaststelling van de subsidie wordt gebruik gemaakt van de gegevens van de beheerder.

  • 3 Een op grond van deze regeling terug te vorderen subsidie of voorschot kan worden verrekend met de nog betaalbaar te stellen voorschotten.

Artikel 14. Verslag

Vóór 1 januari 2027 publiceert de Minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie.

Artikel 15. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn aangevraagd of verleend.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

L.W.A. Heijnen

Bijlage bij artikel 6, tweede lid van de Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025

Subsidiebedrag per opstelminuut 2023
 

Verdeelsporen op Kijfhoek (prijspeil 2023)

Alle overige emplacementen met uitzondering van de verdeelsporen op Kijfhoek (prijspeil 2023)

Categorie A: Subsidie per opstelminuut voor alle gerechtigden

€ 0,01103 +

€ 0,0001534 * spoorlengte in meter

€ 0,01000 +

€ 0,0000969 * spoorlengte in meter

Categorie B: Aanvullende subsidie per opstelminuut voor zover de capaciteit voortvloeit uit een capaciteitsovereenkomst

€ 0,02646 +

€ 0,0003683 * spoorlengte in meter

€ 0,02399 +

€ 0,0002326 * spoorlengte in meter

Subsidiebedrag per opstelminuut 2024
 

Verdeelsporen op Kijfhoek (prijspeil 2024)

Alle overige emplacementen met uitzondering van de verdeelsporen op Kijfhoek (prijspeil 2024)

Categorie A: Subsidie per opstelminuut voor alle gerechtigden

€ 0,01092 +

€ 0,0001519 * spoorlengte in meter

€ 0,00990 +

€ 0,0000959 * spoorlengte in meter

Categorie B: Aanvullende subsidie per opstelminuut voor zover de capaciteit voortvloeit uit een capaciteitsovereenkomst

€ 0,02620 +

€ 0,0003646 * spoorlengte in meter

€ 0,02375 +

€ 0,0002303 * spoorlengte in meter

Naar boven