Beleidsregels prioritering IJenV EGC

Geraadpleegd op 15-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 28-01-2023 t/m heden

Besluit van de Inspecteur-generaal van de Inspectie van Justitie en Veiligheid namens de Minister voor Medische Zorg en de Minister van Justitie en Veiligheid, van 7 juli 2022, houdende de vaststelling van beleidsregel met betrekking tot prioritering EGC (Beleidsregels prioritering IJenV EGC)

1. Inleiding

De Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) houdt toezicht op de naleving van de normen die voortvloeien uit de Wet Experiment Gesloten Coffeeshopketen, het Besluit Experiment Gesloten Coffeeshopketen en de Regeling Experiment Gesloten Coffeeshopketen, voor zover het betreft de geslotenheid van de keten betreft, inclusief beveiliging (bij de telers) en vervoer.

De Inspectie heeft een beperkte toezichtscapaciteit. Naast de periodieke inspecties werkt de Inspectie daarom risicogestuurd. Dat wil zeggen dat zij op basis van informatie die zij vergaart, waaronder signalen en handhavingsverzoeken, steeds opnieuw bepaalt bij welke telers en coffeeshophouders de grootste risico’s zijn ten aanzien van de geslotenheid van de keten.

De Inspectie hanteert daarbij een prioriteitsbeleid. Dit prioriteringsbeleid vormt een houvast op basis waarvan prioriteiten worden aangebracht in de keuze van signalen en handhavingsverzoeken. Het prioriteringsbeleid maakt inzichtelijk waarom de Inspectie in het ene geval wel en in het andere geval geen onderzoek in een bepaalde periode uitvoert.

2. Verzoek tot handhaving, signaal

Zowel een verzoek tot handhaving als een signaal kunnen aanleiding zijn een onderzoek te starten. Onder een verzoek tot handhaving verstaat de Inspectie in dit verband een aanvraag van een belanghebbende tot handhavend optreden. Indien geen sprake is van een aanvraag tot handhavend optreden, dan spreekt de Inspectie over een signaal. Onder een signaal verstaat de Inspectie in dit verband alle tips, meldingen of commentaren die niet als een aanvraag tot handhavend optreden zijn aan te merken, maar die wel duiden op mogelijke overtredingen van de EGC-regelgeving door aangewezen telers of coffeeshops in deelnemende gemeenten.

Bij het Experiment Gesloten Coffeeshopketen zijn verschillende toezichthouders betrokken. In het geval een signaal of een handhavingsverzoek (ook) betrekking heeft op het toezichtterrein van één of meerdere overige toezichthouders, handelt de Inspectie zoals omschreven in het Toezichts- en Handhavingsarrangement EGC. In het geval signaal of handhavingsverzoek ziet op overtreding van een norm die wel binnen het toezichtsgebied van de Inspectie valt, maar waarop de Inspectie niet bevoegd is te handhaven (namelijk overtredingen van normen die zien op de geslotenheid van de keten bij de coffeeshophouder, waarbij uitsluitend de burgemeester van de deelnemende gemeente bevoegd is te handhaven), kan de Inspectie het verzoek daarnaast behandelen als signaal.

3. Afbakening

Het prioriteringsbeleid van de Inspectie gaat alleen over de vraag of de Inspectie op basis van data nader onderzoek zal doen en eventueel zal handhaven. Het gaat niet over de vraag op welke wijze de Inspectie handhavend zal optreden indien het onderzoek uitwijst dat er sprake is van een overtreding. Het prioriteringsbeleid moet dan ook worden onderscheiden van het sanctiebeleid dat de Inspectie hanteert bij de keuze van haar instrumenten.

4. Werkwijze

De Inspectie JenV beziet bij de signalen en handhavingsverzoeken die binnenkomen of nader onderzoek noodzakelijk is. Als dit het geval is, dan gaat de Inspectie na of zij aan een signaal of handhavingsverzoek prioriteit moet geven, daarbij rekening houdend met de beschikbare onderzoekscapaciteit en alle andere bij de Inspectie bekende klachten en signalen.

5. Prioriteringscriteria

In haar prioriteringsbeleid hanteert de Inspectie twee criteria op basis waarvan zij handhavingsverzoeken en signalen over mogelijke overtredingen beoordeelt:

  • 1. Wat is ernst en de omvang van de overtreding?

  • 2. Is een optreden van de Inspectie doelmatig en doeltreffend?

Aan de hand van deze twee criteria bepaalt de Inspectie haar prioriteiten.

Hieronder een nadere toelichting van de hierboven gestelde prioriteiten:

AD 1: Wat is ernst en de omvang van de overtreding?

In het Handhavingsbeleid Experiment Gesloten Coffeeshopketen Inspectie Justitie en Veiligheid zijn de normen die binnen het toezichts- en handhavingsbereik van de Inspectie vallen, ingedeeld in zwaartecategorie 1, 2 en 3. Deze categorisering vormt een belangrijk handvat voor het vaststellen van de ernst van de overtreding. Daarnaast wordt bezien aan de hand van de omstandigheden van het geval, voor zover dit blijkt uit het signaal of het verzoek, in hoeverre de geslotenheid van de keten (mogelijk) in het geding is gekomen of zou kunnen komen. Daarnaast kan het aantal (potentiële) overtredingen een rol spelen.

AD 2: Is een optreden van de Inspectie doelmatig en doeltreffend?

Bij dit punt kijkt de Inspectie of een signaal voldoende concreet is om effectief op te kunnen treden. Maar ook in hoeverre de Inspectie de juiste partij is om bij een bepaald misstand op te treden. Heeft de Inspectie hiervoor de passende bevoegdheden en capaciteit? Staat de capaciteit die nodig is om de misstand aan te pakken in redelijke verhouding met wat het op gaat leveren? Leidt de interventie die de Inspectie kan doen tot het oplossen van het probleem? Of is sprake van een flagrante overtreding die de kern van het experiment raakt, waardoor conform het Toezichts- en Handhavingsarrangement EGC (alleen) strafrechtelijke interventie aan de orde is?

De toepassing van de criteria laat onverlet dat er op enig moment ook minder prioritair geachte onderzoeken alsnog opgestart kunnen worden als de Inspectie dat noodzakelijk acht.

Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg,

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Namens deze:

H.C.D. Korvinus

Inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid

Naar boven