Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen landelijke commerciële radio-omroep 2023

Geraadpleegd op 15-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-03-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 23 februari 2023, nr. WJZ/26476420, tot vaststelling van regels met betrekking tot de aanvraag en veiling van vergunningen voor landelijke commerciële FM-radio-omroep met bijbehorende vergunningen voor digitale radio-omroep in laag 2 (kanaal 11C) (Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen landelijke commerciële radio-omroep 2023)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 3.11 van de Telecommunicatiewet, en de artikelen 8, 9 en 10 van het Frequentiebesluit 2013;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Beschikbare pakketten en vergunningen

Ingevolge het bekendmakingsbesluit zijn de volgende vergunningen beschikbaar om te worden verdeeld aan de hand van de volgende pakketindeling:

  • a. pakket LCO1: FM-vergunning A01 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd);

  • b. pakket LCO2: FM-vergunning A02 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd);

  • c. pakket LCO3: FM-vergunning A03 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd);

  • d. pakket LCO4: FM-vergunning A04 en bijbehorende DAB-vergunning

    (nieuws);

  • e. pakket LCO5: FM-vergunning A05 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd);

  • f. pakket LCO6: FM-vergunning A06 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd);

  • g. pakket LCO7: FM-vergunning A07en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd);

  • h. pakket LCO8: FM-vergunning A08 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd), en

  • i. pakket LCO9: FM-vergunning A09 en bijbehorende DAB-vergunning (Nederlandstalige muziek).

Hoofdstuk 2. De aanvraagfase

§ 1. Eisen aan de aanvraag en de aanvrager

Artikel 3. Indiening van de aanvraag

  • 1 Degene die voor een pakket in aanmerking wil komen, dient daartoe een aanvraag in bij de Minister.

  • 2 De aanvraag kan van 7 maart 2023 tot en met 3 april 2023 worden ingediend:

    • a. per versleutelde e-mail of e-mail op het volgende e-mailadres: veilinglco@rdi.nl, of

    • b. per aangetekende post of door persoonlijke overhandiging, op het volgende adres en met de volgende adressering:

      Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

      Ter attentie van: Projectteam uitgifte commerciële FM-frequenties

      Emmasingel 1

      9726 AH Groningen

  • 3 De persoonlijke overhandiging, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, vindt uitsluitend plaats op werkdagen tussen 10.00 uur en 12.00 uur of tussen 14.00 uur en 16.00 uur. Na de overhandiging ontvangt de aanvrager een bewijs van ontvangst dat is voorzien van datum en tijdstip van ontvangst.

  • 4 Voor aanvragen die worden ingediend op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, geldt als tijdstip van ontvangst het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen door de e-mailserver van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur.

Artikel 4. Aanvrager is rechtspersoon

  • 1 De aanvrager is een privaatrechtelijke rechtspersoon naar Nederlands recht of het equivalent daarvan naar het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte.

  • 2 De aanvrager voldoet verder aan de volgende eisen:

    • a. de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement of liquidatie, en door de aanvrager is geen faillissement aangevraagd; en

    • b. aan de aanvrager is geen surseance van betaling verleend, en door de aanvrager is geen surseance van betaling aangevraagd.

  • 3 Met de eisen, bedoeld in het tweede lid, worden gelijkgesteld zodanige eisen volgens het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel 6. Vorm en inhoud van de aanvraag

  • 1 Een rechtspersoon dient ten hoogste één aanvraag in.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid worden verbonden rechtspersonen tezamen aangemerkt als één rechtspersoon.

  • 3 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier, bedoeld in bijlage 1, en gaat, onverminderd de overige in deze regeling gestelde eisen, vergezeld van de in dit aanvraagformulier genoemde gegevens en bescheiden.

  • 4 De aanvraag wordt in de Nederlandse taal gesteld.

  • 5 Met de gegevens en bescheiden, bedoeld in het derde lid, worden gelijkgesteld zodanige gegevens en bescheiden die zijn opgesteld krachtens het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

  • 6 In afwijking van het vierde lid, kunnen de gegevens en bescheiden, bedoeld in het derde lid, worden gesteld in één van de officiële talen van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, mits zij vergezeld gaan van een Nederlandse vertaling.

  • 7 Een aanvraag die wordt ingediend op de wijze, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, wordt:

    • a. zowel door de aanvrager als diens notaris voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening, en

    • b. voorzien van de publieke sleutel van de aanvrager.

Artikel 7. Informatieplicht aanvrager

De aanvrager informeert de Minister onmiddellijk op de wijze, bedoeld in artikel 3, tweede lid, over wijzigingen met betrekking tot:

  • a. de gegevens die de aanvrager heeft verstrekt in het aanvraagformulier;

  • b. de gegevens en bescheiden die het aanvraagformulier vergezellen, of

  • c. overige in deze regeling gestelde eisen aan de aanvrager.

§ 2. Zekerheidstelling

Artikel 8. Zekerheidstelling door de aanvrager

  • 1 De aanvrager verstrekt als zekerheid voor de betaling van zijn bod een waarborgsom of een bankgarantie ter grootte van € 1.500.000,– per pakket.

  • 2 De waarborgsom wordt verstrekt voor de periode tot en met:

    • a. in geval van intrekking of afwijzing van de aanvraag, de datum van de intrekking of afwijzing;

    • b. in geval van niet in behandeling nemen van de aanvraag, de datum van het besluit om de aanvraag niet te behandelen;

    • c. in geval van toewijzing van de aanvraag, de datum waarop het bedrag, bedoeld in artikel 34, volledig is betaald.

  • 3 De aanvrager zorgt ervoor dat uiterlijk op de datum en het tijdstip, genoemd in artikel 3, tweede lid:

    • a. de waarborgsom is ontvangen op bankrekeningnummer 705001199, IBAN: NL41INGB0705001199, BIC: INGBNL2A, ten name van: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, Directie Mens en Middelen, onder vermelding van ‘Veiling pakketten landelijke commerciële radio-omroep 2023’, of

    • b. de bankgarantie, verstrekt volgens het model, bedoeld in bijlage 2, is ontvangen op een in artikel 3, tweede lid, bedoelde wijze.

Artikel 9. Terugstorten waarborgsom en teruggave bankgarantie aanvragen die niet worden behandeld, zijn afgewezen of geweigerd

  • 1 Binnen twee weken nadat de aanvrager zijn aanvraag heeft ingetrokken, dan wel nadat de Minister overeenkomstig artikel 10, derde lid, heeft besloten de aanvraag niet te behandelen, de aanvraag op grond van artikel 11 heeft afgewezen, of de aanvraag heeft geweigerd op grond van artikel 3.18 van de wet:

    • a. stort de Minister, indien de aanvrager een waarborgsom heeft verstrekt, de waarborgsom terug aan de betreffende aanvrager, of

    • b. stuurt de Minister, indien de aanvrager een bankgarantie heeft verstrekt, een schriftelijke verklaring dat de bankgarantie vervalt aan de bank van de betreffende aanvrager, en een kopie van deze schriftelijke verklaring aan de betreffende aanvrager.

  • 2 Indien de Minister een waarborgsom terugstort als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, vergoedt hij tegelijkertijd de rente over de gestorte waarborgsom vanaf de dag na de datum waarop de Minister de waarborgsom heeft ontvangen tot en met de dag voorafgaand aan de datum waarop de waarborgsom door de Minister wordt teruggestort.

§ 3. Beslissingen tijdens de aanvraagfase

Artikel 10. Verzuim en verzuimherstel

  • 1 Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de in de artikelen 5, 6, 7, of 8 gestelde voorschriften, deelt de Minister de aanvrager dit mee en stelt hij hem in de gelegenheid het verzuim te herstellen.

  • 2 De gegevens ten behoeve van het verzuimherstel worden:

    • a. ingediend op een wijze als bedoeld in artikel 3, tweede lid, en

    • b. ontvangen uiterlijk op de tiende werkdag na de dag waarop de mededeling, bedoeld in het eerste lid, is verstuurd.

Artikel 11. Afwijzing aanvraag

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 3.18 van de wet, wijst de Minister de aanvraag:

    • a. volledig af, indien niet is voldaan aan de voorschriften, bedoeld in de artikelen 3, tweede lid, en 4;

    • b. gedeeltelijk af, voor zover toewijzing van het aantal vergunningen dat is aangevraagd zou leiden tot een overschrijding van de maximale hoeveelheid frequentieruimte die is vastgesteld krachtens artikel 3.11 van de wet.

  • 2 De Minister kan een aanvraag afwijzen als:

    • a. naar zijn oordeel aannemelijk is dat de aanvrager afspraken heeft gemaakt of onderling afgestemde feitelijke gedragingen heeft verricht die afbreuk doen of kunnen doen of gedaan hebben of gedaan kunnen hebben aan de mededinging in het kader van de veilingprocedure;

    • b. de aanvrager niet heeft voldaan aan artikel 7, of

    • c. de aanvrager niet heeft voldaan aan een vordering als bedoeld in artikel 18.7, eerste lid, van de wet.

Hoofdstuk 3. De veilingfase

§ 1. Algemene bepalingen omtrent de veiling

Artikel 12. Veiling via internet

De veiling vindt plaats via internet, met behulp van een elektronisch veilingsysteem.

Artikel 15. Uitbrengen van biedingen en andere communicatie tussen deelnemer en de Minister van Economische Zaken en Klimaat

  • 1 Biedingen worden uitsluitend uitgebracht door middel van het elektronisch veilingsysteem en worden door de Minister bevestigd door middel van dit elektronisch veilingsysteem.

  • 2 Andere communicatie vindt uitsluitend plaats:

    • a. via het elektronisch veilingsysteem, of

    • b. telefonisch of per e-mail, waarbij de deelnemer bereikbaar is op het door hem in zijn aanvraag opgegeven telefoonnummer en e-mailadres, en de Minister bereikbaar is op het telefoonnummer en e-mailadres, bedoeld in artikel 21, onderdeel c.

Artikel 16. Bijzondere omstandigheden tijdens de veiling

  • 1 De Minister kan de veiling opschorten indien zich naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden voordoen die buiten de beïnvloedingssfeer liggen van de Minister of de deelnemers, of indien technische problemen optreden waardoor de veiling tijdelijk geen doorgang kan vinden.

  • 2 Een deelnemer meldt een bijzondere omstandigheid of technisch probleem onmiddellijk, maar uiterlijk binnen tien minuten na afloop van een biedronde of verlengde biedronde, telefonisch aan de Minister.

  • 3 Indien technische problemen optreden bij een deelnemer, kan de Minister verlangen dat deze deelnemer zijn biedingen uitbrengt door middel van een computer die de Minister ter beschikking stelt op een door hem te bepalen locatie.

  • 4 Indien de veiling wordt opgeschort, kan de Minister ten aanzien van de biedronde of verlengde biedronde waarin de bijzondere omstandigheden of technische problemen zijn opgetreden besluiten dat:

    • a. alle biedingen uitgebracht in die ronde vervallen, tenzij alle nog actieve deelnemers in die ronde al een bod hebben uitgebracht, of

    • b. die biedronde ongeldig wordt verklaard en opnieuw moet worden gehouden.

Artikel 17. Verboden gedragingen

  • 1 Een aanvrager, inbegrepen diegene die een aanvrager ten behoeve van de veiling bijstaat:

    • a. onthoudt zich van afspraken of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die afbreuk doen of kunnen doen aan een goed verloop van de veiling, de mededinging in het kader van de veilingprocedure daaronder begrepen;

    • b. maakt geen informatie openbaar en verspreidt geen informatie aan derden met betrekking tot diens strategie, budget, gewenste of verkregen hoeveelheid, soort of combinatie van vergunningen, en verwachte of te betalen prijzen in de veiling, tot de mededeling, bedoeld in artikel 32, is gedaan.

  • 2 De Minister kan de veiling beëindigen of opschorten indien naar zijn oordeel sprake is van afspraken of gedragingen die in strijd zijn met het eerste lid.

Artikel 18. Uitsluiting van de veiling

  • 1 Indien voorafgaande aan of tijdens de veiling blijkt dat een aanvrager niet of niet meer voldoet aan de in de artikelen 5, 6, 7, of 8 gestelde voorschriften, dan wel dat een aanvrager naar het oordeel van de Minister in strijd heeft gehandeld met artikel 17, eerste lid, kan de Minister:

    • a. de betrokken aanvrager uitsluiten van deelname of verdere deelname aan de veiling en de biedingen van de betrokken aanvrager uit een of meerdere biedronden ongeldig verklaren;

    • b. de uitkomst van een of meer biedronden ongeldig verklaren en besluiten dat een of meer biedronden opnieuw moeten worden gehouden.

  • 2 Indien niet eerder dan na afloop van de veiling blijkt dat een aanvrager naar het oordeel van de Minister in strijd heeft gehandeld met artikel 17, eerste lid, kan de Minister de winnende biedingen van die aanvrager ongeldig verklaren en besluiten dat de veiling opnieuw moet worden gehouden.

Artikel 19. Biedingen zijn onvoorwaardelijk

Een deelnemer is onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan zijn bod gebonden.

§ 2. Toelating tot, en mededelingen vóór, de veiling

Artikel 20. Toelating tot de veiling

De Minister deelt de aanvrager wiens aanvraag niet buiten behandeling is gesteld, geheel is afgewezen of is geweigerd op grond van artikel 3.18 van de wet, schriftelijk mee:

  • a. dat hij als deelnemer wordt toegelaten tot de veiling;

  • b. het aantal activiteitspunten, bedoeld in artikel 25, tweede lid, en

  • c. het totaal aantal deelnemers.

Artikel 21. Mededelingen Minister vóór de veiling

De Minister deelt de deelnemers uiterlijk twee weken voor de aanvang van de veiling schriftelijk mee:

  • a. de datum, de aanvangstijd en de duur van de eerste biedronde;

  • b. de voor de veiling benodigde programmatuur;

  • c. het telefoonnummer en het e-mailadres waarop de Minister bereikbaar is;

  • d. de combinatie van een gebruikersnaam en wachtwoord van de deelnemer, en

  • e. het internetadres waarop de deelnemer inlogt om aan de veiling deel te nemen.

§ 4. De veiling

Artikel 23. De biedronden

  • 1 De veiling bestaat uit één of meer biedronden.

  • 2 De Minister bepaalt het tijdstip en de duur van de biedronden.

  • 3 Een biedronde eindigt op het tijdstip waarop de door de Minister bepaalde duur van de biedronde is verstreken of, indien dat eerder is, op het tijdstip waarop alle resterende deelnemers een bod hebben uitgebracht.

  • 4 In afwijking van het derde lid, kan de Minister bij het vaststellen van de duur van een biedronde bepalen dat de biedronde niet eerder eindigt dan nadat de door de Minister bepaalde duur is verstreken.

Artikel 24. Verlenging biedronden

  • 1 Voor een deelnemer die een biedronde laat verstrijken zonder dat hij een bod heeft uitgebracht, wordt de betreffende biedronde eenmalig van rechtswege verlengd met 30 minuten.

  • 2 Per deelnemer worden ten hoogste twee biedronden van rechtswege verlengd, waarbij niet worden meegerekend de biedronden waarvoor de Minister op grond van de artikelen 16 of 18 heeft besloten dat deze opnieuw worden gehouden.

  • 3 De Minister kan besluiten dat de biedronden niet worden meegerekend waarin het niet uitbrengen van een bod het gevolg was van technische problemen die zijn ontstaan vóór het verstrijken van de biedronde.

  • 4 In afwijking van artikel 23, derde en vierde lid, eindigt een biedronde die is verlengd als bedoeld in het eerste lid, op het moment dat de termijn van 30 minuten is verstreken of, indien dat eerder is, op het moment waarop alle deelnemers voor wie de biedronde van rechtswege is verlengd een bod hebben uitgebracht.

  • 5 De Minister deelt de verlenging van een biedronde zo spoedig mogelijk mee aan alle deelnemers.

Artikel 25. Activiteitspunten en -niveau

  • 1 Het activiteitsniveau is het aantal activiteitspunten waarover een deelnemer op een gegeven moment in de veiling ten hoogste kan beschikken.

  • 2 In de eerste biedronde is het activiteitsniveau van een deelnemer gelijk aan het aantal pakketten waarvoor hij is toegelaten tot de veiling.

  • 3 In de tweede en daaropvolgende biedronden bedraagt het activiteitsniveau van een deelnemer het aantal biedingen dat hij heeft uitgebracht in de voorafgaande biedronde:

    • a. verminderd met het aantal van zijn biedingen dat is aangemerkt als voorlopig hoogste bod, en

    • b. vermeerderd met het aantal van zijn voorlopig hoogste biedingen dat in de voorafgaande biedronde is overboden.

Artikel 26. Het uitbrengen van biedingen

  • 1 Een bod:

    • a. heeft betrekking op één pakket;

    • b. bestaat uit een bedrag dat wordt afgerond op eenheden van duizend euro, en

    • c. is ten minste gelijk aan de geldende rondeprijs voor het pakket waarop het bod betrekking heeft.

  • 2 Een deelnemer:

    • a. zet voor elk bod één activiteitspunt in;

    • b. overschrijdt met zijn biedingen niet zijn activiteitsniveau, en

    • c. brengt geen bod uit op een pakket waarop hij een geldend voorlopig hoogste bod heeft uitgebracht.

Artikel 27. Rondeprijs

  • 1 In de eerste biedronde is de rondeprijs:

    • a. voor pakket LCO1: € 15.427.000,–;

    • b. voor pakket LCO2: € 7.794.000,–;

    • c. voor pakket LCO3: € 15.816.000,–;

    • d. voor pakket LCO4: € 0,–;

    • e. voor pakket LCO5: € 4.792.000,–;

    • f. voor pakket LCO6: € 15.241.000,–;

    • g. voor pakket LCO7: € 11.493.000,–;

    • h. voor pakket LCO8: € 2.636.000,–, en

    • i. voor pakket LCO9: € 0,–.

  • 2 In de tweede en daaropvolgende biedronden verhoogt de Minister de rondeprijs met een door de Minister vast te stellen bedrag.

Artikel 28. Voorlopig hoogste biedingen

  • 1 Na elke biedronde merkt de Minister per pakket het bod met het hoogste bedrag aan als voorlopig hoogste bod.

  • 2 Indien in een biedronde twee of meer deelnemers op hetzelfde pakket hetzelfde hoogste bod hebben uitgebracht, wordt door middel van loting tussen hen vastgesteld wiens bod wordt aangemerkt als voorlopig hoogste bod.

  • 3 Een loting als bedoeld in het tweede lid vindt plaats met behulp van de veilingsoftware.

Artikel 29. Mededelingen Minister na biedronden

  • 1 Zo spoedig mogelijk na het einde van een biedronde deelt de Minister:

    • a. alle deelnemers mee:

      • 1°. het rondenummer van die biedronde;

      • 2°. per pakket: of daarop één of meer biedingen zijn uitgebracht, en, indien van toepassing, wat daarop het voorlopig hoogste bod is;

      • 3°. het aantal deelnemers dat nog actief is in de veiling;

      • 4°. per pakket: de rondeprijs in de volgende biedronde;

      • 5°. de aanvangstijd en de duur van de volgende biedronde, en in hoeverre in die volgende biedronde op grond van artikel 23, vierde lid, wordt afgeweken van artikel 23, derde lid, en

      • 6°. het rondenummer van de volgende biedronde;

    • b. iedere deelnemer afzonderlijk mee:

      • 1. de biedingen die hij in die biedronde heeft uitgebracht, of het gebrek daaraan;

      • 2. of zijn biedingen zijn aangemerkt als hoogste bod, en, indien van toepassing, welke pakketten dit betreft;

      • 3. het aantal biedingen dat hij mag uitbrengen in de volgende biedronde, en

      • 4. het aantal keer dat hij nog in aanmerking komt voor een verlenging als bedoeld in artikel 24, eerste lid.

Artikel 30. Laatste biedronde

De laatste biedronde is de eerste biedronde waarin op geen enkel pakket een bod is uitgebracht.

Artikel 31. Aanmerking winnende biedingen na laatste biedronde

De Minister merkt aan als winnende biedingen: de biedingen die als voorlopig hoogste biedingen zijn aangemerkt in de biedronde die voorafging aan de laatste biedronde.

Artikel 32. Bekendmaking winnende biedingen

De Minister maakt zo spoedig mogelijk na de veiling aan alle deelnemers de winnende biedingen bekend.

Hoofdstuk 4. Vergunningverlening en afwijzing aanvragen na de veilingfase

§ 1. Algemene bepaling

Artikel 33. Verlening vergunningen aan winnende deelnemers en afwijzing aanvragen niet-winnende deelnemers

  • 1 De Minister verleent aan de winnende deelnemers, of als de winnende deelnemers dat in hun aanvraag hebben verzocht, aan de door hen opgegeven verbonden rechtspersonen, de door hen gewonnen vergunningen, nadat zij de verschuldigde bedragen, bedoeld in artikel 34, hebben betaald.

  • 2 De Minister wijst de aanvragen af van niet-winnende deelnemers en van aanvragers die van deelname of verdere deelname waren uitgesloten.

§ 2. Winnende deelnemers

Artikel 34. Betaling en hoogte van verschuldigde bedrag

  • 1 Uiterlijk twee weken na de bekendmaking, bedoeld in artikel 32, betaalt de winnende deelnemer:

    • a. het door hem verschuldigde bedrag, of

    • b. de helft van het door hem verschuldigde bedrag, indien hij overeenkomstig bijlage 1, onderdeel 3.2, uitstel van betaling heeft verzocht en verkregen, waarna de deelnemer het restant betaalt uiterlijk één jaar na de dag waarop de vergunningen zijn verleend.

  • 2 Het verschuldigde bedrag is de optelsom van de winnende biedingen van de betreffende deelnemer.

Artikel 35. Terugstorten waarborgsommen en teruggave bankgaranties winnende deelnemers

  • 1 Indien de winnende deelnemer een waarborgsom heeft gestort, wordt de waarborgsom aangewend voor de betaling van het voor de vergunning of vergunningen verschuldigde bedrag, met dien verstande dat:

    • a. indien de waarborgsom van een deelnemer minder dan het verschuldigde bedrag bedraagt, die deelnemer het restant van het verschuldigde bedrag betaalt, en

    • b. indien de waarborgsom van een deelnemer méér dan het verschuldigde bedrag bedraagt, het bedrag van de waarborgsom dat resteert aan die deelnemer wordt teruggestort uiterlijk twee weken nadat de vergunningen, bedoeld in artikel 33, eerste lid, aan hem zijn verleend.

  • 2 Artikel 9, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, met dien verstande dat de Minister slechts de rente vergoedt over het deel van de waarborgsom dat wordt teruggestort.

  • 3 Indien de winnende deelnemer een bankgarantie heeft afgegeven, is artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van overeenkomstige toepassing, nadat de winnende deelnemer het verschuldigde bedrag heeft betaald.

§ 3. Niet-winnende deelnemers en uitgesloten aanvragers

Artikel 36. Terugstorten waarborgsommen en teruggave bankgaranties aan niet-winnende deelnemers en uitgesloten aanvragers

Artikel 9 is van overeenkomstige toepassing op de waarborgsom of bankgarantie van niet-winnende deelnemers en van aanvragers die van deelname of verdere deelname waren uitgesloten.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 37. Wijziging Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003

[Red: Wijzigt de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003.]

Artikel 38. Wijziging Regeling vervolg verdeling frequenties commerciële radio-omroep 2003

[Red: Wijzigt de Regeling vervolg verdeling frequenties commerciële radio-omroep 2003.]

Artikel 39. Wijziging Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële radio-omroep

[Red: Wijzigt de Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële radio-omroep.]

Artikel 40. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 41. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen landelijke commerciële radio-omroep 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 februari 2023

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M. Adriaansens

Bijlage 1. als bedoeld in artikel 6, derde lid

Aanvraagformulier

  • 1. Aanvrager

    1.1 Statutaire naam aanvrager

    1.2 Rechtsvorm

    1.3 Nummer van inschrijving in het handelsregister (of daarmee vergelijkbaar register)

    1.4 Vestigingsadres

    1.4.1 Straat + huisnummer

    1.4.2 Postcode

    1.4.3 Plaats

    1.5 Correspondentieadres (indien afwijkend van het vestigingsadres)

    1.5.1 Straat + huisnummer

    1.5.2 Postcode

    1.5.3 Plaats

  • 2. Contactgegevens (gedurende de aanvraagprocedure)

    2.1 Voornamen (voluit)

    2.2 Achternaam

    2.3 Telefoonnummer

    2.4 E-mailadres

  • 3. Vergunning aanvragen

    3.1 Ik vraag het/de volgende pakket(ten) aan (maximaal 3):

    • ° LCO1: FM-vergunning A01 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd)

    • ° LCO2: FM-vergunning A02 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd)

    • ° LCO3: FM-vergunning A03 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd)

    • ° LCO4: FM-vergunning A04 en bijbehorende DAB-vergunning

    • ° (nieuws)

    • ° LCO5: FM-vergunning A05 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd)

    • ° LCO6: FM-vergunning A06 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd)

    • ° LCO7: FM-vergunning A07 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd)

    • ° LCO8: FM-vergunning A08 en bijbehorende DAB-vergunning (ongeclausuleerd)

    • ° LCO9: FM-vergunning A09 en bijbehorende DAB-vergunning (Nederlandstalige muziek)

    Ten overvloede wordt opgemerkt dat het mogelijk is om gedurende de veiling te wisselen tussen pakketten.

    3.2 Kruis aan indien van toepassing

  • 4. Gemachtigden gedurende veilingprocedure

    4.1 Gemachtigde 1

    4.1.1 Voornamen (voluit)

    4.1.2 Achternaam

    4.1.3 Telefoonnummer

    4.1.4 E-mailadres

    4.2 Gemachtigde 2

    4.2.1 Voornamen (voluit)

    4.2.2 Achternaam

    4.2.3 Telefoonnummer

    4.2.4 E-mailadres

    4.3 Gemachtigde 3

    4.3.1 Voornamen (voluit)

    4.3.2 Achternaam

    4.3.3 Telefoonnummer

    4.3.4 E-mailadres

    4.4 Gemachtigde 4

    4.4.1 Voornamen (voluit)

    4.4.2 Achternaam

    4.4.3 Telefoonnummer

    4.4.4 E-mailadres

  • 5. Verklaringen

    Met ondertekening van dit aanvraagformulier verklaart de aanvrager dat:

    • Geen afbreuk mededinging

      hij en, indien er sprake is van verbonden rechtspersonen, anderen die zijn betrokken bij die rechtspersonen, zich voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft/hebben onthouden van afspraken of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die afbreuk doen of kunnen doen aan de mededinging in het kader van de veilingprocedure en zich zullen onthouden van het maken van dergelijke afspraken of het doen van dergelijke gedragingen.

    • Statutaire en financiële positie

      de aanvrager is een rechtspersoon, opgericht in overeenstemming met het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging heeft binnen de Europese Economische Ruimte.

      De aanvrager verklaart verder dat ten tijde van de ondertekening:

      • ° de aanvrager (uitgezonderd terugwerkende kracht tot 0:00 uur van diezelfde dag) niet failliet is verklaard;

      • ° de aanvrager geen aangifte tot eigen faillissement heeft gedaan;

      • ° de aanvrager niet is ontbonden;

      • ° aan de aanvrager geen surseance van betaling is verleend;

      • ° de aanvrager geen aanvraag tot surseance van betaling heeft gedaan.

  • 6. De volgende documenten zijn bijgevoegd

    • Recent uittreksel uit het handelsregister of daarmee vergelijkbaar register (niet ouder dan een maand gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag) van:

      Meest recente statuten van (alle pagina’s):

    • Kopie van de ondertekende toestemming (het besluit) van het Commissariaat voor de Media, bedoeld in artikel 3.1 van de Mediawet 2008 (zie artikel 5 van Regeling).

    • Kopie geldig identiteitsbewijs van alle in onderdeel 9 genoemde bestuurders die bevoegd zijn om de aanvrager rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

    • (indien van toepassing) Volmachten voor bevoegde ondertekening door in onderdeel 9 genoemde gemachtigden.

    • (indien van toepassing) Bankgarantie, conform bijlage 2;

  • 7. Beschrijving eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen

    Deze bepaling is erop gericht om van u alle relevante informatie te verkrijgen en te kunnen beoordelen of sprake is van verbondenheid. Zoals ook uitdrukkelijk uit grond i. blijkt gaat het om alle relevante omstandigheden. De bedoeling is niet dat u kort per grond beschrijft of en hoe deze op u van toepassing is, maar dat u een zelfstandig leesbaar document met de beschrijving van de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen aanlevert, waarin u alle relevante aspecten zoals opgenomen in de opsomming onder a. tot en met i. bespreekt. De omvang van deze beschrijving is afhankelijk van de aard en omvang van de rechtspersoon, de complexiteit van de juridische structuur waarvan die rechtspersoon deel uitmaakt en de eventuele overeenkomsten die gesloten zijn en die zien op bijvoorbeeld productie van het radioaanbod of reclame-inkomsten. In sommige gevallen, bijvoorbeeld als de aanvrager een stichting of een besloten vennootschap is met een enig aandeelhouder (eventueel met een tussenholding), die zelf het programma-aanbod samenstelt en uitzendt, kan een korte beschrijving volstaan.

    Zodra echter sprake is van een aanvrager die onderdeel is van een grotere structuur van vennootschappen en/of diverse vormen van samenwerking met andere partijen, dient u een uitgebreide omschrijving te geven van de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen, voorzien van een schematisch overzicht van de structuur van de betrokken rechtspersonen (dus niet alleen de aanvrager, maar ook alle vennootschappen daarboven tot aan de ultimate benificial owners, zelfs als dat buitenlandse partijen zijn).

    In de beschrijving en het schematische overzicht worden duidelijk de aandelenverdeling, de bestuurders enzovoorts weergegeven. U dient daarin ook aan te geven met welke andere partijen overeenkomsten bestaan, die bijvoorbeeld zien op productie van programma-aanbod, gebruik van licenties, verkoop van reclame en doorgifte van bandbreedte.

    Uit de beschrijving met het schematische overzicht moet duidelijk worden wie juridisch gezien invloed heeft op de aanvrager, bijvoorbeeld via benoemingsrechten of goedkeuringsrechten. Ook moet duidelijk worden wie invloed kan verkrijgen, bijvoorbeeld op grond van bestaande overeenkomsten zoals via pandrechten, vruchtgebruik of opties op aandelen. Ook dient u in te gaan op de wijze van financiering van de aanvrager en welke voorwaarden daarbij gelden. Tot slot dient u in de beschrijving in te gaan op de vraag of er nog feitelijke invloed is van (rechts)personen op de aanvrager. Uiteraard voegt u alle relevante bijlagen bij.

    De bedoeling is dat de beschrijving van de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen een zelfstandig leesbaar en begrijpelijk stuk is.

    In het geval de onderstaande subonderdelen op u van toepassing zijn, dient u hier in uw beschrijving in ieder geval op in te gaan en de genoemde bijlagen bij te voegen.

    In het geval het subonderdeel niet van toepassing is, dient dit als zodanig bij het betreffende subonderdeel te worden aangegeven:

    • a. de grootte van het aandelenkapitaal, de samenstelling in soorten aandelen (zoals gewone, preferente, converteerbare of prioriteitsaandelen) en de verdeling over de aandeelhouders, alles ten aanzien van de aanvrager;

      • ° n.v.t.

    • b. het vreemde vermogen van de aanvrager (zoals obligatieleningen, achtergestelde leningen en leningen waarvoor een hypotheek- of pandrecht is verstrekt), wie de financiële middelen ter beschikking hebben gesteld en aan wie de aanvrager zekerheidsrechten heeft verleend;

      • ° n.v.t.

    • c. de wijze van besluitvorming binnen het bestuur, de raad van commissarissen en de vergadering van aandeelhouders onder meer bij benoeming, schorsing of ontslag van leden van het bestuur of de raad van commissarissen;

      • ° n.v.t.

    • d. aan wie en onder welke condities en beperkingen (doorlopende) volmachten zijn gegeven om de aanvrager te vertegenwoordigen (procuratie), in welk geval een kopie of kopieën van verleende geldige volmachten bij de aanvraag worden gevoegd;

      • ° n.v.t.

    • e. het doel en de feitelijke werkzaamheden van de aandeelhouders van de aanvrager, voor zover deze aandeelhouders rechtspersonen zijn;

      • ° n.v.t.

    • f. bestaande en voorgenomen overeenkomsten tussen enerzijds de aanvrager of een rechtspersoon die behoort tot de groep van de aanvrager (bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) en anderzijds rechtspersonen, vennootschappen, of natuurlijke personen, die zelf of via een dochter- of moedervennootschap radioprogramma’s via de ether verzorgen of van plan zijn dat te doen,(in welk geval een kopie van bestaande en voorgenomen overeenkomsten bij de aanvraag worden gevoegd, of, indien deze informatie niet is vastgelegd, een volledige beschrijving wordt opgenomen in de aanvraag);

      • ° n.v.t.

    • g. andere dan de onder a tot en met e bedoelde banden die de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen van de rechtspersoon raken en die van belang (kunnen) zijn voor de beoordeling of er sprake is van een verbonden rechtspersoon.

      • ° n.v.t.

    • h. een omschrijving van hoe het programma-aanbod tot stand komt, welke andere (omroep-)partijen daarbij betrokken zijn en met welke afspraken. Voeg de kopieën van de betreffende overeenkomsten bij.

      • ° n.v.t.

    • i. een schematisch overzicht van de groep van de aanvrager, inclusief bestuurders en aandeelhouders, eventuele pandrechten, recht van vruchtgebruik of andere afspraken. Voeg de documentatie die ten grondslag ligt aan deze rechten en/of afspraken, bij.

      • ° n.v.t.

      De aanvrager voegt in verband met de toetsing op verbondenheid bovendien de volgende documenten bij de aanvraag:

    • j. een kopie van het aandeelhoudersregister van de aanvrager, waaruit blijkt wie de aandeelhouders zijn ten tijde van de aanvraag (tenzij de aanvrager enig aandeelhouder van de vennootschap is);

      • ° n.v.t.

    • k. kopieën van overeenkomsten tussen en volmachten van stemgerechtigden in de algemene vergadering van aandeelhouders van de aanvrager en in de algemene vergadering van aandeelhouders van de moedermaatschappij van de aanvrager;

      • ° n.v.t.

    • l. kopieën van documenten inzake beschermingsconstructies van de aanvrager en de moedermaatschappij van de aanvrager, in het bijzonder beschermingsconstructies met betrekking tot plaatsing van preferente aandelen of prioriteitsaandelen bij een rechtspersoon of een natuurlijk persoon;

      • ° n.v.t.

    • m. kopieën van bestuurlijke rechtsoordelen van het Commissariaat voor de Media en alle communicatie daarover met het Commissariaat voor de Media.

      • ° n.v.t.

  • 8. Verkeer langs elektronische weg

    Kruis aan indien van toepassing:

    • ° De aanvrager die zijn aanvraag per aangetekende post of persoonlijke overhandiging indient, verklaart hierbij bereikbaar te zijn langs elektronische weg. (De aanvrager die zijn aanvraag langs elektronische weg indient maakt daarmee al kenbaar bereikbaar te zijn langs elektronische weg.)

    Publieke sleutel van de aanvrager voor versleutelde communicatie:

    ..................................

  • 9. Ondertekening

    Ondergetekende(n), (gezamenlijk) bevoegd op grond van het bij deze aanvraag overgelegde uittreksel(s) uit het handelsregister, de overlegde statuten en/of de overgelegde volmacht(en), verklaart/verklaren dat de informatie die in deze aanvraag is verstrekt juist en volledig is en dat de personen genoemd in onderdeel 4 door middel van deze aanvraag volledig, zelfstandig en onbeperkt gemachtigd zijn om namens de aanvrager op te treden in de veilingprocedure.

    9.1. Bestuurder (of gevolmachtigde daarvan)

    9.1.1 Naam ondertekende

    9.1.2 Plaats

    9.1.3 Datum

    9.1.4 Handtekening

    9.2. Bestuurder (of gevolmachtigde daarvan)

    9.2.1 Naam ondertekende

    9.2.2 Plaats

    9.2.3 Datum

    9.2.4 (Gekwalificeerde elektronische) Handtekening

    9.3. Bestuurder (of gevolmachtigde daarvan)

    9.3.1 Naam ondertekende

    9.3.2 Plaats

    9.3.3 Datum

    9.3.4 (Gekwalificeerde elektronische) Handtekening

    9.4. Bestuurder (of gevolmachtigde daarvan)

    9.4.1 Naam ondertekende

    9.4.2 Plaats

    9.4.3 Datum

    9.4.4 (Gekwalificeerde elektronische) Handtekening

  • 10. Verklaring notaris

    De personen genoemd in onderdeel 9 zijn ten behoeve van de Minister door de notaris geïdentificeerd in persoon, volgens de regels van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en hebben (indien geen gebruik wordt gemaakt van een gekwalificeerde elektronische handtekening) in het bijzijn van ondergetekende notaris hun handtekening geplaatst in onderdeel 9.

    Van deze personen is een door de notaris gewaarmerkte kopie van het legitimatiebewijs bij de aanvraag gevoegd.

    De notaris verklaart ten tijde van diens ondertekening naar beste kunnen te hebben geverifieerd dat op het moment van verificatie de aanvrager:

    • niet failliet is verklaard (uitgezonderd terugwerkende kracht tot 0.00 uur van de dag van deze ondertekening);

    • dat aan de aanvrager geen surseance van betaling is verleend;

    Van deze controle is een door de notaris gewaarmerkte uitdraai van het relevante register bij de aanvraag gevoegd.

    Naam notaris:

    Plaats:

    Datum:

    (Gekwalificeerde elektronische) Handtekening:

    De verklaring van de notaris mag desgewenst door middel van een bijlage, in ongewijzigde tekst, worden verstrekt. De verklaring mag niet later dan 2 dagen voor het indienen van de aanvraag zijn opgemaakt.

Bijlage 2. als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b

– Model bankgarantie –

  • I. De ondergetekende............... (naam van een bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)1, gevestigd te..............., mede kantoorhoudende te..............., hierna te noemen: ‘de bank’;

    In aanmerking nemende:

    • A. dat artikel 3.13, eerste lid, van de Telecommunicatiewet bepaalt dat voor het gebruik van frequentieruimte een vergunning is vereist van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: ‘de minister’);

    • B. dat de minister bij besluit van [PM: DATUM] heeft bekendgemaakt dat de pakketten (als bedoeld in artikel 2 van de Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen landelijke commerciële radio-omroep 2023 (hierna: de Regeling)) overeenkomstig deze Regeling worden verdeeld;

    • C. dat............... (naam aanvrager), rechtspersoon naar............... recht (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)2, waarvan de zetel is gevestigd te..............., kantoorhoudende te..............., hierna te noemen: ‘de aanvrager’, voornemens is een bieding in de veiling uit te brengen teneinde een een/meerdere pakketten als opgenomen in het onder B bedoelde bekendmakingsbesluit te verwerven;

    • D. dat de minister met betrekking tot de verdeling van vergunningen voor landelijke commerciële radio regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling;

    • E. dat degene die een aanvraag om de voornoemde pakket(ten) indient op grond van artikel 8 van de Regeling verplicht is voor de vergunning een zekerheid te verschaffen door een waarborgsom ter grootte van € 1.500.000,– per pakket, waar de aanvraag, voor zover van toepassing, na toepassing van artikel 11, eerste of tweede lid, van de Regeling betrekking op heeft, te storten dan wel voor dat bedrag een bankgarantie te verstrekken. Deze zekerheid heeft een looptijd tot, in geval van afwijzing van de aanvraag, het tijdstip van die afwijzing, tot, in geval van niet in behandeling nemen van de aanvraag, het tijdstip van het besluit om de aanvraag niet te behandelen, of tot, in geval van toewijzing van de aanvraag, het tijdstip waarop het bod volledig is betaald;

    • F. dat de aanvrager op grond hiervan is gehouden een waarborgsom te storten of een bankgarantie te doen stellen ter zekerheid van al hetgeen de aanvrager ter zekerheid verschuldigd is, hierna te noemen: ‘de vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de statutaire zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;

    • G. dat de aanvrager de bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is.

  • II. Verbindt zich tot het navolgende:

    • A. De bank stelt zich bij wijze van zelfstandige verbintenis tot een bedrag van €...............3 (zegge: .......... .............................euro3), onherroepelijk garant jegens de Staat voor de betaling van al hetgeen de Staat blijkens een schriftelijke verklaring van de Staat ter zake van de Vordering van de aanvrager te vorderen heeft, aldus dat de bank zich verbindt het gevorderde bedrag als eigen verplichting aan de Staat te voldoen.

    • B. De bank verbindt zich om als eigen schuld op eerste verzoek en op de enkele schriftelijke mededeling van de Staat zonder overlegging van enig ander document of opgaaf van redenen te verlangen, aan de Staat te voldoen het bedrag dat de Staat verklaart ter zake van de vordering van de aanvrager te vorderen te hebben, met dien verstande dat de bank nimmer gehouden is aan de Staat meer te voldoen dan het hiervoor vermelde maximumbedrag.

    • C. Deelberoepen onder deze bankgarantie zijn mogelijk. Het maximumbedrag van deze bankgarantie wordt met een bedrag gelijk met dat van elk deelberoep verlaagd.

    • D. Deze bankgarantie vervalt na ontvangst door de bank van een per aangetekende brief gezonden schriftelijke verklaring van de Staat dat de bankgarantie vervalt en in ieder geval één jaar na datum van ondertekening van deze garantie, tenzij de bank ten minste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekende brief een schriftelijke verklaring van of namens de minister heeft ontvangen dat deze bankgarantie niet vervalt, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van een jaar geldig is.

    • E. Deze bankgarantie wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen ter zake van deze bankgarantie kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter te ’s-Gravenhage.

    • F. Na verval van deze bankgarantie kan de Staat geen enkele aanspraak meer maken jegens de bank uit hoofde van deze bankgarantie tenzij de bank voorafgaande aan het moment waarop deze bankgarantie zou vervallen.

    Plaats:.........................................................................................................

    Datum:........................................................................................................

    Naam bank:...........................................

    Naam medewerker:......................................................................................

    Functie medewerker:......................................

    Handtekening medewerker4

    Stempel bank:

  1. Hetgeen in het bovenstaande cursief is gedrukt moet door de Bank worden ingevuld. ^ [1]
  2. het bedrag invullen overeenkomstig de formule: € 1.500.000,– x het aantal pakketten waar de aanvraag betrekking op heeft. Dit betekent dat als de aanvraag betrekking heeft op één pakket de bankgarantie € € 1.500.00,– betreft en als de aanvraag op twee pakketten betrekking heeft de bankgarantie € 3.000.000,– betreft, enzovoorts. ^ [2]
  3. het bedrag invullen overeenkomstig de formule: € 1.500.000,– x het aantal pakketten waar de aanvraag betrekking op heeft. Dit betekent dat als de aanvraag betrekking heeft op één pakket de bankgarantie € € 1.500.00,– betreft en als de aanvraag op twee pakketten betrekking heeft de bankgarantie € 3.000.000,– betreft, enzovoorts. ^ [3]
  4. In geval de bankgarantie niet is voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening, dient de originele schriftelijke bankgarantie per aangetekende post of door persoonlijke overhandiging te worden ingediend op de wijze bedoeld in artikel 3, tweede lid, en onderdeel b. ^ [4]
Naar boven