Regeling transitie CROS-MRS

Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 15-05-2024.
Geldend van 01-07-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 20 mei 2023, nr. IENW/BSK-2023/19412, houdende vaststelling van de taak en samenstelling van de commissie bedoeld in artikel 8.34 van de Wet luchtvaart in verband met de transitie naar de Maatschappelijke Raad Schiphol (Regeling transitie CROS-MRS)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 8.23a, eerste en negende lid, en artikel 8.36 van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aspirant-lid: lid dat naast de in artikel 8.34 van de wet opgenomen leden is vertegenwoordigd in de commissie;

  • Bestuurlijke Regie Schiphol: samenwerkingsverband van gemeenten en provincies in de Schipholregio;

  • bewonersorganisatie: groep van bewoners, geheel of gedeeltelijk wonende binnen de 45 dB(A) Lden contour op basis van 500.000 vliegtuigbewegingen, die zich heeft verenigd met het doel actief mee te praten en te adviseren over de kwaliteit van de leefomgeving rondom Schiphol;

  • commissie: commissie regionaal overleg luchthaven Schiphol;

  • Maatschappelijke Raad Schiphol: raad bedoeld in de brief van de minister aan de Tweede Kamer van 17 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 29 665, nr. 443);

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • pro forma-lid: lid dat op grond van artikel 8.34 van de wet in de transitieperiode totdat de Maatschappelijk Raad Schiphol is opgenomen in de Wet luchtvaart is vertegenwoordigd in de commissie, maar niet deelneemt aan de vergaderingen en werkzaamheden ten behoeve van de in artikel 3 bedoelde taken;

  • wet: Wet luchtvaart.

Artikel 2

Artikel 3

De commissie heeft in het kader van de in artikel 8.35 van de wet bedoelde taak, tot taak:

  • a. het kanaliseren van maatschappelijke perspectieven die bijdragen aan de verbetering van de leefomgevingskwaliteit rond Schiphol;

  • b. het uitbrengen van gebundelde weergaven van de visies en standpunten hierover van betrokken belanghebbenden, met een verzoek om reactie van de minister;

  • c. het leveren van maatschappelijke inbreng in concrete hindermitigatieprojecten;

  • d. het realiseren van een transparante, onafhankelijke en duidelijke informatievoorziening over de leefomgevingskwaliteit rondom Schiphol.

Artikel 4

  • 1 De voorzitter benoemt in de commissie als lid naast de secretaris de volgende leden:

    • a. als lid voor de uitvoering van de in artikel 3 bedoelde taken: maximaal tien vertegenwoordigers van bewonersorganisaties;

    • b. als aspirant-lid: maximaal zes experts behorende tot wetenschappelijke disciplines als natuur, milieu, gezondheid, economie, mobiliteit, participatie of luchtvaart;

    • c. als aspirant-lid: maximaal vijf vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties van wie de belangen of achterban direct of indirect geraakt kunnen worden door uitkomsten van de dialoog;

    • d. als pro forma-lid: een vertegenwoordiger van de exploitant van de luchthaven als bedoeld in artikel 8.34, tweede lid, onder c, van de wet;

    • e. als pro-forma-lid: een vertegenwoordiger van de verlener van luchtverkeersdienstverlening als bedoeld in artikel 8.34, tweede lid, onder d, van de wet;

    • f. als pro forma-lid: een vertegenwoordiger van de luchtvaartmaatschappijen, als bedoeld in artikel 8.34, tweede lid, onder e, van de wet;

    • g. als pro forma-lid: een vertegenwoordiger van de Bestuurlijke Regie Schiphol.

  • 2 De voorzitter kan in afstemming met de commissie personen, organisaties of belanghebbenden uit de samenleving uitnodigen deel te nemen of inbreng te leveren in haar vergaderingen of bijeenkomsten.

  • 3 De vertegenwoordigers, bedoeld in het eerste lid, onder a, b en c, zijn niet tevens:

    • 1̀°. bestuurder van de gemeenten in de bedoelde clusters of van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht of Flevoland;

    • 2°. lid van de gemeenteraad van die gemeenten of van provinciale staten van die provincies;

    • 3°. medewerker betrokken bij kwesties aangaande Schiphol van die gemeenten of provincies;

    • 4°. medewerker van de luchtvaartsector.

  • 4 Bij beëindiging of verlies van de hoedanigheid, bedoeld in het eerste lid, op grond waarvan de benoeming heeft plaatsgevonden, wordt ontslag verleend.

  • 5 De Maatschappelijke Raad Schiphol komt voor de eerste keer bijeen nadat alle leden overeenkomstig het eerste lid zijn benoemd.

Artikel 5

  • 1 Indien de minister het redelijkerwijs nodig acht voor de uitoefening van zijn taak, geeft de commissie de minister op zijn verzoek inzage in gegevens en bescheiden.

  • 2 De commissie stelt jaarlijks voor 1 april een verslag op van haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding van deze regeling en daaraanvolgend ten minste elk vierde jaar, stelt de commissie tevens een evaluatieverslag op waarin zij aandacht besteedt aan de doelmatigheid en doeltreffendheid van haar taakvervulling. Het jaarverslag en het evaluatieverslag worden aan de minister gezonden en gepubliceerd op www.maatschappelijkeraadschiphol.nl.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

M.G.J. Harbers

Naar boven