Beleidsregel consignatie

Geraadpleegd op 15-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 01-07-2023 t/m heden

Beleidsregel van de Minister van Financiën van 24 mei 2023, kenmerk DJZ 120433, over de uitleg van enkele begrippen uit de Wet op de consignatie van gelden (Beleidsregel consignatie)

Artikel 2

De minister besluit op aanvraag om gelden in de consignatiekas op te nemen, indien een wettelijke grondslag voor consignatie bestaat.

Artikel 3

  • 1 Het in artikel 2, eerste lid, van de wet gehanteerde begrip ‘beschikking van Onze Minister’ wordt zo uitgelegd dat de minister de bevoegdheid heeft om op aanvraag in concrete individuele situaties consignatie toe te laten.

  • 2 De minister maakt slechts gebruik van deze bevoegdheid indien er geen andere wettelijke grondslag voor consignatie bestaat en het belang van de aanvrager zodanig is dat consignatie in redelijkheid niet geweigerd kan worden.

Artikel 4

De minister besluit op aanvraag om gelden in de consignatiekas op te nemen op grond van een beslissing van de rechter.

Artikel 5

Het schriftelijke besluit van de minister om gelden in de consignatiekas op te nemen, het schriftelijke besluit van de minister tot uitkering uit de consignatiekas alsmede de afwijzing van een aanvraag tot opname of uitkering worden aangemerkt als besluiten in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,

S.A.M. Kaag

Naar boven