Regeling rekenmethoden onderbouwing solidariteitsreserve en risicodelingsreserve pensioenuitvoerders

Geraadpleegd op 18-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 04-05-2024.
Geldend van 01-07-2023 t/m heden

Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 23 juni 2023, ter uitvoering van artikel 1h, negende lid, Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, houdende regels met betrekking tot rekenmethoden ter onderbouwing van de inrichting van de solidariteitsreserve en de risicodelingsreserve (Regeling rekenmethoden onderbouwing solidariteitsreserve en risicodelingsreserve pensioenuitvoerders)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Gelet op artikel 1h, negende lid, van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling;

Na overleg met de representatieve organisaties van (beroeps)pensioenfondsen en (pensioen)verzekeraars en consultatie;

Besluit:

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Beroepspensioenfonds: een beroepspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 Wvb;

  • b. Deelnemersgroep: een groep van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden of pensioengerechtigden die is afgebakend met objectieve, voor de (waarde van de) pensioenrechten of -aanspraken relevante criteria;

  • c. De doelstellingen van de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve: de doelstellingen van de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve, zoals bedoeld in artikel 10d, vierde lid, Pw en artikel 10e, vijfde lid, Pw en artikel 28d, vierde lid, Wvb en artikel 28e, vijfde lid, Wvb, die de pensioenuitvoerder vaststelt;

  • d. De inrichting van de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve: de door de pensioenuitvoerder vastgestelde regels voor:

    • het vullen van de solidariteitsreserve;

    • het vullen van de risicodelingsreserve uit premies of uit kapitaal bij toetreding tot het collectief toedelingsmechanisme voor de collectieve uitkeringsfase;

    • het uitdelen uit de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve; en

    • het blootstellen van de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve aan beleggingsrisico’s;

  • e. Pensioenfonds: een pensioenfonds als bedoeld in artikel 1 Pw;

  • f. Pensioenuitvoerder: een pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 Pw of artikel 1 Wvb;

  • g. Projectiemaatstaf: een maatstaf die de hoogte weergeeft van toekomstige pensioenuitkeringen in een bepaald (eventueel gemiddeld) scenario;

  • h. Pw: de Pensioenwet;

  • i. Regeling: Regeling rekenmethoden onderbouwing solidariteitsreserve en risicodelingsreserve pensioenuitvoerders;

  • j. Risicodelingsreserve: een risicodelingsreserve als bedoeld in artikel 1 Pw en artikel 1 Wvb;

  • k. Solidariteitsreserve: een solidariteitsreserve als bedoeld in artikel 1 Pw en artikel 1 Wvb;

  • l. Waarderingsmaatstaf: een maatstaf die de marktwaarde weergeeft van toekomstige pensioenuitkeringen en/of pensioenpremies;

  • m. Wvb: de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

Artikel 2. Onderbouwing inrichting solidariteitsreserve of risicodelingsreserve

De pensioenuitvoerder die een premieregeling dan wel premieovereenkomst uitvoert, onderbouwt de inrichting van de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve ten minste met een analyse op basis van de rekenmethoden en een daarbij behorende toelichting zoals opgenomen in artikel 3 van deze regeling.

Artikel 3. Rekenmethoden en toelichting

  • 1 Voor de berekeningen ter onderbouwing van de inrichting van de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve en voor de toelichting op deze berekeningen:

    • a. stelt de pensioenuitvoerder kwantitatieve maatstaven vast om de aansluiting bij de doelstellingen van de inrichting van de reserve te beoordelen;

    • b. stelt de pensioenuitvoerder kwantitatieve maatstaven vast om de evenwichtige inrichting van de reserve te beoordelen;

    • c. verricht de pensioenuitvoerder een kwantitatieve scenario-analyse of stochastische ALM-analyse om met de kwantitatieve maatstaven genoemd onder a en b de effecten van de inrichting van de reserve inzichtelijk te maken;

    • d. onderbouwt de pensioenuitvoerder met de uitkomsten van de kwantitatieve scenario-analyse of stochastische ALM-analyse:

      • i) dat de inrichting van de reserve aansluit bij de doelstellingen; en

      • ii) dat de inrichting van de reserve evenwichtig is.

  • 2 Bij het vaststellen van de kwantitatieve maatstaven als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a en b:

    • a. neemt de pensioenuitvoerder waarderings- en projectiemaatstaven in aanmerking en onderbouwt de pensioenuitvoerder de keuze voor deze maatstaven;

    • b. onderscheidt de pensioenuitvoerder voldoende deelnemersgroepen om een representatief beeld van de effecten voor alle deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden te verkrijgen. De pensioenuitvoerder maakt in elk geval onderscheid naar de in de risicohouding onderscheiden deelnemersgroepen en leeftijdscohorten.

    • c. omvatten de kwantitatieve maatstaven ten minste de baten en lasten voor de deelnemersgroepen;

    • d. onderbouwt de pensioenuitvoerder dat de gekozen maatstaven tezamen een compleet beeld geven van de aansluiting bij de doelstellingen respectievelijk de evenwichtigheid van de inrichting van de reserve.

  • 3 Bij de kwantitatieve scenario-analyse of stochastische ALM-analyse als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c:

    • a. baseert de pensioenuitvoerder deze analyse op een gevalideerd model dat aansluit bij het beleid van de pensioenuitvoerder;

    • b. onderscheidt de pensioenuitvoerder een voldoende groot aantal scenario’s en voldoende verschillende scenario’s zodat de pensioenuitvoerder een representatief beeld krijgt over de ontwikkeling van de kwantitatieve maatstaven;

    • c. gaat de pensioenuitvoerder uit van een projectiehorizon waarmee de pensioenuitvoerder een relevant beeld verkrijgt van de effecten van de inrichting voor de onderscheiden deelnemersgroepen en over een periode van in beginsel tenminste 60 jaar;

    • d. verricht de pensioenuitvoerder deze analyse ten opzichte van de aanname dat de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve geen onderdeel van de pensioenregeling zou zijn. Bij een besluit tot wijziging van de inrichting van de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve verricht de pensioenuitvoerder deze analyse ook ten opzichte van de situatie dat de inrichting ongewijzigd zou zijn voortgezet;

    • e. beschouwt de pensioenuitvoerder in het kader van de robuustheid van de inrichting voor toekomstige ontwikkelingen tenminste twee alternatieve initiële hoogtes van de solidariteitsreserve of risicodelingsreserve die representatief zijn voor de mogelijke toekomstige ontwikkeling van de reserve;

    • f. beschrijft de pensioenuitvoerder wanneer in de tijd de baten en lasten voor deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden zich materialiseren.

Artikel 5. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rekenmethoden onderbouwing solidariteitsreserve en risicodelingsreserve pensioenuitvoerders.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 23 juni 2023

De Nederlandsche Bank N.V.,

E.F. Bos

Directeur

Naar boven