Subsidieregeling Statushouders en de stap naar de klas

[Regeling vervalt per 01-08-2027.]
Geraadpleegd op 16-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 18-07-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 juni 2023, nr. VO/1410371, houdende regels voor subsidieverstrekking voor Statushouders en de stap naar de klas (Subsidieregeling Statushouders en de stap naar de klas)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 4 en

5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3. Doel van de regeling en te subsidiëren activiteiten

De minister kan aan een bevoegd gezag subsidie verstrekken als tegemoetkoming in de opleidings- en begeleidingskosten die een school maakt voor het bieden van een ondersteuningsprogramma aan een statushouder in de toeleiding naar het beroep van leraar.

Artikel 4. Subsidievoorwaarden

  • 1 De regeling staat open voor statushouders met:

    • a. een buitenlandse lesbevoegdheid die is verkregen met een diploma dat door Nuffic ten minste gelijk gewaardeerd is aan een Nederlands hoger onderwijsdiploma, of;

    • b. een buitenlands getuigschrift Engelse taal, Frans taal, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, informatica of techniek dat door Nuffic tenminste gelijk gewaardeerd is aan een Nederlands hoger onderwijsdiploma.

  • 2 Een bevoegd gezag komt in aanmerking voor subsidie ten behoeve van een statushouder indien de desbetreffende statushouder:

    • a. 18 jaar of ouder is;

    • b. de Nederlandse taal beheerst op een niveau dat gelijkwaardig is aan of hoger is dan niveau B1 volgens het Europees Referentiekader; en

    • c. bij toekenning van de subsidie op basis van een arbeidsovereenkomst van ten minste 0.2 fte of een stageovereenkomst met een duur van ten minste zes maanden in loondienst komt, dan wel stage loopt bij het bevoegd gezag.

  • 3 Het opleidingsprogramma van de opleidingsaanbieder heeft ten minste een looptijd van één jaar en ten hoogste twee jaar en het programma omvat in elk geval een module Nederlands als tweede taal van tenminste 120 uur, vaktaal, pedagogiek, vakdidactiek en de aspecten van de Nederlandse onderwijscultuur.

  • 4 Het bevoegd gezag sluit met de statushouder en de opleidingsaanbieder een scholings- en begeleidingsovereenkomst af die in ieder geval het volgende bevat:

    • a. opleidingsafspraken: een opleidingsprogramma dat door een opleidingsaanbieder aan de statushouder wordt aangeboden;

    • b. begeleidingsafspraken: afspraken omtrent de persoonlijke begeleiding en ondersteuning van de statushouder gedurende het ondersteuningsprogramma via het inwerken, coachen, intervisie of andere vormen van ondersteuning door een interne begeleider namens het bevoegd gezag; en

    • c. afspraken over het doel waar de statushouder naartoe werkt tijdens het ondersteuningsprogramma, zijnde een vervolgopleiding en/of een baan in het onderwijs.

Artikel 5. Aanvraag subsidie

  • 1 Een bevoegd gezag kan per statushouder één aanvraag voor de subsidie indienen, tot een maximum van twee aanvragen per bevoegd gezag. Voor iedere statushouder kan één keer subsidie verstrekt worden.

  • 2 In 2023 kan subsidie worden aangevraagd voor statushouders die na 1 augustus 2023 starten met een ondersteuningsprogramma.

  • 3 Een aanvraag voor de subsidie kan worden ingediend van 15 augustus 2023, 09:00 uur tot en met 15 september 2023, 21:00 uur. Aanvragen die buiten de aanvraagperiode worden ingediend, worden afgewezen.

  • 4 De subsidie wordt aangevraagd met gebruikmaking van het digitale aanvraagformulier dat daartoe op de website van DUS-I beschikbaar is gesteld.

Artikel 6. Subsidieplafond en verdeling

  • 1 Voor het verstrekken van subsidie is voor het kalenderjaar 2023 in totaal een bedrag beschikbaar van ten hoogste € 1.000.000,–.

  • 2 De minister verdeelt het beschikbare bedrag op volgorde van binnenkomst van de aanvragen voor maximaal twee statushouders per bevoegd gezag.

  • 3 Indien het voor subsidieverstrekking beschikbare bedrag na toepassing van het tweede lid niet is uitgeput, worden de aanvragen in afwijking van het tweede lid verdeeld over een derde aanvraag per bevoegd gezag en vervolgens elke volgende statushouder, tot een maximum van tien aanvragen per bevoegd gezag. Hierbij wordt beslist in volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 8. Afwijzingsgrond

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een subsidie in elk geval geweigerd indien de aanvraag niet voldoet aan de in deze regeling gestelde regels.

Artikel 9. Subsidieverplichtingen

In aanvulling op hoofdstuk 5 van de Kaderregeling worden de volgende verplichtingen opgelegd aan de subsidieontvanger:

  • 1. De subsidieontvanger informeert de minister wanneer de statushouder het ondersteuningsprogramma heeft afgerond;

  • 2. Indien de statushouder tussentijds stopt met het ondersteuningsprogramma meldt de subsidieontvanger dit aan de minister. In dat geval kan de minister de subsidie lager vaststellen;

  • 3. De subsidieontvanger maakt er bij de minister melding van, indien de statushouder het ondersteuningsprogramma voortzet in dienst van een ander bevoegd gezag. In dat geval kan de minister de subsidie lager vaststellen en het resterende subsidiebedrag verstrekken aan het bevoegd gezag waarbij de statushouder het ondersteuningsprogramma voortzet;

  • 4. de subsidiabele activiteiten worden uiterlijk binnen twee jaar na de subsidieverstrekking afgerond.

Artikel 10. Subsidieverstrekking, besteding en verantwoording

  • 1 De subsidie wordt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag direct vastgesteld.

  • 2 De minister betaalt het gehele subsidiebedrag in één keer.

  • 3 De minister betaalt het subsidiebedrag binnen vier weken na de vaststelling.

  • 4 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de subsidieverplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

  • 6 De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidieverplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn. Het bevoegd gezag werkt mee aan monitoring of evaluatie van deze subsidie.

Artikel 11. Hardheidsclausule

De minister kan één of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 augustus 2027, met dien verstande dat zij van toepassing blijft ten aanzien van de subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Statushouders en de stap naar de klas.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H. Dijkgraaf

Naar boven